Verordening tegemoetkoming kosten Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Kampen

Geldend van 15-06-2022 t/m heden

Intitulé

Verordening tegemoetkoming kosten Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Kampen

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van het college van 19 april 2022, kenmerk 9260-2022,

gelet op artikel 108 en 149 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de

Verordening tegemoetkoming kosten Sociaal Medische Indicatie kinderopvang gemeente Kampen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • -

      college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Kampen;

    • -

      kind: het thuiswonende kind, pleegkind, stiefkind in de leeftijd van 0 t/m 12 jaar (of totdat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat) dat ingeschreven staat in de BRP en ingeschreven staat als inwoner van de gemeente Kampen;

    • -

      kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang in een geregistreerd kindercentrum of geregistreerde voorziening voor de gastouderopvang van een kind in de leeftijd van 0 jaar tot het moment waarop deze naar het voortgezet onderwijs gaat;

    • -

      ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft;

    • -

      SMI kinderopvang: kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie;

    • -

      sociaal medische indicatie: een indicatie waaruit blijkt dat kinderopvang noodzakelijk is vanwege sociale, psychische of medische problemen van de ouders;

    • -

      tegemoetkoming: een financiële bijdrage in de kosten van het kind op grond van een sociaal medische indicatie;

    • -

      voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in de kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder gebruik kan worden gemaakt, waaronder andere financiële tegemoetkomingen en andere adequate kinderopvang in de informele sfeer, zoals voorzieningen voor voorschoolse educatie, opvangmogelijkheden bij de basisschool, familie of personen binnen het sociale netwerk of voorzieningen voor peuterspeelzaal.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, hebben begrippen die in deze regeling worden gebruikt dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Jeugdwet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doelgroep / criteria

De in de gemeente Kampen woonachtige ouder die ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen (BRP) en die Nederlander is of die in het kader van de Participatiewet gelijk gesteld wordt met een Nederlander, kan aanspraak maken op een tijdelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wanneer:

  • 1.

    er sprake is van een al dan niet tijdelijke aantoonbare overbelasting van het gezin of gedeeltelijke onmacht van één of beide ouders door een fysieke en/of psychische aandoening of door sociale omstandigheden om zorg te verlenen aan het kind (waaronder ook wordt begrepen pedagogische zorg);

  • 2.

    is vastgesteld dat de kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is;

  • 3.

    de tegemoetkoming een aanvullende adequate oplossing is, terwijl alle andere opvangmogelijkheden onvoldoende sluitend zijn;

  • 4.

    de ouder geen of beperkt recht heeft op reguliere kinderopvangtoeslag; en

  • 5.

    de ouder geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening.

Artikel 3 Aanvraag en besluit

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op basis van de SMI regeling wordt gedaan bij het college en bevat tenminste:

    • a.

      naam, adres en BSN van de ouder(s);

    • b.

      naam, adres, geboortedatum en BSN van het kind waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • c.

      bewijsstukken waaruit blijkt dat de kinderopvang ten behoeve van het kind op grond van artikel 2 noodzakelijk is;

    • d.

      inkomensgegevens van de laatste 2 maanden;

    • e.

      een overeenkomst met de kinderopvangorganisatie;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de noodzaak van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Het college besluit over de aanvraag na ontvangst van het ingevulde aanvraagformulier en alle benodigde gegevens.

  • 3.

    Aanvragen worden ingediend door middel van een aanvraagformulier.

  • 4.

    De aanvrager wordt geïnformeerd over het besluit van het college.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens een besluit over de aanvraag als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogte vier weken verlengen. Het college stelt de aanvrager schriftelijk in kennis van de verlenging.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de tegemoetkoming in de kosten van SMI kinderopvang als:

  • 1.

    de ouder niet tot de doelgroep behoort;

  • 2.

    de ouder niet aan de criteria voldoet;

  • 3.

    de ouder geen sociaal medische indicatie door een medische specialist – zoals bijvoorbeeld de huisarts of de jeugdarts van de GGD – overlegt;

  • 4.

    het kindercentrum niet is opgenomen in het landelijk register kinderopvang als bedoel in artikel 1.5 van de Wet kinderopvang;

  • 5.

    er een voorliggende voorziening ingezet kan worden.

Artikel 6 Duur, omvang en hoogte van tegemoetkoming SMI kinderopvang

  • 1.

    De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt tijdelijk ingezet op basis van een indicatie door een medisch specialist.

  • 2.

    Het college bepaalt de duur van de tegemoetkoming SMI kinderopvang met inachtneming van het indicatieadvies van de medisch specialist, met een maximum van een jaar.

  • 3.

    Het college bepaalt ook de omvang van de tegemoetkoming SMI met inachtneming van het indicatieadvies van de medisch specialist.

  • 4.

    De tegemoetkoming SMI kinderopvang heeft uitsluitend betrekking op de kosten voor kinderopvang voor het aantal uren waarvoor gebruikmaking van de kinderopvang noodzakelijk is op grond van sociaal medische redenen.

  • 5.

    Het aantal opvanguren waarvoor tegemoetkoming kan worden verstrekt is maximaal 120 uur per maand. Dit is gebaseerd op maximaal 5 dagdelen per week. Een dagdeel is 5,5 uur.

  • 6.

    Het uurtarief waarmee wordt gerekend is het werkelijke uurtarief van de betreffende kinderopvangorganisatie, maar met een maximum van het door de Belastingdienst bepaalde wettelijke uurtarief kinderopvang. Is het uurtarief van de kinderopvangorganisatie hoger dan dit maximum, dan betalen de ouders zelf het verschil aan die organisatie. We noemen dit meerkosten.

  • 7.

    De hoogte van de tegemoetkoming is inkomensafhankelijk en wordt bepaald aan de hand van de berekeningsmethodiek van de landelijke regeling kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, zoals vastgesteld in Bijlage I van het Besluit kinderopvangtoeslag. Is op grond van deze methodiek geen sprake van een tegemoetkoming van 100%, dan betalen de ouders zelf het verschil aan de kinderopvangorganisatie. Wij noemen dit de eigen bijdrage.

  • 8.

    De hoogte van de tegemoetkoming van ouders met een inkomen onder 110% van de bijstandsnorm wordt vastgesteld op 100%. Voor hen geldt geen eigen bijdrage. De in het zesde lid bedoelde meerkosten blijven voor eigen rekening.

Artikel 7 Ingangsdatum

  • 1.

    Het college stelt de ingangsdatum van de tegemoetkoming in de kosten van de SMI kinderopvang vast op de dag dat de SMI kinderopvang begint.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde ingangsdatum ligt niet voor de dag waarop de aanvraag voor een tegemoetkoming SMI kinderopvang is ingediend, met uitzondering van bijzondere omstandigheden.

Artikel 8 Verlenging van de sociaal medische indicatie

  • 1.

    Een verzoek voor een sociaal medische indicatie dat aansluit op een voorafgaande tegemoetkoming SMI kinderopvang voor de duur zoals bedoeld in artikel 6 wordt door het college beschouwd als een verzoek tot verlenging van de sociaal medische indicatie.

  • 2.

    Uitsluitend verzoeken tot verlenging van een sociaal medische indicatie waaraan ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag voor een sociaal medische indicatie, nieuwe sociaal-medische feiten of nieuwe belastende omstandigheden ten grondslag liggen, komen voor tegemoetkoming in aanmerking.

  • 3.

    Het college bepaalt de duur van de tegemoetkoming voor een verzoek tot verlenging van een sociaal medische indicatie als bedoeld in het eerste lid, op maximaal de helft van de duur van de voorafgaande tegemoetkoming.

  • 4.

    Een tegemoetkoming voor een sociaal medische indicatie kan niet vaker dan éénmaal worden verlengd.

Artikel 9 Beperking duur tegemoetkoming

De tegemoetkoming SMI kinderopvang kan eerder worden ingetrokken dan de door het college vastgestelde duur indien:

  • 1.

    de ouder niet voldoet aan de artikelen zoals genoemd in deze verordening;

  • 2.

    de ouder niet voldoet aan de in de verleningsbeschikking vermelde inhoudsvereisten en de hieraan gekoppelde verplichtingen;

  • 3.

    de kinderopvang niet meer plaatsvindt, of niet langer adequaat is;

  • 4.

    de ouder of het kind niet meer in de gemeente Kampen wonen;

  • 5.

    de sociaal-medische indicatie komt te vervallen.

Artikel 10 Bevoorschotting van de tegemoetkoming SMI kinderopvang

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt bij wijze van voorschot één keer per maand uitbetaald op basis van een ingediende declaratie.

  • 2.

    Het voorschot wordt uitbetaald aan de ouder, tenzij er een verzoek is voor uitbetaling aan de instelling.

  • 3.

    De ouder betaalt de kinderopvangorganisatie via een machtiging automatische incasso.

  • 4.

    Als het voorschot wordt uitbetaald aan de instelling, betaalt de ouder via een machtiging automatische incasso de eventueel verschuldigde meerkosten en eigen bijdrage aan de kinderopvangorganisatie.

  • 5.

    De declaratie wordt digitaal aangeleverd door de ouders. Wanneer de nota voor de 20e van de maand wordt ingediend, vindt de betaling van de tegemoetkoming de eerste van de volgende maand plaats.

  • 6.

    De declaratie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • -

      de naam van het kind op wie de aanvraag betrekking heeft;

    • -

      het afgenomen aantal uren kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie;

    • -

      het verschuldigde uurtarief van de kinderopvang; en

    • -

      de maand waarop de nota betrekking heeft.

Artikel 11 De voorlopige en definitieve vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming is van voorlopige aard en wordt op maandbasis berekend en vastgesteld.

  • 2.

    De ouder verstrekt op verzoek van het college een overzicht van de feitelijke afgenomen kinderopvang en het IB 60 formulier over het voorafgaande kalenderjaar.

  • 3.

    Het college stelt de tegemoetkoming definitief vast binnen 8 weken na ontvangst van de gegevens genoemd in het tweede lid.

  • 4.

    Indien de vastgestelde tegemoetkoming minder is dan reeds aan voorschot is uitbetaald, kan de teveel verstrekte tegemoetkoming worden teruggevorderd van de ouder.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1.

    Ouders doen het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan, uit eigen beweging, schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot wijziging of beëindiging van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Ouders verstrekken desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn.

Artikel 13 Tegemoetkoming intrekken of wijzigen

Het college kan besluiten de tegemoetkoming kinderopvang in te trekken of te wijzigen als:

  • 1.

    de ouder niet langer behoort tot de doelgroep of anderszins wijziging van omstandigheden van de ouder hiertoe aanleiding geeft;

  • 2.

    de hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder;

  • 3.

    de ouder zonder geldige reden en toestemming van het college zijn/haar kind niet of niet volledig gebruik heeft laten maken van de kinderopvang.

Artikel 14 Verantwoording

  • 1.

    De ouder bewaart alle bewijsstukken die bij de tegemoetkoming SMI kinderopvang horen tot tenminste twee jaar na beëindiging van de SMI kinderopvang.

  • 2.

    Het college kan binnen twee jaar na de beëindiging van de SMI kinderopvang vragen om de stukken die betrekking hebben op de toekenning SMI kinderopvang ter beschikking te stellen voor controledoeleinden.

Artikel 15 Terugvorderen

Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen van de ouder op de volgende gronden:

  • a.

    de tegemoetkoming is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder en de ouder had redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is verstrekt; of

  • b.

    de ouder heeft zonder geldige reden en toestemming van het college niet of niet volledig gebruik gemaakt van de kinderopvang.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van het belang dat deze verordening beoogt te beschermen, afwijken van bepalingen in deze verordening. Dat doet het college als de toepassing van deze verordening leidt tot onredelijke gevolgen voor de ouder.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening is uitsluitend van toepassing op aanvragen voor een tegemoetkoming die op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend.

  • 2.

    De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Gelijktijdig met het in werking treden van deze verordening wordt de Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Kampen ingetrokken.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening SMI kinderopvang gemeente Kampen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 juni 2022.

De raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen,

griffier

S. de Rouwe,

voorzitter

Toelichting

Algemeen

Sociaal Medische Indicatie kinderopvangkosten (SMI) is een vangnetregeling die de gemeente de mogelijkheid geeft om ouders tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang. Doelstelling van de regeling is ouders die door medische of sociale omstandigheden tijdelijk geen of beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst te ontlasten door een tijdelijke financiële tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van kinderopvang. Hierdoor ontstaat voor het kind voor wie deze kinderopvang noodzakelijk is, perspectief op een goede en gezonde ontwikkeling.

Een reden om SMI toe te kennen is bijvoorbeeld als één van de ouders ernstig ziek is waardoor de ouder niet kan werken, en ook niet in staat is om de verzorging van de kinderen op zich te nemen.

De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken en toe te kunnen werken naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie. SMI-kinderopvang wordt in principe verleend voor maximaal een jaar.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft verder geen toelichting.

Artikel 2 Doelgroep/criteria

Een vergoeding op grond van deze verordening wordt alleen verstrekt indien sprake is van een lichamelijke en/of verstandelijke beperking of een psychisch probleem van een ouder. De beperking moet van dien aard zijn dat het kind zich zonder de inzet van de kinderopvang niet goed of gezond zou kunnen ontwikkelen. Eerst moet gekeken worden of er geen andere passende opvangmogelijkheden zijn of andere passende regelingen van toepassing zijn.

Artikel 3 Aanvraag en besluit

Op basis van de inkomstengegevens wordt het toetsingsinkomen van de ouder en diens

(eventuele) partner overeenkomstig de methodiek van de tabel kinderopvangtoeslag van de belastingdienst berekend. Dit is nodig voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming.

Artikel 4 Beslistermijn

In de verordening wordt aangesloten bij de wettelijke beslistermijn van de Algemene wet bestuursrecht. Het feit dat het college een termijn van acht weken heeft om te beslissen over de aanvraag voor een tegemoetkoming wil uiteraard niet zeggen dat het college deze termijn ook in alle gevallen moet benutten; er wordt naar gestreefd de behandelingstermijn van de aanvrager zo kort mogelijk te houden.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Dit artikel bevat een aantal weigeringsgronden. Deze zijn aanleiding om de aanvraag af te wijzen.

Het college wijst de aanvraag af als de ouder, met partner of het kind niet voldoet aan de criteria voor de doelgroep SMI. De aanvraag wordt ook afgewezen als de ouder of partner aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening. Een voorliggende voorziening betreft iedere voorziening waar de aanvrager een beroep op kan doen voor de kosten van kinderopvang. Wel zal altijd getoetst moeten of de voorliggende voorziening toereikend en passend is gelet op het doel waar deze voor bestemd is. In sommige situaties kan de tegemoetkoming voor de kinderopvang ingezet worden ter aanvulling op de voorliggende voorziening.

Artikel 6 Duur, omvang en hoogte van tegemoetkoming SMI-kinderopvang

Uitgangspunt is dat bij de aanvraag een medisch advies wordt overgelegd. Het medisch advies betreft een beoordeling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, een indicatie van het aantal noodzakelijke uren kinderopvang en verwachte duur van de kinderopvang.

Bij de bepaling van de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst wordt gebruik gemaakt van een maximum uurtarief. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd en is door de wetgever vastgelegd in het Besluit Kinderopvangtoeslag. Bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal- medische gronden wordt bij de door de Belastingdienst gehanteerde methodiek aangesloten. Er wordt uitgegaan van de werkelijk door de ouder en kinderopvanginstelling overeengekomen uurprijzen, mits deze niet hoger zijn dan het wettelijk vastgesteld maximum voor de betreffende kinderopvangsoort. Indien de uurprijzen dit maximum overschrijden wordt in de berekening uitgegaan van de wettelijk gemaximeerde uurprijs en komt het meerdere voor rekening van de ouder(s). Wij noemen dat de meerkosten. De hoogte van de tegemoetkoming is inkomensafhankelijk. Voor zover volgens de methodiek uit het Besluit Kinderopvangtoeslag geen sprake is van een volledige tegemoetkoming, wordt het resterende percentage van de kosten door de ouders zelf aan de kinderopvangorganisatie betaald. Wij noemen dat de eigen bijdrage. Om ervoor te zorgen dat de voorziening voor iedereen toegankelijk blijft hoeft de ouder met een laag inkomen (tot 110% van de geldende bijstandsnorm) geen eigen bijdrage te betalen.

Artikel 7 Ingangsdatum

De tegemoetkoming kan op grond van dit artikel niet met terugwerkende kracht worden verstrekt. Ook is sprake van een tegemoetkoming in de kosten met ingang van de daadwerkelijke inzet van kinderopvang.

Artikel 8 Verlenging van de sociaal medische indicatie

Het kan in uitzonderingssituaties gewenst zijn op de reeds toegekende SMI tegemoetkoming met een eenmalige periode te verlengen. Het college stelt hierbij de voorwaarde dat er sprake moet zijn van nieuwe sociaal medische feiten of belastende omstandigheden die de medisch specialist c.q. college in alle objectiviteit vaststellen. De duur van een verlengde SMI kan gezien de budgettaire beperkingen nooit langer zijn dan maximaal de helft van de duur van de oorspronkelijke SMI.

Artikel 9 Beperking duur tegemoetkoming

De ouder doet al het mogelijke om de periode waarin en het aantal uren waarop noodzakelijke kinderopvang wordt afgenomen zo kort mogelijk te laten zijn. Zodra een indicatie voor SMI- tegemoetkoming is afgegeven, dient de ouder zich aan diverse regels te houden en zich tevens realiseren dat er omstandigheden kunnen ontstaan die rechtvaardigen dat de SMI- tegemoetkoming wordt heroverwogen. Wanneer bijvoorbeeld wordt geconstateerd dat de ouder tijdens de uitvoering van de SMI ook aanspraak zou kunnen maken op een voorliggende voorziening in de vorm van vrij toegankelijke basis-jeugdhulp dan kan het college op grond van deze constatering de duur van de bij de beschikking toegekende SMI-tegemoetkoming beperken. Deze beperking kan in de praktijk zelfs volledige beëindiging van de toegekende SMI–tegemoetkoming betekenen.

Artikel 10 Bevoorschotting van de tegemoetkoming SMI-kinderopvang

De tegemoetkoming wordt uitbetaald in maandelijkse voorschotten. Hierdoor blijft de omvang van eventuele onverschuldigde betalingen die het college van de ouders moet terugvorderen beperkt.

Voor de bevoorschotting van de SMI-tegemoetkoming en de hierop gebaseerde declaraties door de instellingen van kinderopvang, hanteert het college de systematiek zoals beschreven in het onderhavige artikel. Zonder de in het derde artikel genoemde gegevens kan een ingediende declaratie niet worden gehonoreerd.

Artikel 11 De voorlopige en definitieve vaststelling van de tegemoetkoming

De betalingen vinden plaats in de vorm van een voorlopige tegemoetkoming. De tegemoetkoming is voorlopig omdat op het moment dat de beschikking wordt gegeven nog niet zeker is of de aanvrager daadwerkelijk gebruik zal maken van de kinderopvang en het definitieve jaarinkomen nog niet bekend is. De ouders zijn verplicht om op basis van de jaaropgave kinderopvanginstelling aan het college een overzicht te verstrekken van de feitelijke kosten kinderopvang. Tevens zijn ouders verplicht om op basis van het IB 60 formulier van de belastingdienst inzicht te geen in de hoogte van het jaarinkomen over het voorafgaande jaar. Het uiteindelijke bedrag van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van deze gegevens.

Artikel 12 Verplichtingen

De ouder is verplicht om informatie te verschaffen die van invloed is op de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van deze regeling.

Artikel 13 Tegemoetkoming intrekken of wijzigen

Hierbij wordt verwezen naar de toelichting in artikel 9.

Artikel 14 Verantwoording

Gegevens moeten door de ouder tot na een periode van twee jaar na beëindiging van de SMI kinderopvang bewaard worden. Hierdoor is het voor het college mogelijk om een rechtmatigheidscontrole uit te voeren.

Artikel 15 Terugvorderen

Als een ouder de inlichtingen en/ of medewerkingsplicht schendt en als gevolg hiervan ten onrechte een tegemoetkoming of een te hoog bedrag is betaald, dan kan het college via de binnen de gemeente gebruikelijke systematiek de verleende SMI tegemoetkoming terugvorderen.

Artikel 16 Hardheidsclausule

De in dit artikel opgenomen hardheidsclausule maakt het mogelijk om van de begrenzingen in de verordening af te wijken als dat in het individuele geval echt noodzakelijk is. Dit afwijken, kan alleen ten gunste en nooit ten nadele van de ouder zijn.

Artikel 17 Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.