Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats 2013

Geldend van 18-09-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

gelet op:

artikel 4:81van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 15 lid 1 en artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994;

artikel 26, aanhef en onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Besluit vast te stellen:

de navolgende beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats 2013.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gehandicaptenparkeerplaats: een individuele parkeerplaats die is aangeduid met het bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en die is gereserveerd voor een bepaald voertuig.

  • 2.

    Aanvrager: degene ten behoeve van wie een gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd.

Artikel 2. De aanvraag

Het college kan op een aanvraag besluiten tot het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats bij de woning en/of de werklocatie van de aanvrager.

Artikel 3. Indicatiecriteria

Het college besluit tot het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats indien:

  • a.

    De aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart (bestuurders- of passagierskaart); en

  • b.

    De verkeerssituatie het niet mogelijk maakt om aanvrager af te zetten bij de woning en/of werklocatie, zonder het overige verkeer ernstig te hinderen of in gevaar te brengen; en

  • c.

    Aanvrager niet beschikt over een parkeermogelijkheid bij de woning en/of werklocatie.

Artikel 4. Realisatie

  • 1. Het college zal de exacte locatie van de gehandicaptenparkeerplaats bepalen aan de hand van de volgende richtlijnen:

  • a. situering van de parkeerplaats zo dicht mogelijk bij de woning en/of werklocatie;

  • b. rekening houden met de handicap, bijvoorbeeld gebruik van rolstoel;

  • c. verkeersveiligheid.

  • 2. Bij rolstoelgebruik is tevens verbreding van de parkeerplaats tot 3.50 meter mogelijk, zo de situatie ter plekke dat in redelijkheid mogelijk maakt;

  • 3. Het kenteken van het voertuig wordt op het onderbord geplaatst (ook bij passagierskaart).

  • 4. Wanneer de aanvrager zich verplaatst met meerdere voertuigen die behoren bij gezinsleden, woonachtig op het woonadres van aanvrager, kunnen bij uitzondering meerdere kentekens opgenomen worden op het onderbord.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag nadat deze zijn bekend gemaakt.

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels gehandicaptenparkeerplaats 2013”.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Almere op

3 september 2013

Ondertekening

Almere,

de secretaris, de burgemeester,

A.J. Grootoonk, A. Jorritsma-Lebbink