Regeling vervallen per 01-01-2023

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Maastricht

Geldend van 30-06-2022 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Maastricht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht

Gelet op:

  • -

    Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 35 van de Participatiewet;

Overwegende dat:

  • -

    Het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2022;

  • -

    Het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Maastricht;

Besluit de volgende regeling vast te stellen:

Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Maastricht

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

De wet: De Participatiewet;

Bijstandsnorm De norm zoals bedoeld in artikel 20 t/m 30 van de Wet;

College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

Huishouden: De alleenstaande die zelfstandig een huishouden voert; de alleenstaande ouder met een of meer ten laste komende kinderen die zelfstandig een huishouden voert en de in gezinsverband levende gehuwden of daarmee ex artikel 3 PW gelijkgestelden, al dan niet met kinderen;

Zelfstandige woonruimte: Een eigen woonruimte in eigendom of een eigen woonruimte waarbij op basis van een schriftelijke overeenkomst met een derde een commerciële prijs is overeengekomen als huurder en waarbij er maandelijks energiekosten worden betaald;

Inkomen: Het inkomen zoals omschreven in artikel 32 van de wet, onder aftrek van hetgeen op grond van artikel 31 lid 2 van de wet niet tot de middelen wordt gerekend en van hetgeen op grond van artikel 33 lid 5 van de wet buiten beschouwing wordt gelaten;

Peildatum: Datum van aanvraag;

Referte periode: De maand voorafgaand aan de aanvraag; Voor de toepassing van de ambtshalve toekenning en uitbetaling geldt een afwijkende referteperiode benoemd in artikel 7 van de beleidsregels.

Individuele inkomenstoeslag: De toeslag zoals bedoeld in artikel 36 van de wet.

Student: Een student of studente is iemand die een studie volgt in het hoger of middelbaar onderwijs, dat wil zeggen aan een universiteit, het hbo of mbo

Alle andere begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die hierboven niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht, alsmede andere wet- en regelgeving.

Artikel 2. Eenmalige energietoeslag

De eenmalige energietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand, waarop de daarop betrekking hebbende bepaling uit de Participatiewet van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat:

  • a)

    De cliënt de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan niet hoeft aan te tonen in geval van ambtshalve toekenning conform artikel 7;

  • b)

    De aanvrager als bedoeld in artikel 8 een bewijsstuk dient bij te voegen waaruit blijkt dat het energiecontract op zijn/haar naam staat dan wel een bewijsstuk overlegt waaruit blijkt dat hij/zij de energiekosten betaalt;

  • c)

    De verminderde energiebelasting niet als een voorliggende voorziening zoals bedoeld in artikel 15 van de wet wordt aangemerkt;

  • d)

    De draagkrachtbepaling in het inkomen en vermogen zoals bedoeld in artikel 35 eerste lid van de wet niet toegepast worden;

  • e)

    Het drempelbedrag zoals bedoeld in artikel 35 tweede lid van de wet niet van toepassing is.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. De eenmalige energietoeslag 2022 is bedoeld voor huishoudens met een inkomen tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm en woonachtig in een zelfstandige woonruimte.

  • 2. Niet tot de doelgroep wordt gerekend:

    • a)

      In een inrichting verblijvende persoon van 21 jaar of ouder die in aanmerking komt voor inrichtingsnorm van artikel 20 PW de zak- en kleedgeldnorm;

    • b)

      Personen jonger dan 21 jaar, tenzij deze jongere een aanvullende bijzondere bijstand artikel 12 PW ontvangt wegens niet ten gelden kunnen maken van de ouderlijke onderhoudsplicht;

    • c)

      Studenten;

    • d)

      Personen die uitsluitend met een briefadres ingeschreven staan in de basisregistratie personen (BRP);

    • e)

      Personen met een verlaging van de bijstand wegens het ontbreken van woonkosten.

Artikel 4. Voorwaarden

  • 1. Het college kan een eenmalige energietoeslag verstrekken aan een huishouden, zoals benoemd in de doelgroep van artikel 3, als voldaan wordt aan deze voorwaarden:

    • a)

      Het (gezamenlijk) inkomen in de peilmaand niet hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • b)

      Er niet eerder een energietoeslag is ontvangen (andere gemeente of ander persoon van huishouden);

    • c)

      Aanvrager staat op peildatum ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Maastricht;

    • d)

      Er sprake is van bewoning van een zelfstandige woonruimte;

  • 2. Het recht op een eenmalige energietoeslag wordt eenmalig vastgesteld op de peildatum en geldt voor het kalenderjaar 2022. Er bestaat slechts 1 maal recht per huishouden.

Artikel 5. Inkomen

  • 1) Het in aanmerking te nemen gezamenlijke inkomen wordt bepaald aan de hand van het netto-inkomen exclusief het gereserveerde vakantiegeld t.o.v. 120% bijstandsnorm verminderd met het gereserveerde vakantiegeld;

  • 2) Bij de vaststelling van het inkomen wordt een verstrekte individuele inkomenstoeslag buiten beschouwing gelaten;

  • 3) Het in aanmerking te nemen inkomen wordt verlaagd met:

    • a)

      Feitelijke betalingen voor levensonderhoud ten behoeve van een niet in het gezinsverband levende echtgenoot of kinderen tot 21 jaar;

    • b)

      Verschuldigde belastingen over buitenlandse pensioenen.

  • 4) Van het in aanmerking te nemen inkomen worden de middelen bedoeld in artikel 31 lid 2 van de wet niet tot het inkomen van belanghebbende gerekend.

Artikel 6. Hoogte energietoeslag

De eenmalige energietoeslag bedraagt 800 euro per huishouden die een zelfstandige woonruimte bewoont.

Artikel 7. Ambtshalve toekenning

  • 1. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en bijstand ontvangen o.g.v. de Participatiewet ontvangen de energietoeslag Ambtshalve in 2 gedeelten van 400 euro;

  • 2. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en IOAW, IOAZ of BBZ voor levensonderhoud ontvangen de eenmalige energietoeslag ambtshalve in 1 termijn;

  • 3. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en in het lopende jaar (tot 1 mei) of voorgaande jaar bijzondere bijstand (inclusief individuele inkomenstoeslag), of een vergoeding in kader van de regeling tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering of de declaratieregeling I en II hebben ontvangen komen in aanmerking voor een ambtshalve toekenning en betaling in 1 termijn;

  • 4. Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en behoren tot de doelgroep zoals benoemd in de collegenota vereenvoudiging gegevens uitvraag en terugdringen non gebruik bijzondere bijstand en minimaregelingen, komen in aanmerking voor een ambtshalve toekenning en uitbetaling in 1 termijn;

  • 5. Huishoudens waarvan de inkomensgegevens zijn ontvangen via overige uitkeringsverstrekkers en die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3, komen in aanmerking voor een ambtshalve toekenning en uitbetaling in 1 termijn.

  • 6. Betaling van de doelgroep benoemd in lid 1 vindt plaats gelijktijdig met de uitbetaling van de algemene bijstand. Betaling van de doelgroep benoemd in lid 2 t/m 5 vindt plaats voor 1 juli 2022.

Artikel 8. De aanvraag

  • 1. Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de eenmalige energietoeslag 2022 kunnen digitaal een aanvraag indienen of door gebruikmaking van een beschikbaar gesteld aanvraagformulier;

  • 2. Huishoudens die vanaf 1 januari 2022 tot de doelgroep behoren maar niet eerder hun aanvraag hebben kunnen indienen, kunnen dit alsnog onder de in dit besluit genoemde voorwaarden doen;

  • 3. Een aanvraag kan tot uiterlijk 31 december 2022 ingediend worden.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 10. Inwerkingtreding, duur en citeertitel

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2022 en vervallen op 1 januari 2023. Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022’.

Ondertekening

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.14 juni 2022

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

Toelichting

De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zichzelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 9 in.

In artikel 3 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook zullen voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 3 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 9) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.