Beleidsregels Verhaal Drechtsteden

Geldend van 13-07-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Beleidsregels Verhaal Drechtsteden

Het Dagelijks Bestuur,

overwegende dat

  • -

    het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent het verhaal van bijstand in de Drechtsteden,

omdat hiermee duidelijkheid gegeven kan worden voor de uitvoering en voor de inwoner over het gebruik van de bevoegdheden en de hierin te nemen belangenafwegingen;

gelet op

  • -

    paragraaf 6.5 van de Participatiewet, artikel 61 tot en met 62i;

  • -

    de afstemming met de Regionale cliëntenraad, waaraan de beleidsregels zijn gezonden met verzoek om advies;

b e s l u i t:

vast te stellen, de navolgende Beleidsregels Verhaal Drechtsteden.

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen, alsmede in de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet;

    • b.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      WI: Wet inburgering;

    • e.

      WMO: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • f.

      Bbz: Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • g.

      WKO: Wet kinderopvang;

    • h.

      BW: Burgerlijk Wetboek;

    • i.

      Rv: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • j.

      Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Sociaal;

    • k.

      Debiteur: degene van wie wordt teruggevorderd, dan wel degene op wie wordt verhaald;

HOOFDSTUK 2: BELEIDSREGELS VERHAAL

Artikel 2 Verhaalsbevoegdheid

Het Dagelijks Bestuur maakt in alle gevallen gebruik van de bevoegdheid om de kosten van bijstand te verhalen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 61 tot en met 62i van de wet, tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald.

Artikel 3 Verhaal van bijstand

Het Dagelijks Bestuur verhaalt kosten van bijstand op degene en in de situaties zoals genoemd in artikel 62 en 62f van de wet, met uitzondering van de persoon in de situatie genoemd in artikel 62, aanhef en sub c in de wet.

Artikel 4 Geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur ziet af van het nemen van een verhaalsbesluit ingevolge artikel 62 of artikel 62f van de wet, indien het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 45,- per maand dan wel € 540,- per jaar.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur ziet geheel of gedeeltelijk af van het nemen van een verhaalsbesluit indien daarvoor gelet op de omstandigheden van de debiteur of degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 5 Ingangsdatum verhaalsbijdrage

De verhaalsbijdrage ingevolge artikel 62 van de wet wordt opgelegd met ingang van de eerste van de maand volgend op de datum van eerste aanschrijving van de debiteur.

Artikel 6 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, kan het Dagelijks Bestuur op verzoek van de debiteur, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden; en

    • b.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

    • c.

      de vordering wegens verhaal van bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2.

    Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur trekt het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal in of wijzigt dit besluit ten nadele van de debiteur, indien:

    • a.

      niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen, die voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 1 van dit artikel;

    • b.

      de debiteur de vordering niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet;

    • c.

      onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 7 Kwijtschelding van een verhaalsvordering die een afgesloten periode betreft

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan van verdere inning van de verhaalsvordering afzien, voor zover het een eenmalige vordering over een afgesloten bijstandsperiode betreft, indien de debiteur:

    • a.

      gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;

    • b.

      gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;

    • c.

      gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten;

    • d.

      een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost.

  • 2.

    Onder een afgesloten bijstandsperiode wordt verstaan de periode waarover aan de bijstandsgerechtigde aaneengesloten bijstand is verleend, welke bijstandsverlening inmiddels is beëindigd.

Artikel 8 Verhaal in rechte en op grond van rechterlijke uitspraak

  • 1.

    Indien de debiteur niet uit eigen beweging bereid is het verschuldigde te voldoen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluit het Dagelijks Bestuur tot verhaal in rechte.

  • 2.

    Een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die uitvoerbaar is en niet wordt nagekomen, wordt verhaald.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur neemt het besluit tot verhaal met de aanmaning het verschuldigde bedrag binnen dertig dagen na verzending van de brief te voldoen.

Artikel 9 (Her-)onderzoek naar draagkracht

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur verricht één keer per 36 maanden een onderzoek naar de draagkracht van de debiteur voor het voldoen van een verhaalsbijdrage ingevolge artikel 62 van de wet. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven, vindt binnen 36 maanden een heronderzoek plaats. Het Dagelijks Bestuur stelt als gevolg van dit onderzoek bij wijziging van de draagkracht de verhaalsbijdrage gewijzigd vast.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur gaat niet over tot een nieuw verhaalsbesluit ingevolge artikel 62 van de wet indien:

    • a.

      uit het draagkrachtonderzoek blijkt dat de draagkracht met € 45,00 per maand of minder is vermeerderd ten opzichte van het vorige onderzoek; of

    • b.

      het woonadres en de gezinssamenstelling van de debiteur ten opzichte van het laatstelijk verrichte onderzoek gelijk zijn gebleven en het gezinsinkomen van de debiteur ten opzichte van het laatstelijk verrichte onderzoek met minder dan 15 % bruto is gestegen.

Artikel 10 Invordering van verhaalsbijdragen

Indien de debiteur een door de rechter vastgestelde verhaalsbijdrage ingevolge de artikelen 62 of 62f van de wet of een verhaalsbesluit ingevolge artikel 62b van de wet niet voldoet, zijn de artikelen 6 tot en met 15 uit de Beleidsregels Terugvordering gemeentenaam overeenkomstig van toepassing.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Nadere invulling van beleid

Het Dagelijks Bestuur kan deze beleidsregels nader uitwerken in een beleidsnotitie inzake terugvordering en verhaal.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de debiteur afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022 onder intrekking van de beleidsregels Verhaal Drechtsteden (laatstelijk gewijzigd per 10 december 2015).

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Verhaal Drechtsteden.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 14 februari 2022.

drs. D.J. van Maanen, drs. P.J. Heijkoop

secretaris, voorzitter