Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR67840
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR67840/1
Regeling vervallen per 01-01-2008
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2007, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2007
Geldend van 30-11-2006 t/m 31-12-2007
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2007, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2007(raadsbesluit van 9 november 2006)
De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van het college van b. en w. d.d. 24 oktober 2006.
BESLUIT:
vast te stellen de
VERORDENING op de heffing en invordering van precariobelasting 2007, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2007
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 00.00 uur;
- b.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- c.
maand: een kalendermaand;
- d.
seizoen: de periode 1 april tot en met 30 september;
- e.
jaar: een kalenderjaar;
- f.
tabel: de bij deze verordening behorende tarieventabel;
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Artikel 3 Belastingplicht
De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer in de tabel opgenomen voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
Artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen in, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond:
- a.
indien de voorwerpen ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins moeten worden gedoogd;
- b.
1e waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
2e welke ter uitvoering van een aan een gemeentelijk orgaan opgedragen publiekrechtelijke taak, het openbaar belang dienende, zijn aangebracht;
3e waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- c.
die ten dienste van het wegverkeer of de openbare ruimte zijn geplaatst en waarmee in hoofdzaak een algemeen belang wordt gediend, zoals algemene bewegwijzeringen, waarschuwingsborden, brievenbussen en afvalbakken;
- d.
welke kunnen worden aangeduid als bouwmateriaal, bouwsteiger, stortkoker dan wel bouwketen, geplaatst in het belang van de volkshuisvesting, waarvoor geldelijke steun is verleend aan:
1e toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;
2e de gemeente, in verband met het bepaalde in de artikelen 75 en 80 van de Woningwet; welke voorkomen op de rijks- of gemeentemonumentenlijst;
e.welke aan een gevel zijn bevestigd, buiten het gevelvlak uitsteken, dan wel in de onmiddellijke nabijheid van percelen zijn geplaatst, zoals:
1e voorwerpen ten behoeve van de afvoer van regen- of grondwater;
2e een spionnetje, bloembak, lamp, beweegbaar zonnescherm of luifel, rolluik, luik, deur, blind, spandoek, buitenbrievenbus, receptenbus, privaatput, overstortinrichting of enig ander soortgelijk voorwerp;
3e vlaggenstokhouders, vlaggenstokken en vlaggen, uitsluitend aangebracht en geplaatst ten behoeve van het vlaggen op algemeen erkende feestdagen;
4e alarminstallaties, tv-camera’s en dergelijke, uitsluitend aangebracht ten behoeve van de veiligheid;
g.uitbouwen die met een gebouwd eigendom zijn verbonden en daarvan niet kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan één der zaken wordt toegebracht, zoals:
1e voorwerpen die een verdiepte ingang voor een hoge stoep, een trede, een verhoogde trede voor de zogenaamde stoeplijn, een trap, een kelderingang, een pothuis of enig ander soortgelijk buiten het gevelvlak uitstekende uitbouw betreffen, of
2e die een stoeptrede voor een bestaande ingang, een koekoek, een licht- of luchtkolk voor een bestaand raam betreffen waar voor het plaatsen, in verband met een wijziging van het straatprofiel, door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming is verleend;
met uitzondering echter van uitbouwen waarmee het bevorderen van het betreden van het gebouwde eigendom of het bieden van bescherming tegen weersinvloeden wordt beoogd;
h.elk ander niet met name in de tabel genoemd voorwerp of inrichting dat zodanig met een gebouwde eigendom is verbonden dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan één der zaken.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met dien verstande dat geen invordering plaatsvindt voor bedragen van minder dan EUR 10,00.
- 2.
Voor de toepassing van het bepaalde in paragraaf 5 van de tarieventabel, worden onder Gebied A, Gebied B en Gebied C onderscheidenlijk de volgende straten en gebieden aangeduid:
Gebied A:
Toplocaties in de binnenstad. Het gebied dat de volgende straten betreft:
- -
Oudegracht tussen Viebrug en Gaardbrug, inclusief werven;
- -
Domplein;
- -
Neude;
- -
Donkere Gaard;
- -
Wed;
- -
Voor Clarenburg;
- -
Vredenburg;
- -
Vismarkt.
Gebied B:
Overige locaties in het gebied binnen de singels.
Het gebied dat begrensd wordt door de Catharijnesingel, de Weerdsingel, de Wittevrouwensingel, de Maliesingel en de Tolsteegsingel, met uitzondering van de locaties die genoemd zijn onder Gebied A.
Gebied C:
Alle overige locaties.
Het buiten de singels gelegen overige gebied.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
-
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
2. Indien een tarief per oppervlakte-eenheid is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, waarbij wordt uitgegaan van de maten van het grootste buitenwerks gemeten oppervlak, tenzij anders is bepaald. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
-
3. Indien in de tabel voor het hebben van voorwerpen zowel een dag-, week-, maand-, seizoen- of jaartarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Artikel 7 Belastingtijdvak
-
1. Indien de precariobelasting naar jaartarieven wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak een dag, een week, een maand of een seizoen, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Artikel 8 Wijze van heffing
-
1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan, indien de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk plaatsvindt, de precariobelasting worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
-
1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later voor zover het objecten van blijvende aard betreffen.
-
2. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, voor zover het objecten van tijdelijke aard betreffen.
-
3. De bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving geheven precariobelasting moet worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De verordening precariobelasting 2006, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2005 (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 92) wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.
- 4.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.
- 5.
Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening precariobelasting 2007.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 november 2006.
De griffier, De voorzitter,
Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf
Publicatie is geschied op 22 november 2006.
Deze verordening is in werking getreden op 30 november 2006
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTENBLAD VAN UTRECHT 2006, NR. 48
Tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2007, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2006.
De griffier,
Drs. A.A.H. Smits
Tarieventabel precariobelasting 2007 |
|||
Par. 1 |
Algemeen tarief precariobelasting |
||
1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: indien telkens hetzelfde gedeelte van de grond wordt ingenomen en voor zover in deze tarieventabel niet in een bijzonder tarief is voorzien |
||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per jaar |
EUR EUR EUR EUR |
0,29 1,16 3,53 35,28 |
|
Par. 2 |
Luifels en balkons |
||
2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: voor balkons en niet beweegbare luifels: |
||
-per voorwerp per m² per maand -per voorwerp per m² per jaar |
EUR EUR |
0,80 8,04 |
|
Par. 3 |
Uitstallen en verkopingen |
||
3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: |
||
3.1.1 |
voor het uitspreiden, uithangen of uitstallen van goederen, het plaatsen en hebben van bakken, manden, tafels, rekken, jukken, uitstalkasten, toonkasten en sandwichborden, met dien verstande dat de belasting wordt geheven over de ruimte die ingenomen wordt als de goederen zijn uitgespreid, uitgehangen of uitgestald |
||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per jaar |
EUR EUR EUR EUR |
0,29 1,16 3,53 35,28 |
|
3.1.2 |
voor een kraam of een andere soortgelijke inrichting voor de verkoop van eet- of andere koopwaren, alsmede voor het plaatsen of hebben van in het openbaar te verkopen goederen |
||
-per m² per dag -per m² per week |
EUR EUR |
1,74 6,91 |
|
3.1.3 |
voor een noodwinkel voor de verkoop van eet- of andere koopwaren |
||
-per m² per week -per m² per maand |
EUR EUR |
2,34 6,91 |
|
Par. 4 |
Voorstellingen |
||
4.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: voor een uit één of meer tenten, stallen, berghokken of andere gebouwen c.q. getimmerten bestaande inrichting, waarin voor het publiek toegankelijke voorstellingen of vertoningen worden gegeven, waaronder mede worden begrepen, in afwijking van het bepaalde onder 3.1.2, de erbij behorende inrichtingen tot verkoop van eet- of andere koopwaren: per dag bij een totaal ingenomen oppervlakte |
||
-van 3.000 m² of minder -van meer dan 3.000 m² |
EUR EUR |
319,66 492,79 |
|
Par. 5 |
Terrassen |
||
5.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: |
||
5.1.1 |
voor terrassen, onderscheidenlijk geheven naar de gebieden A, B en C zoals omschreven in artikel 5 van de Verordening |
||
Gebied A |
|||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per seizoen |
EUR EUR EUR EUR |
0,70 2,75 8,30 41,56 |
|
Gebied B |
|||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per seizoen |
EUR EUR EUR EUR |
0,53 2,12 6,39 31,97 |
|
Gebied C |
|||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per seizoen |
EUR EUR EUR EUR |
0,42 1,69 5,11 25,56 |
|
Par. 6 |
Loswallen, hijskranen en putten |
||
6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: |
||
6.1.1 |
voor een loswal, kade of oever in gebruik om goederen te laden of te lossen: |
||
-per m1 per dag -per m1 per week -per m1 per maand -per m1 per jaar |
EUR EUR EUR EUR |
0,29 1,16 3,53 35,28 |
|
6.1.2 |
voor een hijskraan of trechter in verband met het laden en lossen van schepen en vrachtwagens |
||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² per jaar |
EUR EUR EUR EUR |
0,29 1,16 3,53 35,28 |
|
6.1.3 |
voor een watermeterput |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
2,34 23,40 |
6.1.4 |
voor een vetput |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
2,34 23,40 |
|
Par. 7 |
Reclame-uitingen |
||
7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: voor een lichtbak, uithangbord, neonreclame of een ander tot reclame dienend voorwerp per m² voor reclame bestemd oppervlak: |
||
-per maand -per jaar |
EUR EUR |
0,96 9,60 |
|
Par. 8 |
Verkoopplaatsen van motorbrandstoffen |
||
8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: |
||
8.1.2 |
voor een pomp voor motorbrandstof |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
44,71 447,12 |
|
8.1.3 |
voor een pomp voor motorbrandstof, indien een aftappunt gelegenheid biedt tot aflevering van meer dan één soort motorbrandstof van verschillend octaangehalte |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
89,42 894,24 |
|
8.1.4 |
voor een pomp uitsluitend bestemd voor mengsmeringbrandstof |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
14,41 144,12 |
|
8.1.5 |
voor een tank gerelateerd aan de grootste horizontale doorsnede |
||
-per m² per maand -per m² per jaar |
EUR EUR |
2,71 27,12 |
|
8.1.6 |
voor pompeilanden of perrons |
||
-per m² per maand -per m² per jaar |
EUR EUR |
5,11 51,12 |
|
8.1.7 |
voor water- of luchtaftappunten en lichtmasten behorende tot een verkooppunt van motorbrandstof |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
2,24 22,32 |
|
8.1.8 |
voor leidingen behorende tot een verkooppunt voor motorbrandstof |
||
-per m1 per maand -per m1 per jaar |
EUR EUR |
0,86 3,24 |
|
8.1.9 |
voor een vul- en peilpunt |
||
-per stuk per maand -per stuk per jaar |
EUR EUR |
1,60 15,96 |
|
Par. 9 |
Bouwmaterialen en bouwmaterieel |
||
9.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond: in ieder geval voor keten, loodsen, bouwwerktuigen (waaronder begrepen rails en bouwkranen) en steigers en voor ruimte ingenomen door laden, lossen en opslaan van goederen, bouwmaterialen en grond |
||
-per m² per dag -per m² per week -per m² per maand -per m² voor een jaar of langer |
EUR EUR EUR EUR |
0,29 1,16 3,53 35,28 |
|
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl