Beleidsregel Woonwagen- en standplaatsenbeleid kermisexploitanten gemeente Apeldoorn

Geldend van 16-06-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Woonwagen- en standplaatsenbeleid kermisexploitanten gemeente Apeldoorn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gelet op:

  • o

    de uitvoerig van de Woonagenda 2018 – 2022;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende beleidsregel Woonwagen-en Standplaatsenbeleid Woonwagenbewoners Gemeente Apeldoorn

Beleidsregel Woonwagen- en standplaatsenbeleid kermisexploitanten gemeente Apeldoorn

1. Inleiding

Beleidsregel voor kermisexploitanten

In deze beleidsregel is het woonwagen- en standplaatsenbeleid voor kermisexploitanten van de gemeente Apeldoorn uitgewerkt. Deze beleidsregel gaat in op zowel de woon- als werkbehoefte van de kermisexploitanten in Apeldoorn.

Woonwagenbewoners vs. kermisexploitanten

Kermisexploitanten en woonwagenbewoners worden vaak als dezelfde groep gezien. Toch zijn er enkele essentiële verschillen te benoemen in hun woon/werksituatie waardoor een specifieke beleidsregel voor kermisexploitanten noodzakelijk en gewenst is.

Kermisexploitanten reizen gedurende het kermisseizoen doorgaans met een ruime caravan, voortgetrokken door een bus of vrachtwagen van plek naar plek. Ook voor hen geldt dat zij al reizende hun beroep uitvoerden (en uitvoeren) en daarom na verloop van tijd een woonwagen als woon- en transportvorm kozen. Buiten het seizoen woont een groot deel van deze doelgroep in een ‘reguliere’ woonwagen op een standplaats welke is gelegen op een vaste woonwagenlocatie. Behorende tot de reizende beroepsbevolking met attracties/kramen maakt een kermisexploitant tezamen met zijn gezin en/of personeel door het jaar heen tijdelijk gebruik van een standplaats. De tot het aldaar gevestigde kermisbedrijf behoren in wisselende samenstelling een stawagen (winterverblijf), salonwagen en onderkomens (caravan[s] of ander verplaatsbaar verblijf) voor kind(eren) en/of personeel en/of douche & was gelegenheid. Dit tezamen wordt beschouwd als bedrijfsonderkomen waarmee in wisselende samenstelling tijdelijk van de standplaats gebruik wordt gemaakt. Een gepensioneerde kermisexploitant woont wel permanent op een standplaats.

2. Achtergrond

Intrekken woonwagenwet

In 1999 is de Woonwagenwet ingetrokken en werd het woonwagenbeleid gedecentraliseerd. Met het intrekken van de Woonwagenwet werd de ‘normalisatie’ van het huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners, waaronder kermisexploitanten een feit. De zorg van de overheid in het voorzien in passende woonruimte behelsde vanaf dat moment dezelfde als voor burgers die niet in een woonwagen wonen, namelijk “het treffen van de benodigde maatregelen ten behoeve van een goede huisvesting voor hun ingezetenen, ongeacht of zij in een woning, een woonwagen of op een woonschip willen wonen”. In 2000 is door de gemeente Apeldoorn het beleidsplan ‘Woonwagenzaken 2000-2003’ vastgesteld. Hierin is het woonwagenbeleid van de gemeente uitgewerkt en is de overdracht van woonwagens en standplaatsen aan de woningcorporaties geregeld.

Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid

De afgelopen jaren heeft zich een aantal instanties uitgesproken over het mensenrechtelijk kader dat voor woonwagenbewoners geldt. Zij stellen dat ontwikkeld is bij de intrekking van de Woonwagenwet niet meer voldoet. In mei 2017 heeft de Nationale ombudsman een rapport uitgebracht waarin hij stelde dat het Rijk en de gemeenten het recht van woonwagenbewoners om te leven volgens hun culturele identiteit onvoldoende erkennen en faciliteren. Het ministerie van BZK heeft in 2018 het ‘Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid’ uitgebracht. Dit beleidskader reikt gemeenten de kaders aan waarmee zij het lokale woonwagenbeleid binnen het mensenrechtelijke kader kunnen ontwikkelen. Het biedt bouwstenen die gemeenten kunnen gebruiken om invulling te geven aan het gemeentelijke huisvestingsbeleid voor woonwagenbewoners. Uitgangspunt hierbij blijft dat huisvestingsbeleid een primaire verantwoordelijkheid van de gemeente is. De visie die ten grondslag ligt aan dit nieuwe beleidskader heeft als kern inzake huisvesting het beschermen van woonwagenbewoners tegen discriminatie, het waarborgen van hun mensenrechten en het bieden van rechtszekerheid en duidelijkheid. Concreet betekent dit dat:

  • -

    De gemeente het beleid voor woonwagens en standplaatsen vaststelt als onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid;

  • -

    Het beleid voldoende rekening dient te houden met en ruimte te geven voor het woonwagenleven van woonwagenbewoners;

  • -

    Het hiervoor nodig is dat de behoefte aan standplaatsen helder is;

  • -

    Corporaties voorzien in de huisvesting van woonwagen¬bewoners voor zover deze tot de doelgroep behoren;

  • -

    De afbouw van standplaatsen niet is toegestaan (behoudens uitzonderlijke omstandigheden) zolang er behoefte is aan standplaatsen;

  • -

    Een woningzoekende woonwagenbewoner die dit wenst, binnen een redelijke termijn kans op een standplaats heeft.

Apeldoorns woonwagen- en standplaatsenbeleid

In de Apeldoornse Woonagenda 2018 – 2021 wordt over het gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid voor woonwagenbewoners het volgende gesteld:

De gemeente Apeldoorn zal een nieuw woonwagen- en standplaatsbeleid ontwikkelen. Hiervoor stellen we in samenspraak met belanghebbenden een plan van aanpak op. Als eerste stap zullen wij de behoefte aan woonwagens en standplaatsen inbeeld brengen.

In 2019 is het behoefteonderzoek afgerond.

3. Uitgangspunten beleidsregel

  • 1.

    Kermisexploitant: Onder een kermisexploitant wordt verstaan:

    • a.

      Een ondernemer die als zodanig staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Behorende tot de reizende beroepsbevolking exploiteert hij/zij één of meerdere attracties/kramen waarmee kermissen/festivals/evenementen worden bezocht in binnen- en buitenland. Een kermisondernemer genereert meer dan 70% van zijn/haar jaaromzet uit het exploiteren van kermisattracties of is aantoonbaar jaarlijks meer dan 140 dagen werkzaam in het kermisbedrijf.

    • b.

      Diens (18+) kind(eren) is/zijn aantoonbaar onderdeel van het kermisbedrijf (v.o.f.) of zijn aantoonbaar jaarlijks meer dan 140 dagen werkzaam in het kermisbedrijf.

    • c.

      Gepensioneerde kermisexploitanten

  • 2.

    Deze beleidsregel betreft de uitwerking van het woonwagen- en standplaatsenbeleid als onderdeel van het woonbeleid voor kermisexploitanten

  • 3.

    Uitgangspunt van dit beleid is het respecteren van de specifieke behoefte aan standplaatsen: kermisexploitanten wonen beroepsmatig in een huis op wielen en niet in een woonwagen vanwege een levensstijl of overtuiging. Anders dan woonwagenbewoners zoeken kermisexploitanten een standplaats (woonplek) én een werkplek.

  • 4.

    Standplaatsen en werkplekken op één locatie: de gemeente spant zich in voor voldoende aanbod van standplaatsen voor kermisexploitanten en zorgt dat deze beschikbaar komen. Een locatie voor kermisexploitanten heeft bij voorkeur zowel standplaatsen als werkplekken, maar deze zijn wel van elkaar gescheiden zodat van beide plekken optimaal gebruik gemaakt kan worden. Indien een standplaats en een werkplek gecombineerd wordt op één perceel loopt men namelijk het risico dat bij bedrijfsbeëindiging de werkplek onbenut blijft, wat niet te goede komt aan doorstroom en daarmee schaarste in de hand werkt.

    • a.

      Werkplekken voor kermisexploitanten: Werkplekken zijn geschikt om een loods op te plaatsen voor het stallen van attracties en wagenpark en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden.

      • i.

        Worden door de gemeente verkocht en niet verhuurd

      • ii.

        Zijn maximaal 400 m2 groot

      • iii.

        De grondprijzen van een werkplek worden vastgesteld op het moment dat een grondexploitatie wordt geopend.

    • b.

      Standplaatsen voor kermisexploitanten: Standplaatsen zijn zowel huur als koop. De gemeente Apeldoorn onderscheidt daarbij drie typen standplaatsen:

      • i.

        Sociale huurstandplaats: Deze standplaatsen zijn bedoeld voor huisvesting van kermisexploitanten die horen tot de doelgroep van de woningcorporaties. De sociale huurstandplaatsen worden verkocht of in erfpacht uitgegeven aan de woningcorporaties en maken onderdeel uit van de kernvoorraad.

        • 1.

          Een sociale huurstandplaats is maximaal 250 m2 groot.

        • 2.

          Gemeente en woningcorporaties leggen de grondprijzen in prestatieafspraken vast.

      • ii.

        Betaalbare koopstandplaats: Deze standplaatsen worden verkocht aan kermisexploitanten. De maximale koopprijs van een betaalbare koopstandplaats is gelijk aan de NHG-kostengrens voor een standplaats.

        • 1.

          Betaalbare koopstandplaats zijn minimaal 250 m2 groot en maximaal 300 m2.

        • 2.

          De grondprijs van een betaalbare koopstandplaats is vastgesteld op €143,30,- (ex. btw) per m2.

        • 3.

          De grondprijs wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de NHG-kostengrens.

      • iii.

        Dure koopstandplaatsen: Deze standplaatsen worden verkocht aan kermisexploitanten en hebben een koopprijs boven de NHG-kostengrens voor een standplaats.

        • 1.

          Dure standplaatsen zijn minimaal 300 m2 groot en maximaal 400 m2.

        • 2.

          De grondprijs van een dure standplaats is vastgesteld op €173,50,- (ex. btw) per m2.

        • 3.

          De grondprijs wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de NHG-kostengrens.

  • 5.

    Opleveringsniveau van de standplaatsen en werkplekken: Alle standplaatsen en werkplekken worden bouwrijp opgeleverd conform het gemeentelijk gronduitgiftebeleid.

  • 6.

    Bestemmingsplan: de standplaatsen krijgen een bestemming ‘wonen’ met aanduiding ‘woonwagenstandplaats’. Het terrein is bestemd voor ‘woonwagens’ ofwel een voor huisvesting van personen bestemd gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen en bijbehorende voorzieningen. De werkplekken een bestemming ‘bedrijven’ waarop bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan tot en met milieucategorie 2.

  • 7.

    Verkoopbepalingen

    • a.

      Standplaatsen en werkplekken: worden verkocht aan kermisexploitanten, zoals omschreven onder punt 1. Omdat standplaatsen schaars zijn wil de gemeente voorkomen dat er speculatie met standplaatsen en werkplekken plaatsvindt. In het koopcontract zullen daarom de volgende bepalingen worden opgenomen:

      • i.

        Zelfbewoningsplicht voor standplaatsen: dit zorgt er voor dat de standplaats alleen bewoond mag worden door de koper (met zijn eventuele gezinsleden) van de standplaats en niet kan worden verhuurd dan wel in gebruik kan worden gegeven in welke vorm dan ook.

      • ii.

        Anti-speculatiebeding: standplaatsen en werkplekken kunnen pas na vijf jaar doorverkocht worden door de koper, tenzij er sprake is van: een rechtelijke machtiging in de zin van artikel 3:174 BW, een executoriale verkoop of een schriftelijke ontheffing van het college van burgemeester en wethouders in bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld in geval van overlijden, echtscheiding of een verandering in werkkring.

      • iii.

        Een werkplek:

        • 1.

          kan alleen maar worden verkocht aan een kermisexploitant uit Apeldoorn, die bij voorkeur ook op de locatie woont;

        • 2.

          mag alleen maar worden verhuurd na de koop aan een kermisexploitant uit Apeldoorn, die bij voorkeur ook op de locatie woont;

    • omdat wonen en werken op locatie zijn verbonden.

  • 8.

    Transparante toewijzing van standplaatsen en werkvakken

    • a.

      Sociale huur standplaatsen: Deze standplaatsen worden verhuurd door de woningcorporaties. De toewijzing van een sociale huur standplaats vindt plaats volgens de toewijzingsregels die de woningcorporaties daarvoor opstellen, binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving. De standplaatsen en woonwagens worden aangeboden via Woonkeus Stedendriehoek. Woningzoekende kermisexploitanten kunnen zich inschrijven bij Woonkeus Stedendriehoek en reageren op vrijkomende woonwagens en standplaatsen.

    • b.

      Koopstandplaatsen en werkplekken: die door de gemeente worden verkocht aan kermisexploitanten, worden na realisatie verkocht door de gemeente Apeldoorn door middel van loting. De loting zal worden gedaan door een notaris. Ingeschreven kermisexploitanten uit Apeldoorn, die een standplaats en/of werkplek zoeken, krijgen voorrang op een standplaats en/of werkplek.

  • 9.

    Hardheidsclausule: de gemeente kan in bijzondere situaties afwijken van de standaard toewijzingsprocedure voor koopstandplaatsen.

  • 10.

    Inschrijfsysteem voor nieuwe koopstandplaatsen en werkplekken: kermisexploitanten zoals beschreven onder punt 1, kunnen zich inschrijven in een register voor een koopstandplaats en koopwerkplek. Deze wordt bijgehouden door de gemeente. Er wordt een toets gedaan of je behoort tot de doelgroep.

  • 11.

    Kennisgeving nieuwe standplaatsen en werkplekken: bij verkoop van nieuwe standplaatsen en werkplekken worden de ingeschrevenen in het inschrijfsysteem daarvan schriftelijk in kennis gesteld en worden zij erop gewezen dat zij binnen twee weken na dagtekening van de brief een aanvraag moeten indienen om in aanmerking te kunnen komen voor dat vak.

  • 12.

    Eisen aan standplaatsen, werkvakken en locaties: In het bestemmingsplan zullen nadere richtlijnen worden opgenomen over o.a. veiligheid en gezondheid.

  • 13.

    Evaluatie: Samen met de belangenvertegenwoordigers van de kermisexploitanten wordt 1 x per jaar het woonwagen- en standplaatsenbeleid voor kermisexploitanten uit Apeldoorn geëvalueerd.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op de dag na de bekendmaking in werking.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 31 mei 2022

De secretaris,

de burgemeester,