Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels inzake de vestiging van tankstations (Kadernota Tankstations Lelystad 2020)

Geldend van 28-10-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels inzake de vestiging van tankstations (Kadernota Tankstations Lelystad 2020)

Raadsbesluit

Dossier 2651

De raad van de gemeente Lelystad,

dat gelet op Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT:

Vast te stellen:

Kadernota Tankstations Lelystad 2020

Inhoud

Kadernota Tankstations Lelystad 2020 5

1. Inleiding 5

2. Beleidsuitgangspunten en locaties 5

Analyse 8

1. Algemeen 8

2. Typeringen voor ‘tankstations’ 8

3. Ontwikkeling ‘tankstations’ in Lelystad 8

4. Ruimtelijke ontwikkelingen Lelystad 8

5. Overzicht beleidskaders voor tankstations 9

5.1. Richtlijn uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen 9

5.2. Visie van het rijk op de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer 9

5.3. Uitgifte locaties voor brandstofverkooppunten langs provinciale wegen 9

5.4. Sanering tankstations 10

5.4.1. Externe veiligheid 10

5.4.1.1. Plaatsgebonden risico’s 10

5.4.1.2. Aandachtsgebieden 10

6. Relevante trends en ontwikkelingen 11

6.1. Duurzaamheid 11

6.2. Deelauto en autonome auto 11

6.3. Opkomst van onbemande verkooppunten 11

6.4. Schaalvergroting 11

6.5. Duurzame mobiliteit en nieuwe brandstoffen 11

6.6. Aardgas (LNG / CNG) 12

6.7. Biobrandstoffen 12

6.8. Elektrisch rijden 12

6.9. Oplaadstations 13

6.10. Waterstof 13

7. Mogelijkheden in Lelystad 13

8. Toelichting op de mogelijkheden voor nieuwe vestigingen 14

8.1. Lelystad Airport Business Park 14

8.2. Lelystad Airport 15

8.3. Rijksweg A6 15

8.4. Flevokust Haven 15

1. Inleiding

De huidige nota Tankstations1 stamt uit 2008. Inmiddels hebben zich allerlei nieuwe ontwikkelingen in de brandstofvoorziening en in de stad voorgedaan, die aanleiding zijn voor de actualisatie van het bestaande beleid. Ontwikkelingen zoals Lelystad Airport, het elektrisch rijden en het gebruik van deelauto’s.

Deze Kadernota bevat het planologische kader voor het al dan niet toestaan van tankstations in Lelystad en geldt als beleidskader bij het opstellen van het Omgevingsplan van Lelystad of voor bestemmingsplanherzieningen daaraan voorafgaand. Verder is deze kadernota de basis voor het nieuwe (paraplu) bestemmingsplan Tankstations Lelystad (partiële herziening).

Voor het opstellen van een nieuw beleidskader is antwoord nodig op de volgende vragen:

  • Welke wens en ‘ruimte’ is er in Lelystad voor nieuwe tankstations?

  • Welke behoefte is er voor het aanpassen of verplaatsen van bestaande tankstations?

  • Wat is de invloed van Lelystad Airport?

  • Naar welke nieuwe brandstoffen zal vraag ontstaan en hoe kan daarin worden voorzien?

  • Is er nog noodzaak voor de uitbreiding van capaciteit in het aanbieden van fossiele brandstoffen?

  • Wat is de invloed van deelauto’s op tankstations?

  • Waar zijn nieuwe locaties wenselijk?

  • Hoe zit het met de externe veiligheid van tankstations?

  • Welke vestigingslocaties zijn er en welke vestigingseisen worden er gesteld?

Tevens moet rekening worden gehouden met de ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit.

2. Beleidsuitgangspunten en locaties

Op basis van de analyse die in deze nota is opgenomen, waarin de vragen uit hoofdstuk 1 worden beantwoord, zijn de algemene beleidsuitgangspunten opgesteld en de locaties gealloceerd waar nog nieuwe tankvoorzieningen kunnen worden gevestigd. Op de plattegrond staan alle locaties in de gemeente Lelystad aangegeven. Zowel de bestaande als de locaties waar nieuwe vestiging van een tankstation mogelijk wordt gemaakt. Tevens wordt aangegeven welke ‘brandstoffen’ cq voorzieningen kunnen worden aangeboden.

Op grond van deze analyse worden de volgende beleidsuitgangspunten ten aanzien van tankstations in Lelystad voorgesteld:

  • a.

    De bestaande voorzieningen, zoals opgenomen op de kaart, te respecteren en geen andere tankvoorzieningen te faciliteren anders dan onder de specifieke beleidsuitgangspunten zijn genoemd.

  • b.

    Uitbreiding van bestaande klassieke (benzine, diesel, LPG) tankstations binnen de bebouwde kom mag enkel met elektrische snellaadvoorzieningen.

De locatie specifieke tankvoorzieningen die worden aangewezen zijn gelegen in de nabijheid van plaatsen waar zich economische ontwikkelingen voordoen (rond Lelystad Airport, Lelystad Airport Businesspark, de Flevokust Haven en Rijksweg A6), zoals visueel weergegeven op de kaart bij deze notitie. Geadviseerd wordt:

  • a.

    Een tankstation Lelystad Airport Businesspark, gelegen in de nabijheid van afslag 9 van de A6 met ten minste elektrische oplaadpunten met de mogelijkheid van een truck-facility point, wanneer een dergelijke voorziening haalbaar blijkt voor LAB. Hier zullen verschillende gassoorten ten behoeve van vrachtwagens geleverd moeten kunnen worden.

  • b.

    Een nieuw tankstation bij Lelystad Airport, gericht op de bezoekersstroom van het vliegveld, met als randvoorwaarde: ten minste elektrische snelladers en/of waterstof, eerst vanaf het moment dat de luchthaven operationeel is.

  • c.

    Een tankstation met een oriëntatie op de A6, met als wens een waterstof verkooppunt al dan niet voorzien van een snellader.

  • d.

    Een nieuw tankstation op of bij Flevokust Haven ten minste voorzien van een (bio)LNG verkooppunt en elektrische oplaadpunten in de nabijheid of op Flevokust Haven.

  • e.

    Een tankstation aan de N307, de Overijsselseweg, aan de zijde van de Bijlweg al dan niet voorzien van een elektrisch oplaadpunt.

  • f.

    Een tankstation nabij de toekomstige ontsluiting Flevokust/ontsluiting N23 (op lange termijn nadat ook de volgende fase Flevokust Haven grotendeels is uitgegeven), al dan niet voorzien van een elektrisch oplaadpunt.

  • g.

    Laadstations voor elektrische bussen In de omgeving van het NS en busstation.

afbeelding binnen de regeling

Analyse

1. Algemeen

Nadat de Nota Tankstations in 2008 is vastgesteld, is er op het gebied van mobiliteit en ‘brandstoffen’ veel veranderd. Zo zijn er de ontwikkelingen met alternatieve vormen van brandstof, andere manieren van transport zoals deelauto’s. Tevens is ook de stad verder gegroeid; in inwonertal en in werkgelegenheid. Al deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor het gewenste aantal tankstations in de gemeente en de faciliteiten die zij bieden.

2. Typeringen voor ‘tankstations’

De gemeente Lelystad is een gemeente in ontwikkeling met een uitbreidende infrastructuur waar tankstations onderdeel van uit maken. In de Nota Tankstations 2008 werden 17 motorbrandstof-verkooppunten (MBVP) en andersoortige tankstations in Lelystad geteld. Onder een MBVP wordt een traditioneel tankstation verstaan waar onder andere diesel, benzine en LPG worden verkocht; voor dit soort tankstations wordt ook de term “tankstations” gebruikt. Voor ‘tankstations’ waar enkel elektrische snelladers aanwezig zijn wordt de term “oplaadstations” of “oplaadstations met elektrische snelladers” gebruikt.

Verder wordt er een onderscheid gemaakt in aardgassen en LPG. Er zijn twee varianten van aardgas: LNG (Liquified Natural Gas) en CNG (Compressed Natural Gas). CNG is voornamelijk een brandstof voor licht transport door lage energiedensiteit. LPG is geen aardgas maar een vloeibaar mengsel van gassen. Het is een restproduct van olieraffinage.

3. Ontwikkeling ‘tankstations’ in Lelystad

Tussen oktober 2007 en december 2018 zijn twee MBPV’s beëindigd en zijn er drie commerciële oplaadstations toegevoegd. Van deze 18 MBPV’s en oplaadstations die in december 2018 in gebruik waren, bieden zeven MBVP’s LPG aan, één biedt CNG aan. Alle drie de toegevoegde oplaadstations zijn elektrische snelladers. In de periode tussen 2008 en 2019 is één bedrijf verplaatst: het tankstation afkomstig uit de Waagstraat is verplaatst naar het Bataviahavengebied. De laatste uitbreiding betreft het tankstation aan de Stationsweg (2019).

4. Ruimtelijke ontwikkelingen Lelystad

Lelystad Airport

De komst van Lelystad Airport zal voor een verhoogde verkeersintensiteit op aansluitende infrastructuur zorgen. Wanneer de luchthaven tot verdere ontwikkeling komt, lijkt een extra tankvoorziening gericht op de bezoekersstromen gerechtvaardigd.

Lelystad Airport Businesspark

Lelystad Airport Businesspark (LAB) ligt tegen het knooppunt van de A6 en de N302. De gunstige ligging binnen de netwerken van de Amsterdamse regio tot de IJsseldelta en de beschikbare ruimte zijn aantrekkelijke vestigingsfactoren voor (grootschalige) logistieke- en productiebedrijven. De ontwikkeling van het business park zal leiden tot een hogere intensiteit aan vracht- en personenverkeer. Momenteel is de Tango aan de Roadrunnerweg het enige (onbemande) tankstation aan de zuidzijde van de luchthaven en daardoor op afstand van het centrum van het LAB.

Flevokust Haven

Ten noorden van Lelystad ligt Flevokust Haven: een multimodale binnenhaven met overslagkade en industrieterrein. Hier vindt straks opslag, overslag en bewerking van goederen plaats. Momenteel wordt op Flevokust Haven binnendijks een haven gerelateerd industrieterrein ontwikkeld van 35 ha (netto). Sinds 2019 is dit terrein beschikbaar voor de vestiging van bedrijven.

5. Overzicht beleidskaders voor tankstations

Het autogebruik is met name gereguleerd in beleid en wet- en regelgeving over emissies, energie, mobiliteit en duurzaamheid. Voor de realisatie van tankstations bestaan specifieke beleidsdocumenten en regelgeving die zien op locatie uitgifte voor brandstofverkooppunten en het type brandstof dat wordt aangeboden.

5.1. Richtlijn uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Met de richtlijn uitrol van infrastructuur alternatieve brandstoffen (2014/94/EU) worden standaardregels vastgesteld voor de uitrol van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (herlaadstations voor elektrische wagens of LNG-tankpunten) in de verschillende EU-landen. Deze richtlijn legt ook de minimumeisen vast voor het opbouwen van deze infrastructuur.

De richtlijn verplicht EU-landen nationale beleidslijnen op te stellen voor de ontwikkeling van de markt voor alternatieve transportbrandstoffen en van de infrastructuur om deze te ondersteunen. Bij het uitwerken van dit beleid moeten EU-landen:

  • een beoordeling maken van de huidige stand en van de toekomstige ontwikkeling van de markt;

  • nationale streefcijfers vastleggen voor de uitrol van de infrastructuur en de nodige maatregelen om deze na te leven;

  • netwerken voor deze infrastructuur aanwijzen.

De aan de lidstaten meegegeven fasering is:

  • 2020 — voldoende laadstations, zodat elektrische wagens kunnen rondreizen in dichtbevolkte gebieden binnen het vastgestelde netwerk.

  • 2025 (einde) — voldoende laadstations voor waterstof (van toepassing op elk land dat beslist om waterstof aan haar nationaal beleidskader toe te voegen).

  • 2025 (einde) — voldoende tankpunten voor vloeibaar aardgas (LNG) in zeehavens voor schepen die varen op LNG.

5.2. Visie van het rijk op de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer

De visie van het rijk op de laadinfrastructuur (2016) heeft ten doel de ontwikkeling van elektrisch vervoer in Nederland te accommoderen. Dit betekent dat er voldoende laadinfrastructuur moet komen, zodat de toename van het aantal elektrische voertuigen niet wordt belemmerd. In de visie wordt aangegeven dat op dit moment Nederland een goed ontwikkeld landelijk netwerk heeft maar dat dit netwerk moet blijven meegroeien om de groei van het aantal elektrische voertuigen te accommoderen.

5.3. Uitgifte locaties voor brandstofverkooppunten langs provinciale wegen

De doelstelling van de beleidsregel voor brandstofverkooppunten langs provinciale wegen in Flevoland (2013) is tweeledig:

  • Het (indien mogelijk) benoemen van locaties (indicatief) die in principe geschikt zijn voor het oprichten en exploiteren van brandstofverkooppunten;

  • Komen tot een duidelijk en transparant systeem van uitgifte en een heldere vergoedingssystematiek.

Het provinciaal beleid ten aanzien van de uitgifte van locaties voor brandstofverkooppunten komt dan tot de volgende standpunten:

  • De provincie neemt geen actieve rol op zich ten aanzien van aanwijzing van nieuwe locaties voor brandstofverkooppunten;

  • De provincie hanteert uniforme overeenkomsten voor alle locaties voor brandstofverkooppunten;

  • De provincie hanteert erfpachtovereenkomsten met een looptijd van 20 jaar, met een optie tot verlenging met 10 jaar;

  • De provincie hanteert een vergoedingssystematiek bestaande uit een vaste component (op basis van de objectieve locatiewaarde) en een variabele component (op basis van de jaarlijkse brandstofdoorzet);

  • Ten aanzien van locaties waarvoor geen overeenstemming over verlenging van een overeenkomst wordt bereikt of waarvan de termijn van verlenging is verstreken, geldt dat deze locaties worden geveild.

5.4. Sanering tankstations

Ten aanzien van het plaatsgebonden risico (PR) zijn er in de huidige situatie geen saneringsgevallen aanwezig. Daarnaast zijn ook ten aanzien van het groepsrisico (GR) geen overschrijdingen van de oriëntatie waarde. Om dit toekomstbestendig te houden zijn de bestemmingsplannen rond de bestaande tankstations zodanig vormgegeven dat in de directe omgeving van de stations, binnen de 150 m, de bevolkingsdichtheid is gelimiteerd.

5.4.1. Externe veiligheid

Door de intensivering van de bedrijvigheid, de verwachtingen rond het vliegveld Lelystad en de veranderende vraag richting andere brandstoffen kunnen knelpunten in de toekomst ontstaan. Door het waarborgen van de verschillende afstanden van vulpunten en opslagtanks tot de omliggende bebouwing zullen saneringssituaties blijvend worden voorkomen.

Overeenkomstig het LPG-convenant kan worden gesteld dat de branche zorg heeft gedragen voor het aanpassen van de vulslangen op de LPG-tankauto’s en de hittewerende coating op de LPG-tankauto’s zelf. Hiermee zijn die inspanningen afgerond.

Uit de externe veiligheidsanalyse blijkt dat alle tankstations voldoen aan zowel de PR-norm als aan de oriënterende waarde van het GR. Er zijn dus geen overschrijdingssituaties. In de aanpak van risico beheersing blijft in het toekomstige Besluit Kwaliteit Leefomgeving (het BKL) het plaatsgebonden risico onverminderd van kracht. Het groepsrisico wordt opgevolgd door de aandachtsgebieden-benadering. Het gaat hierbij om brandaandachtsgebieden en explosieaandachts-gebieden. Binnen de aandachtsgebieden rond een inrichting zijn brand of explosiescenario’s realistisch en zijn mensen zonder aanvullende maatregelen onvoldoende beschermd. Dientengevolge zullen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de aandachtsgebieden moeten worden vermeden. Voor de verschillende brandstoffen zijn verschillende afstanden bepaald.

5.4.1.1 Plaatsgebonden risico’s

Voor LPG bedragen deze afstanden voor het plaatsgebonden risico overeenkomstig het BKL, afhankelijk van de doorzet, 25 m, 30 m respectievelijk 40 m gemeten vanuit het vulpunt. Daarnaast gelden er afstanden van 25 m vanuit de bovengrondse vloeistofleiding en 120 m vanaf de bovengrondse opslagtank.

Voor waterstof zijn deze afstanden voor het plaatsgebonden risico overeenkomstig het BKL 30 m vanaf de tussenopslag indien waterstof via een buisleiding komt of op de locatie wordt geproduceerd, en 35 m vanuit het vulpunt als waterstof wordt aangevoerd via tankauto’s.

Voor CNG en LNG dienen deze afstanden berekend te worden middels een QRA. Als indicatie kan echter wel worden aangehouden dat de afstanden van gelijke ordegrootte zijn als bij LPG omdat de stoffen qua risico eigenschapen in enige mate gelijk zijn.

5.4.1.2 Aandachtsgebieden

Voor LPG geldt een brandaandachtsgebied van 60 m vanuit het vulpunt, de bovengrondse vloeistofleidingen, de pomp en het aansluitpunt van deze leiding. En een explosieaandachtsgebied vanaf 160 m van de bovengrondse tank.

Voor waterstof geldt een brandaandachtsgebied van 55 m vanaf de opslagtank. Voor CNG en LNG geldt een brandaandachtsgebied met een variabele afstand. De kleinste afstand is 50 m vanuit het vulpunt en de grootste afstand is 200 m vanuit het vulpunt. De variatie is afhankelijk van de aanwezigheid van een bovenvulling, of de verlading met een pomp plaatsvindt en de voordruk van het systeem.

6 Relevante trends en ontwikkelingen

6.1 Duurzaamheid

Uit onderzoek blijkt dat de totale markt voor motorbrandstoffen niet veel meer lijkt te groeien. De consument kiest in toenemende mate voor kleinere en milieuvriendelijke auto's en speelt daarmee in op het stimuleringsbeleid van de overheid ten aanzien van duurzame mobiliteit en nieuwe brandstoffen.

6.2 Deelauto en autonome auto

Op langere termijn zullen de deelauto en de autonome auto hun volwaardige intrede maken. Deze vervoersmiddelen zullen volledig duurzaam worden aangedreven door elektriciteit middels batterij dan wel waterstof. De omslag zal niet alleen plaatsvinden bij personenauto’s, maar ook bij bestelwagens en vervolgens vrachtwagens, wat vraagt om andere oplaadvoorzieningen onder hogere voltages en ampères.

6.3 Opkomst van onbemande verkooppunten

Sinds 2000 is het aantal onbemande tankstations in Nederland snel gegroeid. Onbemande stations zijn veelal van prijsvechters als TinQ, Tango en Firezone. Het aandeel is het afgelopen decennium zeer sterk gegroeid. Sinds 2017 zijn er in Nederland voor het eerst meer onbemande dan bemande locaties. Momenteel worden 2.068 tankstations geëxploiteerd zonder personeel. Daar staan 2.044 bemande vestigingen tegenover. De verwachting is dat het onbemande segment de komende jaren nog verder stijgt, onder meer door toenemende druk op de brandstofmarges en steeds zuinigere auto’s. In de gemeente Lelystad zijn momenteel zes onbemande tankstations aanwezig: op de Kempenaar, Zuiveringsweg, Roadrunnerweg, Stationsweg en twee op de Binnenhavenweg.

Volgens BOVAG is landelijk ook een trek gaande vanuit de bebouwde kom naar bedrijventerreinen en het buitengebied, veelal in de vorm van onbemande stations. Naar verwachting zal de opmars van het onbemande tankstation verder doorzetten en het aantal bemande, kleine tankstations verder dalen.

6.4 Schaalvergroting

De schaalvergroting van tankstations zet onverminderd door. Het aantal verkooppunten is vrijwel constant gebleven, maar door het verdwijnen van de kleine bemande stations, worden de bemande stations gemiddeld genomen steeds groter. Ook hebben tankstations steeds meer belang bij shopverkopen, carwash en andere activiteiten, waarvan de hoge vaste kosten niet door ieder tankstation gedragen kunnen worden. Alleen tankstations van voldoende omvang kunnen hierdoor profiteren van de groeiperspectieven die de gemaksmarkt biedt.

6.5 Duurzame mobiliteit en nieuwe brandstoffen

Het vigerend beleid van de Gemeente Lelystad en de Provincie Flevoland bevat milieudoelstellingen met betrekking tot duurzame energie en CO2-reductie. De gemeente Lelystad heeft conform het raadsbesluit van 23 februari 2016 als doelstelling een verantwoorde mobiliteit (in 2025 20% minder CO2 -uitstoot dan in 1990) door in te zetten op minder mobiliteit en schonere mobiliteit.

In het SER-energieakkoord hebben partijen op rijksniveau als hoofddoel vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen door de verkeer- en vervoersector fors gereduceerd moet worden. In 2030 dient de mobiliteit gerelateerde CO2-uitstoot 17% lager te zijn dan in 1990 en in 2050 zelfs 60% lager.

6.6 Aardgas (LNG / CNG)

De verwachting is dat aardgas de komende jaren steeds meer gebruikt zal worden als brandstof voor vervoersmiddelen. LNG biedt een mogelijke duurzamere oplossing voor vrachtverkeer omdat LNG tot 20% minder CO2 uitstoot dan diesel. Op dit moment zijn er geen MBVP’s aanbieders van LNG in de gemeente Lelystad. Voor de transportbranche is leveringszekerheid van (bio)-LNG van groot belang. LNG-tankstations moeten de continuïteit van de aanvoer kunnen waarborgen. Dit kunnen ze doen door LNG af te nemen van meer dan één LNG productielocatie of eventueel bij krapte terug te vallen op de fossiele LNG-keten. Ook CNG biedt een mogelijke duurzame oplossing als vervanger van diesel voor personenauto’s. In de gemeente Lelystad is SuperTank Lelystad aan de Zuiveringweg tot op heden de enige aanbieder van CNG. Gebruik van CNG levert een CO2-winst op van ongeveer 15% ten opzichte van diesel.

6.7 Biobrandstoffen

Er zijn verschillende biobrandstoffen, zoals biodiesel, bio-ethanol, biogas of bio-butanol welke worden bijgemengd met fossiele brandstoffen. Op dit moment bedraagt de jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer 8,5%. Deze wordt bijna volledig gevuld met biobrandstoffen. Wettelijk is vastgelegd dat dit zal moeten stijgen naar 16,4% in 2020 (bijna een verdubbeling ten opzichte van nu dus). Echter er bestaan veel vraagtekens bij het verder bijmengen van biobrandstoffen in verband met ILUC-richtlijn (Indirect Land Use Change). De meeste biobrandstoffen worden geproduceerd uit plantaardig materiaal als palmolie, koolzaad, suikerriet, mais en graan. Indirect veranderend landgebruik door de productie van biobrandstoffen veroorzaakt juist CO2-uitstoot. Het in Nederland verhogen van de plantaardige grondstoffenproductiecapaciteit wordt niet realistisch geacht, derhalve zal een verdere bijmenging van biobrandstoffen eveneens niet realistisch zijn.

6.8 Elektrisch rijden

Elektrisch rijden is de ‘nieuwe’ vorm van duurzame mobiliteit die het sterkst in opkomst is. Gebruik van elektriciteit voor vervoer veroorzaakt aanzienlijk minder CO2-uitstoot en heeft een positief effect op de luchtkwaliteit. Het is mogelijk om elektrische auto’s op te laden met groene stroom die lokaal is opgewekt, wat kan bijdragen aan gemeentelijke en provinciale duurzaamheidsdoelstellingen. Daarnaast wordt het in de toekomst mogelijk om auto’s (als ze stilstaan) aan het energienet te koppelen waarmee pieken in de energiebehoefte kunnen worden opgevangen. Andersom geldt dat de overcapaciteit op het net kan worden afgevangen via de accu’s van auto’s.

Elektrificeren van transport is een van de grootste energietransities van dit decennium. In Nederland zal er een grote stijging plaatsvinden van het aantal elektrische voertuigen. Introductie van elektrisch rijden stelt ook eisen aan de beschikbaarheid van oplaadpunten en daarmee de inrichting van de openbare ruimte. Op veel plaatsen in Nederland wordt gewerkt aan het plaatsen van

Tabel 1

afbeelding binnen de regeling

oplaadpunten. Gemeenten kiezen veelal voor locaties waar veel mensen parkeren, zoals stadscentra en concentraties van detailhandel. Ook worden afspraken gemaakt met de exploitanten van parkeergarages om een of meerdere laadpunten te realiseren. Daarnaast hebben particulieren met een elektrische auto een oplaadpunt aan huis nodig, dit regelen zij doorgaans zelf.

6.9 Oplaadstations

De groei van het elektrisch aangedreven wagenpark is hoog (zie Tabel 1). Het overgrote deel (circa 95%) hiervan betrof personenauto’s. Omdat (onder andere) elektrische auto’s goedkoper worden, de actieradius toeneemt en de laad-infrastructuur in Nederland in rap tempo beter wordt, is de verwachting dat het aantal elektrische auto’s in Nederland verder zal toenemen.

In de periode 2008-2018 zijn er drie commerciële oplaadstations gerealiseerd binnen de gemeente Lelystad, hier wordt geen fossiele brandstof verkocht.

Het aantal oplaadpunten in de gemeente Lelystad is de afgelopen jaren toegenomen. Veel van deze oplaadstations bevinden zich binnen de gemeente op semi-openbare locaties zoals bij supermarkten, parkeergarages en bedrijventerreinen. De verwachting is dat deze groei zal doorzetten. Om inzicht te krijgen in de beschikbaarheid van de oplaadpunten, kan via de website www.oplaadpunten.nl een overzicht worden gegenereerd van alle oplaadpunten binnen de gemeente.

6.10 Waterstof

In de provincie Flevoland is op dit moment nog geen aanbieder van waterstof aanwezig. De provincie en de gemeente Lelystad lijken wel een goede uitgangspositie te hebben om een waterstoftankstation te realiseren vanwege de volgende factoren:

  • Flevoland neemt in 2020 ruim 20% (1390.5 MW) van de totale windenergie opwekking van Nederland (6000 MW) op zich (Regioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland, 2016). Naast de industriële residuen waar waterstof uit wordt gewonnen kan, om piekbelasting op te vangen, windenergie met elektrolysers worden omgezet in waterstof, dat via bestaande of nieuw aan te leggen gasleidingen wordt getransporteerd.

  • Gemeente Lelystad biedt met Lelystad Airport een centrale plek waar mobiliteit samenkomt. Daarnaast fungeert de A6 met de omliggende provinciale wegen een belangrijke verkeersader.

7 Mogelijkheden in Lelystad

Op grond van de huidige situatie en de geschetste ontwikkelingen worden de volgende ontwikkelingsmogelijkheden voor tankstations in Lelystad als kader stellend gezien:

  • 1.

    Geen nieuwe LPG stations binnen de bebouwde kom2 .

  • 2.

    Geen uitbreiding van klassieke (benzine, diesel) tankstations binnen de bebouwde kom.

  • 3.

    Ruimte voor transformatie van traditionele tankstations binnen de bebouwde kom naar uitbreiding met elektrische snelladers.

  • 4.

    Uitbreiding van het aantal ‘tankstations’ kan enkel plaatsvinden binnen de voorziene nieuwe economische ontwikkelingen (Flevokust Haven en LAB/A6/Lelystad Airport) dat wil zeggen:

  • a.

    Een nieuw tankstation gericht op de logistieke functie van LAB, voorzien van in ieder geval (bio)LNG, CNG en elektrische oplaadpunten in de nabijheid van de derde afslag, niet gelegen aan de derde afslag en in combinatie met een truck-facility point (wanneer een dergelijke voorziening haalbaar blijkt voor LAB).

  • b.

    Een nieuw tankstation gericht op de bezoekersstroom van Airport Lelystad, voorzien van tenminste elektrische snelladers en/of waterstof, eerst vanaf het moment dat de luchthaven operationeel is.

  • c.

    Een nieuw tankstation met een oriëntatie op de A6, voorzien van een waterstof verkooppunt. Hiervoor is uiteraard eerst overleg nodig met het rijk (wegbeheerder A6).

  • d.

    Op termijn een nieuw tankstation gericht op de logistieke functie van Flevokust Haven ten minste voorzien van een (bio)LNG verkooppunt en elektrische oplaadpunten in de nabijheid of op Flevokust Haven.

  • e.

    Een tankstation aan de N307, de Overijsselseweg, aan de zijde van de Bijlweg3 .

  • f.

    Een tankstation nabij de toekomstige ontsluiting Flevokust/ontsluiting N23 (op lange termijn nadat ook de volgende fase Flevokust Haven grotendeels is uitgegeven).

  • g.

    Laadstations voor elektrische bussen in de omgeving van het NS- en busstation.

Voor nieuwe vestigingen van tankstations en oplaadstations gelden uitgangspunten die moeten worden nageleefd bij het inrichten van de betreffende locatie.

Deze uitgangspunten zijn:

  • Optimale ontsluiting van het tankstation.

  • Goede zichtbaarheid vanaf de openbare weg.

  • Voldoen aan alle eisen voortvloeiend uit planologische, milieu- en veiligheidswet- en regelgeving.

  • Ligging in de nabijheid van activiteiten die omvangrijke bezoekersstromen genereren en/of ligging aan een weg met een belangrijke verkeersfunctie (uitvalsweg).

8 Toelichting op de mogelijkheden voor nieuwe vestigingen

8.1 Lelystad Airport Business Park

Het beleidsuitgangspunt van LAB betreft een nieuw tankstation gericht op de logistieke functie van LAB voorzien van in ieder geval (bio)LNG en elektrische oplaadpunten in de nabijheid van de derde afslag, niet gelegen aan de derde afslag. Het is niet wenselijk om een tankstation te realiseren nabij Lelystad Airport ter hoogte van Antony Fokkerweg, de afweging betreft het volgende.

Het verdient aanbeveling om een nieuw tankstation te situeren op LAB zodat het ‘bestemmingsverkeer voor LAB”, veelal (zwaar)verkeer, niet onnodig hoeft te mengen met verkeer gericht op Lelystad Airport bij Antony Fokkerweg. Hiervoor is de indicatieve locatie op het LAB nabij A6 en toekomstige verbindingsweg A6 – Lelystad Airport aangeduid als potentiele situering. De nieuwe aansluiting A6 leidt tot een toekomstige verbindingsweg naar Lelystad Airport. Dit wordt een verbindingsweg met naar verwachting een relatief hoge verkeersintensiteit omdat een deel van het verkeer welke in de huidige situatie via knooppunt 10 de A6, N302 rijdt, dan via de nieuwe ontsluiting de afrit neemt. Omdat de zuidwestelijke locatie op LAB nabij de toekomstige verbindingsweg nog vrij is van bebouwing bestaat hier de mogelijkheid een tankstation te realiseren. Dit is eveneens een potentiele locatie voor het realiseren van elektrische snelladers(groen), (bio)LNG (rood) tankstation en mogelijk een waterstoftankstation.

8.2 Lelystad Airport

Het beleidsuitgangspunt voor Lelystad Airport betreft een nieuw tankstation gericht op de bezoekers-stroom van Airport Lelystad, voorzien van tenminste elektrische snelladers en/of waterstof, vanaf het moment dat de luchthaven operationeel is. Hiervoor zou het wenselijk zijn als het bestaande tankstation gedurende de uitbreidingsfase Lelystad Airport te behouden en mogelijk uit te breiden om te voldoen naar de stijgende vraag van brandstoffen. Het zou tevens wenselijk zijn om simultaan aan de uitbreidingsfase een elektrisch laadstation te realiseren ter hoogte van de nieuwe parkeer- en kiss and ride-gelegenheden aan de nieuwe (Noord-West) terminal zijde.

8.3 Rijksweg A6

De wens bestaat om langs de A6 een tankvoorziening te krijgen voor waterstof. Hiervoor zijn drie potentiële locaties beschikbaar. Namelijk de huidige tank- en laadlocatie ter hoogte van de Ooievaarsplas, de locatie ten noorden van Flevokust Haven langs de A6 of in de nabijheid van LAB.

8.4 Flevokust Haven

Voor Flevokust Haven is het gewenst om op termijn een nieuw tankstation te realiseren gericht op de logistieke functie, ten minste voorzien van een (bio)LNG verkooppunt en elektrische oplaadpunten in de nabijheid of op Flevokust Haven. Hiervoor zijn twee locaties geschikt. Namelijk de locatie nabij de N307 Karperweg en de locatie ter hoogte van Meanderplein, bij laatstgenoemde locatie staat een nog te realiseren af- en toerit A6 gepland. Beide locaties hebben een goede zichtbaarheid vanaf de weg en hoge voorbijgaande verkeersintensiteit. De locatie Meanderplein zou ook een geschikte locatie zijn voor waterstof omdat hier meer interprovinciaal verkeer langs kruist en er sprake is van oriëntatie op de A6.

Colofon

Deze kadernota is opgesteld door de gemeente Lelystad. Voor het analyse-gedeelte van de kadernota is gebruik gemaakt van door Arcadis aangereikte informatie.

Ondertekening

Lelystad, 16 juni 2020

De gemeente van de gemeente Lelystad,

de griffier, de burgemeester,


Noot
1

Het gaat hier alleen om brandstofvoorzieningen voor auto’s, bromfietsen en motoren. Dus niet voor andersoortige voertuigen zoals vliegtuigen en schepen.

Noot
2

Met “bebouwde kom” in deze nota wordt bedoeld de bebouwde kom zoals die is vastgelegd in de APV 2015, Bijlage 1. Alle op dit moment bestaande tankstations in de gemeente Lelystad liggen binnen de bebouwde kom met uitzondering van Tango (tegenover Aviodrome) en Hajé (A6).

Noot
3

Deze locatie is genoemd in de vorige nota Tankstations. Er is destijds een verzoek ingediend tot het oprichten van een tankstation gericht aan het Loket Nieuwe Initiatieven. Dit loket is akkoord gegaan met de plannen voor een tankstation op deze locatie. Op dit moment (9 maart 2020) ligt het plan ter inzage ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Het plan voorziet in de verkoop van benzine, diesel en Liquified Natural Gas (LNG).