Plan van aanpak Ondermijning Gemeente Maassluis 2019 – 2024

Geldend van 24-06-2022 t/m heden

Intitulé

Plan van aanpak Ondermijning Gemeente Maassluis 2019 – 2024

Vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Maassluis d.d. 16 juli 2019

Gemeente Maassluis

Cluster Inwoners en Veiligheid

17 juni 2019

1. Inleiding

Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor een aantrekkelijke en leefbare stad. De afgelopen jaren heeft de gemeente samen met haar veiligheidspartners extra geïnvesteerd in de veiligheid en leefbaarheid. Deze inzet heeft zijn vruchten afgeworpen; de criminaliteitscijfers daalden in 2017 en 2018 en inwoners geven een ruime voldoende voor de veiligheid in Maassluis. Het duurzaam verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in onze gemeente vraagt echter om meer. We signaleren dat net als elders in het land de zwaardere, georganiseerde vormen van criminaliteit moeilijker te bestrijden zijn. Het gaat om criminaliteitsvormen die de samenleving ondermijnen en die vaak niet of nauwelijks zichtbaar zijn. En het is juist deze ondermijnende criminaliteit die in de weg staat aan een duurzaam succesvolle wijkaanpak en verbetering van de leefomgeving en het vestigingsklimaat voor nieuwe – bonafide - ondernemers.

1.1. Aanleiding

De bestrijding van georganiseerde misdaad staat pas sinds de jaren ’90 op de politieke agenda. Hierbij werd de problematiek vooral via een repressieve strafrechtelijke weg benaderd. De aandacht ging vooral uit naar criminelen uit de onderwereld. De faciliterende bovenwereld werd daarbij vergeten waardoor criminelen gebruik konden blijven maken van legale (infra)structuren en van actoren, diensten en kennis uit de wettige omgeving.

De aanpak van ondermijnende criminaliteit wordt, in tegenstelling tot andere sociaal maatschappelijke problemen, nog niet zo lang en ook niet overal als een onderwerp van collectieve veiligheidszorg gezien. Inmiddels is echter duidelijk dat een integrale meervoudige aanpak nodig is om ondermijnende criminaliteit structureel aan te pakken. De aanpak van de ondermijnende en georganiseerde criminaliteit is nu de prioriteit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en van de Landelijke Veiligheidsagenda zoals die is vastgesteld in afstemming met regioburgemeesters, politie en Openbaar Ministerie.

1.2 Huidige inzet in Maassluis

De afgelopen jaren heeft de gemeente met veel partners samengewerkt aan de (bestuurlijke) aanpak van hennepkwekerijen en integrale horeca- en bedrijvencontroles. Naar aanleiding daarvan zijn bestuurlijke maatregelen opgelegd door oa. het sluiten van bedrijven en woningen op grond van de Opiumwet. Ook is de APV aangepast door het opnemen van een sluitingsbevoegdheid voor overlastgevende panden. Ook wordt de Wet Bibob toegepast op diverse vergunningen, subsidies en vastgoedtransacties.

1.3 Ondermijningsbeeld

Het RIEC (Regionaal Informatie- en Expertisecentrum) heeft in december 2018 aan de burgemeester een integraal ondermijningsbeeld gepresenteerd. Dit is een criminaliteitsbeeldanalyse dat een beeld geeft van de problematiek inzake ondermijnende en georganiseerde criminaliteit in Maassluis. Het levert aanknopingspunten op voor de aanpak van casuïstiek en geeft aanbevelingen voor beleid.

Het RIEC is een belangrijke partner die ondersteunt bij de integrale aanpak. Onder de vlag van het RIEC-convenant die door alle gemeenten in de regio Rotterdam is ondertekend, wordt informatie uitgewisseld en samengewerkt door diverse partners, zoals gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en Belastingdienst. De focus van de RIEC-aanpak ligt hierbij op de landelijk geprioriteerde thema’s, zoals die door de Minister van Veiligheid en Justitie zijn vastgesteld op basis van het Nationaal Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit. Dit zijn ook de thema's waarop is ingezoomd in het criminaliteitsbeleid:

  • Risico locaties

  • Criminogene branches

  • Financiële transacties

  • Vastgoed en witwassen

  • Arbeidsuitbuiting en overige arbeid gerelateerde overtredingen

  • Drugs

Het criminaliteitsbeeld is tot stand gekomen in afstemming met de gemeente en op basis van informatie die afkomstig is van de kernpartners in het RIEC: gemeente, politie, OM en Belastingdienst. De dataverzameling heeft de volgende stappen doorlopen: desk research/literatuurstudie, informatiesessie met sleutelfiguren uit de gemeentelijke organisatie, interviews/focusgroepen met sleutelfiguren van de gemeente, systeemdata en bevraging sleutelfiguren bij politie en Belastingdienst.

Het RIEC heeft in het Integraal Ondermijningsbeeld, naast de analyse, ook aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op beleidsmatig, procedureel of procesmatig terrein. Ook is de informatiepositie van de gemeente essentieel; het RIEC heeft hier ook aanbevelingen voor opgenomen. De genoemde aanbevelingen zijn verwerkt in deze nota.

1.4 Wat is ondermijnende criminaliteit

Ondermijnende criminaliteit is een relatief nieuw begrip binnen het veiligheidsdomein. Het werd in eerste instantie vooral gezien als georganiseerde misdaad, maar het is veelomvattender dan dat. Je kunt stellen dat ondermijnende criminaliteit bestaat uit alle vormen van criminaliteit die de integriteit van onze samenleving bedreigen. Wij hanteren de volgende definitie van Hoogewoning, van Dijk en Man uit 2010:

'Het verzwakken of misbruiken van de structuur van onze maatschappij, leidend tot een aantasting van haar fundamenten en/of van de legitimiteit van het stelsel dat haar beschermt.'

Het gaat om criminaliteit die de formele (rechtstaat) of informele (fatsoenlijke verhoudingen) grondslag van onze samenleving systematisch aantast. Voorbeelden zijn georganiseerde hennepteelt, witwassen, mensenhandel en -smokkel, fraude, drugshandel, etc.. Ondermijnende criminaliteit is niet altijd zichtbaar maar heeft wel zichtbare gevolgen voor de Nederlandse burger. Verloedering op straat, verwaarlozing van panden en afpersing leiden tot problemen in de maatschappij. Dergelijke situaties kunnen zich bijvoorbeeld voordoen in of vanuit de horeca, coffeeshops en belwinkels maar ook in woningen en bedrijven. Dit brede terrein waarbinnen criminele praktijken plaatsvinden, maakt dat elke gemeente er kwetsbaar voor is.

Bij ondermijnende criminaliteit is sprake van verwevenheid van de onder- en bovenwereld. Criminele ondernemers zijn vaak afhankelijk van allerlei voorzieningen in de bovenwereld. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om financiële dienstverleners die de criminele winsten witwassen. Maar ook legale structuren worden misbruikt voor illegale doeleinden. Het gaat hierbij om logistieke voorzieningen, infrastructuren, technische expertises en de overheid als vergunningverlener en subsidieverstrekker. In de verwevenheid die daardoor ontstaat tussen de onder- en bovenwereld, schuilt het ondermijnende karakter van de georganiseerde criminaliteit.

Uiteraard bestaan er verschillen tussen gemeenten wat betreft de vorm en omvang van criminaliteit die er plaatsvindt. Deze verschillen zijn onder andere gerelateerd aan de grootte van een gemeente en de geografische ligging. Er is echter geen gouden formule om de vorm en omvang te kunnen bepalen aan de hand van de grootte en ligging van de gemeente. Dit betekent dat de aanpak maatwerk vereist.

1.5 Gevolgen voor gemeenten

Criminele praktijken hebben op verschillende wijzen hun impact in de gemeente. De meest manifeste schade door criminelen op lokaal niveau wordt veroorzaakt, heeft op drie hoofddomeinen betrekking.

  • -

    Inwoners en gebieden

  • De veiligheid en het woon- en leefklimaat in wijken en buurten verslechteren door overlast en verloedering die criminele activiteiten met zich meebrengen. De handel in drugs bedreigt bijvoorbeeld de lokale rust en veiligheid door de toestroom van drugsgebruikers en –‘toeristen’. Ook meer direct kunnen inwoners last hebben van criminele praktijken, bijvoorbeeld wanneer zij een woning huren van een malafide huisjesmelker.

  • -

    Ondernemerschap

  • De economische activiteiten van lokale bedrijven raken ontwricht door criminele praktijken. Illegaal ondernemerschap veroorzaakt concurrentievervalsing. De economische activiteiten van de legale ondernemers worden aangetast door de criminele praktijken van malafide collega-ondernemers, omdat deze bijvoorbeeld een lagere kostprijs hebben of verliezen kunnen aanvullen met zwart geld. Dit heeft zijn weerslag op de uitstraling van de lokale economie, wanneer hierdoor verschraling van het winkelaanbod optreedt.

  • De economische positie van een bonafide ondernemer in de bouwwereld zal bijvoorbeeld in het geding komen wanneer er een frauderende, malafide ondernemer op de markt verschijnt. Daarnaast vormt verloedering en leegstand een bedreiging voor het lokale ondernemerschap.

  • -

    Lokaal bestuur

  • Criminele praktijken druisen in tegen de regels, wetten en beleid die binnen de gemeente gelden. Ze ondermijnen het lokale gezag. Wanneer een gemeente hierop geen goed zicht en geen grip (meer) heeft, kunnen illegale praktijken de bestuurskracht van het lokale bestuur aantasten. Pogingen van criminelen om het lokaal bestuur te corrumperen, vormen een andere bedreiging.

2. Doel

Leefbaarheid en veiligheid is een prioriteit van zowel de landelijke overheid als het college. We willen het creëren en behouden van een veilige en leefbare stad niet alleen bereiken door de overlastaanpak en de aanpak van zogenaamde high impact crimes, maar ook door het voorkomen en bestrijden van de onzichtbare criminaliteit die onze samenleving ondermijnt. We vinden dit belangrijk omdat met deze 'georganiseerde criminaliteit dichtbij' onder meer de openbare orde wordt geschaad door overlast van drugshandel en personen die zich onaantastbaar wanen, de leefbaarheid van buurten wordt verziekt door verpaupering van panden in criminele handen, de integriteit van bestuurders en ambtenaren kan worden bedreigd door corruptie en de economische verhoudingen binnen diverse branches kunnen worden ontwricht door investering van crimineel geld.

Samengevat komen we hiermee tot de volgende doelstelling voor het programma ondermijning voor de komende jaren:

Het samen met onze partners voorkomen en bestrijden van de onzichtbare criminaliteit die ons gezag ondermijnt en het vertrouwen van de samenleving in het openbaar bestuur aantast. Dit doen we door (1) deze criminaliteit transparant en consequent aan te pakken, (2) criminele gelegenheidsstructuren tot een minimum te beperken en (3) onze partners, ondernemers en bewoners bewust te maken van en weerbaar te maken tegen deze vorm van criminaliteit.

Onze missie voor de komende jaren is dan ook het versterken van een georganiseerde en integere overheid tegen de aanpak van ondermijnende criminaliteit. We willen de maatschappij (inwoners en ondernemers) bondgenoot maken in onze aanpak. Tegen de diverse verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit wordt doortastend opgetreden. Maaasluis zal daardoor te boek komen te staan als een stad met een ongunstig 'vestigingsklimaat' voor criminelen. De gemeente vervult hierbij primair de rol van regisseur: het zodanig sturen, interveniëren en in stand houden van randvoorwaarden dat de diverse betrokken partijen op een effectieve manier samenwerken en maatregelen nemen om de ondermijnende criminaliteit aan te pakken. Voor zover het gaat om de inzet van bestuurlijke middelen heeft de gemeente naast de rol van regisseur ook een uitvoerende rol.

In de volgende hoofstukken zal aan de hand van de programmaopzet worden toegelicht hoe we dit willen bereiken.

3. Wat gaan we doen?

De aanpak van deze vorm van criminaliteit waar georganiseerde netwerken achter zitten, kan niet meer als het exclusieve probleem van de strafrechtketen worden gezien. Het gaat immers om veel meer dan het opsporen en (strafrechtelijk) vervolgen van verdachten, het terrein waar de politie en justitie zich van oudsher mee bezig houden. Het gaat om de bestrijding van een machtige en maatschappelijk vertakte criminele ‘industrie’, die zich niet beperkt tot de onderwereld, maar die zich ook manifesteert in de bovenwereld. Ze maakt daar gebruik van zowel private infrastructuur (zoals communicatie, logistiek en locaties) als bestuurlijke (zoals vergunningen en subsidies).

Het is van belang dat de gepleegde criminaliteit niet alleen wordt bestreden, maar dat er ook barrières worden opgelegd die het de crimineel moeilijker maken om zijn criminele activiteiten uit te blijven voeren. De vraag die opkomt waarom hier een bestuurlijke aanpak nodig is en waarom een gemeente een belang heeft bestuurlijk weerbaarder te zijn, is evident.

In hoeverre een gemeente is opgewassen tegen georganiseerde criminaliteit bestuurlijk weerbaar is, wordt bepaald door de status van de informatiepositie van de gemeente (zowel kwantitatief als kwalitatief) als door de mate waarin de gemeente gebruik maakt van de haar ter beschikking staande bestuursrechtelijke maatregelen om hiertegen op te treden.

De gemeente heeft een algemene verantwoordelijkheid om te voorkomen dat het vertrouwen in een veilige en integere gemeentelijke samenleving wordt ondermijnd. Daarnaast heeft de gemeente de specifieke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat (lokale) wet- en regelgeving wordt misbruikt. Dus geen facilitering van criminelen bijvoorbeeld door onbewust opdrachten te geven aan hen of zaken te doen met hen, vergunningen aan hen te verlenen of subsidies aan hen te verstrekken.

Op basis van het ondermijningsbeeld van het RIEC en ervaringen uit de dagelijkse praktijk is een keuze gemaakt in de thema’s waar we middels het programma ondermijning de komende jaren op willen richten. Er is gekozen voor een onderverdeling aan de hand van vier onderwerpen die ieder enkele speerpunten kennen:

afbeelding binnen de regeling

De voorwaarden voor het slagen hiervan zijn integrale samenwerking en een goede communicatiestrategie.

Door de intensivering van onze aanpak zullen we een beter en veelomvattender beeld krijgen van illegale activiteiten binnen onze gemeente. Het zal niet mogelijk zijn om op korte termijn aan alle signalen opvolging te geven. Deze versterking van onze informatiepositie stelt ons echter wel in staat om gefundeerde en effectieve keuzes te maken in de zaken die we met prioriteit oppakken en aanpakken.

In de volgende hoofdstukken worden de vier onderwerpen nader toegelicht. Voor een deel zal daarbij worden aangesloten bij bestaand beleid en lopende activiteiten. Door het integrale karakter zal er ook binnen de onderwerpen overlap bestaan tussen thema’s en interventies.

Het idee is om meer samenhang te creëren tussen de verschillende activiteiten en onze partners, ondernemers en inwoners bewust te maken van allerlei vormen van ondermijnende criminaliteit. Hoewel het onderwerp ‘aanpak ondermijnende criminaliteit’ de blikvanger lijkt, staan de overige onderwerpen niet in dienst van het eerste. Alle onderwerpen hebben hun eigen speerpunten die ook in breder opzicht dan de aanpak van ondermijnende criminaliteit een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare stad.

Per onderdeel wordt aangegeven wat de planning is voor de komende jaren. Hierbij is rekening gehouden met het feit, dat in 2019 ervan wordt uitgegaan dat de activiteiten binnen de huidige beschikbare formatie en met de huidige beschikbare middelen moeten worden uitgevoerd.

Vanaf 2020 zijn meer ambities opgenomen waarbij de kanttekening moet worden gemaakt dat dit alleen uitvoerbaar is wanneer er extra formatie en middelen beschikbaar worden gesteld. Als dat niet het geval is, dan zullen de activiteiten zoals onder 2019 staat aangegeven, worden gehandhaafd.

4. Aanpak ondermijnende criminaliteit

Het eerste onderwerp is de meest repressieve. Aanpak van ondermijnende criminaliteit is erop gericht daadwerkelijk de diverse vormen van criminaliteit aan te pakken die samenleving ondermijnen. De combinatie van straf- en bestuursrecht bij deze aanpak is essentieel. Het in beslag nemen van dure auto’s wegens openstaande belastingschulden of de sluiting van een pand door de burgemeester is mede door de zichtbaarheid ervan vaak effectiever dan langdurige strafrechtelijke onderzoeken. Van maatregelen door de gemeente, de bestuurslaag die dicht bij de inwoners staat, gaat een sterk signaal uit.

Aan de hand van het ondermijningsbeeld van het RIEC (december 2018) zullen aan de volgende thema’s prioriteit worden gegeven in de komende jaren:

afbeelding binnen de regeling

4.1 Georganiseerde hennepteelt en drugs

Er bestaat een dubieuze rechtvaardiging voor het gebruik en de productie van softdrugs. Dit wordt onder meer ingegeven door het onderscheid met harddrugs waaraan grotere gezondheids- en verslavingsrisico's kleven; de gedoogde verkoop van softdrugs via coffeeshops en het geromantiseerde beeld van kleinschalige thuisteelt van enkele planten voor eigen gebruik. De illegale hennepteelt is de onschuld echter al jaren voorbij. De teelt van hennep is zeer omvangrijk (waarbij zo’n 80% bedoeld is voor de export) en heeft steeds vaker een bedrijfsmatig karakter met betrokkenheid van georganiseerde criminele samenwerkingsverbanden. Hennepteelt zorgt in woonwijken voor overlast zoals brandgevaar, wateroverlast, stank- en schade aan woningen. De hennepteelt en -handel gaan bovendien vaak gepaard met uitkeringsfraude, belastingontduiking, energiediefstal, ‘ripdeals’ en afrekeningen in het criminele circuit.

De opbrengsten van hennepteelt zijn hoog en de pakkans en een eventuele straf worden vaak laag ingeschat. Er wordt dan ook in grote mate geprofiteerd van de opbrengsten. Hierbij kan gedacht worden aan gezinnen met schulden, maar ook profiterende ondernemers, zoals makelaars, elektriciens en vastgoedondernemers zijn bereid om crimineel geld te accepteren. Hierdoor ontstaat er een vrij grote criminele economie.

In Maassluis worden jaarlijks enkele hennepkwekerijen ontmanteld:

Jaar

Aantal ontmantelde hennepkwekerijen

2016

8

2017

7

2018

5

Wat gaan we doen?

In 2019:

Sinds enkele jaren vinden de ontmantelingen van hennepkwekerijen plaats naar aanleiding van signalen vanuit de stad, door meldingen van inwoners, of door signalen vanuit partners als politie, de woningcorporatie of de energieleveranciers. Inwoners en ondernemers zullen meer opgeroepen en betrokken worden om signalen te delen bij politie en gemeente. Dit zal worden gecontinueerd.

Met betrekking tot drugs wordt in 2019 voorlichting gegeven aan ouders, via scholen en sportverenigingen en wordt aan professionals (jongerenwerkers, toezichthouders ed) training gegeven over drugs. Dit wordt verzorgd door Youz. Daarnaast zal een communicatie campagne worden opgezet om inwoners voor te lichten over drugs(overlast).

Vanaf 2020:

De ambitie is om meer beeld te krijgen bij de achterliggende georganiseerde criminaliteit en interventies met name op sleutelfiguren uit die netwerken te richten. De inzet van samenwerkingspartners als politie en OM is hierbij onontbeerlijk. Een belangrijke vraag is welke (niet gebruikte) opsporingsindicaties kunnen leiden naar criminele organisaties en facilitators die verantwoordelijk zijn voor deze strafbare praktijken.

4.2 Mensenhandel

In Nederland verstaat men onder mensenhandel het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten. De (beoogde) uitbuiting is de kern van mensenhandel. Uitbuiting kan zich in de seksindustrie afspelen, bijvoorbeeld wanneer iemand onvrijwillig voor iemand anders in de prostitutie werkt, maar ook in andere sectoren, zoals de (land)bouw of horeca. Ook kan het gaat om uitbuiting die plaatsvindt binnen huishoudens. Hoewel de vormen waarin arbeidsuitbuiting zich voordoet uiteenlopen, is een constante dat mensen onder dwang en onder slechte werkomstandigheden moeten werken. Bij minderjarigen is het bewijs van dwang niet altijd vereist.

Bij mensenhandel met het oogmerk van criminele uitbuiting (of: uitbuiting in strafbare activiteiten) worden personen aangezet tot het plegen van strafbare feiten. Het gaat dan om zulke slechte arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, dat hierdoor mensenrechten in het geding zijn.

De gemeente Maassluis heeft in 2010 prostitutiebeleid vastgesteld, waarin staat beschreven hoe de gemeente omgaat met dit onderwerp.

Wat gaan we doen?

In 2019:

Tot op heden wordt alleen uitvoering gegeven aan signalen van mensenhandel die we ontvangen vanuit de politie wanneer er sprake is van prostitutie. Als hiervan sprake is, wordt een gesprek aangegaan met betrokkene en eventueel een bestuurlijke maatregel opgelegd.

Omdat er geen beleid is met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten, zal nog dit jaar een paraplu bestemmingsplan worden gemaakt of wel beleid gemaakt op grond waarvan kan worden gehandhaafd op bijvoorbeeld woonbestemming, bedrijfsmatige verhuur en/of aantal personen dat in een woning (niet familie) ingeschreven mag staan.

Op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk voor de zorg en opvang van slachtoffers van mensenhandel in de gemeente. Dit gebeurt via de maatschappelijke opvang, die samen met Vlaardingen is ingezet.

Vanaf 2020:

Met betrekking tot mensenhandel in het kader van arbeidsuitbuiting, gaat de gemeente een overzicht maken van de huidige situatie. Dit gebeurt onder andere in het kader van woonoverlast door gesprekken aan te gaan met uitzendbureaus die arbeidsmigranten huisvest in woningen in Maassluis. Met de ontstane analyse kan sturing worden gegeven en kunnen signalen beter en meer worden doorgegeven aan instanties zoals de Arbeidsinspectie. Ook worden BRP (Basis Registratie Personen) controles uitgevoerd bij locaties waar arbeidsmigranten worden gehuisvest. Dit wordt gecontinueerd. Op basis van de informatie die wordt verkregen uit de BRP-controles, kan gericht worden gehandhaafd op misstanden (onder meer in de huisvesting).

Signalen omtrent mensenhandel worden centraal geregistreerd en besproken in een integraal overleg.

4.3 Vastgoed

Uit het onderzoek Malafide activiteiten in de vastgoedsector blijkt dat veel crimineel verdiend vermogen in de vastgoedsector terechtkomt. Het is dé sector waarin de illegale en de legale economie samenkomen. Het feit dat vastgoed waardevast is en dat er weinig toezicht wordt gehouden op deze sector maakt het voor malafide activiteiten zeer geschikt. Bij de malafide activiteiten in panden (exploitatie) worden drie verschijningsvormen onderscheiden:

  • -

    De eerste vorm is onrechtmatige bewoning, waarbij sprake is van illegale (door)verhuur aan legaal of illegaal in ons land verblijvende personen. Een gemeente kan op basis van overlastmeldingen panden controleren op bijvoorbeeld huisvestingsvergunningen of verblijfsvergunningen. Omdat er geen beleid bestaat om dergelijke zaken tegen te gaan, zal eerst beleid moeten worden gemaakt.

  • -

    De tweede vorm bestaat uit onregelmatigheden rond de verhuur van particuliere woningen, waarbij de traditionele huisjesmelker zijn huurders uitbuit. Samenwerking door middel van het oprichten van een interventieteam van politie, gemeente en Stroomopwaarts kan deze problematiek worden aangepakt. Dit team kan panden controleren op illegale bewoning, brandgevaar, hygiëne en sociale problematiek.

  • -

    Tot slot is er onrechtmatig gebruik. Binnen deze vorm wordt de woning voor andere doeleinden gebruikt dan reguliere huisvesting. Dit kan uiteenlopen van illegale pensions tot het gebruik van de woning als dekmantel voor criminele activiteiten zoals wietplantages, mensenhandel, witwaspraktijken en illegale prostitutie.

Bij vastgoedtransacties staat het uitgangspunt van contractvrijheid voorop. Dat brengt met zich mee dat partijen vrij zijn om met elkaar in onderhandeling te treden en ook om die onderhandelingen weer af te breken. Die vrijheid is echter niet onbeperkt. Het afbreken van onderhandelingen kan bijvoorbeeld als onaanvaardbaar worden beschouwd indien de wederpartij het gerechtigde vertrouwen mocht hebben dat de overeenkomst tot stand zou komen. Bovendien moet een gemeente bij onderhandelingen over een overeenkomst de algemene beginselen van behoorde bestuur in acht nemen. In 2017 heeft het gemeentebestuur Bibob beleidsregels vastgesteld voor vastgoedtransacties.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

Er wordt een interventieteam samengesteld die, naar aanleiding van signalen, onderzoekt of er sprake is van vastgoedfraude oid. Indien hier aanleiding toe is, zal het team een bezoek brengen aan het betreffende pand dat is onderzocht en hierop interveniëren.

4.4 Witwassen

Criminelen willen het geld dat zij hebben verdiend in de onderwereld graag uitgeven in de bovenwereld. Om zwart geld in de bovenwereld te kunnen besteden zonder daarbij het risico te lopen dat het onmiddellijk weer door justitie of de belastingdienst in beslag genomen wordt, moet het witgewassen worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om geld dat afkomstig is van drugshandel, mensenhandel, diefstal, sociale of fiscale fraude. Witwassen van eigen criminele winsten of de criminele winsten van anderen, en ook het meewerken daaraan, is strafbaar.

Voor het witwassen heb je vaak financiële dienstverleners nodig, maar soms ook geldkoeriers of bijvoorbeeld een stroman. Ook financiële en juridische dienstverleners lopen risico om bij witwassen betrokken te raken. Het gaat om criminaliteit die de integriteit van de financiële sector aantast. Witwassen bevindt zich op het snijvlak tussen onder- en bovenwereld. Om het effect van de opsporing te verhogen is een combinatie van preventieve, bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen essentieel. Daarnaast worden criminele winsten afgepakt.

Volgens het Integraal Ondermijningsbeeld van het RIEC speelt dit in Maassluis vooral rond vastgoedtransacties en horecaondernemingen en op bepaalde risicolocaties zoals industrieterreinen en via (boten in) de (jacht-)haven.

Wat gaan we doen?

In 2019:

We blijven de Wet Bibob toepassen voor vastgoedtransacties en omgevingsvergunningen.

Vanaf 2020:

Toezichthouders gaan de horecabranche monitoren vanuit hun dagelijkse werkzaamheden. Dit kan leiden tot nieuwe signalen of inzichten over de horecainrichting en eventueel het tussentijds toepassen van het Bibobinstrument.

Signalen omtrent witwaspraktijken worden centraal geregistreerd en besproken in een integraal overleg.

4.5 Outlaw motorcycle gangs

Outlaw motorcycle gangs (OMG’s) zijn clubs met een hiërarchisch opgebouwde organisatie waarvan de leden (en andere daarmee verbonden personen) hun club gebruiken als een kanaal en afscherming voor criminele en ondermijnende activiteiten met financieel of ander materieel voordeel als oogmerk. Bekende OMG’s zijn: Hells Angels, Satudarah, No Surrender, Kings Syndicat, Red Devils, Trailer Travellers en Bandidos.

In de afgelopen jaren is geconstateerd dat een aantal motorclubs zichzelf boven de wet plaatsen en de OMG’s in toenemende mate betrokken zijn bij criminele- en ondermijnende activiteiten. Door de groei van de OMG’s neemt het risico op spanningen en escalaties in het publieke domein toe. Met het oog op deze ontwikkeling is mede op verzoek van de Minister in 2012 gestart met een landelijke integrale aanpak. In deze aanpak hebben alle relevante overheidspartijen – Openbaar Ministerie, Politie, Belastingdienst, FIOD, KMar en gemeenten- de krachten gebundeld. De aard van de aanpak is daardoor multidisciplinair: strafrechtelijk, fiscaal en bestuurlijk.

De (landelijke) aanpak richt zich nadrukkelijk niet op de vele bonafide motorclubs die in Nederland bestaan.

In Maassluis heeft in 2015 een OMG zich gemanifesteerd in een aantal horecabedrijven. Alhoewel dit door interventie van politie en gemeente niet heeft doorgezet en tot problemen heeft geleid, wordt dit onderwerp wel genoemd in het Integraal Ondermijningsbeeld en derhalve is dit onderwerp in deze nota opgenomen.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

Signalen omtrent OMG’s worden centraal geregistreerd en besproken in een integraal overleg.

5. Bevorderen bestuurlijke en ambtelijke integriteit

De integrale aanpak wordt ondersteund door een stevige inzet op het versterken van de bestuurlijke en ambtelijke integriteit. Het is immers belangrijk om ook je eigen huis op orde te hebben en het goede voorbeeld te geven. De geringe afstand tussen de burger en de lokale overheid is de kracht van de democratie, maar maakt de gemeentelijke organisatie ook kwetsbaar. Burgemeester, wethouders, raadsleden en ambtenaren hebben direct contact met inwoners. Onder de inwoners bevinden zich ook kwaadwillende personen die misbruik willen maken van de legale structuren in de samenleving. De gemeente is vaak de enige van de samenwerkingspartners waar criminelen uit vrije wil contact mee opnemen. Zo heeft een crimineel de gemeente bijvoorbeeld nodig voor inschrijving en uitschrijving in de Basisregistratie Personen, uitkeringen, vergunningen en subsidies. Voor je het weet doe je (zonder weet) zaken met criminelen.

Binnen dit onderdeel worden de volgende prioriteiten gesteld:

  • 1.

    Integriteit

  • 2.

    Veilige Publieke Taak

  • 3.

    Misbruik uitkeringen, subsidies en vergunningen

5.1 Integriteit

De afgelopen decennia hebben gemeenten een steeds grotere rol gekregen in de aanpak van allerlei veiligheidsproblemen. Samen met deze ontwikkeling heeft de gemeente en de burgemeester in het bijzonder ook meer mogelijkheden gekregen om bestuursrechtelijk op te treden tegen overlastgevende en onveilige situaties en personen. Met deze instrumenten mag niet lichtvaardig worden omgegaan. Uitgangspunt van het staatsrecht is immers: geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid en geen bevoegdheid zonder verantwoordelijkheid. Het gemeentebestuur heeft op 19 april 2016 de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Maassluis vastgesteld. Hierin staan de richtlijnen voor het college beschreven ten behoeve van hun integriteit.

Inwoners zijn in sterke mate afhankelijk van de (lokale) overheid die over bijzondere (exclusieve) bevoegdheden beschikt, zoals het verlenen van vergunningen en uitkeringen, het controleren van voorschriften en het heffen van belastingen. De inwoners van Maassluis moeten dan ook kunnen vertrouwen op een integere overheid.

Daarnaast zijn diverse collega’s en bestuurders betrokken bij besluitvorming die een grote waarde kan hebben voor criminelen, zoals het aangaan van vastgoedtransacties, het verlenen van vergunningen en het inschrijven van personen in woningen. Deze collega’s en de bestuurders dienen zich bewust te zijn van de hiermee samenhangende risico’s en moeten beschermd worden tegen de verleidingen om criminele organisaties te faciliteren of een oogje toe te knijpen.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

De gemeente zal diverse stappen ondernemen met betrekking tot integriteitsbevordering van onze bestuurders en ambtenaren. Door middel van awarenesstrainingen zal dit worden gecontinueerd in de komende periode.

De huidige Gedragscode voor Medewerkers geldt per 1 juni 2003. In het kader van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van integriteit voor bestuurders en ambtenaren, zal deze Gedragscode worden geactualiseerd.

5.2 Veilige Publieke Taak

De kwetsbaarheid van de lokale overheid kent ook een andere kant: die van de fysieke dreiging. Betrokken en integere bestuurders en ambtenaren die weerstand bieden aan kwaadwillende inwoners lopen het risico om onder druk gezet te worden of zelfs te worden bedreigd. Agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak hebben grote impact op het slachtoffer en collega’s en ondermijnen het functioneren van de overheid. De intensivering van de aanpak van ondermijnende criminaliteit in de komende jaren en daarmee het frustreren van de toegang tot de bovenwereld voor personen met criminele intenties, kan extra risico’s met zich meebrengen voor sommige ambtenaren die veel directe contacten met inwoners of bedrijven hebben.

Wat gaan we doen?

In 2019:

In de afgelopen jaren is al ingezet op Veilige Publieke Taak door de Gedragscode voor medewerkers en ook is het opgenomen in de Kadernota Integraal Veiligheid Beleid.

Vanaf 2020:

Er zullen in de komende jaren awareness trainingen worden gegeven aan ambtenaren waarbij bewustzijn wordt gecreëerd voor de risico’s van de aanpak van ondermijnende criminaliteit en aandacht wordt geschonken aan het handelingsperspectief bij incidenten.

5.3 Misbruik uitkeringen, vergunningen en subsidies

Meer aandacht voor integriteit en het oprekken van het begrip integriteit, zorgt er ook voor dat de overheid kwetsbaarder wordt voor de aantasting van de eigen integriteit. Door diensten te verlenen of ontvangen van niet integere personen of organisaties, wordt immer ook je eigen integriteit aangetast. Voor het beschermen van de eigen integriteit heeft de gemeente zoals eerder gezegd de Gedragscode voor medewerkers. Om de gemeente te beschermen tegen gebrekkige integriteit van burgers en organisaties is er daarnaast de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

Dit (preventieve) bestuursrechtelijke instrument helpt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en draagt bij aan de bescherming van de concurrentiepositie van bonafide ondernemers. Hiermee is het mogelijk dat bepaalde begunstigende beschikkingen en deelname aan aanbestedingen worden geweigerd of ingetrokken ‘indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare wijze voordelen te benutten, of strafbare feiten te plegen’ (art. 3 lid 1 Wet Bibob).

Voor deze screening is het Landelijk Bureau Bibob opgericht dat op verzoek van bestuursorganen onderzoek doet en advies uitbrengt omtrent de mate van ‘gevaar’. De gemeente neemt op basis van dit advies een besluit om de betreffende beschikking al dan niet te verlenen of in te trekken. Ook is het mogelijk om (aanvullende) voorwaarden aan de beschikking te verbinden. De werking van de Wet Bibob is beperkt tot enkele wettelijke of gemeentelijke vergunningstelsels en daarmee tot bepaalde branches die gevoelig zijn voor ondermijnende criminaliteit.

Wat gaan we doen?

In 2019:

De gemeente Maassluis heeft in 2013 het Bibob beleid vastgesteld; dit is in 2017 aangepast. Uitgangspunt is dat er geen vergunningen worden verleend en geen overeenkomsten worden gesloten die in strijd zijn met de Wet Bibob. In het recente verleden is een aantal vergunningen geweigerd omdat ze de Bibobtoets niet doorstonden. De Bibob Beleidsregels worden in 2019 aangepast, waarbij subsidieaanvragen worden toegevoegd. Om het Bibobbeleid beter te borgen binnen de gemeente vinden in 2019 trainingen plaats voor medewerkers van de gemeente die met Bibob te maken hebben of krijgen.

6. Versterken Informatiepositie

In het Integraal Ondermijningsbeeld van het RIEC wordt bij de conclusies en aanbevelingen aangegeven dat vanuit de gemeente meer gemonitord kan/moet worden, kortom het versterken van de eigen informatiepositie kan worden verbetert. Binnen onze gemeente wordt wel informatie gedeeld op het gebied van veiligheid, maar kan wel worden toegewerkt naar een effectievere en efficiëntere manier van informatieuitwisseling. Hierbij kan gedacht worden aan de volgende fases, ingezet per 2020:

  • a.

    Lokaal informatie overleg

  • Medewerkers uit verschillende delen van de organisatie bezitten unieke en waardevolle gegevens. In hun eigen werk zien zij zaken die soms wel en soms niet snel zijn te linken aan ondermijnende criminaliteit. Voor het versterken van de informatie positie van de gemeente is het nodig om vertegenwoordigers van aangewezen teams periodiek met elkaar in gesprek te brengen waardoor ‘losse’ gegevens kunnen leiden tot bruikbare informatie en kennis. Zij kunnen ook verbinding zijn naar ‘achterliggende’ samenwerkingsverbanden als politie, Belastingdienst, DCMR ed. Het Lokaal Informatie Overleg (LIO) Maassluis is de plek waar informatie wordt verzameld en daar waar nodig en mogelijk verrijkt en veredeld. Deelnemers van het Lokaal informatie overleg zijn vertegenwoordigers uit verschillende teams/clusters en de politie. Op hoofdlijnen kunnen ingebrachte signalen in leiden tot:

    • -

      Niets doen/parkeren signaal

    • -

      Een lokale aanpak (monodisciplinair of multi disiciplinair/integraal)

    • -

      Doorgeleiding naar een bredere aanpak met het RIEC

  • b.

    Intern Meldpunt Ondermijning

  • Medewerkers die al dan niet deelnemer zijn aan het LIO, moeten ook meldingen en signalen kwijt kunnen buiten dit overleg. Dit kan plaatsvinden via een apart emailadres dat hiervoor aangemaakt wordt. Zaken die gemeld worden via dit meldpunt kunnen in het LIO besproken worden.

  • Inwoners kunnen signalen van ondermijning melden via het reguliere Meldpunt Schoon, heel en veilig.

  • c.

    Bestuurlijke informatiepositie

  • De burgemeester is als portefeuillehouder verantwoordelijk voor bestrijding van ondermijning. Echter, het is een integrale verantwoordelijkheid voor de organisatie en het bestuur. De burgemeester zal periodiek tijdens het reguliere overleg veiligheid op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen en signalen. Indien nodig zal een apart overleg met het college worden ingepland om zodoende het hele college te informeren en te betrekken bij dit onderwerp.

  • d.

    Awareness Trainingen

  • Er zullen awareness trainingen worden georganiseerd voor medewerkers in het herkennen van gedragingen en situaties die kunnen wijzen op ondermijnende criminaliteit. Dit kunnen algemene trainingen zijn, maar ook trainingen met betrekking tot een specifiek thema. Deze trainingen zijn bedoeld voor het vergroten van het bewustzijn en is ook een mooi aanbod richting medewerkers in het kader van hun persoonlijke professionalisering en doorontwikkeling.

7. Versterken maatschappelijke weerbaarheid

Naast de repressieve aanpak van ondermijnende criminaliteit en aandacht voor de eigen positie en organisatie is het essentieel om ook de samenleving mee te krijgen. Ons optreden tegen ondermijnende criminaliteit kan alleen succesvol zijn als onze inwoners zich duidelijk afzetten

tegen ondermijnende activiteiten. We willen dat inwoners zich bewust zijn van de nadelige effecten van ondermijnende criminaliteit, dat ze hier niet onverschillig tegenover staan en dat ze signalen van ondermijning aan ons en onze partners doorgeven. Kortom, we willen dat ze weerstand bieden aan activiteiten waar snel en makkelijk geld mee is te verdienen. Deze vierde pijler richt zich dan ook vooral op het voorkomen van ondermijnende criminaliteit en het tegengaan van een gunstig vestigingsklimaat voor criminele ondernemers.

We willen de maatschappelijke weerbaarheid versterken door het vormen van een brede maatschappelijke coalitie tegen ondermijnende criminaliteit. De wettelijke normen die we kennen, moeten ook maatschappelijk gedragen worden. Cruciaal hierbij zijn de inzet van communicatie, mobilisatie van de ‘goedwillende krachten’ in de maatschappij en sociale interventies. We zullen ons focussen op:

afbeelding binnen de regeling

7.1 Faciliterende branches

Om ondermijnende activiteiten te ondernemen wordt gebruik gemaakt van legale structuren in onze maatschappij, de bovenwereld. Sommige ondernemingen bieden legale diensten aan die ook of vooral interessant zijn voor personen met criminele bedoelingen. Daarnaast zijn er ondernemers die criminelen trekken middels illegale diensten. Voorbeelden van ondernemingen die dergelijke (il)legale diensten aanbieden zijn geldwisselkantoren, money transfers, goudhandelaren, malafide uitzendbureau en handelaren in tweedehands goederen. Criminelen gebruiken zulke branches om criminele handelingen te verrichten, te verhullen of crimineel geld te investeren. Ondernemers die hieraan meewerken doen dit soms willens en wetens, soms tegen wil en dank en soms onbewust.

Kenmerkend voor branches die bij voorkeur gebruikt worden voor criminele doeleinden zijn branches waar ook legale activiteiten plaatsvinden, grote sommen (contant) geld in omgaan, de waarde van producten moeilijk vast te stellen is, de omzet makkelijk gemanipuleerd kan worden en waar weinig structureel toezicht is van overheidsinstanties.

Wat gaan we doen?

In 2019:

In het kader van de aanpak heling is in 2018 een start gemaakt met het opstellen van beleid en dit zal in 2019 verder worden uitgewerkt. Hierbij moet gedacht worden aan invoering in een Digitaal Opkopers Register, waar handelaren zich moeten registreren.

Vanaf 2020:

In aansluiting op het ondermijningsbeeld van het RIEC gaan we de mogelijke faciliterende branches in Maassluis beter in beeld brengen. Qua praktijk zal vervolgens aansluiting worden gezocht bij de geprioriteerde thema’s uit deze beleidsnota (zie onder hoofdstuk 4). Het streven is dat de extra aandacht en mogelijk ook het extra toezicht van bepaalde faciliteerders een minder aantrekkelijke zakenpartner maakt. Onze inzet zal zich enerzijds richten op het creëren van bewustwording en meldingsbereidheid bij bonafide ondernemers en anderzijds op een repressieve en integrale aanpak van malafide ondernemers. Uitganspunt is dat het tegengaan van malafide praktijken niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid is; ondernemers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid hierin.

7.2 Bewustwording (en doorbreken passiviteit)

Ondermijnende criminaliteit heeft voor de meeste inwoners geen directe zichtbare gevolgen en dit kan bij dragen aan een onverschillig of zelfs tolerant leefklimaat in sommige wijken. Er gaat gevoelsmatig geen dreiging vanuit, zoals bij high impact crimes als woninginbraak en overvallen wel het geval is. Het gaat echter om criminaliteit die de formele (rechtstaat) of informele (fatsoenlijke verhoudingen) grondslag van onze samenleving systematisch aantast.

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op de 50 grote branden is ontstaan in een hennepkwekerij. Daarmee is het oorzaak nr 1 van grote branden in Nederland (bron: Verbond van Verzekeraars).

De georganiseerde criminaliteit in Nederland is een florerende industrie waar miljarden euro’s in omgaan. Schattingen gaan uit van 9,3 miljard euro aan crimineel verkregen vermogen in Nederland per jaar. Dit zijn slechts enkele cijfers die het gevaar van ondermijnende criminaliteit voor lijf en leden en onze portemonnee aantonen. We vinden het belangrijk om mensen bewust te maken van de gevaren en nadelige kanten van ondermijnende criminaliteit.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

Hoe vaker iets voorkomt en daar meer mensen getuigen van zijn, des te minder zijn ze geneigd om in te grijpen. Dit is nog sterker in buurten waar men weinig vertrouwen heeft in de overheid. De publieke moraal en het (straf)recht liggen altijd iets uit elkaar. We willen het horen, zien en zwijgen doorbreken en keuren een klimaat waarin misdaad loont af. Dit willen we doen door mensen bewust te maken van ondermijnende praktijken en negatieve neveneffecten, door waar het kan zichtbaar op te treden tegen misstanden, door positieve initiatieven te stimuleren en ondersteunen en door de actieve inzet van communicatiemiddelen.

We gaan hier ook onze maatschappelijke partners zoals bijvoorbeeld woningcorporaties en jongerenwerk in meenemen. Dit willen we doen door hen te betrekken bij onze bredere aanpak van ondermijning en door het aanbieden van awareness trainingen. We willen samen met hen een vuist maken tegen ondermijning.

7.3 Signalering / meldpunt

De laatste barrière die als het ware moet worden genomen is de schroom om onderbuikgevoelens en verontrustende signalen te melden bij de autoriteiten. Door zowel onze professionele partners, ondernemers als inwoners te attenderen op de negatieve kanten van ondermijnende criminaliteit willen we hen het belang van het melden van misstanden duidelijk maken. Hoe meer signalen we ontvangen, hoe beter we onze inzet daarop kunnen afstemmen en er daadwerkelijk kan worden ingegrepen. Op basis van systeeminformatie, straatinformatie en signalen vanuit de samenleving gaan we meer informatie gestuurd werken.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

Om het doen van meldingen zo laagdrempelig mogelijk te houden en om geen extra meldpunt in te richten zodat het overzicht helder is en blijft waar men zaken kan melden, kunnen ondernemers en inwoners melding doen bij het Meldpunt Schoon, heel en veilig. Vanuit dit meldpunt worden de signalen uitgezet naar de verantwoordelijke medewerkers.

Er zal een communicatiecampagne worden ingericht om ondernemers en inwoners hiervan in kennis te stellen en aan te moedigen om signalen en meldingen te doen.

8. Organisatie

Het aanpakken van georganiseerde criminaliteit vraagt om een georganiseerde overheid. Om die reden bepalen we de strategie en inzet samen met de lokale partners en de partners van het RIEC. Dit zijn onder andere het Openbaar Ministerie, de Politie, de Belastingdienst (incl. de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) en de Inspectie SZW. Het betekent dat we aan een gezamenlijke informatiepositie werken en interventies bepalen ten aanzien van de casuïstiek. Als gemeente zetten we onze bestuurlijke bevoegdheden in en faciliteren we de aanpak door partijen bij elkaar te brengen. De aanpak is continu in ontwikkeling. Omdat sprake is van maatwerk zoeken we naar slimme samenwerkingsvormen en worden ad hoc partners betrokken (zoals bijvoorbeeld woningcorporaties en de Kansspelautoriteit).

Belangrijke interne partners zijn de medewerkers van publiekszaken, wijkbeheer, DCMR, stad, stadsbedrijf, handhaving & toezicht, Stroomopwaarts ed. Zij zijn enerzijds onze voelsprieten in de samenleving en anderzijds ondernemen we samen met hen preventieve en repressieve acties tegen ondermijning. In de reeds ondernomen initiatieven ter bestrijding van ondermijning vindt al nauwe samenwerking plaats.

De burgemeester is bestuurlijk portefeuillehouder voor ondermijning, maar gezien het brede integrale karakter zal tevens sturing plaatsvinden vanuit het college van b&w en de lokale gezagsdriehoek. Het thema ondermijning zal met regelmaat worden geagendeerd voor het tweewekelijks overleg met de teamchef van Politie en voor het wekelijks overleg veiligheid en vergunningen met de burgemeester. Het programma management is in handen van het team staf van cluster inwoners en veiligheid, waar vanuit contacten worden gelegd en onderhouden met de interne en externe partners en de acties die uit het programma voortvloeien coördineren. Voor de begeleiding en coördinatie hiervan zal formatie moeten worden vrijgemaakt of beschikbaar gesteld moeten worden.

Het voornemen is om een Lokaal Informatie Overleg (zie hoofdstuk 6) samen te stellen die per casus en/of ad hoc afstemming met elkaar zoekt. Hiervoor zullen we een aanspreekpunt bij ieder organisatie onderdeel binnen de gemeente en bij onze externe partners benaderen.

9. Planning en Financiën

De aanpak van ondermijnende criminaliteit vraagt om een lange adem en een intensivering. Het is naïef om te denken dat iets dat zich al zo lang in de haarvaten van onze samenleving heeft genesteld, waarbij sprake is van verwevenheid tussen onder- en bovenwereld en een bepaalde mate van onbewust zijn of zelfs tolerantie, binnen korte tijd kan worden uitgeroeid. We willen de gelegenheidsstructuren in Maassluis om ondermijnende activiteiten te ontplooien, te minimaliseren. Er is echter tijd nodig om voldoende toezicht en alertheid op te bouwen en (mogelijke) faciliteerders te waarschuwen of aan te pakken. Meerdere en herhaalde acties zijn nodig om Maassluis minder aantrekkelijk te maken voor criminelen.

9.1 Planning

Ondermijning vraagt om structurele aandacht. Dit betekent dat in elk geval de komende vier jaar een intensivering nodig is om tot een gewenst basisniveau van ondermijningsbewustzijn – en weerbaarheid te komen. Voorafgaand aan de vaststelling van het programma is het thema ondermijning al geïntroduceerd en besproken in het college, de gemeenteraad en het CMT. De eerste periode zal de nadruk vooral liggen op het creëren van bewustzijn en het leren herkennen van signalen door professionals, ondernemers en inwoners. Ook besteden we vanaf het begin veel aandacht aan onze informatiepositie door het samenbrengen van harde gegevens en (zachte) signalen. We zetten ons daarnaast blijvend in voor de repressieve aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Richting het college en de raad zal frequent rapportage van de voortgang plaatsvinden.

9.2 Financiën

Zoals eerder in de nota is aangegeven, kan binnen de huidige formatie en het huidige budget beperkt worden ingezet op ondermijning. Binnen het Team Handhaving, vergunningen en wijkbeheer zal vanaf 2020 ruimte worden gezocht om formatie en middelen beschikbaar te stellen om de genoemde werkzaamheden vanaf 2020 uit te voeren.

Investeringen bij partners

Ook onze samenwerkingspartners investeren momenteel extra in de aanpak van ondermijning of zullen hiervoor capaciteit moeten vrijmaken of beschikbaar stellen.

10. Communicatie

Communicatie is niet alleen van de gemeente; we kiezen bij de integrale aanpak van ondermijning om met partners samen te werken. Het samen optrekken is noodzakelijk om daadwerkelijk resultaten te behalen. Communicatie is een interactief proces, waarbij partijen informatie uitwisselen. We informeren, betrekken en motiveren collega’s en spelers in het veld. We stemmen communicatie uitingen op elkaar af, zodat er een eenduidig beeld ontstaat en de diverse doelgroepen goed geïnformeerd zijn. Ondermijning is een moeilijke term. We communiceren daarom met heldere, herkenbare voorbeelden waarbij een nog op te stellen kernboodschap ieder keer de basis vormt. We zetten communicatie in als instrument voor meer bewustwording over ondermijning bij alle doelgroepen.

Intern zien we dat medewerkers zich niet altijd bewust zijn van de risico’s op integriteitsovertredingen, ze mogelijk in onschuld meewerken aan enige vorm van ondermijning. Ook constateren we dat ondermijning nog niet bij alle relevante teams voldoende op het netvlies staat en dat het kennisniveau verschilt per collega. De externe situatie leert dat partners terughoudend zijn als het gaat om het communiceren over vormen van ondermijning.

Wat gaan we doen?

Vanaf 2020:

Communicatie over ondermijning gebeurt nu nog in algemene zin en in geprioriteerde gebieden doelgroepgericht. We werken aan een strategie om meer doelgroepgericht in te zetten (maatwerk). We zien dat ondanks dat de samenleving zegt ‘we hebben er geen last van’, het veiligheidsgevoel achterblijft. Het melden van misstanden in wijken en buurten zouden meer moeten plaatsvinden. Ook zullen we doelgroepen moeten overtuigen dat de aanpak van ondermijning een lange adem vergt.

De communicatie richt zich op drie pijlers:

afbeelding binnen de regeling

10.1 Aanpakken van ondermijnende criminaliteit

De communicatie aanpak richt zich hier op het zichtbaar maken van de resultaten van deze aanpak. Dit draagt bij aan het positief effect op het gevoel van veiligheid bij burgers (kijk, er gebeurt wat, melden heeft zin!). Iedere actie dient zorgvuldig te zijn ingestoken, afgewogen en in overleg met partners te worden bedacht en gedaan. De stevige aanpak en het en het communiceren erover heeft een negatief effect op de (potentiële) daders en creëert voor hen een ongunstig vestigingsklimaat.

10.2 Bewustwording bij eigen medewerkers en van partners

Het eigen huis op orde. Communicatie richt zich hier op kennis, houding en gedrag. Op de bewustwording van je eigen rol, het vergroten van inzicht en integriteit. Het zien, horen en zwijgen verbreken en bewust de norm uitdragen. Op dit moment wisselt het kennisniveau per medewerker. Ondermijning heeft niet bij ieder cluster prioriteit. Het is lastig om te weten waar je op moet letten. We nemen stelling: hier staan we voor. Bewustwordingstrainingen, inspiratiesessies en informatiebijeenkomsten leiden tot het juiste kennisniveau en dragen bij tot het (eerder) herkennen en melden van ondermijnende criminaliteit.

10.3 De maatschappij weerbaarder maken

Met communicatie zetten we in op een breed gedragen (wettelijke) norm. Dit doen we door onder andere goedwillende inwoners en ondernemers een podium te geven. Positieve initiatieven te stimuleren. Zij dienen als voor beeld van hoe het ‘hoort; met communicatie willen we de meldingsbereidheid van inwoners vergroten. Melden zorgt waar mogelijk voor optreden, optreden zorgt voor vergroten van het veiligheidsgevoel. We maken de verschillende doelgroepen bewust van de nadelige effecten van ondermijnende criminaliteit met niet mis te verstane campagnes over bijvoorbeeld heling of hennepkwekerijen. No nonsens communicatie.

Ondertekening

Bijlage Activiteitenoverzicht

Deze bijlage biedt een eerste overzicht van de activiteiten die in het kader van de vier pijlers (pag. 5) worden of zijn ondernomen. Hier moet nadrukkelijk bij vermeldt worden dat het een niet in beton gegoten overzicht is dat regelmatig zal worden aangevuld en gespecificeerd. Voor nu biedt het echter een goed beeld van de concrete acties die een bijdrage kunnen gaan leveren aan de doelstellingen.

Hierbij is ervan uitgegaan dat er middelen en formatie beschikbaar zijn of worden gesteld zoals weergegeven in hoofdstuk 9. Wanneer dit niet mogelijk is, zal slechts een beperkt aantal activiteiten kunnen worden uitgevoerd door de huidige bezetting en beperkte middelen die momenteel beschikbaar zijn. De aangegeven activiteiten vanaf 2020 kunnen alleen worden uitgevoerd als er extra middelen beschikbaar worden gesteld.

Pijler 1 Aanpak ondermijnende criminaliteit

Wat

Beoogd resultaat

Met wie

Wanneer

Uitvoering geven aan RIEC casuïstiek

Aanpak georganiseerde criminaliteit

RIEC partners

Doorlopend

Bestuurlijke aanpak hennepkwekerijen

Terugdringen hennepteelt en aanpak achterliggende criminaliteit

Politie, DCMR

Doorlopend

Preventieve bijeenkomsten drugs

Meer kennis over drugs en de aanpak hiervan

YOUZ, Politie, WelzijnE25, scholen en sportverenigingen

2019

Aanpak woonoverlast intensiveren

Minder overlast van arbeidsmigranten, beter inzicht in mensenhandel, paraplu bestemmingsplan

Politie, woningcorporaties

Vanaf 2020

Integraal overleg mensenhandel

Beter overzicht en registratie

Politie, Arbeidsinspectie

Vanaf 2020

Interventieteam vastgoedfraude

Beter overzicht van vastgoedfraude en integrale aanpak

Politie

Vanaf 2020

Integraal overleg witwassen

Beter inzicht in witwaspraktijken door onderzoek en monitor

Politie

Vanaf 2020

Bibob instrument blijven toepassen

Drempel opwerpen voor criminele ondernemers

Politie, RIEC

Doorlopend

Integraal overleg OMG

Beter inzicht verkrijgen en monitoren

Politie

Vanaf 2020

Pijler 2 Bevorderen bestuurlijke en ambtelijke integriteit

Wat

Beoogd resultaat

Met wie

Wanneer

Training Integriteit voor bestuurders en ambtenaren

Bewustwording

RIEC

Vanaf 2020

Awareness trainingen Veilige Publieke Taak

Bewustwording en handelingsperspectief

RIEC

Vanaf 2020

Bibob trainingen

Bewustwording en handelingsperspectief

RIEC/IJzerman

2019

Pijler 3 Versterken informatiepositie

Wat

Beoogd resultaat

Met wie

Wanneer

Inrichtingen Lokaal Informatie Overleg

Overzicht en interventies plegen

Politie

Vanaf 2020

Intern meldpunt ondermijning inrichten

Ontvangen van signalen van collega’s

 

Vanaf 2020

Informeren gehele college

Bewustwording van -en het nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor ondermijning

 

Doorlopend

Training signalering ondermijnende criminaliteit

Bewustzijn collega’s vergroten

RIEC

Vanaf 2020

Pijler 4 Versterken maatschappelijke weerbaarheid

Wat

Beoogd resultaat

Met wie

Wanneer

Communicatie naar ondernemers

Bewustwording, meldingsbereidheid en verantwoordelijkheid bij (bonafide) ondernemers creëren

RIEC, Politie

Vanaf 2020

Vaststellen beleid heling en uitvoering hiervan realiseren

Heling tegengaan en terugdringen

Politie

Doorlopend

Communicatie naar inwoners

Bewustwording, meldingsbereidheid en verantwoordelijkheid creëren

Politie, RIEC

Vanaf 2020

Bredere inzet van Meldpunt Schoon, Heel & Veilig

Meldingsbereidheid vergroten

 

Vanaf 2020