Regeling vervallen per 01-07-2027

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 28 juni 2022, PZH-2022-804882591, tot vaststelling van de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland (Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland)

Geldend van 07-07-2022 t/m 30-06-2027

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 28 juni 2022, PZH-2022-804882591, tot vaststelling van de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland (Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat,

  • -

    een in omvang en kwaliteit goed netwerk van recreatiegebieden bijdraagt aan een gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving, in het bijzonder rond de stedelijke agglomeratie;

  • -

    het wenselijk is dat de recreatiegebieden in Zuid-Holland openbaar toegankelijk, goed onderhouden en sociaal veilig zijn;

  • -

    het beheer van recreatiegebieden als onderdeel van de openbare ruimte een algemeen belang is, waar de provincie samen met partners zorg voor draagt;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    normkostensystematiek: systematiek waarbij het oppervlak van het recreatiegebied op basis van inrichting en gebruik op een digitale kaart wordt ingedeeld in verschillende doeltypen, waaraan normprijzen voor regulier, groot- en vervangingsonderhoud op jaarbasis zijn verbonden.

  • -

    omgevingsverordening: Omgevingsverordening Zuid-Holland of de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening zodra deze in werking treedt en de Omgevingsverordening Zuid-Holland vervalt;

  • -

    recreatiegebied: binnen de provincie gelegen grond, die als openbaar toegankelijk recreatiegebied is ingericht en als zodanig is begrensd in de omgevingsverordening met een minimum aaneengesloten oppervlakte van 100 hectare;

  • -

    subsidiekaart recreatiegebieden: bij het openstellingsbesluit gepubliceerde kaart met daarop de recreatiegebieden waarvoor beheersubsidie kan worden aangevraagd;

  • -

    toezicht en handhaving: activiteiten gericht op het naleven van de openstellingsregels van een recreatiegebied om hinder en overlast te verminderen en gevaarlijke situaties of oneigenlijk gebruik van het recreatiegebied tegen te gaan.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het beheer en onderhoud van recreatiegebieden, inclusief toezicht en handhaving.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan de instandhouding en sociaal veilige beleving van het recreatiegebied.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verstrekt aan publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen, die krachtens eigendom of erfpacht zeggenschap hebben over het recreatiegebied waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 4 Openstellingsbesluiten

  • 1. Gedeputeerde staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze regeling.

  • 2. Gedeputeerde staten stellen per openstellingsbesluit vast:

    • a.

      één of meerdere deelplafonds;

    • b.

      de aanvraagperiode;

    • c.

      het aantal jaren waarvoor subsidie wordt verleend;

    • d.

      de subsidiekaart recreatiegebieden.

  • 3. In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling worden ingediend binnen de periode, bedoeld in het tweede lid, onder b.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteiten vinden plaats in een recreatiegebied dat is weergegeven op de subsidiekaart recreatiegebieden;

    • b.

      de activiteiten zijn gericht op de instandhouding van de doeltypen in het recreatiegebied op grond van de normkostensystematiek, inclusief toezicht en handhaving;

    • c.

      het recreatiegebied heeft een aaneengesloten oppervlakte van minimaal 100 hectare.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder c, komen recreatiegebieden kleiner dan 100 hectare in aanmerking voor subsidie, indien:

    • a.

      de aanvrager één of meer aangrenzende recreatiegebieden in eigendom heeft waarvan de provincie het beheer heeft afgekocht, waardoor het totaal van recreatiegebieden minimaal 100 hectare is;

    • b.

      de recreatiegebieden gelegen zijn aan rivieren of grote wateren en deze samen meer dan 100 hectare zijn en een functioneel geheel vormen langs de oevers van deze wateren, waarbij die recreatiegebieden worden beschouwd als één recreatiegebied.

Artikel 6 Aanvraagvereisten

Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van een kaart per recreatiebied met daarop de doeltypen en een hierop gebaseerde berekening van de kosten van regulier onderhoud, groot onderhoud en vervangingsonderhoud conform de normkostensystematiek, inclusief het bijbehorende toezicht en handhaving, waarbij een aanvraag meerdere recreatiegebieden kan bevatten.

Artikel 7 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten per jaar, vermenigvuldigd met het aantal jaren, genoemd in het openstellingsbesluit.

Artikel 8 Verdelingswijze

Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde deelplafond te boven gaan, verdelen gedeputeerde staten de subsidie naar evenredigheid onder de voornoemde subsidieaanvragen.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten voor het regulier-, groot- en vervangingsonderhoud van de in de normkostensystematiek vermelde doeltypen, berekend op jaarbasis inclusief toeslagen voor planvoorbereiding en directievoering;

  • b.

    de kosten voor toezicht en handhaving.

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 9 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor communicatie en marketing;

  • b.

    kosten voor juridisch- en vastgoedbeheer, zoals vergunningen, ontheffingen, contracten en toestemmingen;

  • c.

    overige kosten buiten het directe gebiedsbeheer.

Artikel 11 Weigeringsgronden

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11 van de Asv wordt de subsidie geweigerd, indien:

  • a.

    de aanvrager niet de eigenaar of erfpachter is van het recreatiegebied;

  • b.

    niet aan de subsidievereisten en aanvraagvereisten, bedoeld in de artikelen 5 en 6, is voldaan;

  • c.

    er voor dezelfde activiteit op grond van een andere provinciale regeling subsidie is aangevraagd of verstrekt;

  • d.

    voor het recreatiegebied waarvoor subsidie wordt aangevraagd een afkoopsom voor beheer door de provincie is verstrekt, waarvan de afkoopperiode nog niet is verstreken.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidieontvanger verricht beheer- en onderhoudsactiviteiten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de doeltypen en verricht of gedoogt geen handelingen die afbreuk doen aan de instandhouding daarvan;

  • b.

    de subsidieontvanger houdt toezicht in het betreffende recreatiebied;

  • c.

    het betreffende recreatiegebied wordt van zonsopgang tot zonsondergang kosteloos opengesteld en toegankelijk gehouden op ten minste 365 dagen per jaar;

  • d.

    het betreffende recreatiegebied is voldoende toegankelijk en bevat voldoende wegen, vaarwegen of paden, die recreatief gebruik mogelijk maken;

  • e.

    de subsidieontvanger verleent medewerking aan periodieke audits die namens gedeputeerde staten kunnen worden uitgevoerd in het kader van de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

  • f.

    de subsidieontvanger verleent medewerking aan de markering en beheer van routes voor wandelen en fietsen in het kader van de landelijke wandelroutes, landelijke fietsroutes en knooppuntennetwerken voor wandelen en fietsen;

  • g.

    de subsidieontvanger gebruikt geen chemische gewasbeschermingsmiddelen op percelen waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 13 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde staten verstrekken een voorschot van 100% op het verleende subsidiebedrag.

  • 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

Artikel 14 Evaluatie

  • 1. De uitvoering van deze regeling wordt uiterlijk in het eerste half jaar van 2025 door gedeputeerde staten geëvalueerd, of zoveel eerder als door gedeputeerde staten wenselijk wordt geacht.

  • 2. Bij de evaluatie betrekken gedeputeerde staten de periodieke monitoringgegevens over het gebruik van recreatiegebieden en de eigen strategische prioriteiten ten aanzien van groen en recreatie in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 16 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 juli 2027, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 28 juni 2022

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

drs. H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter

I. Algemeen

De provincie zet zich in voor een in omvang en kwaliteit goed netwerk van recreatiegebieden, ten behoeve van ontspanning, sport en recreatie voor de inwoners van Zuid-Holland (vooral in en dicht bij de woonomgeving). De provincie draagt samen met partners zoals gemeenten en recreatieschappen zorg voor het beheer van recreatiegebieden in Zuid-Holland, zodat deze schoon, heel en veilig blijven. In de Startnotitie Sport en Recreatie (2020) is geconstateerd dat er sprake is van grote verschillen in kosten en provinciale bijdragen aan het beheer van recreatiegebieden en ook dat er weinig samenhang is in de diverse beheerarrangementen. De provinciale bijdragen zijn historisch gegroeid en niet gebaseerd op een visie van wat er met het beheer van recreatiegebieden moet worden bereikt en wat dit maximaal zou mogen kosten.

Daarom is in de startnotitie de ontwikkeling van een uniforme beheersystematiek aangekondigd, als instrument voor bestaande en toekomstige beheeropgaven van recreatiegebieden. Dit is de voorliggende subsidieregeling.

Omdat de beheermiddelen beperkt zijn, worden deze ingezet in de recreatiegebieden waar de provincie het verschil maakt en die het meeste bijdragen aan het beleidsdoel ‘gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving’. Dit betreft vooral de nabij de stedelijke agglomeratie gelegen recreatiegebieden in de regio’s Leiden-Den Haag-Zoetermeer-Gouda-Rotterdam-Dordrecht. Het gaat dan om drukbezochte bovenlokale gebieden (vanaf 100 ha), waarvan de kosten voor beheer en toezicht redelijkerwijs niet alleen door de eigenaar-beheerder gedragen kunnen worden.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

Subsidiabele activiteiten betreffen het onderhoud en beheer van het recreatiegebied, inclusief het aanwezige groen en water, recreatieve voorzieningen en toezicht en handhaving. Onderhoud en beheer betreft zowel dagelijks onderhoud, groot onderhoud als vervangingsonderhoud. Met de activiteiten wordt beoogd dat een recreatiegebied schoon, heel en veilig is.

Artikel 3 Doelgroep

De doelgroep is breed gedefinieerd. Hieronder vallen in ieder geval, maar niet uitsluitend, de bekende recreatiebeheerders zoals gemeenten, recreatieschappen en Staatsbosbeheer. Leidend is de duurzame zeggenschap die de beheerder heeft over het terrein in de vorm van eigendom of erfpacht.

Artikel 4 Openstellingsbesluiten

De provincie stelt middelen beschikbaar via een apart openstellingsbesluit. Hierin staat hoeveel middelen beschikbaar zijn, voor welke gebieden en voor welke periode.

Artikel 5 Subsidievereisten

De aanvraag geldt voor een recreatiegebied van minstens 100 ha; aanvragen met een kleinere oppervlakte worden niet in behandeling genomen. Het is mogelijk dat de aanvrager op basis van een machtiging namens andere aanvragers van hetzelfde recreatiegebied de aanvraag indient.

Het tweede lid, onder a, is bedoeld voor situaties waarbij is gekozen voor afkoop van een deel van het gebied, bijvoorbeeld de Louisa- en Cannemanspolder in Dordrecht en het wandelbos Laakweg in Pijnacker-Nootdorp. Met dit artikel komt het aangrenzende recreatiegebied (< 100 ha) toch in aanmerking voor subsidie, aangezien het geheel groter is dan 100 ha.

Het tweede lid, onder b heeft betrekking op de gebiedsspecifieke situatie bij de Oude Maas, Bernisse en Brielse Meer. Hier zijn de oevers deels ingericht als natuurgebied en onderbroken door infrastructuur of andere niet-groene functies. Als gevolg hiervan zijn de hiertussen gelegen oeverdelen die wel een recreatiefunctie hebben, kleiner dan 100 ha. Omdat het niet de bedoeling is dat deze onderbrekingen in de doorgaande groene recreatiestructuur van de Oude Maas, Bernisse en Brielse Meer ertoe zouden leiden dat deze drie gebieden worden uitgesloten van beheersubsidie, is in dit onderdeel bepaald dat deze drie gebieden worden beschouwd als elk één recreatiegebied.

Artikel 6 Aanvraagvereisten

Op de kaart staan de verschillende beheertypen vermeld (bos, grasland, oevers, water etc.), alsmede de voorzieningen (paden, bruggen, parkeerplaatsen, etc). Op basis hiervan zijn oppervlakten en eenheden uitgerekend, waaraan kosten per eenheid zijn gekoppeld.

Doordat de kaart ook de totale oppervlakte bevat waarvoor subsidie wordt aangevraagd, kan worden afgeleid wat de totale beheerkosten per ha is en wat de kosten voor toezicht en handhaving per ha is. De provincie kan op deze wijze kosten beoordelen en vergelijken met die van andere recreatiegebieden. De kaart is dus een essentieel onderdeel van de subsidieaanvraag; het ontbreken ervan is dan ook reden om de aanvraag te weigeren.

Artikel 7 Subsidiehoogte

Wat betreft de bijdrage aan de beheerkosten gaat de subsidieregeling uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie, van de gemeente(n)1 wiens inwoners van het recreatiegebied gebruik maken en van de eigenaar. Kostenspreiding voorkomt bovenmatige afhankelijkheid van de provincie en maakt de instandhouding van recreatiegebieden immers minder kwetsbaar ten tijde van onverhoopte bezuinigingen. Daarom is er gekozen voor een subsidiepercentage van maximaal 40 procent. De provincie gaat ervanuit uit dat de gemeente(n) en de eigenaar minstens 60 procent van de kosten voor hun rekening nemen.

Artikel 8 Verdelingswijze

Dit artikel kan met een rekenvoorbeeld worden verduidelijkt. Stel er is 2 mln subsidie beschikbaar en er wordt voor 3 mln aangevraagd. Dan worden de aangevraagde bedragen vermenigvuldigd met 2/3, zodat het plafond niet wordt overschreden.

Artikel 9 en 10 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

Het betreft de kosten behorende bij het directe gebiedsbeheer om het recreatiegebied schoon, heel en veilig te houden. Het moet hierbij gaan om het onderhoud aan gratis toegankelijke beheertypen en voorzieningen. Het onderhoud van een horecapaviljoen is bijvoorbeeld niet subsidiabel.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Voor gronden waarvoor een beheersubsidie is verstrekt op grond van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) of de regeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (Anlb) wordt een aanvraag op grond van deze regeling geweigerd. Aanvragers dienen dus kritisch te kijken naar de gronden die zij in pacht hebben uitgegeven, aangezien er een kans is dat de agrarisch gebruiker hierop Anlb heeft aangevraagd.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Met een audit wordt bedoeld een bezoek aan het recreatiegebied door of in opdracht van de provincie om de onderhoudssituatie en de juiste besteding van de subsidiemiddelen te beoordelen.


Noot
1

Al dan niet georganiseerd in een recreatieschap