Subsidieregeling Voorschoolse educatie 2023

Geldend van 28-11-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 11-07-2022

Intitulé

Subsidieregeling Voorschoolse educatie 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 2, eerste lid, onder e, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Voorschoolse educatie 2023

(voorheen subsidieregeling: Onderwijsachterstanden 2022)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen en landelijke wet- en regelgeving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: organisatie die een aanvraag indient voor een subsidie op grond van deze regeling;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Roosendaal (2013);

  • c.

    college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

  • d.

    doelgroeppeuters: peuters, tussen 2 en 4 jaar, woonachtig in de gemeente Roosendaal die door Thuiszorg West Brabant (TWB) geïndiceerd zijn op een (taal)achterstand of op het lopen van een risico op een (taal)achterstand;

  • e.

    erkend VE-programma: een programma voor voor- en vroegschoolse educatie dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI);

  • f.

    fiscaal maximum: maximaal uurtarief welke de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding van de kosten voor kinderopvang (inclusief peuteropvang);

  • g.

    gemeente: Gemeente Roosendaal;

  • h.

    inkomensafhankelijke ouderbijdrage: een inkomensafhankelijke bijdrage die de ouder zonder recht op kinderopvangtoeslag betaald aan de houder, vastgesteld in de adviestabel ouderbijdrage van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten;

  • i.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kinderopvang exploiteert in de gemeente Roosendaal;

  • j.

    kinderopvangtoeslag (KOT): de tegemoetkoming in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/ verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Kinderopvang;

  • k.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang. Het register waarin alle kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • l.

    peuteropvang: Opvang voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • m.

    TWB: Thuiszorg West-Brabant.

  • n.

    VE: Voorschoolse educatie. Het aanbod van een VE-programma voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar met als doel om doelgroeppeuters beter voor te bereiden op het basisonderwijs en onderwijsachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en in te lopen;

  • o.

    warme overdracht: een sluitende overgang van de VE naar de basisschool, bestaande uit een schriftelijke overdracht en een mondelinge overdracht;

  • p.

    wet: Wet Kinderopvang, inclusief de Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang (IKK).

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Het realiseren van voorschoolse educatie ter verbetering van de voorwaarden om in te kunnen stromen in het regulier basisonderwijs. Hierdoor krijgt ieder kind, woonachtig in de gemeente Roosendaal, een optimale kans om zijn of haar talenten te ontwikkelen en te ontplooien.

Artikel 3 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen, moeten aantoonbaar bijdragen aan de hierboven genoemde doelstelling. Activiteiten die hieraan bijdragen zijn:

  • 1.

    Het aanbieden van een erkend VE-programma aan de geïndiceerde doelgroep, welke is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

  • 2.

    Inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker in de VE. Een subsidie voor deze activiteit kan alleen worden aangevraagd door een aanbieder die in aanmerking komt voor subsidie voor bovengenoemde activiteit 1.

  • 3.

    Het aanbieden van activiteiten gericht op het vergroten van de ouderbetrokkenheid, in aanvulling op de structurele ouderbetrokkenheid die onderdeel uitmaakt van de VE. Een subsidie voor deze activiteit kan alleen worden aangevraagd door een aanbieder die in aanmerking komt voor subsidie voor zoals genoemd in artikel 3 lid 1.

Artikel 4 Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidie uurtarief VE voor de activiteiten (artikel 3, lid 1) bedraagt € 11,40 per uur en is bestemd voor de voorbereiding en uitvoering van de VE. In bijlage 1 is weergegeven op welke manier het te subsidiëren bedrag tot stand komt.

  • 2. Het subsidiebedrag voor de pedagogisch beleidsmedewerker VE (artikel 3, lid 2) bedraagt

  • € 450,00 per doelgroepkind per locatie. De totaal aan te vragen subsidie voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker in 2023 wordt berekend op basis van het aantal VE-doelgroepkinderen per locatie op peildatum van 1 oktober 2022.

  • 3. Voor eenmalige projecten of pilots kan een eenmalige subsidie worden aangevraagd. Deze projecten of pilots dragen bij aan de in artikel 2 genoemde doelstelling, en zijn in lijn met bovengenoemde activiteiten.

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1. Het subsidieplafond voor het aanbieden van een erkend VE-programma aan de geïndiceerde doelgroep dat voldoet aan de wettelijke norm (artikel 3, lid 1) en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker in de VE (artikel 3, lid 2) bedraagt € 2.350.000,- per jaar. Dit is gebaseerd op een totaal van 350 VE-doelgroepkinderen per jaar die deelnemen aan VE, maximaal 320 uur op jaarbasis voor peuters in de leeftijd 2 tot 2,5 jaar en maximaal 640 uur op jaarbasis voor peuters in de leeftijd 2,5 tot 4 jaar.

  • 2. Het subsidieplafond voor activiteiten gericht op het vergroten van de ouderbetrokkenheid, in aanvulling op de structurele ouderbetrokkenheid die onderdeel uitmaakt van de VE (artikel 3, lid 3) bedraagt per jaar € 95.000,-.

  • 3. Het subsidieplafond voor een eenmalige subsidie (artikel 4, lid 3) is afhankelijk van de binnen het subsidieplafond beschikbare niet ingezette middelen voor onderwijsachterstanden.

  • 4. Als blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvrager met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden.

Artikel 6 Voorwaarden aan de aanvrager

Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen voldoen aan de volgende vereisten:

  • 1.

    subsidie kan worden aangevraagd door houders kinderopvang conform artikel 1 Wet Kinderopvang;

  • 2.

    aanvrager is in staat vanaf de ingangsdatum van de subsidieverlening de in de beschikking bepaalde activiteit(en) uit te voeren;

  • 3.

    aanvrager is in staat inzicht te geven in de meetbare resultaten van de uitgevoerde activiteiten;

  • 4.

    a. de subsidie voor activiteiten kan uitsluitend worden aangevraagd door houders die voldoen aan de kwaliteitseisen van de Inspectie van de GGD en werken conform de eisen op grond van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

  • b. de subsidie voor het aanbieden van activiteiten gericht op ouderbetrokkenheid (artikel 3, lid 3), kan alleen worden aangevraagd door een aanbieder die in aanmerking komt voor subsidie voor de activiteit benoemd in artikel 3, lid 1, het aanbieden van een erkend VE-programma.

Artikel 7 Voorwaarden subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt digitaal ingediend via de website van de gemeente Roosendaal door middel van de door het college ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulieren.

  • 2.

    Aanvragen kunnen worden ingediend tussen 1 juli 2022 en 1 oktober 2022.

  • 3.

    Bij de aanvraag overlegt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens in de vorm van een activiteitenplan:

    • a.

      Een beschrijving van de activiteiten die worden ondernomen om de doelen en resultaten te behalen die staan omschreven in artikel 2 en artikel 3.

    • b.

      de wijze waarop u de resultaten van uw activiteiten/diensten wil meten en rapporteren;

    • c.

      de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

    • d.

      De wijze waarop de warme overdracht plaats vindt met de basisschool.

  • 4.

    De aanvraag gaat vergezeld van een sluitende begroting conform het verplichte format dat is opgesteld voor deze subsidieregeling.

  • 5.

    De aanvraag gaat vergezeld met een prognose van het aantal reguliere en doelgroeppeuters per locatie.

  • 6.

    Bij subsidieaanvragen van meer dan € 100.000,- dient een jaarverslag over het jaar voorafgaand aan de aanvraag te worden ingediend, bestaande uit een inhoudelijk verslag, jaarrekening en -indien beschikbaar- een accountantsverklaring.

  • 7.

    Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag voor subsidieverlening is volledig indien:

    • a.

      de subsidie aanvrager gebruik heeft gemaakt van de in artikel 9 bedoelde aanvraagformulieren;

    • b.

      de aanvraagformulieren zijn volledig en naar waarheid ingevuld.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. De aanvraag voor subsidie wordt afgewezen indien voor de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, op grond van andere nadere regels subsidie is of wordt toegekend.

  • 2. Subsidieverlening voor nieuwe groepen kan worden geweigerd als een groep bij aanvraag van de subsidie gemiddeld per week op groepsniveau minder dan 5 doelgroeppeuters telt.

  • 3. Subsidieverlening kan worden geweigerd als blijkt dat bij een bestaande of nieuwe houder op het moment van de subsidieaanvraag sprake is van formeel herstellend dan wel formeel bestraffend handhavingstraject naar aanleiding van een GGD-inspectie en handhaving door de gemeente Roosendaal. Per situatie zal met de houder worden besproken of er subsidie voor de betreffende locatie zal worden toegekend.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

Aanvragen voor de in artikel 3 genoemde activiteiten die voldoen aan de voorwaarden omschreven in artikel 6 en artikel 7 komen voor subsidie in aanmerking totdat het subsidieplafond is bereikt. Als blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvrager met een percentage verlaagd, totdat het subsidieplafond niet meer wordt overschreden.

Artikel 10 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht om:

  • 1.

    De houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing;

  • 2.

    De activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

  • 3.

    In het voorschoolse aanbod uitsluitend gecombineerde groepen, groepen met zowel kinderen zonder doelgroepindicatie als met doelgroepindicatie, te vormen;

  • 4.

    Zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie en het activiteitenaanbod;

  • 5.

    Zich te conformeren aan de door het college vastgestelde resultaatafspraken VE.

  • 6.

    De houder neemt deel aan de overleggen met de Gemeente Roosendaal en conformeert zich aan de afspraken die in de werkgroep worden gemaakt;

  • 7.

    Er wordt gewerkt met een VE-toeleiding monitor met voorscholen en TWB. Als subsidieontvanger neemt u deel aan de monitor resultaten VE en overlegt u de gevraagde gegevens aan de gemeente.

  • 8.

    Voor alle doelgroeppeuters vindt een warme overdracht plaats naar het primair onderwijs.

Artikel 11 Tussentijdse verantwoording

Op drie momenten in het jaar wordt door de subsidieontvanger gegevens verstrekt als zijnde tussenrapportage.

  • 1.

    Tweemaal per jaar verstrekt de houder een rapportage waarin de prognose door de houder, gedaan bij de subsidieaanvraag wat betreft aantal reguliere- en doelgroeppeuters, wordt afgezet tegen de werkelijke realisatie en ter onderbouwing van artikel 7, lid 5.

  • 2.

    De rapportages, bedoeld in artikel 11, lid 1 worden tweemaal per jaar opgemaakt. In de periodes:

    • -

      De week van 3 april 2023 tot en met 7 april 2023

    • -

      De week van 2 oktober 2023 tot en met 6 oktober 2023

  • 3.

    De rapportages bedoeld in artikel 11, lid 1 verstrekt de houder aan het college op uiterlijk 21 april 2023, respectievelijk 20 oktober 2023.

  • 4.

    Uiterlijk 15 juli 2023 wordt een tussentijdse financiële verantwoording van de resultaten verstrekt door de houder. Als er afwijkingen zijn, dan moet u die hier vermelden

  • 5.

    Uiterlijk 15 juli 2023 wordt een activiteitenverslag verstrekt door de houder. Graag zien wij de volgende punten hierin terug:

    • -

      het aantal kinderen dat naar regulier onderwijs doorstroomt en het aantal dat in speciaal onderwijs of andere voorziening start;

    • -

      het aantal kinderen dat een vooruitgang heeft geboekt in de ontwikkeling;

    • -

      het aantal keren dat speciale zorg is ingezet voor een kind (met specificatie welke zorg dit is).

Artikel 12 Eindverantwoording en vaststelling

  • 1. De eindverantwoording van de subsidie over het kalenderjaar 2023 wordt door de houder uiterlijk op 30 april 2024 digitaal ingediend met daarvoor door het college vastgestelde formulieren.

  • 2. De vaststelling vindt plaats op basis van de vergelijking van de prognose van het verwachte aantal te bereiken doelgroepkinderen bij de subsidieaanvraag en de werkelijke situatie welke is opgegeven in de verantwoording. De vaststelling vindt plaats op basis van de werkelijke realisatie.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 5 juli 2022,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1

Voor het toekennen en vaststellen van het subsidiebedrag worden onderstaande berekeningen gehanteerd.

Met betrekking tot de beoordeling VE 2023 hanteert de gemeente Roosendaal de volgende uitgangspunten:

  • Het uurtarief 2023 bedraagt maximaal € 11,40 per kind;

  • Het fiscaal maximum uurtarief 2023, wordt gebaseerd op de maximale uurprijs voor de kinderopvangtoeslag.

  • De inkomensafhankelijke ouderbijdrage wordt berekend op basis van de landelijke VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2023;

  • De subsidie VE is gebaseerd op de volgende berekening: (uurtarief x aantal uur x aantal weken x aantal peuters) minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Situatie

Berekening

Doelgroeppeuter

Subsidie 2 gratis dagdelen

VE-subsidie

Uurtarief x uur per week x aantal weken x aantal peuters

Met een maximum van 320 uur op jaarbasis.

Doelgroeppeuter

Ouders met KOT

Door ouders betaalde dagdelen:

Uurtarief x uur per week x aantal weken x aantal peuters -/- fiscaal maximum uurtarief (KOT tarief) 2023 x uur per week x aantal weken x aantal peuters

Met een maximum van 320 uur op jaarbasis.

Doelgroeppeuter

Ouders met inkomensafhankelijke bijdrage

Door ouders betaalde dagdelen:

Uurtarief x uur per week x aantal weken x aantal peuters -/- inkomensafhankelijke bijdrage x uur per week x aantal weken x aantal peuters

Met een maximum van 320 uur op jaarbasis.

Inzet pedagogisch beleidsmedewerker in de VE

€450 x aantal doelgroeppeuters