BESLUIT van den 11den September 1939, houdende verbod voor zeilvaartuigen van vreemde nationaliteit om zich, zonder schriftelijke vergunning, in de baaien en territoriale wateren van Curaçao op te houden

Geldend van 13-09-1939 t/m heden

Intitulé

BESLUIT van den 11den September 1939, houdende verbod voor zeilvaartuigen van vreemde nationaliteit om zich, zonder schriftelijke vergunning, in de baaien en territoriale wateren van Curaçao op te houden

Artikel 1

Het is aan zeilvaartuigen van vreemde nationaliteit verboden zonder schriftelijke vergunning, op het eiland Curaçao van den Havenmeester en op de andere eilanden van den betrokken Gezaghebber, in de baaien en territoriale wateren van het gebiedsdeel zich op te houden, tenzij zulks geschiedt voor doorvaart/ en/of het in- of uitloopen van een der geregelde havens, zoomede in geval van averij en andere overmacht.

Artikel 2

Bij constateering eener overtreding van artikel 1 van deze regeling, is de Koninklijke Marine of een der ambtenaren met het opsporen van overtredingen dezer regeling belast, bevoegd, het vaartuig naar de haven of baai van het gebiedsdeel, van waaruit het vaartuig is uitgevaren, of anders naar de dichtsbijzijnde haven of baai van het gebiedsdeel op te brengen.

Artikel 3

Bij overtreding van het verbod, in artikel 1 bedoeld, wordt de schipper en ieder der opvarenden, tenzij ten aanzien van de laatsten blijkt, dat het feit buiten hun toedoen is begaan, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden.

Het bij dit artikel strafbaar gesteld feit wordt beschouwd als misdrijf.

Artikel 4

Met het opsporen van de feiten, bij deze regeling strafbaar gesteld, zijn, behalve de ingevolge artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering voor Curaçao daartoe bevoegde personen, belast de officieren der Koninklijke Marine, de Havenmeester, de loodsen, hulploodsen en ambtenaren der invoerrechten en accijnzen.

Artikel 5

Dit Besluit treedt in werking door plaatsing in het Publicatieblad met ingang van den dag volgende op dien der afkondiging en blijft van kracht, totdat de intrekking ervan bij Besluit is bepaald.