Uitvoeringsstrategie Waterkwaliteit in overig water

Geldend van 11-06-2022 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsstrategie Waterkwaliteit in overig water

Overal schoon, gezond en levend water

De verenigde vergadering van Delfland,

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van dinsdag 19 april 2022, dossiernummer 2565;

gelezen het positieve advies van de commissie Waterkwantiteit & Waterkwaliteit.

Overwegende dat:

  • Delfland verplicht is zich in te spannen om samen met gebiedspartners de doelen voor overig water te formuleren en zich in te spannen deze ecologische doelen te halen;

  • Delfland met vaststelling van de Uitvoeringsstrategie waterkwaliteit waterkwaliteit in overig water de kaders stelt waarbinnen wordt gewerkt aan het behalen van deze doelen.

Gelet op:

  • Artikel 77 van de Waterschapswet

  • Waterwet, de Wet milieubeheer, het Waterbesluit, het Besluit kwaliteitseisen en monitoringwater 2009 en de Overeenkomst inzake Ecologische doelen overige wateren provincie Zuid-Holland en Provincie Noord-Holland

Besluit:

De Uitvoeringsstrategie waterkwaliteit in overig water vast te stellen.

1 Toekomstbeeld: overal schoon, gezond en levend water

Delfland streeft naar schoon, gezond en levend water. Schoon water bevordert natuurontwikkeling en draagt bij aan een aantrekkelijke leefomgeving om te werken, te wonen en te recreëren. Delfland spant zich vanuit de rol en taak als waterkwaliteitsbeheerder in voor de instandhouding en verbetering van de ecologische en chemische waterkwaliteit in het hele beheergebied. Dit is één van de kerntaken van het waterschap. De inzet en ambitie stemmen we af met de gebiedspartners in ons beheergebied. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit zijn wij immers mede afhankelijk van de inzet van derden. Alleen door samenwerking met deze gebiedspartners kan de beoogde kwaliteit worden gehaald.

Sinds het van kracht worden van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater in 1973 ontwikkelt onze aanpak om de waterkwaliteit te verbeteren zich steeds verder. In 2000 trad de Kaderrichtlijn Water (KRW) in werking. Deze richtlijn markeert een belangrijk keerpunt in het waterkwaliteitsbeheer door te stellen dat in 2027 het water in alle Europese landen schoon en gezond moet zijn. Het KRW-programma Delfland 2022-2027 beschrijft de aanpak en set van maatregelen voor het verbeteren van de waterkwaliteit in de negen KRW-waterlichamen binnen ons beheergebied. Voor deze vastgestelde KRW-waterlichamen geldt een resultaatverplichting voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen. Over de voortgang van de doelen en maatregelen rapporteren we aan het Rijk en de Europese Unie.

Delflands streven naar schoon, gezond en levend water gaat verder dan de grenzen van de KRW-waterlichamen. Ruim tachtig procent van Delflands oppervlaktewater valt buiten de begrenzing van de KRW-waterlichamen, dit water wordt overig water genoemd. De KRW is net zo goed op dit water van toepassing, maar er geldt geen resultaat- of monitoringsverplichting voor Europa. Overig water omvat voornamelijk kleinere watergangen (haarvaten), maar ook een groot deel van de primaire polderwatergangen behoort tot het overig water.

Onze inwoners wonen, werken en recreëren in de buurt van het overig water. Op veel plekken heeft de waterkwaliteit te lijden van menselijk handelen. Door bijvoorbeeld te hoge fosfaat- en stikstofconcentraties, toxische stoffen en suboptimale groeiomstandigheden voor waterplanten wordt de ecologische potentie niet bereikt. Dit heeft lokaal zichtbare negatieve effecten op de omgeving: een lage biodiversiteit, stinkend water, veel kroosgroei, et cetera. Door te zorgen voor schoon water draagt Delfland bij aan behoud, herstel en bevordering van biodiversiteit als basis voor een duurzame en aantrekkelijke leefomgeving. Het overig water staat tevens direct in verbinding met de grotere waterlichamen: ook om de waterkwaliteit in de KRW-waterlichamen te verbeteren is een goede waterkwaliteit in het overig water belangrijk. Er zijn ook plekken in ons beheergebied waar de waterkwaliteit wel op orde is en de ecologie zich kan ontwikkelen. In die gebieden zetten we in op instandhouding van de waterkwaliteit.

Mede door de sterke afhankelijkheidsrelatie tussen de, op papier gescheiden, KRW-waterlichamen en het overig water ligt er een taak en belang voor Delfland om zich in te spannen voor behoud en herstel van de waterkwaliteit in de niet-KRW boezem- en polderwatergangen. Uniforme uitgangspunten voor overig water en KRW-waterlichamen en extra inzet voor overig water zijn gewenst. In het stroomgebied Rijn-West1 is vanuit die achtergrond een overeenkomst gesloten tussen provincie en waterschappen om ecologische doelen voor overig water vast te stellen. Deze zijn, in afstemming met onze gebiedspartners, in 2022 vastgesteld als onderdeel van het Regionaal waterprogramma van de provincie Zuid-Holland. Het vaststellen van deze doelen is een belangrijke stap voor het verbeteren van de waterkwaliteit in overig water. Voor deze doelen geldt een inspanningsverplichting, zonder einddatum. Zie bijlage 1 voor de doelen overig water.

Leeswijzer

Deze strategie beschrijft op welke manier Delfland bijdraagt aan het bereiken van de ecologische doelen voor overig water. De opgave is omvangrijk en de taken, en daarmee verantwoordelijkheden, verdeeld. Een doordachte aanpak, die richting geeft aan de inzet van Delfland en duidelijkheid biedt aan gebiedspartners, is van groot belang. In deze notitie schetsen we onze visie op de waterkwaliteit in het overig water en beschrijven wij de strategische pijlers waarop onze aanpak bij het realiseren van het gewenste toekomstbeeld is gebouwd. Aansluitend beschrijven we de maatregelen die we, naast de maatregelen die worden uitgevoerd vanuit het KRW-programma, nemen om de waterkwaliteit in het overig water te verbeteren. Het werken aan waterkwaliteit is in de praktijk een continu leerproces. Met onze partners (her)ijken we periodiek de aanpak aan nieuw opgedane kennis en inzichten.

2 Visie en strategie

Visie: overal schoon, gezond en levend water

Delfland zorgt ervoor dat ongeveer 1,2 miljoen mensen veilig (grotendeels onder zeeniveau) kunnen wonen, werken en recreëren met voldoende schoon water. Daartoe zorgt Delfland onder andere voor de instandhouding van waterkeringen, de aan- en afvoer van water, de zuivering van afvalwater én schoon, gezond en levend water in sloten, vaarten en kanalen.

Schoon, gezond en levend water betekent een goede ecologische en chemische toestand van ons oppervlaktewater. Schoon water is belangrijk voor planten en dieren en is een onderdeel van een aantrekkelijke leefomgeving voor de mens om te werken, te wonen en te recreëren. Met de aanpak in overig water willen we een kwaliteitsimpuls bereiken in het oppervlaktewater in ons gebied. Onze ambitie is het bereiken van zo schoon mogelijk oppervlaktewater met een zo goed als mogelijk ontwikkelde biodiversiteit.

Strategie: samenwerken aan duurzaam vergroten ecologische systeemkwaliteit

Waterkwaliteit is een maatschappelijk relevant en urgent vraagstuk, waarmee we onverminderd aan de slag blijven gaan, nadrukkelijk samen met de omgeving. In de afgelopen twee KRW-planperiodes zijn er niet alleen maatregelen genomen in de KRW-waterlichamen, maar ook in het overig water. Het overig water heeft immers grote invloed op de waterkwaliteit in de KRW-waterlichamen. Deze lijn zetten we door in de huidige planperiode 2022-2027. De voorliggende strategie zet de lijnen uiteen waarlangs Delfland zich specifiek inzet voor het behalen van de ecologische doelen overig water. We gebruiken de bouwstenen uit het KRW-programma Delfland 2022-2027 en maken natuurlijk ook gebruik van wat we eerder leerden en gaan leren uit het KRW-programma.

Samenwerking

Het behalen van de doelen in overig water vraagt om een inspanning van Delfland, maar lukt niet zonder de medewerking van onze gebiedspartners. Zij zijn in hoge mate eigenaar en/ of als aanliggend eigenaar van de watergang in veel situaties onderhoudsplichtige van een groot deel van het overig water. Gebiedspartners hebben door het verlenen van vergunningen, het uitvoeren van watergerelateerde activiteiten, het onderhoud van de watergangen, het tegengaan van lozingen, door ruimtelijke ontwikkelingen en zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater een directe invloed op en verantwoordelijkheid voor het in stand houden of op orde brengen van de randvoorwaarden voor een goede waterkwaliteit.

Delfland stelt middelen – inzet, expertise en euro’s – beschikbaar om de waterkwaliteit in overig water te verbeteren. Om zowel de KRW-doelen als de doelen voor overig water te realiseren continueert en intensiveert Delfland de samenwerking met gemeenten en andere gebiedspartners in de komende planperiode tot 2027. Deze samenwerking krijgt vorm in een gebiedsgerichte en programmatische aanpak. In de gebiedsprocessen hebben we de afgelopen jaren de samenwerking met gebiedspartners op waterkwaliteit verstevigd. Hier bouwen we op voort. Samen met andere overheden en terreinbeheerders maken we dit en komend jaar de inzet in overig water concreet en starten we met de uitvoering. Ook particulieren worden aangemoedigd een steentje bij te dragen, bijvoorbeeld door waar mogelijk watergangen ecologisch te onderhouden. Zo verbeteren we samen met het gebied – ieder vanuit zijn eigen taak, belang en verantwoordelijkheid – de waterkwaliteit in heel Delfland.

Inspanningsverplichting

Voor de doelen voor het overig water geldt een zogenaamde inspanningsverplichting. Ook al gaat de KRW ook over het overig water, binnen de KRW geldt alleen voor de doelen van de begrensde KRW-waterlichamen een harde resultaatverplichting: voor 2027 dienen alle maatregelen die in beeld zijn om de doelen te halen te zijn uitgevoerd. Een inspanningsverplichting daarentegen houdt geen garantie in om de doelen zoals uitgewerkt binnen een bepaalde periode te bereiken. Dat het bij overig water om een inspanningsverplichting gaat, ontslaat ons niet van de plicht om ons in te zetten voor het halen van de gestelde doelen. Delfland staat aan de lat om de doelen te vertalen in concrete maatregelen en het onderwerp te agenderen bij onze gebiedspartners. Anderzijds geeft een inspanningsverplichting een bepaalde mate van beleidsvrijheid om gemotiveerd af te wijken van de nu voorgestane doelen, bijvoorbeeld door het beschikbaar komen van nieuwe gebiedskennis, onvoldoende gebleken kosteneffectiviteit van maatregelen of het ontbreken van bepaalde randvoorwaarden (samenwerking, frictie met andere wateropgaven). Binnen deze kaders zoekt Delfland proactief naar manieren om de beoogde waterkwaliteit te bereiken. Doordat er sprake is van invloed van overige wateren op de KRW-wateren krijgen inspanningen in overige wateren die bijdragen aan het bereiken van de KRW-resultaatverplichtingen voorrang.

Strategische uitgangspunten

Overig water bestrijkt ruim 80% van het beheergebied van Delfland. Dat maakt het belang groot. De omvang van de opgave in samenhang met de begrensde uitvoeringscapaciteit en budgetten bij partijen, maakt dat de verbetering stapsgewijs vorm moet krijgen. Met de ons beschikbaar staande instrumenten en (het doen en aanjagen van) doelmatige investeringen willen we een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan de instandhouding en stapsgewijze verbetering van de waterkwaliteit in het overig water. Keuzes over de inzet maakt Delfland aan de hand van de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Delfland werkt aan een ecologisch gezond en robuust watersysteem. Het ecologisch netwerk in de KRW-waterlichamen vormt de ruggengraat van dit systeem. We ontwikkelen een aanpalende visie op een ecologisch netwerk in overig water. Maatregelen binnen dit netwerk dragen bij aan zowel de ecologische waterkwaliteit in overig water als de robuustheid van het ecologisch KRW-netwerk. Delfland zet hoofdzakelijk in op verbetermaatregelen in overig water die niet alleen lokaal een positief effect hebben, maar ook bijdragen aan een sterker ecologisch netwerk in overig water.

  • 2.

    Delfland neemt maatregelen in overig water die aansluiten bij de bouwstenen uit het KRW-programma Delfland 2022-2027. Per gebied brengen we met partners de opgaven en potenties in beeld en passen we inzet vanuit de bouwstenen hierop aan. In gebieden met hoge emissies wordt primair ingezet op het (stimuleren van) emissiereductie, dit is een belangrijke randvoorwaarde voor ecologische ontwikkeling. In gebieden waar emissies op orde zijn, zal de nadruk liggen op een meer ecologische inrichting van overig water. Overal waar de waterhuishouding dat toelaat werken we samen met gebiedspartners aan verbeterd ecologisch onderhoud van de watergangen.

  • 3.

    Delfland continueert en intensiveert de samenwerking met gemeenten en andere gebiedspartners. In dit gebiedsproces deelt Delfland zijn expertise met de partners en brengen partners praktijkervaring over onderhoud en essentiële gebiedskennis in. Zo krijgen de partijen gezamenlijk meer inzicht in de waterkwaliteit van het lokale systeem en worden mogelijke, doelmatige maatregelen in kaart gebracht. We zijn alert op kansen die zich voordoen om een extra impuls te geven aan de waterkwaliteit, zoals bij gebiedsontwikkelingen of aanbesteding van onderhoudswerken.

  • 4.

    Afspraken over de inzet in overig water met gebiedspartners leggen we vast in meerjaren wateragenda’s, intentieovereenkomsten. De samenwerking met gebiedspartners leidt in de periode 2022-2023 tot afspraken over gezamenlijke maatregelen. Deze worden toegevoegd aan de meerjaren wateragenda’s (intentieovereenkomsten) zoals we die nu al hebben met onze gebiedspartners op andere onderwerpen. Met de eerste gemeenten zijn inmiddels al vergaande afspraken gemaakt. Kosten van maatregelen worden tussen Delfland en de partner verdeeld op basis van taak en belang. Jaarlijks evalueren we gezamenlijk de voortgang.

  • 5.

    Delfland geeft het goede voorbeeld. We beheren onze waterkwaliteitsobjecten zorgvuldig, we voeren daar waar het mogelijk is het onderhoud uit met oog voor de ecologie, we zetten beschikbare middelen in om achteruitgang van de ecologische waterkwaliteit te voorkomen.

  • 6.

    Delfland zet in op samenwerking met gebiedspartners vanuit vrijwilligheid. Gezamenlijk treffen we haalbare en doelmatige maatregelen. We zoeken naar kansen, naar gedeelde belangen en naar samenwerking die meerwaarde oplevert. Voor het bewaken van de gerealiseerde waterkwaliteitswerken en het voorkomen van achteruitgang leggen we profielen en onderhoud vast in de daartoe geëigende instrumenten.

3 Aanpak per bouwsteen

In het KRW-programma Delfland 2022-2027 zijn vijf bouwstenen opgenomen. Deze haken aan op de knelpunten voor de waterkwaliteit in de KRW-waterlichamen en vormen een kapstok voor effectieve maatregelen voor de komende periode. De bouwstenen zijn op een abstract niveau weergegeven (zie figuur 1). De omvang van de bouwstenen in de afbeelding komt globaal overeen met zowel de benodigde inzet als het te verwachten effect op de waterkwaliteit in de KRW-waterlichamen. Een deel van de KRW-maatregelen nemen we overigens in het overig water, zoals brongerichte maatregelen in de land- en tuinbouw omdat stoffen zich verspreiden of de aanleg van vismigratievoorzieningen. De indeling in bouwstenen hanteren we ook voor de te treffen waterkwaliteitsmaatregelen in overig water. In de volgende paragrafen werken we dit uit.

afbeelding binnen de regeling

3.1 Emissiereductie

De reductie van emissies blijft onverminderd belangrijk voor verbetering van de waterkwaliteit. Delfland zet de inspanningen om deze emissies verder te verminderen onverminderd voort. Onze inzet staat beschreven in het KRW-programma 2022-2027. De emissiereducerende maatregelen uit het KRW-programma 2022-2027 richten zich op al het water in Delflands watersysteem, zowel de KRW-waterlichamen als het overig water. Het tegengaan van emissies in overig water pakt Delfland aan conform de inzet zoals beschreven in het KRW-programma. De uitvoeringsstrategie voor het overig water voorziet niet in extra systeemgerichte maatregelen voor emissiereductie.

Per gemeente voeren we een (emissie)bronnenanalyse uit. De informatie hieruit wordt gecombineerd met andere data-analyses en gebiedskennis van Delfland en partners. Wanneer hieruit naar voren komt dat aanvullende lokale emissiereducerende maatregelen gewenst zijn, dan wordt voor de uitvoering en financiering hiervan in eerste instantie aansluiting gezocht in bestaande samenwerkingsverbanden, zoals het Afsprakenkader Emissieloze Kas, het Netwerk Waterketen Delfland en de Stimuleringsregeling Kringlooplandbouw. Als de maatregel niet binnen de bestaande programma’s valt en Delfland verantwoordelijk is, worden vanuit het programma overig water middelen beschikbaar gesteld. Wanneer de gebiedspartner de maatregel moet uitvoeren, legt Delfland de verantwoordelijkheid ook bij deze partij. Afspraken over te nemen maatregelen worden opgenomen in de wateragenda’s: een intentieovereenkomst tussen de gemeente en Delfland over het watersysteem in de gemeente.

Momenteel wordt door de Rijksoverheid als reactie op het achterblijven van bronmaatregelen in de landbouw gewerkt aan het opzetten van Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dit programma beoogt via het versneld bereiken van een stikstofreductie een impuls te geven aan natuur- en biodiversiteitsherstel en er voor te zorgen dat de KRW-kwaliteitsdoelen voor oppervlaktewater worden gehaald. Delfland volgt de ontwikkeling van de gebiedsplannen die onder regie van de provincie uiterlijk 1 juli 2023 klaar moeten zijn en kiest voor nauwe betrokkenheid om volop kansen te pakken.

3.2 Ecologische optimalisatie waterbeheerpraktijk

De manier waarop het watersysteem wordt beheerd, heeft grote invloed op de aquatische ecologie en waterkwaliteit. Bij de uitvoering van onderhoud kan ecologisch gezien winst worden behaald. Delfland zet in op meer ecologie ondersteunend onderhoud, zowel door de eigen organisatie als door derden. Door aangepast onderhoud kunnen we de waterkwaliteit in overig water verder verbeteren. De strategie richt zich op de volgende maatregelen:

  • 1.

    Ecologisch maaionderhoud watergangen

  • 2.

    Ecologisch baggeren watergangen

  • 3.

    Sturen met water

  • 4.

    Kennisdeling over (ecologisch) onderhoud

Deze maatregelen zijn ook onderdeel van het KRW-programma 2022-2027. Vanuit dit programma worden inspanningen gedaan ten behoeve van de KRW-waterlichamen. De kennis die in de uitvoerig wordt opgedaan passen we toe in het overig water. Opgedane ervaring met en kennis over de effectiviteit van maatregelen die we in het overig water nemen, worden uiteraard ook gebruikt voor de KRW-maatregelen.

Onderhoud watergangen overig water

De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van onze watergangen is verdeeld over Delfland, gebiedspartners en particulieren. De onderhoudsverplichtingen zijn nu nog vastgelegd in de Legger en de Keur. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden ze vastgelegd in de Legger. Het overig water bestaat uit primaire en secundaire boezem- en polderwatergangen. Door ecologisch onderhoud in primaire watergangen heeft Delfland direct invloed op de ecologische ontwikkeling van het overig water. Een groot deel van het overig water is secundair water, waarvan het onderhoud bij derden ligt. Voor deze watergangen zijn gebiedspartners en particulieren dus verantwoordelijk voor onderhoud.

Vanwege de verdeelde verantwoordelijkheid in overig water zet Delfland zich op verschillende manieren in om ecologisch onderhoud van de watergangen te bevorderen:

  • 1.

    ontwikkeling van instrumenten die meer ecologisch onderhoud mogelijk maken, deze instrumenten worden ingezet door Delfland en op basis van vrijwilligheid aangeboden aan onderhoudsplichtigen;

  • 2.

    meer ecologisch onderhoud van primaire watergangen door Delfland zelf, daar waar dat vanuit waterhuishoudkundig oogpunt kan;

  • 3.

    bewustwording bij gebiedspartners vergroten en kennis en ervaring delen over ecologisch onderhoud;

  • 4.

    particuliere onderhoudsplichtigen enthousiasmeren om de watergang ecologisch te onderhouden.

Ecologisch maaionderhoud watergangen

Delfland optimaliseert het maaionderhoud door op specifieke locaties minder intensief te maaien. Hierdoor zorgen we voor meer waterplanten, een betere ecologische waterkwaliteit en bevorderen we de biodiversiteit. Daartoe heeft Delfland de ecokleurenkoers ontwikkeld. Deze is vastgesteld eind 20212. Dit is een operationeel instrument voor dagelijks onderhoud dat zowel rekening houdt met het kwantiteits- als het kwaliteitsbeheer. Het geoptimaliseerd maaionderhoud wordt alleen mogelijk gemaakt waar dit waterhuishoudkundig (peilbeheer, wateroverlast, waterveiligheid) verantwoord is.

In de periode 2022-2024 implementeert Delfland de ecokleurenkoers in het gehele gebied. Door toepassing van de ecokleurenkoers op de primaire watergangen in overig water heeft Delfland direct invloed op de ecologische ontwikkeling van deze watergangen. Daarnaast zoekt Delfland samenwerking met de gebiedspartners om de watergangen verder in te kleuren met ecokleuren. In de samenwerking wordt ook kennis en expertise gedeeld. Delfland maakt met gemeenten afspraken over de toepassing van ecologisch maaionderhoud. Deze worden vastgelegd in de gezamenlijke wateragenda’s. Particuliere onderhoudsplichtigen van watergangen met ecokleur groen worden door Delfland via diverse communicatiekanalen uitgenodigd om ecologisch onderhoud toe te passen en zo hun steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van waternatuur.

De verdeling van verantwoordelijkheden en taken vraagt om een gedifferentieerde aanpak. In gesprekken met gemeenten maken we afspraken over de implementatie van de ecokleurenkoers. Onze inzet is om in 2023 met alle gemeenten dergelijke afspraken te hebben gemaakt. Daarnaast worden er verschillende communicatiemiddelen voor de diverse groepen particuliere onderhoudsplichtigen ontwikkeld. Door het ontwikkelen van het instrument, het uitvoeren van ecologisch onderhoud volgens deze ecokleurenkoers, de samenwerking en kennisdeling met partners, het maken van afspraken over ecologisch onderhoud én het enthousiasmeren van particulieren bundelen we de krachten en werken we gezamenlijk aan verbetering van onze leefomgeving.

Ecologisch baggeren watergangen

Bagger is vaak een bron van nutriënten en andere stoffen in het oppervlaktewater. Delflands reguliere baggerwerkzaamheden zijn momenteel ingeregeld om te voldoen aan de leggerdiepte. De leggerdiepte garandeert een goede doorstroming van een watergang. Dit is nodig om overtollig (regen)water te kunnen afvoeren. Ecologische ontwikkeling van de waterkwaliteit speelt momenteel geen rol in de afweging van het reguliere baggerwerk. Op projectbasis wordt er incidenteel wel specifiek met het oog op ecologie gebaggerd. Het verkennen van de mogelijkheden van ecologisch baggeren aan de hand van pilots is één van de maatregelen uit het KRW-programma 2022-2027. Delfland ontwikkelt hiervoor een ecologisch afwegingskader aan de hand waarvan kan worden beoordeeld hoe ecologisch baggeren binnen de reguliere baggercyclus ruimte kan scheppen voor de ontwikkeling van onderwatervegetatie. Voldoende aanwezigheid van waterplanten en een hoge diversiteit in soorten zijn immers voorwaarden voor een gezond aquatisch ecosysteem. We voeren pilots uit om te onderzoeken welke afwegingen ten behoeve van de ecologie gemaakt kunnen worden, wat dit voor de uitvoeringspraktijk betekent en wat het effect is op de waterkwaliteit. De pilots leiden tot aanvullende voorwaarden voor baggeren, gericht op het behouden en – waar mogelijk - verbeteren van de ecologische waterkwaliteit in de watergang.

Sturen met water

Delfland ziet in gebieden waar probleemstoffen een belemmering vormen voor de ecologische waterkwaliteit primair een rol voor brongerichte maatregelen: emissies naar het oppervlaktewater vanuit land- en tuinbouw en de afvalwaterketen moeten zo veel mogelijk worden tegengegaan. Sturen met water is geen brongerichte maatregel, maar biedt wel mogelijkheden om lokaal de waterkwaliteit te verbeteren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het versneld afvoeren van nutriëntrijk water en het tegengaan van verzilting.

Delfland ontwikkelt een verbeterde bedieningsstrategie waarbij het verbeteren van de waterkwaliteit als belang meegenomen wordt. Dit vergt een integrale afweging: naast de waterkwaliteit spelen hier meerdere belangen in het gehele beheergebied een rol. Daarnaast is sturen met water één van de gespreksonderwerpen voor het gezamenlijke maatregelenpakket met onze gebiedspartners. Lokale waterkwaliteitsknelpunten worden in kaart gebracht en wanneer sturen met water een mogelijke oplossing biedt, wordt een afweging gemaakt of dit ook wenselijk is.

Kennisdeling over (ecologisch) onderhoud

Steeds meer watergangen in ons beheergebied worden ecologisch ingericht. De ecokleurenkoers biedt de mogelijkheid tot de ontwikkeling van meer waterplantzones. Goed ecologisch onderhoud is een voorwaarde voor voldoende ecologisch rendement van deze maatregelen. Onderhoud van watergangen vereist kennis en ervaring, zeker als je in deze watergangen ook de ecologie wil stimuleren. Delfland spant zich in om alle watergangen en natte ecologische zones waar zij het onderhoud uitvoert met de beschikbare middelen zo goed mogelijk te onderhouden. We maken afspraken met onze gebiedspartners over het delen van kennis en ervaring over dit onderwerp. Delfland pakt hierin een faciliterende rol en nodigt partners uit om kennis en ervaring onderling én met Delfland te delen. Zo kan een gemeente tijdens een bijeenkomst bijvoorbeeld tips geven over het vergroten van biodiversiteit in nvo’s en kan een natuurorganisatie haar ervaringen met ecologisch onderhoud delen. Delfland draagt bij aan het terugdringen van kroos door haar expertise over dit onderwerp te delen met gebiedspartners.

3.3 Ecologische inrichting van het watersysteem

Voor de ecologische ontwikkeling van het waterleven moet er een geschikte habitat zijn, hiervoor treft Delfland inrichtingsmaatregelen. Planten moeten zich kunnen vestigen en groeien, dieren hebben een plek nodig om te schuilen, voedsel te verzamelen en zich voort te planten. Delfland realiseert hiertoe natte ecologische zones (NEZ’s). Dit zijn locaties die aan de randvoorwaarden voor ecologische ontwikkeling voldoen. Delfland streeft naar een meer ecologische inrichting van het hele systeem. Ten behoeve van de ecologische doelen in de KRW-waterlichamen is een visie op de ruimtelijke verdeling van NEZ’s in ons beheergebied ontwikkeld: een netwerk van NEZ’s dat de ruggengraat voor een functionerend ecologisch systeem vormt. Het netwerk bestaat uit kerngebieden, stapstenen, corridors en verbindingen. De inspanningen van de afgelopen jaren geven stapsgewijs steeds meer vorm aan dit netwerk in en rond de KRW-waterlichamen. Om de ecologische doelen in overig water te bereiken hanteren we dezelfde ecologische principes: een netwerk van NEZ’s in overig water dat de basis vormt van een robuust ecologisch systeem. Op die manier voorkomen we versnippering en stimuleren we de ecologische ontwikkeling van locaties met een hoge ecologische potentie die dankzij voldoende omvang aantrekkelijk zijn voor waterplanten en -dieren.

In 2022 stelt Delfland de NEZ-visie voor overig water op. Voor zover hierin kansen voor synergie met het Natuurnetwerk Nederland (NNN) of lokale groene netwerken zijn, worden deze zo goed mogelijk meegenomen. In de daar op volgende jaren werken we aan de realisatie van het NEZ-netwerk in overig water. Prioriteit wordt gelegd op locaties die voldoen aan de randvoorwaarden: 1) de voorgenomen maatregel is doeltreffend (de maatregel draagt bij aan een verbeterde waterkwaliteit); 2) de chemische waterkwaliteit moet (op afzienbare termijn) voldoende zijn; 3) de noodzakelijke samenwerking met de omgeving is haalbaar. Doel van de investeringen in de ecologische inrichting van overig water is een robuuster en uitgebreider netwerk van waternatuur.

Wanneer inrichtingsmaatregelen nodig zijn om de waterkwaliteitsdoelen voor overig water te behalen, spant Delfland zich in om deze maatregelen te realiseren. Locaties binnen de NEZ-visie overig water geven we prioriteit boven locaties daarbuiten. Deze locaties dragen niet alleen bij aan de lokale waterkwaliteit maar ook aan de robuustheid van het totale netwerk en leveren daardoor meer ecologische winst op. Dit neemt niet weg dat er ook buiten het te realiseren netwerk een opgave in overig water ligt. In deze strategie maken we onderscheid tussen locaties binnen en buiten de te ontwikkelen NEZ-visie overig water.

Locaties binnen de NEZ-visie overig water

In de komende jaren spant Delfland zich in om samen met partners een NEZ-netwerk in overig water te realiseren. We gaan in gesprek met onze gebiedspartners, maken afspraken met hen en liften mee op ruimtelijke ontwikkelingen. Mogelijke kansen kunnen op verschillende manieren naar voren komen: 1) als opbrengst van het gebiedsproces met partners; 2) initiatieven van particulieren en 3) resultaat van een zoektocht van Delfland op een specifieke locatie. De kansen doorlopen een vergelijkbare fase-procedure als de NEZ-en voor de KRW (kans-verkenning-planvorming-uitvoering). Na elke fase is een go-no go moment gebaseerd op kosten, effectiviteit en haalbaarheid. Na een go voert Delfland het project uit en bekostigt de investering. Deze NEZ’s worden opgenomen in de Legger. Het onderhoud van de nieuwe NEZ komt bij Delfland te liggen, behalve wanneer er goede afspraken gemaakt kunnen worden met de betreffende gebiedspartners.

Locaties buiten de NEZ-visie overig water

Gebiedspartners en particulieren benaderen Delfland ook voor ecologische inrichtingsmaatregelen op locaties buiten onze NEZ-visie overig water. Delfland moedigt deze ontwikkelingen aan. Wanneer deze maatregelen voldoen aan de bovengenoemde randvoorwaarden levert Delfland een bijdrage aan de aanlegkosten. De grootte van Delflands financiële bijdrage is afhankelijk van ons belang. In dit geval voert de gebiedspartner of particulier het project uit. Ecologisch onderhoud van de NEZ door de onderhoudsplichtige is een voorwaarde voor cofinanciering door Delfland. Delfland neemt de NEZ op in de Legger. Gezamenlijke aanleg van NEZ’s met gebiedspartners volgt uit het gebiedsproces. Te nemen maatregelen en afspraken over financiering worden vastgelegd in (bijlagen bij) de wateragenda’s. In 2023 starten we met een subsidieregeling voor particulieren om hen te stimuleren harde beschoeiingen en kale oevers te vervangen door natuurvriendelijke oevers.

Onderhoud van NEZ’s

De aanleg van NEZ’s is een belangrijke eerste stap. Goed onderhoud van de natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en waterplantzones zijn vervolgens voorwaarden om blijvend de ecologische vruchten te plukken van de gedane investeringen. In 3.2 staan de inspanningen ten behoeve van ecologische optimalisatie van de waterbeheerpraktijk beschreven.

3.4 Anticiperen op de toekomst

De komende jaren kunnen grote ruimtelijke veranderingen worden verwacht die negatieve gevolgen maar ook kansen kunnen bieden voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe natuur- en recreatiegebieden, de bouw van woningen en de energietransitie. Het is belangrijk hierop voorbereid te zijn om zo kansen voor de oppervlaktewaterkwaliteit te pakken en achteruitgang van de oppervlaktewaterkwaliteit te voorkomen. Het KRW-programma 2022-2027 schetst drie sporen: 1) klimaatadaptatie; 2) adaptatie gebiedsontwikkelingen; 3) verkleinen broeikasgasemissies. In het gebiedsproces met partijen wordt verder verkend hoe wij door samenwerking op deze sporen het behalen van de waterkwaliteitsdoelen voor overig water (mede) centraal kunnen stellen.

3.5 Borgen waterkwaliteitsaspecten bij recreatie

Delfland streeft naar een ecologisch gezond én recreatief aantrekkelijk gebied. Hierin is het zoeken naar een juiste balans tussen ecologie en gebruik. Binnen deze bouwsteen ligt de focus op: 1) optimalisatie en mitigatie negatieve waterkwaliteitseffecten recreatievaart; 2) hengelsport.

Recreatievaart vindt voor het overgrote deel plaats in de boezemwatergangen. Secundaire boezemwatergangen behoren tot het overig water. Delfland onderzoekt binnen het KRW-programma welke maatregelen zij kan nemen om de negatieve effecten van recreatievaart te mitigeren. De opgedane kennis en inzichten worden te zijner tijd ook gebruikt voor maatregelen in het overig water.

De hengelsport beïnvloedt de visstand en het omringende ecosysteem door het gebruik van lokvoer, het plaatsen van steigers en het wegvangen en uitzetten van vis. Gemeentes, terreinbeheerders en Delfland vergunnen het visrecht aan hengelsportverenigingen. Hengelsportverenigingen geven visvergunningen of vispassen uit aan individuele hengelsporters. In de gesprekken met terreinbeheerders en gemeentes verkennen we de mogelijkheden om de voorwaarden van de visrechtvergunningen aan te scherpen ten behoeve van de waterkwaliteit. Afspraken hierover worden opgenomen in de wateragenda’s. De samenwerking binnen de visstandbeheercommissie als ook de samenwerking die voortkomt uit de Green Deal Sportvisserij Loodvrij om het loodgebruik in de hengelsport verder te verminderen, zetten wij voort.

4 Financiën

Exploitatie

De exploitatie-uitgaven voor de eerste planperiode 2022-2027 zijn globaal geraamd op basis van de benodigde inzet van Delfland en ervaring uit voorgaande (KRW-)perioden. In de begroting van 2022 is een exploitatiebudget van €200.000 voor 2022 gereserveerd en zijn de middelen in de meerjarenraming tot en met 2026 opgenomen. De exploitatiebudgetten worden periodiek herijkt aan nieuwe kennis en inzichten en is onderdeel van de reguliere planning- en control-cyclus.

Het exploitatiebudget biedt de mogelijkheid om met de verschillende gebiedspartners de ambities in het overig water af te stemmen en afspraken over de inzet van de verschillende partijen vast te leggen in meerjarenprogramma’s. Tegelijkertijd is ruimte gemaakt voor het omarmen van initiatieven uit het gebied door het beschikbaar stellen van financiële middelen voor (kleinere) inrichtingsmaatregelen. Met het budget kan Delfland een start maken met het realiseren van de basisambitie voor het overig water.

In de eerste jaren, 2022-2023, ligt daarbij het accent op het (met gegevens en kennis) faciliteren van het gebiedsproces om te komen tot concrete uitvoeringsprogramma’s met gebiedspartners. Daarnaast is een beperkt budget beschikbaar ter dekking van (kleinere) reeds op het vizier staande (no-regret) inrichtingsmaatregelen die Delfland zelfstandig kan uitvoeren en tussentijds als kans voorbijkomen. In 2023 starten we met een subsidieregeling voor de aanleg van ecologische inrichtingsmaatregelen door particuliere grondeigenaren. Hiervoor wordt vanaf 2023 (meerjarig) een bedrag van € 100.000 gereserveerd. Het exploitatiebudget dekt ook de kosten van (kleinere) bijdragen aan inrichtingsmaatregelen uitgevoerd door gebiedspartners en structureel hogere beheer- en onderhoudskosten in het overig water.

Vanaf 2024 zal de nadruk meer op uitvoering van de opgestelde uitvoeringsprogramma’s komen te liggen en is er meer exploitatiebudget nodig om de maatregelen daadwerkelijk uit te voeren. Ook zal het gevraagde onderhoudsbudget toenemen. Daarom groeit de exploitatie in die jaren gestaag naar € 600.000 per jaar in 2027.

Investeringen

De belangrijkste investeringen in overig water zullen bestaan uit de aanleg van natte ecologische zones (NEZ) binnen de nog op te stellen NEZ-visie overig water. In de begroting van Delfland is op basis van ervaringen opgedaan met de uitvoering van maatregelen in KRW-wateren globaal een bedrag van € 2,2 miljoen tot en met 2026 voor investeringen geraamd. Gelet op de sterke afhankelijkheidsrelatie voor het behalen van de doelen met de gebiedspartners kan pas na het doorlopen van het gebiedsproces een geconcretiseerd beeld worden gegeven. In 2023 wordt hiervoor een apart investeringsplan aan de VV voorgelegd.

5 Monitoring en evaluatie

Het uitvoeren van maatregelen in het overig water om de ecologische doelen zoals opgenomen in het Regionaal waterprogramma Zuid-Holland 2022-2027 te halen is weliswaar noodzakelijk en tegelijkertijd is er geen harde einddatum zoals voor de geprogrammeerde verbetermaatregelen in de KRW-wateren. Deze uitvoeringsstrategie markeert de ambitie van Delfland ten aanzien van de inzet in overig water de komende jaren. Als ambitie stellen wij het halen van de doelen in overig water in 2034. Dit betekent dat we ten opzichte van de KRW-planning een extra periode van zes jaar de tijd nemen. Daarbij meewegend dat door een steviger maatregelenpakket voor de land- en tuinbouw voor de KRW en stikstofcrisis de basisrandvoorwaarden voor ecologisch herstel en daarmee doelmatigheid van investeringen en ecologische beheer de komende periode verder verbeteren. De praktijk moet uitmaken of deze ambitie, mede gelet op de gevraagde inzet van gebiedspartners, haalbaar is.

Monitoring doelbereik overig water

Delfland hanteert het uitgangspunt dat de ecologische en chemische toestand van overig water, vergelijkbaar met die van KRW-waterlichamen, eens in de zes jaar wordt vastgesteld. Voor de monitoring van de ecologische doelen van het overig water wordt gebruik gemaakt van meetpunten in het roulerend meetnet. Mogelijk ontstaat de komende jaren een vraag om aanpassing van het monitoringsprogramma, vooral om de effecten van bepaalde maatregelen in beeld te brengen.

Uitvoering maatregelen overig water

De verbeterslag van de waterkwaliteit in het overig water komt tot stand via verschillende sporen, zoals uitgewerkt in de bouwstenen in deze notitie. Delfland monitort jaarlijks de voortgang van de maatregelen binnen de bouwstenen ecologische optimalisatie waterbeheerpraktijk en ecologische inrichting van het watersysteem. De voortgang op de andere bouwstenen wordt gemonitord binnen het KRW-programma. Het monitoren van de voortgang vindt plaats in het kader van de reguliere P&C-cyclus, waarin verantwoording plaatsvindt over de inzet van middelen. Gelet op het stadium van de planvorming en gedeelde taken wordt hierin in samenhang gekeken naar de ontwikkeling van proces- en outputindicatoren.3 Tenminste een keer per jaar bespreken we met de gebiedspartners de voortgang van de maatregelen zoals opgenomen in de wateragenda’s.

Uitvoeringsstrategie overig water

Op het moment van schrijven van deze strategie staan we aan het begin van een gebiedsproces waarin we ons nog verder moeten ontwikkelen. Er is behoefte aan meer locatiespecifiek inzicht in de waterkwaliteitsproblematiek in overig water, we moeten meer zicht krijgen op ruimtelijke kansen in overig water, de samenwerking met gebiedspartners moet op dit vlak verder onderzocht worden, etc. Ook is op dit moment niet exact te zeggen op welke termijn de doelen gehaald kunnen worden en wat dat van de betrokken partijen aan inspanning vraagt. Op basis van opgedane ervaringen in de komende jaren zal daarover meer duidelijk worden. Daarom is het belangrijk om periodiek te voorzien in een evaluatiemoment waarop de vraag voorligt of de uitvoeringsstrategie functioneert zoals bedoeld. Op deze manier blijft de uitvoeringsstrategie zo goed mogelijk aansluiten bij de actuele situatie.

Mede gelet op de nauwe verwantschap tussen het overig water en de KRW-waterlichamen ligt een doorlooptijd van zes jaar voor de hand, met tussentijds een ijkmoment. Hierbij komen de volgende onderwerpen terug:

  • ontwikkeling waterkwaliteit in het overig water;

  • (afleiding) doelen overig water;

  • effectiviteit beheer- en inrichtingsmaatregelen;

  • samenwerking met gebiedspartners.

Het tussentijds ijkmoment is voorzien in 2024. Tegen die tijd zal logischerwijs het accent meer op laatste twee van de genoemde onderwerpen liggen. Door het koppelen van dit evaluatiemoment met de geplande (landelijke) tussentijdse evaluatie (MTR) voor de KRW kan de uitvoering van de programma’s (inclusief analyses en opgedane kennis) KRW en overig water beter op elkaar worden afgestemd.

Ondertekening

6 Bijlage 1 – Doelen overig water

Deze bijlage beschrijft zeer beknopt het proces van de technische doelafleiding voor overig water. De aanpak is vergelijkbaar met de aanpak voor KRW-waterlichamen voor het overig water is doorlopen en deze aanpak is door alle waterschappen toegepast. Hierdoor zijn de ecologische doelen voor KRW-waterlichamen en overig water en die van waterschappen onderling vergelijkbaar.

Delfland heeft bij het opstellen van de ecologische doelen voor overig water gekozen voor het samenvoegen van vergelijkbare wateren tot een cluster. Gevormde clusters komen, in overleg met gemeenten, overeen qua ecologische potentie van water en oever4 en watertypering uit de KRW-watertypologie. In totaal zijn 14 clusters gedefinieerd en voorzien van een (kleur)code. In Ecologische doelen overig water Delfland5 wordt de clustering nader toegelicht. De ligging van de clusters is weergegeven op onderstaande kaart.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding – Clusters van overig water, getypeerd door een kleur (ecologische potentie) en het dominante watertype (bijv. M1a = gebufferde zoete sloten op minerale bodem). Blauw = hoge ecologische potentie van water en oever; geel = hoge ecologische potentie van water, lage ecologische potentie van oever; groen = lage ecologische potentie van water, hoge ecologische potentie van oever; oranje = lage ecologische potentie van water en oever.

Doelen overig water: overige waterflora, fosfaat en stikstof

Per cluster is een doel gesteld voor het biologisch kwaliteitselement ‘overige waterflora’, waterplanten staan immers aan de basis van een aquatisch ecosysteem en de dataset van dit biologisch kwaliteitselement is het meest volledig. Ook zijn er doelen voor de stikstof- en fosfaatconcentratie in het water bepaald, deze zijn bepalend voor de productiviteit en het lichtklimaat van het water. Afbeelding 2 geeft per cluster de huidige toestand en gestelde doelen weer.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 1 – Overzicht van de clusters overig water met daarbij de huidige toestand en de gestelde doelen per cluster.


Noot
1

Nederland kent vier stroomgebieden, namelijk de Rijn, Maas, Schelde en Eems. In Nederland is op basis van specifieke gebiedskenmerken een nadere indeling gemaakt in zeven deelstroomgebieden met ieder een eigen organisatiestructuur. Delfland maakt onderdeel uit van Rijn-West.

Noot
2

Te raadplegen op https://www.hhdelfland.nl/publish/pages/1609/ecokleurenkoers_1.pdf

Noot
3

Mogelijke procesindicatoren voor de korte termijn: opstellen NEZ-netwerkkaart overig water, opstellen subsidieregeling particulieren, opstellen gebiedsagenda’s overig water, ontwikkelen van en borgen generieke aanpak “eigen beheer en onderhoud”. Mogelijke outputindicatoren: realisatie van x km NEZ, voor x km van de watergangen ecologisch beheer geïntroduceerd, x km watergang gebaggerd, in overleg met gemeenten x riooloverstorten gesaneerd. Een uitwerking van outputindicatoren is grotendeels pas mogelijk na het doorlopen van de gebiedsprocessen.

Noot
4

Een goede ecologische potentie betekent dat er voldoende ruimte is voor de ontwikkeling van watervegetatie en dat de productiviteit en het lichtklimaat van het water voldoen.

Noot
5

Vastgesteld door D&H op 10 mei 2021.