Regeling briefadres gemeente Loon op Zand 2022

Geldend van 18-06-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Loon op Zand 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op zand,

gelet op:

  • artikel 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.27, 2.S2 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

  • artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP);

  • artikel 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP);

  • artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016;

  • het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (NVVB-2016);

overwegende dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen voor de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres, te registreren op een briefadres;

besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Loon op Zand 2022.

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1) briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • 2) briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r en art. 2.42 Wet BRP);

  • 3) briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt;

  • 4) gezinshuishouden:

    • a)

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • b)

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • c)

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

  • 5) Wet BRP: wet basisregistratie personen.

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor een briefadres zijn:

  • 1) het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a)

      dak- of thuisloosheid;

    • b)

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c)

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d)

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee- derde van de tijd;

    • e)

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f)

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals (maar niet uitsluitend) verwarde personen;

    • g)

      langdurig vermiste persoon;

  • 2) verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3) verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4) verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet BRP);

  • 5) verblijf in een door de gemeente aangewezen instelling voor opvang.

Artikel 3 Voorwaarden briefadres

  • 1) De aangifte wordt gedaan in de gemeente Loon op Zand waar het briefadres zich bevindt.

  • 2) De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3) Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a)

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b)

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c)

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d)

      een ingevulde en ondertekende ‘Afspraken briefadres bij gemeente Loon op Zand’ (Bijlage 1), als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

    • e)

      een bewijs van de instelling; als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 3.

  • 4) Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5) Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1 onder f en g, dient de noodzakelijkheid te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6) De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande, toestemming geven een briefadres te houden op hetzelfde woonadres.

  • 7) Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet BRP.

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1) De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2) Als een of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3) Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4) Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt aan de aangifte buiten behandeling gehouden.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • 1) de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, lid onder f en lid 2,3 en lid 4;

  • 2) de aangever langer dan acht maanden gedurende een jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.

  • 3) de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • 4) er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • 5) het briefadres, een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden, een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7;

  • 6) het briefadres een adres betreft waarop geen personen staan ingeschreven;

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1) In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal zes maanden. Deze termijn kan telkens maximaal met zes maanden worden verlengd.

  • 2) In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d en e mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3) In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 3, wordt het briefadres verstrekt voor de duur van het verblijf.

  • 4) Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 5) In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 6) De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 7) Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken voor de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum, hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Aanwijzing rechtspersoon om als briefadresgever op te treden

  • 1) Een rechtspersoon kan alleen als briefadresgever een briefadres ter beschikking stellen indien het betreft een rechtspersoon die zijn zetel heeft in Nederland en die door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen om als briefadresgever in zijn gemeente op te treden. Het college wijst de volgende rechtspersoon aan om als briefadresgever op te treden, zoals in artikel 2.42 onder b van het Wet BRP bepaald:

    • a)

      Gemeente Loon op Zand (Burger zaken en Sociaal Domein)

  • 2) De rechtspersoon die als briefadresgever een briefadres ter beschikking stelt kan –de verklaring van instemming schriftelijk - zonder opgaaf van reden óf onder opgaaf van reden – ten alle tijden – nadat deze de briefadreshouder hierover schriftelijk heeft geïnformeerd (?) intrekken.

Artikel 8 inlichtingenplicht

  • 1) Onverminderd het gestelde in artikel 2 tot en met 6 is de zowel de briefadresgever als de briefadresnemer verplicht om het college op eigen initiatief alle inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres;

Artikel 9 Beëindigen briefadres

  • 1) Als de briefadresgever meldt dat betrokkene niet meer bereikbaar is, dient hij dit schriftelijk te verklaren. De gemeente moet hierop een onderzoek instellen naar de nieuwe woon- of verblijfplaats van betrokkene.

  • 2) De briefadreshouder dient het briefadres te beëindigen, als de redenen genoemd in artikel 2 op hem niet meer van toepassing zijn.

  • 3) Blijft een verzoek om verlenging van het briefadres achterwege of wordt na afloop van de termijn(en) geen aangifte van adresverandering gedaan, dan start de gemeente de procedure “adresonderzoek BRP”, met als mogelijk resultaat, opschorting van de bijhouding van de persoonslijst wegens emigratie met als reden "vertrek uit Nederland".

Artikel 10 Bestuurlijke boete

  • 1) Onverminderd het gestelde in deze regeling, is zowel de briefadresgever als de briefadreshouder verplicht om op verzoek van het college alle inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2) De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3) Aan degene die niet voldoet aan de verplichting als bedoeld in eerste lid kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste € 325,--.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan door het college worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling. Van onbillijkheid kan sprake zijn als het strikt vasthouden aan de regeling als onredelijk kan worden aangemerkt of als er onevenredige schade zou ontstaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2022 en vervangt de oude regeling briefadres gemeente Loon op Zand, vastgesteld op 18 februari 2020.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Loon op Zand 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24-05-2022.

Het college van burgemeester en wethouders;

de secretaris,

V.D.A. Pouw

de burgemeester,

J. van Aart

Bijlage 1:

Afspraken briefadres bij gemeente Loon op Zand

Algemene voorwaarden gebruik briefadres gemeente Loon op Zand op grond van …………………….., van de Regeling briefadres gemeente Loon op Zand.

Het briefadres wordt in overleg met het Sociaal Domein aangevraagd via burgerzaken. Om in aanmerking te kunnen komen voor een briefadres moet u zich kunnen legitimeren en in het bezit zijn van een geldige verblijfsstatus.

Ik ga akkoord met de onderstaande regels:

  • 1.

    Ik meld mij …… wekelijks bij de receptie van het gemeentehuis om (eventuele) post op te halen. Dit kan tijdens de openingstijden van het gemeentehuis;

  • 2.

    Ik weet dat het briefadres van tijdelijke aard is;

  • 3.

    Ik ben op de hoogte van de afspraak dat ik wanneer ik langer dan ….. weken geen post ophaal bij de receptie, zonder daarover overleg te hebben gehad, de inschrijving op het briefadres kan vervallen;

  • 4.

    Wijzigingen in mijn woonsituatie, zoals het vinden van woonruimte, opname in ziekenhuis/kliniek, verblijf in een andere gemeente óf vertrek naar het buitenland meld ik direct aan het team Sociaal Domein en/of Burgerzaken. Ik ben op de hoogte van het feit dat een dergelijke wijziging consequenties kan hebben voor de inschrijving op het briefadres;

  • 5.

    Ik gebruik het briefadres niet voor commerciële doeleinden of registratie van een bedrijf bij de Kamer van Koophandel;

  • 6.

    Op het briefadres ontvang ik alleen de officiële post, geen pakketten van onder andere aangetekende brieven;

  • 7.

    Ik verstrek desgevraagd alle informatie met betrekking tot het briefadres aan de gemeente Loon op zand;

Door ondertekening van dit formulier ga ik akkoord met bovengenoemde voorwaarden.

Datum : ____________________________________

Naam : ____________________________________

Handtekening : ____________________________________

Het briefadres wordt afgegeven:

BSN verzoeker

Achternaam

Voornamen (voluit)

Geboortedatum

Naam/BSN/Geb. datum partner

Naam/BSN/Geb. datum kind

Naam/BSN/Geb. datum kind

Telefoonnummer

E-mailadres

Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Loon op Zand

Algemeen

Deze Regeling briefadres heeft als doel om het misbruik van briefadressen in de Wet BRP tegen te gaan en daarnaast briefadressen in de Wet BRP mogelijk te maken voor kwetsbare burgers.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting artikel 1 lid 1 sub c:

Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan:

  • 1.

    een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap,

  • 2.

    een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd,

  • 3.

    een gehuwd ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote),

  • 4.

    een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub a:

Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij een van de opvanginstellingen. Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub b:

Hierbij valt te denken aan het tijdelijk ontbreken van een woonadres in verband met de ver- en aankoop van een woning of in verband met het verbreken van samenwoning.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub c:

Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers en kermismedewerkers. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, uiteraard uitsluitend indien zij geen woonadres hebben.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub d:

Personen kunnen een briefadres kiezen, wanneer zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaan en niet meer beschikken over een woonadres.

Op grond van artikel 2.43 Wet BRP is de persoon die voor een periode van meer dan 8 maanden van het jaar naar het buitenland vertrekt, verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub e:

Personen die beroepshalve varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en naar redelijke verwachting niet langer dan twee jaar buiten Nederland verblijven, zijn niet verplicht aangifte van vertrek te doen op grond van artikel 29 van het Besluit BRP.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub f:

Deze kwetsbare groep kampt mogelijk met de gevolgen van bijvoorbeeld een verslaving, psychiatrische aandoening of verstandelijke beperking. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige, medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de Wet BRP.

Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Ook vergroot het de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen.

Zonder inschrijving in de Wet BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een inschrijving op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk . Waar nodig wordt het briefadres ambtshalve toegekend op een adres van een gemeentelijke instelling.

Toelichting artikel 2 lid 1 sub g:

Met een langdurig vermist persoon wordt bedoeld een persoon, die:

  • 1)

    tegen redelijke verwachting in afwezig is uit zijn of haar gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving,

  • 2)

    waarvan de verblijfplaats van de persoon onbekend is, en

  • 3)

    het in diens belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

Gemeenten kunnen te maken krijgen met de melding dat een persoon is vermist. In het protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing, is vermeld dat in overleg de vermiste persoon kan worden geregistreerd met een briefadres op het adres van de melder.

Toelichting artikel 2 lid 2:

In de circulaire ‘BRP en briefadres’ van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is opgenomen dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres, ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

Toelichting artikel 2 lid 3:

Het betreft hier instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

Toelichting artikel 3, lid 1:

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven, is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Toelichting artikel 3, lid 2 en 3;

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45, lid 2 van de Wet BRP. In de schriftelijke verklaring van aangifte dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden, te overleggen. De vragenlijst briefadres is als bijlage 1 bijgevoegd.

Toelichting artikel 3, lid 4:

In de regel kan de verklaring van de burgemeester niet direct bij de aangifte worden overgelegd. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 3, lid 6:

‘Maximaal’ 2 briefadressen betekent maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden of één gezinshuishouden en één alleenstaande.

Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 8.

Toelichting artikel 3, lid 7:

Als de gemeente zelf of een instelling voor maatschappelijke opvang als briefadresgever optreedt, is de beperking die lid 6 vermeldt, niet van toepassing.

Toelichting artikel 4:

Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek, het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken.

De aangever kan in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen, eenmalig te verlengen met veertien dagen.

Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult - of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd over het besluit dat aan de aangifte briefadres geen gevolg wordt gegeven wegens het ontbreken van de gevraagde documenten, met inachtneming van artikel 2.60 Wet BRP. Hiertegen is bezwaar mogelijk.

Het is toegestaan om in de mededeling tot aanvulling van gegevens (4:5 Awb), al melding te maken van het voornemen om aan de aangifte geen gevolg te geven (4:7 Awb) in het geval dat niet voldaan wordt aan de aanvulling.

Toelichting artikel 5:

Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres. In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden, vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4), zal het college zelf altijd de afweging maken tot al dan niet toekennen van een briefadres.

Het is toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is niet in strijd met artikel 2.38 Wet BRP.

Toelichting artikel 5 lid 1:

Er kan geen briefadres gekozen worden als de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. In de situatie dat betrokkene geen woonadres heeft, moet gekozen warden voor een briefadres.

Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen.

Toelichting artikel 5 lid 5:

Met de hierin vermelde weigeringsgrond, wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts een briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezinshuishouden als een briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op een adres.

Toelichting artikel 6 lid 1:

Om het tijdelijke karakter van een korte overbrugging tussen twee woonadressen te bevestigen, is besloten om een briefadres voor een periode van maximaal drie maanden te verlenen met de mogelijkheid tot telkens een verlenging met maximaal drie maanden.

Verlenging is mogelijk zolang de situatie waarvoor het briefadres is toegestaan, voortduurt. Deze periode van drie maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na drie maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo er op toe te zien, dat hij/zij niet op het briefadres blijft staan ingeschreven terwijl hij inmiddels een woonadres heeft.

Als de briefadreshouder een verzoek doet om na de overeengekomen termijn ingeschreven te blijven op zijn briefadres, dan wordt opnieuw beoordeeld of hij aan de voorwaarden die zijn gesteld in deze regeling, voldoet.

Toelichting artikel 7 , lid 1

In dit artikel worden deze rechtspersonen limitatief benoemd. Uiteindelijk bepaalt het college of inschrijving op dit briefadres ook daadwerkelijk mogelijk is.

Toelichting artikel 7, lid 2

Elke briefadresgever die een briefadres ter beschikking stelt, kan de schriftelijke verklaring van instemming intrekken. De rechtspersoon moet aantonen de briefadreshouder te hebben geïnformeerd. Een geldende verklaring van instemming is een voorwaarde voor inschrijving op een briefadres. Indien deze door intrekking ontbreekt, eindigt de inschrijving op het briefadres.

Toelichting artikel 8

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.

Toelichting artikel 9, lid 1

Een briefadresgever kan op een gegeven moment aan de gemeente schriftelijk (noodzakelijk van belang voor eventuele latere rechtelijke procedure) melden dat betrokkene voor hem niet meer bereikbaar is en niet meer kan voldoen aan de verplichting van het doorsturen van de post. In zo’n situatie wordt niet langer meer voldaan aan de voorwaarden van deze regeling en dient bij de briefadreshouder de feitelijke verblijfsituatie (in casu het briefadres) nader onderzocht te worden. Van de overheid wordt verwacht (dit blijkt uit allerlei rechtelijke uitspraken) dat zij zich actief opstelt (ondanks dat de betrokkene zijn plicht niet nakomt) en gedegen onderzoek doet om tot een besluit te komen. voor dit onderzoek, dat wordt uitgevoerd conform het landelijke protocol “adresonderzoek BRP”, kan de door de gemeente aangewezen toezichthouder BRP worden ingeschakeld.

Als uit het onderzoek blijkt dat betrokkende niet bereikbaar is, zal dit leiden tot een besluit ambtshalve uitschrijving uit het BRP met als reden “vertrek uit Nederland”. Het voornemen en het besluit worden op naam van de betrokkene verstuurd naar het in de BRP geregistreerde (brief)adres. Tevens wordt een kennisgeving van het besluit gepubliceerd op de voor de gemeente gebruikelijk wijze.

Toelichting artikel 9, lid 1 2 en 3

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of een ander briefadres wil beschikken., dan moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het huidige briefadres ts verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.

Als een nieuwe aangifte achterwege blijft, dan zal dit leiden tot het opstarten van bovengenoemd “adresonderzoek BRP”.

Toelichting artikel 10

Op grond van artikel 4.17 Wet BRP, kan een bestuurlijke boete worden opgelegd als er geen of een onjuiste aangifte van een (brief)adres wordt gedaan. Dit geldt ook voor de verplichting voor zowel de briefadreshouder als ook voor de briefadresgever om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders, inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor een juiste bijhouding van de basisregistratie zoals bepaald in artikel 2.45 Wet BRP. Voor de op te leggen bestuurlijke boete, geldt een maximaal bedrag van € 325,-.

Toelichting artikel 11

In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de eenmalige verlenging zoals vastgelegd in artikel 6 lid 4 van de regeling. Individuele omstandigheden kunnen er toe leiden dat er nog een extra verlenging van de termijn wordt overeengekomen.

Een ander voorbeeld van een gerechtvaardigde afwijking is een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten.

Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit kan zich voordoen bij kwetsbare of bedreigde personen in de opvang conform de circulaire BRP en briefadres (kenmerk 2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016. In deze circulaire zijn de mogelijkheden aangegeven die bewoners van opvanghuizen hebben om in de Wet basisregistratie personen (BRP) een briefadres te kiezen bij een gemeente of aan het kantoor van een opvanghuis.

Toelichting artikel 12

De beleidsregel gaat bij nieuwe aanvragen direct en onverkort gelden. Dit betekend dat voor nieuwe situaties geen overgangsperiode wordt opgenomen.