Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake gebruik van de openbare ruimte (Beleid Gebruik van de openbare ruimte; Standplaatsen)

Geldend van 25-12-2009 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake gebruik van de openbare ruimte (Beleid Gebruik van de openbare ruimte; Standplaatsen)

Het college van Lelystad;

Nummer: B09-09389

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde in de Algemene plaatselijke verordening;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Beleid Gebruik van de openbare ruimte; Standplaatsen’.

Beleid

Gebruik van de openbare ruimte; Standplaatsen

Inhoud

Inleiding

Doel van het beleid

Eenduidigheid in vergunningverlening en vastleggen uitgangspunten

Levendigheid en uitstraling van de centra

Onbelemmerde doorgang van de openbare ruimte

Huidige stand van zaken

Definitie standplaatsen

Beleid

Beleidsbepalingen

Standplaatslocaties

Stadshart

Lelycentre

Buurtwinkelcentra

Overige locaties

Toezicht en handhaving

Vaste standplaatshouders

Incidentele standplaatshouders

Toezicht en handhaving

Bijlage: Overzicht vaste standplaatsen Lelystad

Bijlage Algemene Plaatselijke verordening Standplaatsen

Beleid Gebruik van de openbare ruimte; Standplaatsen. Versie 12 november 2009

Inleiding

Voor standplaatsen in de openbare ruimte zijn bepalingen opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening. Deze bepalingen alleen zijn niet toereikend om een goed standplaatsenbeleid te kunnen voeren. Er is in de loop van jaren een vaste gedragslijn ontstaan bij de toewijzing van standplaatsen. Deze gedragslijn vormt het uitgangspunt voor het onderliggende beleid. Bij het opstellen van het standplaatsenbeleid is de onbelemmerde doorgang van de openbare ruimte een belangrijke voorwaarde.

Het gaat echter niet alleen om de onbelemmerde doorgang van de openbare ruimte, maar ook om de uitstraling en de levendigheid van de centra. Deze criteria kunnen makkelijk met elkaar in conflict komen. Het is dan ook de kunst het beleid zo in te richten dat de onbelemmerde doorgang van de winkelstraten wordt gegarandeerd met behoud van de levendigheid van het centrum. In samenhang met het nieuwe beleid voor standplaatsen is het onderliggend beleid daarin geslaagd.

In onderliggend beleidsdocument zijn bevat uitgangspunten voor de vergunningverlening voor standplaatsen. Het onderwerp heeft raakvlakken met het beleid voor terrassen en uitstallingen. Gezamenlijk hebben zij een aanzienlijke invloed op de uitstraling van de openbare ruimte. Het toezicht op deze onderwerpen kan gecombineerd plaatsvinden.

Het beleid is niet alleen van toepassing op het Stadshart, maar betreft het gehele grondgebied van de gemeente, met name de winkel- en uitgaansgebieden binnen en buiten de bebouwde kom, de kustzone en andere, veelal toeristische locaties.

De beleidsregels zijn opgesteld in samenwerking met verschillende gemeentelijke afdelingen en externe partijen.

Met het vaststellen van het onderliggende beleid is een stap gezet met de vermindering van regelgeving. Dit beleid sluit daardoor aan bij het project Verminderde regelgeving, aan de hand waarvan overbodige regelgeving uit de Algemene plaatselijke verordening wordt geschrapt. Stelregel daarbij is dat regels zonder functie niet thuishoren in de Algemene plaatselijke verordening.

Het standplaatsenbeleid wordt los van het proces verminderde regelgeving (wijziging Algemene plaatselijke verordening) vastgesteld. Dit betekent dat het beleid niet ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. De veiligheid en het gebruik van de openbare ruimte, en met name de onbelemmerde doorgang voor de hulpdiensten is een verantwoordelijkheid van het college van Lelystad. De wijziging van de Algemene plaatselijke verordening is een bevoegdheid van de raad.

Het ontwerp-beleid heeft op grond van de Gemeentelijke Inspraakverordening gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn geen zienswijzen ontvangen. Het ontwerp-beleid is ongewijzigd omgezet naar definitief beleid.

Het beleid kan pas van kracht worden nadat de APV is gewijzigd. Streven is om het beleid in de loop van 2009 in werking te laten treden.

Het nieuwe beleid wordt in de Flevopost bekendgemaakt.

Doelen van het beleid

Hoofddoel van de ontwikkeling van onderliggend beleid is de eenduidigheid in vergunningverlening en het vastleggen van de beleidsuitgangspunten. Daarnaast spelen er een aantal subdoelen, te weten de levendigheid in de stadscentra en bevordering van de onbelemmerde doorgang van de openbare ruimte.

Eenduidigheid in vergunningverlening en vastleggen uitgangspunten

De vergunningen voor standplaatsen werden verleend zonder dat daar beleid aan ten grondslag lag. Er is in de loop van tijd door de vergunningverlener (marktmeesters) een methode ontwikkeld die goed blijkt te werken. Ook de ondernemers (de standhouders) zijn te spreken over de tot nu toe gevolgde werkwijze.

Deze werkwijze is door middel van onderliggend beleid geformaliseerd. Hiermee is de eenduidigheid van vergunningverlening bevestigd en zijn beleidsuitgangspunten vastgesteld.

Levendigheid en uitstraling van de centra

De burger moet het prettig vinden om in de stadscentra te verblijven. De vernieuwing van het Stadshart vormt daarvoor een goede start.

In een levendig stadscentrum horen standplaatsen waar eet- en drinkwaren kunnen worden gekocht die voor directe consumptie ter plaatse geschikt zijn, maar ook standplaatsen voor de verkoop van bloemen, kerstbomen, kunstzinnige artikelen of voor promotieactiviteiten (van rijschool tot politieke partij). Het beleid biedt standplaatshouders een kader waarbinnen zij de mogelijkheid hebben een standplaats in te nemen.

Onbelemmerde doorgang van de openbare ruimte

Er ontstaan knelpunten als standplaatsen de vrije doorgang in het openbaar gebied beperken voor publiek en hulpdiensten. Vaak levert een samenloop van verschillende activiteiten problemen op: uitstallingen, terrassen en standplaatsen.

Standplaatsen bieden een tijdelijke en specifieke uitbreiding van het winkel en horeca-aanbod. Ze vergroten daarmee de aantrekkingskracht en levendigheid van de locatie waar ze staan. Bij het bepalen van de locaties voor standplaatsen dient een balans te worden gevonden tussen de levendigheid die dat met zich meebrengt en de invloed die de standplaatsen hebben op de toegankelijkheid van de centra.

Huidige stand van zaken

Definitie standplaatsen

Handel vanaf een standplaats is handel die vanaf een bepaalde plek gedreven wordt vanuit of vanaf een mobiele voorziening. Hieronder vallen bijvoorbeeld de oliebollenkraam, een bloemenstandplaats, snackwagens en dergelijke.

Er zijn verschillende soorten standplaatsen.

1.Vaste standplaatsen

Deze standplaatsen worden gedurende het gehele jaar wekelijks op vaste dagen of dagdelen ingenomen, vergunningen worden per kalenderjaar verleend en jaarlijks verlengd (voor het verlenen van de vergunning worden leges in rekening gebracht). Als de standplaats wordt ingenomen op grond van de gemeente wordt daarvoor 'huur openbare grond' in rekening gebracht. Standplaatshouders die een plek hebben op openbare grond die niet van de gemeente is (bijvoorbeeld Palazzo, Bataviastad, of terreinen van beheerders zoals Rijkswaterstaat) hebben behalve een vergunning ook toestemming nodig van de eigenaar van de grond. Daarvoor betalen ze meestal een vergoeding. De huurprijs voor de standplaats (op gemeentegrond) wordt op basis van kwartaaltarief afgerekend.

2.Incidentele standplaatsen

Deze standplaatsen worden op van te voren vastgestelde dagen ingenomen zonder een vaste regelmaat. Vergunningen worden per aanvraag verleend (maximaal tot het einde van het kalenderjaar). Een aanvraag kan betrekking hebben op meerdere dagen. Voor de huur van gemeentegrond wordt per dag een bedrag in rekening gebracht. Per vergunning wordt éénmaal leges in rekening gebracht.

3.Uitdelen van samples en flyeren.

Het uitdelen van samples ter promotie van nieuwe producten en dergelijke valt onder de definitie incidentele standplaatsen. Voor het uitdelen van samples en flyers is tot nu toe niets officieel geregeld in de APV. In de praktijk krijgt iemand die samples wil uitdelen en om een vergunning vraagt een vergunning om te samplen. Daarvoor wordt het legestarief voor een standplaatsvergunning in rekening gebracht. Als er wordt gewerkt van af een vaste plek (tafel, karretje of iets dergelijks) wordt ook huur openbare grond in rekening gebracht. Als er lopend wordt uitgedeeld niet. In de praktijk heeft geen enkele samplaar moeite met deze gang van zaken, integendeel, de vergunning verschaft duidelijkheid en voorkomt problemen. Wie toestemming vraagt om te flyeren krijgt daarvoor toestemming (zonder leges in rekening te brengen), Daarbij worden dan ook wat gedragsregels aangegeven. (rommel opruimen e.d.)

4.Kerstbomenstandplaatsen

Deze vergunningen worden uitsluitend uitgegeven voor verkoop van kerstbomen in de periode tussen Sinterklaas en kerst. Hiervoor geldt een aparte tarifering (tarief per periode).

5.Oliebollenkramen

Deze standplaatsen worden gedurende de winterperiode (soms wel van oktober tot eind maart) verleend. Er geldt een speciaal tarief voor de huur van de (openbare) grond.

De standplaatsen onder de nummers 1 t/m 4 moeten dagelijks leeg en schoon worden opgeleverd, een oliebollenkraam mag gedurende de gehele periode blijven staan vanwege de koppeling met de riolering door middel van een vetafscheider. Er zijn enkele standplaatsen die om historische redenen niet elke nacht ontruimt wordt.

Muzikanten nemen geen standplaats in. Dit soort activiteiten valt onder de incidentele activiteiten van het Evenementenbeleid.

Op snuffel- en vlooienmarkten, braderieën en dergelijke is het hierna geformuleerde beleid niet van toepassing. Hiervoor zijn aparte regels in de APV opgenomen. Er is sprake van een markt zodra er meer dan zeven kooplieden bij elkaar een standplaats innemen. De verzameling standplaatsen, zoals in het Lelycentre op zaterdag en in Lelystad-Haven op donderdagmiddag hebben om die reden nooit meer dan zeven standplaatsen.

Geldende wet- en regelgeving bij standplaatsen

Algemene plaatseliike verordening 2009

De regelgeving met betrekking tot standplaatsen is een gemeentelijke aangelegenheid. De bepalingen daarvoor zijn geformuleerd in de Algemene plaatselijke verordening 2009. Hierin is opgenomen dat het verboden is om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen met als doel goederen of diensten aan te bieden.

Een standplaats kon aan de hand van de Algemene plaatselijke verordening 2000 worden geweigerd in het belang van de openbare orde of het voorkomen en beperken van overlast. De vergunning kon ook worden geweigerd in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving of in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid. Deze formele weigeringsgronden zijn uit de nieuwe APV verwijderd en zijn opgenomen in de beleidsregels.

Er ontstaat een weigeringsgrond wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt. Voorts mag een standplaatsvergunning niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan en moet voldoen aan redelijke eisen van welstand. Deze punten zijn opgenomen in de nieuwe Algemene plaatselijke verordening 2009.

Beleidsdocument Standplaatsen Stadhuisplein

Het beleidsdocument Standplaatsen Stadhuisplein betreft een collegebesluit van 25 januari 1994. Hierin is beschreven dat er terughoudend wordt omgegaan met standplaatsen op het Stadhuisplein. In het beleid is opgesomd welke mogelijkheden er wel zijn.

De viskraam op het Stadhuisplein is lange tijd een vaste vestiging geweest en viel daardoor buiten het standplaatsenbeleid. De viskar is onlangs overgegaan naar een andere eigenaar, in verband daarmee is de juridische constructie gewijzigd en valt de viskar weer onder het standplaatsenbeleid. In de onderhandelingen is bepaald dat de verkoopwagen meerdere dagen achtereen mag blijven staan. (in het algemeen is hij in het weekend weg).

Op het Stadhuisplein worden geen nieuwe vaste standplaatsen toegestaan (in het hele centrum niet). Als een bestaande standplaats wordt opgezegd, wordt van geval tot geval bekeken of er een nieuwe vergunning kan worden verleend. In de praktijk komt het hoogst zelden voor dat een standplaatshouder zijn vergunning opzegt. Bij bedrijfsbeëindiging kan een overdracht van vader op zoon plaatsvinden, de zoon is dan gerechtigd de plaats over te nemen. Door de op handen zijnde herindeling van het Stadshart is het beleid Standplaatsen Stadshart inmiddels aan vervanging toe.

Standplaatsenbeleid kustzone 27 iuni 2001

De beleidsregel met betrekking tot het maximale aantal standplaatsen buiten de muren van Bataviastad is op 17 februari 2009 gewijzigd. Het aantal standplaatsen buiten de muren is daarmee teruggebracht van ten hoogste drie naar maximaal één (twee standplaatsen zijn inmiddels vervangen door vaste vestigingen (kiosken)), waarbij geldt dat de resterende standplaats is bedoeld voor de verkoop van hotdogs, frisdranken, ijs en geringe etenswaren. Dit collegebesluit is als beleidsregel gepubliceerd.

Het Standplaatsenbeleid voor het museumkwartier (Bataviastad en omstreken), van 27 juni 2001, is nog steeds van kracht. Dit beleid wordt ingetrokken gelijktijdig met het van kracht worden van het nieuwe beleid.

Voor standplaatsen binnen de muren geldt een afwijkend regime. Als eigenaar van de grond zorgt Bataviastad er volgens afspraak voor dat er nooit meer dan drie standplaatsen tegelijk worden ingenomen binnen de muren. Het is mogelijk dat er meer dan drie vergunninghouders zijn die afwisselend gebruik mogen maken van hun vergunning.

Het kustzonebeleid heeft betrekking op vaste standplaatsen in het gehele museumkwartier, dus van

Bataviahaven tot en met Bataviastad en alles wat er tussen ligt.

Memo Standplaatsenbeleid Lelystad: 20 juni 2006

De Memo Standplaatsenbeleid bevatten de volgende onderwerpen:

Uitgangspunt: in ieder (buurt)winkelcentrum wordt één standplaats toestaan (mag iedere dag een ander zijn, maar niet met dezelfde waar).

De standplaats wordt in het belang van de openbare orde geweigerd als er in dat centrum al een winkel is met dezelfde waar (om conflicten tussen de ondernemers te voorkomen). Omdat concurrentieaspecten geen rol mogen spelen bij de vergunningverlening en dus geen weigeringsgrond kunnen zijn, is hier de openbare orde in stelling gebracht. Dit wordt door de rechter erkend als geldige weigeringsgrond.

De openingstijden zijn gelijk aan de winkeltijden. Geringe etenswaren mogen tot 22:00 uur en op zondag verkocht worden. De bloemenkraam bij de Ölandhorst mag ook op zondag verkopen.

Standplaatsen buiten winkelcentra zijn mogelijk als er geen bezwaren tegen bestaan: bv oogpunt verkeersveiligheid. Ze worden slechts toegestaan voor de verkoop van geringe etenswaren op plaatsen die zich daartoe lenen uit toeristisch recreatief oogpunt en op de grote bedrijventerreinen ten behoeve van personeel en chauffeurs.

Voor alle standplaatsen op openbaar gebied is een vergunning nodig . Ook als de grond niet van de gemeente is. In dat geval kan de vergunning kan slechts gebruik worden als de eigenaar van de grond instemt met de standplaats. ,

Voorlopig wordt bij het vervallen van een standplaats in het Stadshart geen nieuwe standplaatshouder toegelaten. De ontwikkeling van het centrum is daarbij een overweging.

Memo Ambulante handel vanuit standplaatsen of langs de openbare weg

In deze memo van september 2006 wordt duidelijk beschreven welke soort standplaatsen worden onderscheiden en voor welke aantallen en branches vergunningen worden verstrekt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende locaties en de voorzieningen voor standplaatsen zijn beschreven.

Het (ongeschreven) beleid dat gehanteerd wordt bij vergunningen door SW-SB

In het document van 31 juli 2006 is beschreven op welke wijze momenteel wordt omgegaan met markten en standplaatsen. Het betreft in dit document snuffel- en vlooienmarkten, vergunningen voor vaste standplaatsen, incidentele standplaatsvergunningen en regels voor toewijzing van standplaatsen.

Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid

In de Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid zijn maten opgenomen die nodig zijn om een brandweervoertuig ergens langs te laten rijden. Hierbij gaat het vooral om de inrichting van woonwijken, straten en wegen en maten voor opstelplaatsen en dergelijke.

Brandbeveiligingsverordening

In de brandbeveiligingsverordening zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot het vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de hulpverlening. Dit betekent onder andere dat brandkranen en andere bluswatervoorzieningen te allen tijde bereikbaar moeten zijn voor blusvoertuigen. Ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten moet in het algemeen een doorgaande route met een minimale breedte van tenminste 3,5 meter en een hoogte van ten minste 4,2 meter vrijgehouden worden. Op verzoek van de brandweer wordt in de centrumgebieden een vrije doorgang van minimaal 4 meter breed en 4,2 meter hoog aangehouden. Voor het Stadshart zijn de routes voor de hulpdiensten vastgesteld in het Verkeersplan Stadshart. Buiten deze routes is een vrije doorgang van 4 meter niet noodzakelijk.

Beleid

Voor de vergunningverlening met betrekking tot standplaatsen is in de loop der jaren een werkbare procedure ontwikkeld. De werkwijze is niet ingewikkeld en wordt gewaardeerd door de vergunninghouders. De uitgangspunten voor de verlening van standplaatsvergunningen is echter, buiten de beleidsafspraken voor het Museumkwartier en Bataviaplein, tot nu toe nog niet in beleid vastgelegd. lri dit document wordt dit alsnog gedaan.

Voor standplaatsen blijft het huidige vergunningstelsel van kracht. In de nieuwe Algemene plaatselijke verordening 2009 krijgt het vergunningstelsel zijn grondslag in artikel 5:18 (zie bijlage).

Beleidsbepalingen

De volgende uitgangspunten gelden voor de vergunningverlening ten behoeve van standplaatsen.

  • 1.

    De inschrijving bij de Kamer van Koophandel is een voorwaarde voor een standplaatsvergunning (dit geldt voor vaste standplaatsvergunningen en incidentele van waaruit iets verkocht wordt. Voor het geven van voorlichting (en bijvoorbeeld politieke partijen) is een inschrijving niet vereist). Door deze inschrijving te eisen vindt een selectie plaats. Hierdoor worden standplaats-vergunningen alleen verleend aan serieuze ondernemers. Wildgroei wordt hiermee voorkomen.

  • 2.

    Op grond, niet van de gemeente, is vooraf een bericht van medewerking of toestemming van de eigenaar van de grond noodzakelijk. Het is niet wenselijk om een vergunning te verlenen die uiteindelijk niet kan worden gebruikt.

  • 3.

    Een standplaats voegt iets toe aan het normale, al bestaande winkelaanbod.

  • 4.

    Een standplaats sluit aan bij het gebruik van de omgeving. (dus bloemenkraam bij Olandhorst, eetkraam bij toeristische locaties).

  • 5.

    Een standplaats wordt dagelijks na afloop van de activiteiten schoon en leeg achtergelaten.

  • 6.

    De standplaatsvergunning wordt per kalenderjaar verleend. Op verzoek kan de vergunning voor maximaal drie kalenderjaren tegelijkertijd worden verleend.

  • 7.

    Een standplaatsvergunning is persoonsgebonden. De vergunning vervalt als de ondernemer zijn standplaats beêindigd.

  • 8.

    De vergunning vervalt indien er geen gebruik wordt gemaakt van de vergunning.

  • 9.

    De vergunning vervalt eveneens als de standplaats voor minder dan 50% van de vergunde dag/dagen wordt gebruikt.

  • 10.

    Aan een vergunning worden voorschriften verbonden.

  • 11.

    De vergunning kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde en het beperken van overlast. De vergunning kan ook worden geweigerd ter bescherming van het uiterlijk van de omgeving en met het oog op de verkeersvrijheid en verkeersveiligheid.

  • 12.

    Bij de vergunning voor vaste standplaatshouders (wekelijks op vaste tijd en locatie) wordt een standplaatshouderskaart verstrekt. Op deze kaart staan de persoonlijke gegevens van de standplaatshouder en zijn/haar foto. De standplaatshouder moet persoonlijk aanwezig zijn op de standplaats, net als de standplaatsvergunning en de standplaatshouderskaart.

  • 13.

    Bij de vergunning voor commerciêle standplaatshouders wordt naast leges voor de vergunning tevens de huur van de openbare grond in rekening gebracht. Dit vindt plaats aan de hand van de algemene huurvoorwaarden van gemeente Lelystad en de daarvoor vastgestelde tarieven .

  • 14.

    De tarieven voor de leges en huur openbare grond kunnen jaarlijks worden herzien.

  • 15.

    De standplaats voor een incidentele vergunning (voor bepaalde dagen, zonder een vaste regelmaat) is gebonden aan een maximum en kan maximaal een jaar van tevoren worden aangevraagd. Bij voorkeur voor data in één kalenderjaar Meerdere dagen in één aanvraag is mogelijk.

  • 16.

    De vergunningen voor kerstbomenstandplaatsen zijn uitsluitend geldig tussen Sinterklaas en kerst (tussen 6 en 24 december) en kennen ook een aparte tarifering (tarief voor de hele periode). In ieder buurtcentrum en op een aantal plekken in het Stadshart kunnen kerstboomstandplaatsen worden toegestaan.

  • 17.

    De vergunningen voor oliebollenkramen worden gedurende een periode rond de jaarwisseling verleend. Er geldt een speciaal tarief voor de huur van de grond (tarief per week).

  • 18.

    Als de vergunninghouder de vergunning voor het nieuwe jaar tijdig (in het najaar) aanvraagt krijgt deze persoon het volgende jaar weer een vergunning voor dezelfde standplaats.

  • 19.

    Vergunningverlener houdt een overzicht bij met gevulde en nog beschikbare standplaatsen. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst verdeeld over de nog beschikbare standplaatsen.

Voor standplaatsen in buurtwinkelcentra gelden de volgende regels (aanvullend op de eerder gestelde uitgangspunten).

  • 20.

    Er wordt in buurtcentra slechts één standplaats per dag toestaan, met uitzondering van het Lelycentre (zaterdag)en Lelystad-haven (donderdag).

  • 21.

    De standplaatshouders die gedurende de week dezelfde standplaats innemen mogen niet tot dezelfde branche behoren. Dus bijvoorbeeld niet twee viskramen van verschillende standplaatshouders op dezelfde plaats. Als de ene visverkoper vis heeft verkocht waar iets mee is, dan kan de andere visverkoper daar door de klant op worden aangesproken. Dat kan zeer vervelende situaties opleveren.

  • 22.

    Een standplaats in een buurtcentrum wordt niet toegestaan in een branche waarvan al winkelaanbod aanwezig is in het buurtcentrum. Op grond van jurisprudentie kan een dergelijke aanvraag geweigerd worden op grond van de openbare orde. Geen bloemenstal voor een bloemenwinkel en geen bakkerskraam voor een bakkerszaak. Maar wel bijvoorbeeld visverkoop of Vietnamese loempia's in een buurtwinkelcentrum waar al een snackbar is" Door een standplaats met brood en banket in een buurtcentrum te plaatsen waar ook een bakker zit kan grote onenigheid ontstaan tussen standplaatshouder en winkelier (de vergunning mag niet geweigerd worden om economische redenen, maar wel op grond van openbare orde).

  • 23.

    In ieder buurtcentrum is elk jaar de mogelijkheid één kerstbomenstandplaats te realiseren.

  • 24.

    Voor standplaatsen buiten de winkelcentra geldt de regel dat er alleen eet- en drinkwaren, voor directe consumptie ter plaatse bestemd, op een standplaats mogen worden verkocht. Detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van de bloemenkraam bij Olandhorst"

Standplaatslocaties

Niet elke locatie in Lelystad leent zich voor een standplaats. Hieronder is aangegeven waar standplaatsen mogelijk zijn. De vergunningverlener neemt de vergunningaanvragen in behandeling en houdt een overzicht bij van verleende standplaatsvergunningen. Een overzicht van 27 mei 2009 is als voorbeeld bijgevoegd (zie bijlage).

De verschillende standplaatsen die hieronder zijn beschreven betreft een momentopname. Het is mogelijk dat er inmiddels een wisseling heeft plaatsgevonden.

Stadshart

Bestaande standplaatsen Stadshart

In het standshart zijn verschillende standplaatsen mogelijk. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vaste standplaatsen, seizoensplaatsen en incidentele standplaatsen.

Vaste standplaatsen op het Stadhuisplein

Op het Stadhuisplein is één vergunning verleend aan een vaste standplaatshouder (viskar). Er worden verder géén vaste standplaatsen toegestaan.

Seizoensplaatsen op het Stadhuisplein

Op het Stadhuisplein staat ieder jaar een oliebollenkraam. Ook is er ruimte voor een kerstbomenstandplaats. De kraam met hakhoning is een seizoensplaats voor alleen de zaterdagen.

Incidentele standplaatsen op het Stadhuisplein

Het Stadhuisplein is bij uitstek een plein voor opinie en ontmoeting. Om de open structuur van het Stadhuisplein te behouden zijn voor incidentele standplaatsen alleen open kramen toegestaan die het zicht niet belemmeren. Ook de doorgang/bereikbaarheid van achterliggend objecten (stadhuis/winkels en bovenliggende woningen) mogen door standplaatsen niet worden belemmerd.

Voor een incidentele standplaatsvergunning komen kramen ten behoeve van politieke voorlichting of voorlichting anderszins in aanmerking (bijvoorbeeld ook autorijschool).

Vaste Standplaatsen aan de Neringpassage en Neringweg

Op de neringpassage bij La Mar staat dagelijks een kraam met bloemen en planten. Vlak daarbij staat een Vietnamese loempiakraam.

Overgangssituaties en te vervallen standplaatsen Stadshart

De Vietnamese loempiakraam (Neringpassage) wordt door de exploitant (zoon van eerdere standhouder) vervangen door een mobiele unit die dagelijks wordt geplaatst en verwijderd.

De standplaats (snackkar) aan de Neringweg, ter hoogte van de Blokker, wordt momenteel nog ingenomen door een vaste kar, die 's avonds niet wordt verwijderd. Als deze standplaats bij bedrijfsbeêindiging wordt overgedragen aan de zoon van de huidige standplaatshouder, zal die met een mobiele wagen moeten gaan werken die dagelijks geplaatst en verwijderd wordt. Wanneer de standplaats wordt beêindigd zonder overdracht aan een familielid wordt deze locatie voorlopig niet als standplaats uitgegeven in verband met de ontwikkelingen van het Stadshart.

Standplaatsen niet wenselijk Stadshart

Vanwege de ontwikkeling van het Stadhart is het aantal vergunningen in het Stadshart bevroren. Als een standplaatsvergunning wordt beêindigd, wordt van geval tot geval beoordeeld of er opnieuw een vergunning kan worden verleend. Vanwege de komende ontwikkelingen op het stadhuisplein, waardoor het plein een andere uitstraling gaat krijgen, wordt voor de seizoensplaats van de oliebollenkraam op het Stadhuisplein bezien of zij op een andere locatie kan worden geplaatst.

Nieuwe standplaatsen Stadshart

De lavendelbakken op het Stadhuisplein worden verwijderd en er wordt in de horecastrip van het stadhuis openbare horeca gehuisvest, met de mogelijkheid voor terrassen. Hierdoor krijgt het Stadhuisplein een nieuwe uitstraling. Doordat het Stadhuisplein een nieuwe indeling krijgt (onder andere door de verbouwing van het stadhuis) is het nodig om over 5 jaar het standplaatsenbeleid met name voor het Stadhuisplein, te evalueren en eventueel aan te passen.

Lelycentre

Bestaande standplaatsen Lelycentre

Vaste standplaatsen op De Plaats (zie bijlage)

Elke zaterdag staat op De Plaats in het Lelycentre een groep standplaatshouders bij elkaar.

In totaal worden voor het gehele Lelycentre niet meer dan zeven standplaatsen tegelijkertijd vergund. Hiermee wordt voorkomen dat de standplaatsen formeel een markt worden.

Seizoensplaatsen

In het Lelycentre is elk jaar een standplaats voor een oliebollenkraam mogelijk. Ook is er ruimte voor een kerstbomenstandplaats.

Buurtwinkelcentra

Bestaande standplaatsen buurtcentra

Winkelcentrum Lelystad-Haven

In Lelystad-haven staan op donderdag een aantal standplaatshouders gegroepeerd bij Albert Heijn. Net als in het Lelycentre worden in Lelystad-Haven in totaal niet meer dan zeven standplaatsen tegelijkertijd vergund. Hiermee wordt voorkomen dat de standplaatsen worden gelijkgesteld met een markt.

Buurtcentra Boswijk, Botter, Jol, Kempenaar. Voorhof en Voorstraat

In de buurtcentra Boswijk, Botter, Jol, kempenaar, Voorhof en Voorstraat zijn vaste standplaatsen toegestaan. Hier wisselen verschillende standplaatsen elkaar af, te weten Vietnamese etenswaren, vis, aardappels groeten en fruit, bloemen en planten, Surinaamse snacks, kaas en zuivel en patat en snacks.

De Meent

Incidenteel, twee keer per maand, staat op De Meent een kraam voor de reparatie van autoruiten. Er wordt op De Meent in totaal vier keer per maand een incidentele standplaats toegestaan. Hierbij wordt rekening gehouden met evenementen en festiviteiten.

Vaste standplaats Palazzo woonboulevard

Palazzo woonboulevard heeft de grond in eigen beheer. Dat betekent dat elke potentiêle standplaatshouder vooraf toestemming moet hebben van de grondeigenaar. Er wordt, in overeenstemming met het gemeentelijke beleid, medewerking verleend aan één vaste standplaats op Palazzo. Voorts is op Pallazo ruimte voor een seizoensplaats voor de verkoop van oliebollen.

Vaste standplaatsen binnen de muren van Bataviastad

Binnen de muren van Bataviastad worden maximaal drie standplaatsen tegelijk gebruikt tijdens de vakantieperioden en in de weekenden. Een en ander op grond van afspraken met de directie van Bataviastad. Op 'gewone' doordeweekse dagen mag geen standplaats worden ingenomen. Er kunnen meer standplaatsvergunningen worden verleend. De directie van Bataviastad zorgt er voor (als eigenaar van de grond) dat er niet meer dan drie tegelijk worden gebruikt. De standplaatshouders moeten beschikken over een standplaatsvergunning (en dus voldoen aan de eisen). Het moet dus

gaan om natuurlijke personen die in het bezit zijn van de juiste handelspapieren. De directie van Bataviastad draagt er zorg voor dat deze regel wordt nageleefd.

Te vervallen standplaatsen buurtcentra

De Tjalk

Op de parkeerplaats van winkelcentrum De Tjalk is geen ruimte voor standplaatsen. Als de huidige vergunninghouders (Vietnamese snacks en bloemen en planten) de standplaatsen beêindigen vervallen de standplaatsen in dit winkelcentrum.

Vaste standplaatsen buiten de muren van Bataviastad (Museumkwartier)

Buiten de muren van Bataviastad is momenteel één standplaats mogelijk. Deze is in gebruik door een standplaats voor de verkoop van hotdogs, ijs en frisdrank, gedurende de gehele week. Omdat er buiten de muren momenteel voldoende aanbod is van snacks en vis wordt bij het vervallen van deze verleende standplaatsvergunning geen standplaats met eetwaren meer toegestaan.

Oorspronkelijk werden drie standplaatsen buiten de muren toegestaan, inmiddels zijn er twee vervangen door kiosken onder gelijktijdige beperking van het aantal standplaatsen. Dit heeft plaatsgevonden om de kwaliteit van het gebied naar een hoger niveau te tillen. Indien in de toekomst uit onderzoek blijkt dat meer behoefte is aan eetgelegenheden, is te overwegen het aantal kiosken uit te breiden.

Standplaatsen niet wenselijk buurtcentra

Batavia-Haven is volop in ontwikkeling. Om in het gebied van Batavia-Haven een hoge kwaliteit te bereiken is het niet wenselijk om standplaatsen toe te staan.

Nieuwe standplaatsen buurtcentra

In de buurtcentra zijn niet alle standplaatsen elke dag bezet. Hierdoor is ruimte voor nieuwe standplaatsen. Zie de bijlage voor een overzicht van de bezetting van de vaste standplaatsen in de buurtwinkelcentra

Overige locaties

Bestaande standplaatsen overigen

Nabij begraafplaats Ölandhorst

Bij de begraafplaats Ölandhorst aan de Oostranddreef is vergunning verleend voor de verkoop van bloemen (alle dagen van de week) Deze standplaats sluit aan bij het gebruik van de omgeving.

Op toegangswegen en dijken

Er is een vergunning verleend voor een standplaats aan de Dronterweg, ter hoogte van de Larserringweg. Op deze standplaats worden snacks, patat, broodjes, frisdrank en dergelijke verkocht. Op de kop van de Markerwaarddijk,nabij de Houtribsluizen, zijn twee vergunningen verleend voor een kraam met vis en visproducten en een kraam met frites, snacks en frisdrank. (alle dagen).

Er is een mogelijkheid bij de toegangsweg naar het Larserplein (naar Mac Donalds) een bloemenstal of iets dergelijks te plaatsen. Op deze locatie is een snackcar niet toegestaan.

Standplaatsen niet wenselijk overigen

Houtribstrand en Het Bovenwater

Op en nabij de stranden wordt geen standplaatsvergunning verleend, tenzij de beheerder van het strand daarmee instemt (in feite dezelfde regels als voor standplaatsen niet op gemeentegrond, omdat het beheer in handen is van een derde).

Bedrijventerreinen

De mogelijkheden voor standplaatsen op de grote bedrijventerreinen is onderzocht. Hieruit is het volgende geconcludeerd.

Noordersluis

Op dit bedrijventerrein is geen geschikte locatie beschikbaar voor een standplaats. Hier wordt dan ook geen standplaatsvergunning verleend. Wel wordt onderzoek gedaan naar de behoefte aan een plek waar door bijvoorbeeld truckers geluncht kan worden. Indien het onderzoek positief uitvalt kan de mogelijkheid voor het plaatsen van een kiosk op het bedrijventerrein worden overwogen.

Oostervaart

Hier is een standplaats beschikbaar. Deze is vergund aan een mobiele snackwagen aan de Binnenhavenweg. Het kan worden onderzocht of omzetting van de standplaats naar een vaste kiosk tot de mogelijkheden behoort.

Flevopoort en Larserpoort

Deze bedrijventerreinen hebben een hoogwaardige uitstraling. Daarom is een standplaats niet mogelijk. Ook hier kan worden onderzocht of er behoefte is aan eetgelegenheid. Indien het onderzoek positief uitvalt kan de mogelijkheid voor het plaatsen van een kiosk op het bedrijventerrein worden overwogen

Larserknoop (toekomstig bedrijventerrein

Ook het gebied Larserknoop (tussen Larserpoort en Lelystad Airport) krijgt een hoogwaardige uitstraling waar een standplaats niet bij aansluit. Hier geldt eveneens dat een kiosk mogelijk zou kunnen zijn als onderzoek aantoont dat daar behoeft aan is.

Toezicht en handhaving

Handhaving : het door controle en door het toepassen( of dreigen daarmee) van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sanctiemiddelen bereiken dat voorschriften worden nageleefd.

De beleidsregels waarop handhaving van toepassing is zijn opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening. De overige regels bevinden zich in het beleidsdocument zelf.

Het toezicht en de handhaving is, net als het beleid zelf, zo eenvoudig mogelijk gehouden. Op verzoek van het college wordt Perspectief BV bij de handhaving betrokken. Dit betekent dat Perspectief BV overal toezicht houdt op de naleving van het standplaatsenbeleid. Deze werkzaamheden worden gecombineerd met de reguliere taken van de medewerkers van Perspectief BV.

Voor standplaatsen is een vergunningstelsel van toepassing (artikel 5.2.3 Algemene plaatselijke verordening). Zonder vergunning mag geen standplaats worden ingenomen. In de vergunning worden voorschriften opgenomen met betrekking tot de dagen en tijden waarop de standplaats mag worden ingenomen en de waar die mag worden verkocht. Voorts bevat de vergunning voorschriften over de grootte van de standplaats en dergelijke.

Vaste standplaatshouders

Bij de vergunning voor vaste standplaatshouders wordt een standplaatshouderskaart verstrekt. Op deze kaart staan de persoonlijke gegevens van de standplaatshouders en zijn/haar foto. De standplaatshouder moet persoonlijk aanwezig zijn op de standplaats, net als de standplaatsvergunning en de standplaatshouderskaart. Als de toezichthouder erom vraagt dient de vergunning en de kaart te worden getoond.

Incidentele standplaatshouders.

Incidentele standplaatsen worden vaak bezet door personeel van rechtspersonen, bijvoorbeeld De Telegraaf, of een bedrijf dat samples uitdeelt van een nieuw op de markt te brengen product. Als het niet gaat om detailhandel, kan de vergunning ook worden verleend aan een rechtspersoon Deze standplaats kan dan niet op naam worden uitgeschreven. De vergunning moet wel op de standplaats aanwezig zijn en moet worden getoond aan de toezichthouder.

Toezicht en handhaving

Bij het toezicht op de standplaatsvergunningen en de handhaving door middel van een bestuurlijke boete wordt Perspectief BV ingezet. Indien nodig wordt bestuurlijk handhaving toegepast (dwangsom of bestuursdwang). Dit wordt door de afdeling Ruimtelijke Dienstverlening, team Toezicht en Handhaving uitgevoerd.

Ondertekening

Het college van Lelystad,

Lelystad, 24 november 2009

Bijlage: Overzicht vaste standplaatsen Lelystad

Overzicht vaste standplaatsen Lelystad (situatie per 27 mei 2009)

Plaats

Locatie

Omschrijving branche

ma

di

wo

do

vr

za

zo

Buitengebied

Batavia

Hotdogs, ijs en frisdrank en andere geringe etenswaren

1

1

1

1

1

1

1

Buitengebied

Bataviastad

De Telegraaf

Buitengebied

Bataviastad

Geringe etenswaren

Specifieke regels voor

Buitengebied

Bataviastad

Geringe etenswaren ijs en snoep

standplaatsen binnen de

Buitengebied

Bataviastad

Stroopwafels

muren van toepassing

Buitengebied

Begraafplaats

Bloemen en planten

1

1

1

1

1

1

1

Buitengebied

Dronterweg/

Laserringweg

Patat, snacks, broodjes en frisdrank

1

1

1

1

1

1

1

Buitengebied

Houtribsluizen

frites snacks frisd

1

1

1

1

1

1

1

Buitengebied

Houtribsluizen

Vis en visproducten

1

1

1

1

1

1

1

Buitengebied

Oostervaart

patat snacks, shoarma, pizza, ijs. frisdr patat en shoarma

1

1

1

1

1

1

Stadshart

Bij la Mar

Bloemen en planten

1

1

1

1

1

1

Stadshart

Neringpassage

Vietnamese etenswaren

1

1

1

1

1

1

1

Stadshart

Neringweg Blokker

Patat, snacks, ijs, fris

1

1

1

1

1

1

1

Stadshart

Stadhuisplein

vis

1

1

1

1

1

1

Lelycentre

De Plaats

AGF

1

Lelycentre

De Plaats

brood koek en banket

1

Lelycentre

De Plaats

noten en zuidvrucht

1

Lelycentre

De Plaats

Poeliersprodukten

1

Lelycentre

De Plaats

Vis en visprodukten

1

Lelycentre

De Plaats

Zuivelproducten

1

Wijkcentrum

Boswijk

Vietnamese etenswaren

1

Wijkcentrum

Boswijk

Vis

1

1

Wijkcentrum

Botter

AGF

1

Wijkcentrum

Botter

Vietnamese etenswaren

1

1

Wijkcentrum

Botter

vis

1

1

Wijkcentrum

Jol

Bloemen en planten

1

Wijkcentrum

Jol

Surinaamse snacks

1

Wijkcentrum

Jol

Vietnamese etenswaren

1

1

Wijkcentrum

Jol

vis

1

Wijkcentrum

Kempenaar

Kaas, zuivel en aanverwante art

1

Wijkcentrum

Kempenaar

Surinaamse snacks

1

Wijkcentrum

Kempenaar

Vietnamese snacks

1

Wijkcentrum

Kempenaar

Vis

1

Wijkcentrum

Lelystad-haven

Surinaamse snacks

1

Wijkcentrum

Lelystad-Haven

Vietnamese snacks

1

Wijkcentrum

Lelystad-Haven bij AH

AGF

1

Wijkcentrum

Lelystad-Haven bij AH

noten en zuidvruchten

1

Wijkcentrum

Lelystad-Haven bij AH

Vis en Visprodukten

1

Wijkcentrum

Lelystad-Haven bij AH

Zuivelproducten en eieren

1

Wijkcentrum

Palazzo

Repareren en graveren van autoruiten

1

1

1

Wijkcentrum

Palazzo

Vis en Visprodukten

1

1

1

1

Wijkcentrum

Tjalk

bloemen en planten

1

1

Wijkcentrum

Tjalk

Vietnamese snacks

1

1

1

1

Wijkcentrum

Voorhof

Patat, snacks, frisdrank, ijs

1

1

Wijkcentrum

Voorhof

Surinaamse snacks

1

Wijkcentrum

Voorhof

Vietnamese snacks

1

Wijkcentrum

Voorhof

vis

1

Wijkcentrum

Voorstraat

Bloemen en planten

1

Wijkcentrum

Voorstraat

Surinaamse snacks

1

Wijkcentrum

Voorstraat

Vietnamese etenswaren

1

1

Wijkcentrum

Voorstraat

Vis

1

Bijlage Algemene Plaatselijke verordening Standplaatsen

Algemene Plaatselijke Verordening 2000

Afdeling 2 Collecteren. venten, standplaatsen en snuffelmarkten

Artikel 5.2.3 Standplaatsen: uitstallingen op de weg

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:

    • a.

      met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden;

    • b.

      anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

  • 2.

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet. Alsdan geldt ook het in het tweede lid gestelde verbod niet.

  • 4.

    De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een door de gemeenteraad ingestelde markt, zulks gedurende de tijden dat de markt gehouden wordt voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1, of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4.

  • 5.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Woningwet of de Wet beheer rijkswaterstaatswerken van toepassing is.

  • 6.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • f.

      vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders houden de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een milieuwetplichtige activiteit betreft en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het zesde lid, tot de dag waarop de beslissing over de milieuvergunningaanvraag is genomen.

Nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening 2009

Afdeling 4. Standplaatsen

Artikel 5:17 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden" gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende

Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen

  • 1.

    Het verbod van artikel 5:18, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.