Openstellingsbesluit POP3+ Klimaat en Kaderrichtlijn waterdoelen 2022

Geldend van 15-06-2022 t/m heden

Intitulé

Openstellingsbesluit POP3+ Klimaat en Kaderrichtlijn waterdoelen 2022

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

gelet op artikel 1.3 van de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân;

BESLUITEN

De maatregel ‘niet-productieve investeringen water’ als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in hoofdstuk 2, paragraaf 6 van de Regeling POP3 subsidies provincie Fryslân open te stellen voor aanvragen; en

Het Openstellingsbesluit POP3+ Klimaat en Kaderrichtlijn waterdoelen 2022, als volgt vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In aanvulling op de definities in artikel 1.1 van de Subsidieregeling wordt in dit besluit verstaan onder:

  • 1.

    Bergen van water: het tijdelijk opslaan van een teveel aan water om schade te voorkomen;

  • 2.

    Conserveren van water: het zo lang mogelijk vasthouden van water in de bodem ter voorkoming van verdroging en van droogteschades als gevolg daarvan;

  • 3.

    Klimaatdoelen: verminderen van kwetsbaarheid van het watersysteem voor de gevolgen van zeespiegelstijging en voor extreme weersomstandigheden die als gevolg van klimaatverandering ontstaan. Dit laatste gaat zowel om situaties met extreme droogte als om situatie met wateroverlast. Deze doelen worden voor Fryslân beschreven in het regionaal waterprogramma.

  • 4.

    Klimaatmaatregelen: maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering voor het watersysteem en de daarvan afhankelijke functies op te vangen;

  • 5.

    KRW: Kaderrichtlijn Water, de Europese richtlijn die tot doel heeft uiterlijk in 2027 een goede chemische en ecologische waterkwaliteit te bereiken in alle Europese oppervlaktewateren en grondwateren en de lidstaten verplicht de daartoe noodzakelijke maatregelen te nemen;

  • 6.

    KRW-doelen: doelen gericht op een betere waterkwaliteit, waarmee voldaan wordt aan de vereisten van de Kaderrichtlijn Water. Deze doelen zijn voor Fryslân beschreven in de KRW-nota’s;

  • 7.

    KRW-maatregelen: maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de Friese KRW-doelen;

  • 8.

    KRW-nota’s: de nota waarin de provincie Fryslân de doelen en (op hoofdlijnen) de maatregelen samenvat voor de Kaderrichtlijn Water, voor de periode 2022-2027 (Notitie KRW in Fryslân), en de KRW-beslisnota 2022-2027 d.d. 23 november 2021 van het Wetterskip Fryslân, beide te vinden op www.fryslan.frl/pop3;

  • 9.

    KRW-opgavenkaart POP3 2021: kaart met daarop aangegeven de locaties, wateren en gemalen waarvoor KRW-opgaven gelden. De functies van de watergangen op deze kaart zijn ingetekend via hartlijnen door het waterlichaam: deze lijnen zelf zeggen dus niets over daadwerkelijke breedte ter plaatse, vorm, nevengeulen, meanders e.d. De kaart is te vinden op www.fryslan.frl/pop3;

  • 10.

    Natuurvriendelijk inrichten: aanleggen en/of inrichten van ondiepe waterzones met een waterbreedte van minimaal 3 meter tot op een waterdiepte van maximaal 0,7 meter;

  • 11.

    Regionaal waterprogramma: het regionale waterplan bedoeld in artikel 4.4. van de Waterwet, waarin de provincie de hoofdlijnen van het in Fryslân te voeren waterbeleid vastlegt, voor de periode 2022-2027. Dit beleid is gericht op de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast en de inrichting van watersystemen met voldoende en schoon water. Het Regionaal waterprogramma wordt door Provinciale Staten van Fryslân vastgesteld in de 1e week van juli 2022 en is te vinden op Ontwerp Regionaal Waterprogramma | Fryslan;

  • 12.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • 13.

    Subsidieregeling: Regeling POP3 subsidies provincie Fryslân zoals gewijzigd vastgesteld op 16 november 2021;

  • 14.

    Tracé: strekkende kilometer watergang.

  • 15.

    Vasthouden van water: het tijdelijk of gedurende langere tijd opslaan van water om schade als gevolg van wateroverlast en/of watertekorten tegen te gaan;

  • 16.

    Verbreden van hoofdwatergangen: verbreden van hoofdwatergangen die smaller zijn dan gemiddeld 5 meter, waarbij verbreding plaatsvind met minimaal 1 meter of verbreden van hoofdwatergangen breder dan gemiddeld 5 meter, waarbij verbreding plaatsvindt met minimaal 2 meter. De hoofdwatergangen zijn te vinden op de KRW-opgavenkaart POP3 2021;

  • 17.

    Vispassage: voorziening die het voor vissen mogelijk maakt obstakels als stuwen, gemalen en dergelijke, te passeren.

  • 18.

    Zomerperiode: de maanden april tot en met september

Artikel 2 Openstellingsperiode

  • 1. Een aanvraag voor subsidie op grond van paragraaf 2.6 van de Subsidieregeling, voor activiteiten zoals bedoeld in dit openstellingsbesluit, kan worden ingediend van 15 juni 2022, 9.00 uur tot en met 1 augustus 2022, 17.00 uur.

  • 2. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze, overeenkomstig artikel 8 van dit openstellingsbesluit, binnen de in het vorige lid genoemde openstellingstijdvak is ontvangen door het SNN.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten zoals bedoeld in dit openstellingsbesluit bedraagt, voor de in artikel 2 bedoelde openstellingsperiode op € 2.656.000. Het subsidieplafond bestaat uit € 1.328.000 Europese middelen (ELFPO) en € 1.328.000 overheidsmiddelen.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1. Overeenkomstig artikel 2.6.2 van de Subsidieregeling, kan subsidie uitsluitend worden aangevraagd en ontvangen door:

    • a.

      landbouwers;

    • b.

      grondeigenaren;

    • c.

      grondgebruikers;

    • d.

      landbouworganisaties;

    • e.

      natuur- en landschapsorganisaties;

    • f.

      provincies;

    • g.

      waterschappen;

    • h.

      gemeenten;

    • i.

      samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen in één of meerdere van de volgende KRW-maatregelen, die plaatsvinden op de in het tweede en derde lid genoemde locaties, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden (b.v. enting planten) en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken

    • a.

      verbreding van te smalle niet KRW hoofdwatergangen, zoals aangegeven op de KRW opgavenkaart POP3 2021;

    • b.

      verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting van KRW-hoofdwatergangen of KRW-boezemkanalen;

    • c.

      aanleg of inrichting van gronden in KRW-meren of -plassen tot een maximale gemiddelde breedte van 20 meter of aanleg of inrichting van gronden die in verbinding (komen te) staan met de boezem, zodanig dat vissen het gebied in en uit kunnen komen in de paaiperiodes van de meeste vissoorten, waarbij in de zomerperiode een 1/5 deel van de gronden permanent onder water staat met een maximale gemiddelde waterdiepte tot 0,7 meter diep (gemiddeld), wat niet mag verlanden;

    • d.

      maatregelen ter voorkomen van baggeraanwas;

    • e.

      aanleggen van vispassages.

  • 2. De maatregelen in het eerste lid, onderdeel a t/m d, dienen uitgevoerd te worden in of langs de volgende locaties: NL02V12-Groote Wielen, NL02L9 Fries kleigebied- zoete polderkanalen. Deze locaties zijn aangegeven op de KRW opgavenkaart POP3 2021, waarbij een straal tot 500 meter buiten de locaties als grens aangehouden wordt.

  • 3. De maatregel in het eerste lid, onderdeel e, dient uitgevoerd te worden op de daartoe aangewezen locaties. Deze locaties zijn aangegeven op de KRW opgavenkaart POP3 2021.

  • 4. Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen in Klimaatmaatregelen die bijdragen aan het conserveren van water en aan een hogere grondwaterstand en/of maatregelen die leiden tot het vasthouden of bergen van water, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken, met uitzondering van drainage. De maatregelen mogen uitsluitend één of meerdere van de volgende activiteiten betreffen:

    • het ondieper maken van of dempen van sloten waarbij het eventueel verlies aan berging wordt gecompenseerd;

    • aanleg van infiltratiegreppels en -gronden in zandgebieden;

    • opzetten peilen;

    • inrichting van bergings- of retentiegebieden;

    • omzetten van (delen van) winterpolders naar zomerpolders of boezemgebied en van (delen van) zomerpolders naar boezemgebied;

    • het vergroten van het oppervlak open water in te smalle watergangen

    • inrichten van gebieden in beekdalen of elders in vrij afwaterende gebieden ten behoeven van het bergen van water of het vasthouden van water;

    • aanpassing van de waterhuishoudkundige inrichting en kunstwerken met het oog op het vertragen van de afvoer van water tijdens afvoerpieken;

    • compenserende maatregelen voor laagste percelen om watersysteem klimaatbestendig te maken, zoals ophogen;

    • 10°

      minder kwetsbaar maken van watersystemen door lage gronden om te vormen of in te zetten voor het bergen van water;

    • 11°

      Vertragen van inklinking en veenafbraak door het verhogen van het waterpeil in (delen van) veenweidegebieden tot 0,6 meter onder maaiveld.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover de kosten direct samenhangen met de investering:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      de kosten van verwerving van onroerende zaken;

    • c.

      de kosten van aankoop van grond;

    • d.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • e.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de Subsidieregeling;

    • f.

      de kosten van projectmanagement en projectadministratie;

  • 2. In aanvulling op de in het eerste lid genoemde kosten komen tevens de voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12, derde en vierde lid van de Subsidieregeling voor subsidie in aanmerking.

  • 3. In afwijking van artikel 1.12, eerste lid, van de Subsidieregeling behorende uitsluitend de volgende kostentype tot de subsidabele kosten:

    • a.

      personeelskosten die zijn berekend conform artikel 1.9 of 1.9a van de Subsidieregeling;

    • b.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

Artikel 7 Aanvraag

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 1.7 van de Subsidieregeling wordt een subsidieaanvraag ingediend bij het SNN door middel van een daarvoor ontwikkelde web-portal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.

  • 2. Een subsidieaanvraag omvat:

    • a.

      een projectplan conform format SNN;

    • b.

      een begroting voor de activiteit of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd conform format SNN;

    • c.

      een toelichting op de begroting;

    • d.

      een sluitend financieringsplan voor de kosten van de activiteit of activiteiten, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • e.

      een kaart met daarop aangegeven de locatie of locaties waar de maatregelen worden uitgevoerd of, indien deze locatie of locaties nog niet exact bekend is, een zoekgebiedenkaart voor de maatregelen;

    • f.

      indien voor het uitvoeren van de betreffende maatregelen vergunning of andere besluiten nodig zijn bevat de subsidieaanvraag een omschrijving van die benodigde vergunningen of besluiten. Indien de maatregelen naar waarschijnlijkheid leiden tot negatieve omgevingseffecten bevat de subsidieaanvraag tevens een omschrijving van deze verwachte omgevingseffecten.

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten, inclusief niet verrekenbare of niet compensabele btw.

  • 2. Indien de subsidiabele kosten lager zijn dan € 200.000 wordt geen subsidie verleend.

Artikel 9 Rangschikking op basis van een investeringslijst

  • 1. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden op grond van artikel 1.15b van de Subsidieregeling gerangschikt op basis van een investeringslijst zoals opgenomen in bijlage 1 bij dit openstellingsbesluit.

  • 2. Op basis van de investeringslijst wordt per KRW-maatregel uit het projectplan een aantal punten toegekend. Voor iedere aanvrager wordt het totaal aantal punten opgeteld, waarna de aanvragen worden gerangschikt van meest behaalde punten naar minst behaalde punten.

  • 3. Om voor subsidie in aanmerking te komen is ten minste een score van 1 punt vereist.

  • 4. Indien meerdere aanvragen hetzelfde aantal punten scoren en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, worden projecten met zowel KRW- als klimaatmaatregelen hoger gerangschikt dan projecten met een van deze categorieën maatregelen. Het vervolg van de rangschikking wordt bepaald door het project met de hoogste puntenscore voor KRW-maatregelen.

  • 5. Indien ook na toepassing van de procedure genoemd in het vorige lid, twee of meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de toe te kennen subsidiebedragen overstijgt het subsidieplafond, dan wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Subsidieregeling wordt subsidie geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvraag is ontvangen buiten de openstellingsperiode als aangegeven in artikel 2, eerste lid, van dit openstellingsbesluit;

  • 2.

    De aanvrager niet valt binnen de doelgroep zoals bepaald in artikel 4 van dit openstellingsbesluit;

  • 3.

    De activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet zijn aan te merken als subsidiabele activiteiten zoals beschreven in artikel 5 van dit openstellingsbesluit;

  • 4.

    De subsidiabele kosten lager zijn dan € 200.000.

  • 5.

    Indien overheden subsidie aanvragen, en zij minder dan 50% van het aangevraagde subsidiebedrag aan middelen zelf bijdragen.

Artikel 11 Bevoorschotting op basis van realisatie

In aanvulling op artikel 1.23 van de Subsidieregeling kan maximaal één keer per kalenderjaar een voorschot worden verleend op basis van realisatie.

Artikel 12 Verplichtingen

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 1.17 van de Subsidieregeling is de subsidieontvanger verplicht de subsidiabele activiteit(en) uiterlijk op 30 december 2024 te realiseren

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Dit openstellingsbesluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Bijlage 1 maakt integraal deel uit van dit openstellingsbesluit.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit POP3+ Klimaat en Kaderrichtlijn water-doelen 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 mei 2022

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius-Riemersma, MBA MCM

Bijlage 1 Investeringslijst: maatregelen en puntenscore

KRW-maatregel

Punten

Eenheid

Verbreding van te smalle niet KRW hoofdwatergangen

1

aantal hele km*

Verbreding en/of natuurvriendelijke inrichting KRW-hoofdwatergangen of KRW-boezemkanalen

3

aantal hele km*

aanleg of inrichting van gronden in KRW-meren of -plassen tot een maximale gemiddelde breedte van 20 meter of aanleg of inrichting van gronden die in verbinding (komen te) staan met de boezem, zodanig dat vissen het gebied in en uit kunnen komen in de paaiperiodes van de meeste vissoorten, waarbij in de zomerperiode een 1/5 deel van de gronden permanent onder water staat met een maximale gemiddelde waterdiepte tot 0,7 meter diep (gemiddeld), wat niet mag verlanden;

2

aantal ha

Het nemen van maatregelen ter voorkomen van baggeraanwas

2

aantal hele km

Het aanleggen van vispassages

3

per vispassage

*De totale score wordt berekend door vermenigvuldiging van het aantal punten per maatregel maal het aantal hele kilometers dat wordt gerealiseerd per tracé (dus niet over hetzelfde tracé tweemaal de lengte rekenen).

Klimaatmaatregel

Punten

Eenheid

Maatregelen, die bijdragen aan het conserveren van water in of op de bodem en aan een hogere grondwaterstand en/of maatregelen die leiden tot het vasthouden of bergen van water, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en aanleg of benodigde aanpassing van kunstwerken, met uitzondering van drainage.

Maatregelen betreffen:

  • het ondieper maken van of dempen van sloten waarbij het eventueel verlies aan berging wordt gecompenseerd;

  • aanleg van infiltratiegreppels en -gronden in zandgebieden;

  • opzetten peilen;

  • inrichting van bergings- of retentiegebieden;

  • omzetten van (delen van) winterpolders naar zomerpolders of boezemgebied en van (delen van) zomerpolders naar boezemgebied;

  • het vergroten van het oppervlak open water in te smalle watergangen zoals bedoeld in de KRW opgavekaart POP3 2021

  • inrichtien van gebieden in beekdalen of elders in vrij afwaterende gebieden ten behoeven van het bergen van water of het vasthuoden van water;

  • aanpassing van de waterhuishoudkundige inrichting en kunstwerken met het oog op het vertragen van de afvoer van water tijdens afvoerpieken;

  • compenserende maatregelen voor laagste percelen om watersysteem klimaatbestendig te maken, zoals ophogen;

  • 10°

    minder kwetsbaar maken van watersystemen door lage gronden om te vormen of in te zetten voor het bergen van water;

1

Plus

1

per maatregel

per 50.000 m3 vastgehouden grondwater en/of water dat geborgen kan worden in watergangen, op maaiveld of in de bodem.

  • 11°

    Vertragen van inklinking en veenafbraak door het verhogen van het waterpeil in (delen van) veenweidegebieden tot 0,6 meter onder maaiveld.

1

per maatregel

Toelichting

Algemeen

De POP3+ maatregel niet-productieve investeringen water is gericht op niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen. Niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben.

Deze openstelling richt zich specifiek op maatregelen die bijdragen aan de realisatie van KRW- en/of klimaatdoelen. Deze doelen zijn voor Fryslân beschreven in het waterhuishoudingsplan van de provincie (Vierde Waterhuishoudingsplan, 20 april 2016 door Provinciale Staten vastgesteld en is te vinden op: https://www.fryslan.frl/_flysystem/media/%5B2%5D%20WHP4.pdf) en KRW-nota’s: de nota waarin de provincie Fryslân de doelen en (op hoofdlijnen) de maatregelen samenvat voor de Kaderrichtlijn Water, voor de periode 2022-2027 (Notitie KRW in Fryslân), en de KRW-beslisnota 2022-2027 d.d. 23 november 2021 van het Wetterskip Fryslân, beide te vinden op www.fryslan.frl/pop3

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De subsidiabele activiteiten dragen bij aan het focusdoel: Behoud en versterking biodiversiteit en omgevingskwaliteit. Het doel van de Kaderrichtlijn water draagt immers direct bij aan een verbeterde omgevingskwaliteit én aan het versterken door de biodiversiteit.

De KRW-nota’s geven de KRW-maatregelen weer die bij de besluitvorming van de nota's als meest doelmatig en kosteneffectief zijn beoordeeld. Het betreft bovenwettelijke gebiedsgerichte maatregelen. De lijst van maatregelen die voor subsidie in aanmerking komt, bevat een selectie van KRW-maatregelen uit de KRW-Nota’s. De niet-geselecteerde maatregelen worden op andere wijze gefinancierd.

De effectiviteit van de KRW maatregelen uit de lijst wordt versterkt door de maatregelen uit te voeren op daarvoor geselecteerde locaties. Deze locaties staan vermeld op de KRW-opgavenkaart POP3 2021. In deze openstelling zijn een beperkt aantal locaties op KRW-opgavenkaart POP3 opengesteld. Deze zijn op basis van expert judgement vastgesteld. De KRW-Opgavenkaart POP3 2021 is door het College van Gedeputeerde Staten vastgesteld (d.d. 6 april 2021).

De subsidiabele activiteiten dragen tevens bij aan focusdoel: klimaatadaptatie, het tegengaan en/of verminderen van de effecten van grote watertekorten en – overschotten en toenemende verzilting. Het klimaatbeleid voor Fryslân is beschreven in het Waterhuishoudingsplan van de provincie Fryslân. Het klimaatbeleid bevat een trits aan voorkeursmaatregelen: eerst vasthouden, dan bergen en daarna pas afvoeren. Dit ter voorkoming van wateroverlast en/of -tekorten. Deze trits vormt de basis voor de te subsidiëren klimaatmaatregelen.

Artikel. 5 eerste lid onder c: “aanleg of inrichting van gronden in KRW-meren of -plassen tot een maximale gemiddelde breedte van 20 meter of aanleg of inrichting van gronden die in verbinding (komen te) staan met de boezem, zodanig dat vissen het gebied in en uit kunnen komen in de paaiperiodes van de meeste vissoorten, waarbij in de zomerperiode een 1/5 deel van de gronden permanent onder water staat met een maximale gemiddelde waterdiepte tot 0,7 meter diep (gemiddeld), wat niet mag verlanden”

Hiermee wordt beoogd dat in de KRW meren en -plassen, luwe ondiepe zones ontstaan, door nieuwe inrichting of door aankoppelen van bv zomerpolders of boezemland aan de boezem. Het geschikt maken van bestaande luwe zones door herintroductie van vegetatie of maatregelen ter voorkoming van overbegrazing van de watervegetatie kan hier ook aan bijdragen. Het doel is dat waterplanten gaan groeien en paai of opgroeigebieden ontstaan voor vis en andere fauna. In het algemeen zijn de KRW-meren en -plassen zo variabel (vele meren en meertjes in Friesland), dat het soort maatregel om het doel te bereiken, zeer divers kan zijn. Dit is ook de reden dat voor deze artikelen gemiddelden, zijn opgenomen voor de breedte en waterdiepte.

Artikel. 5 eerste lid onder e: Dit betreffen maatregelen aan de oevers om afkalving (afbrokkelen van oevers) tegen te gaan of de effecten ervan te minimaliseren, b.v. uitrasteren van vee, het plaatsen van kokosrollen, enten van planten langs de oever om een bufferzone te creëren of afrasteren vegetatie in het water om vraat tegen te gaan.

Artikel 5 vierde lid

Investeringen in klimaatmaatregelen moeten eenzelfde link met de landbouw hebben: ze leiden tot een robuust watersysteem dat ten goede komt aan de landbouw in het algemeen of de maatregelen compenseren negatieve effecten van een (lokaal) op de landbouw toegesneden waterhuishouding (uit het verleden). De in dit lid bedoelde maatregelen zijn, in tegenstelling tot de maatregelen uit het eerste lid niet locatie gebonden.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Onderdeel van de subsidiabele kosten kan zijn de aankoop van grond. In dat geval zijn de voorwaarden van artikel 1.10 van de Subsidieregeling onverkort van toepassing. Inrichtingsmaatregelen op de (aangekochte) grond vallen onder ‘verbetering’ van de gronden.

Artikel 6, derde lid, onderdeel a

Voor POP3+ is de mogelijkheid toegevoegd om gebruik te maken van een Standard Cost Option (SCO). Voor deze openstelling is de SCO op basis van artikel 1.9a van de Subsidieregeling als kostensoort toegestaan. Dit houdt in dat er over de kosten derden binnen het project, die geen verband houden met de uitvoering van overheidsopdrachten voor werken met een waarde boven het Europese drempelbedrag, een opslag voor personeelskosten berekend mag worden zonder dat hier een administratieve verplichting tegenover staat in de vorm van onderbouwing van het uurtarief, of het bijhouden van een urenregistratie. Deze opslag wordt berekend door de som van de kosten derden binnen het project te vermenigvuldigen met 20%, waarna dat bedrag wordt vermeerderd met een opslag van 15% aan overheadkosten. Als Bijvoorbeeld:

Totale subsidiabele kosten derden: € 300.000,00

Opslag personeelskosten: 300.000 * 0.2 * 1.15 = € 69.000,00

Subsidiebedrag: (€ 300.000,00 + € 69.000,00) * 100% = € 369.000,00

Artikel 8 Hoogte subsidie

In het geval BTW aantoonbaar niet verrekenbaar of niet compensabel is, dan mag dit meegenomen worden bij de berekening van de hoogte van de subsidiabele kosten.

Er geldt een ondergrens van € 200.000 aan subsidiabele kosten voor subsidietoekenning. Projecten waarvoor de subsidiabele kosten van de subsidieaanvraag lager uitvalt dan deze ondergrens, komen niet voor subsidie in aanmerking. Met deze bepaling wil de provincie de ontwikkeling bevorderen van grote, robuuste projecten waarmee in de praktijk meters worden gemaakt.

Artikel 9 Rangschikking en Bijlage 1 Maatregelen en puntenscore

In de openstelling is precies aangegeven binnen welke termijn een aanvraag moet zijn ontvangen. Deze termijnen worden strikt in acht genomen. De tendersystematiek van deze regeling staat niet toe dat na sluiting van de indiendingstermijn de aanvragen alsnog inhoudelijk worden aangevuld of gewijzigd.

Na sluiting van de indieningstermijn worden in beginsel alle aanvragen inhoudelijk beoordeeld – behoudens de gevallen die buiten behandeling worden gelaten of waarop een directe wei-gingsgrond van toepassing is - en in een rangorde op een lijst geplaatst. De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat aan het project is toegekend. Voor elk project geldt dat een minimum aantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te komen. Het doel van deze systematiek is de beste projecten uit het totaalaanbod te selecteren. Als consequentie hiervan bestaat de mogelijkheid dat, indien binnen een tender het subsidieplafond wordt overschreden, de projecten met de laagste scores geen subsidie ontvangen.

Afhankelijk van het type maatregel en het type water waarin de maatregelen worden uitgevoerd, worden scores toegekend voor de mate waarin de maatregelen bijdragen aan de realisatie van de Friese KRW en/of klimaatdoelen. Deze scores zijn vermeld in bijlage 1. De scores zijn vastgesteld op basis van expert judgement.

Een rekenvoorbeeld voor het berekenen van het aantal m3 water dat geborgen kan worden bij extreme neerslagsituaties:

Polder van 500 ha, 2% open water: door maatregel mag waterstand tijdens extremen 50 cm hoger, daardoor 100.000 m² x 0,50 m = 50.000 m3, wat gelijk staat aan 1 punt.

Indien meerdere aanvragen hetzelfde aantal punten scoren en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, geldt de procedure in het vierde lid. Indien ook na toepassing van deze procedure twee op meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de toe te kennen subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan wordt op grond van het vijfde lid door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

Artikel 13 Verplichtingen

De subsidiabele activiteit(en) dienen uiterlijk op 30 december 2024 gerealiseerd te zijn omdat het POP3+ afloopt. Gelet op de aard en omvang van de projecten die middels deze openstelling worden gestimuleerd, dient (vroegtijdig) met deze uiterlijke realisatiedatum rekening te worden gehouden..