Beleidsregel inzake de fiscale benadering van iba-systemen die niet bij Waterschap Limburg in beheer zijn

Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel inzake de fiscale benadering van iba-systemen die niet bij Waterschap Limburg in beheer zijn

Het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg;

Overwegende, dat het wenselijk is een beleidsregel vast te stellen inzake de fiscale benadering van systemen voor individuele behandeling van afvalwater, die niet bij het waterschap in beheer zijn, verder te noemen ‘iba-systemen’;

gelet op het bepaalde in artikel 124, vijfde lid, onder a Waterschapswet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de beleidsregel inzake de fiscale benadering van iba-systemen die niet bij Waterschap Limburg in beheer zijn.

Artikel 1

  • 1. Bij gecertificeerde iba-systemen van het type II of III, via welke uitsluitend afvalwater van huishoudelijke aard en/of beperkt agrarisch afvalwater wordt afgevoerd, niet zijnde schrobwater uit veestallen en voorspoelwater van melktanks, stelt de ambtenaar belast met de heffing de toe te passen klasse van de tabel afvalwatercoëfficiënten vast aan de hand van de onderzoeks¬rapporten die aan de certificatie ten grondslag hebben gelegen.

  • 2. De ambtenaar belast met de heffing kan met toepassing van artikel 4, eerste lid van het 'Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009' aantonen dat de met toepassing van lid 1 gevonden afvalwatercoëfficiënt onjuist is. In dat geval stelt de ambtenaar belast met de heffing de aanslag, in afwijking van lid 1, vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.

Artikel 2

  • 1. Bij goed functionerende gecertificeerde iba-systemen van het type IIIA en IIIB, via welke uitsluitend het afvalwater van één woonruimte wordt afgevoerd, stelt de ambtenaar belast met de heffing met toepassing van de artikel 17 van de Verordening zuiveringsheffing Waterschap Limburg 2022, respectievelijk artikel 16 van de Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Limburg 2022 – het forfait voor kleine bedrijfsruimten en zuiveringtechnische werken – de aanslag vast op één vervuilingseenheid.

  • 2. Indien de ambtenaar belast met de heffing met toepassing van artikel 4, eerste lid van het 'Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009' aantoont dat een iba-systeem als bedoeld in lid 1 niet goed functioneert, dan stelt de ambtenaar belast met de heffing, in afwijking van lid 1, de aanslag vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.

Artikel 3

Iba's van het type I, bekend als septictanks, olie- en vetafscheiders en slibvangputten, alsmede daarmee gelijk te stellen apparatuur, worden niet beschouwd als – een onderdeel van – een zuiveringtechnisch werk waarop voorafgaande zuivering plaatsvindt.

Artikel 4

Na aanvang van een heffingsjaar kunnen aan de gebruiker van een bedrijfsruimte, alsmede aan de beheerder van een riolering of van een zuiveringtechnisch werk, één of meer voorlopige aanslagen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat heffingsjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 5

  • 1. De beleidsregels inzake de fiscale benadering van iba-systemen BsGW, vastgesteld bij besluit van de ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen van BsGW van 31-12-2012 worden ingetrokken met ingang van de dag dat dit besluit in werking treedt, met dien verstande dat deze van kracht blijven op belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: "Beleidsregel inzake de fiscale benadering van iba-systemen BsGW 2022".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 21 juni 2022.

De wnd. secretaris-directeur,

ir. E.M. van der Kuil

de dijkgraaf,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck