LANDSVERORDENING van 28 april 1949 regelende de verplichting tot publicatie der boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut

Geldend van 01-03-2004 t/m heden

LANDSVERORDENING van 28 april 1949 regelende de verplichting tot publicatie der boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut

(geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-3-2004)

Artikel 1

  • 1. Alle natuurlijke personen en rechtspersonen, die in de Nederlandse Antillen een bedrijf van openbaar nut uitoefenen, zijn verplicht uiterlijk binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de Gouverneur te doen toekomen, een naar waarheid opgemaakte, door hen ondertekende balans en winst- en verliesrekening aangaande dat bedrijf, vergezeld van een toelichting, welke vermeldt naar welke maatstaf de goederen zijn gewaardeerd.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de Gouverneur om gewichtige redenen deze termijn verlengen met ten hoogste vier maanden.

  • 3. De Gouverneur zendt onverwijld een afschrift dezer stukken aan de Staten van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

Onder bedrijven van openbaar nut worden verstaan:

  • a.

    electriciteitsbedrijven;

  • b.

    telefoon- en radiotelefoonbedrijven;

  • c.

    telegraafbedrijven;

  • d.

    verzekeringsbedrijven, voor zover omvattende de verzekering ingevolge de "Ongevallenregeling 1936" en de "Ziekteregeling 1936";

  • e.

    waterleidingbedrijven,

alle voor zover zij voor het publiek in de Nederlandse Antillen werkzaam zijn.

Artikel 3

  • 1. De in artikel 1 bedoelde verplichting rust, indien het bedrijf wordt uitgeoefend door:

  • 1. een vennootschap onder een firma of een commanditaire vennootschap: op alle beherende vennoten.

  • 2. een rechtspersoon: op alle bestuurders.

  • 3. het Gouvernement van de Nederlandse Antillen: op het Hoofd van Dienst, onder hetwelk het bedrijf ressorteert.

  • 2. Indien geen persoon, als bedoeld in het eerste lid, aanwezig is in de Nederlandse Antillen, rust de verplichting op degene, die onder welke benaming ook het bedrijf in de Nederlandse Antillen bestuurt.

Artikel 4

  • 1. Hij die, ofschoon krachtens de bepalingen dezer landsverordening daartoe verplicht, opzettelijk niet voldoet aan het bepaalde in artikel 1, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden.

  • 2. Hij die, ofschoon krachtens de bepalingen dezer Landsverordening daartoe verplicht, door zijn schuld nalaat te voldoen aan het bepaalde in artikel 1, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste veertien dagen of een geldboete van ten hoogste duizend gulden.

  • 3. Deze feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 5

  • 1. Hij, die een balans of een winst- en verliesrekening of een toelichting daarop, als bedoeld in artikel 1, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst aan de Gouverneur te doen toekomen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar.

  • 2. Dit feit wordt beschouwd als misdrijf.

Artikel 6

Geen straf wordt uitgesproken tegen de vennoot of de bestuurder, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 7

  • 1. Deze Landsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1950.

  • 2. Zij is voor de eerste maal van toepassing op het boekjaar, dat op of na 1 januari 1949 aanvangt.

Artikel 8

Voor overheidsbedrijven begrepen in artikel 2 onder b, c en e is het bepaalde in artikel 1 voor wat betreft de boekjaren 1949 tot en met 1952 slechts van toepassing op het bedrijf uitgeoefend in het eilandgebied CuraƧao.