Nadere regels voor het aanvragen, verlenen en intrekken van parkeervergunningen

Geldend van 10-06-2022 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor het aanvragen, verlenen en intrekken van parkeervergunningen

Nijverdal, 29 november 2016 Nr. 16INT04177

Burgemeester en wethouders van Hellendoorn;

gelet op artikel 156 Gemeentewet en artikel 3, tweede lid van de Parkeerverordening 2017;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de:

Nadere regels voor het aanvragen, verlenen en intrekken van parkeervergunningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    parkeervergunning: vergunning waarmee geparkeerd kan worden op specifiek aangewezen plaatsen in het vergunninghoudersgebied in Nijverdal;

  • 2.

    vergunninghoudersgebied: het door Burgemeester en wethouders aangewezen gebied waarbinnen uitsluitend met gebruikmaking van een parkeervergunning geparkeerd mag worden;

  • 3.

    beroep of bedrijf uitoefenen:

    • a.

      de rechtspersoon of natuurlijke persoon onder wiens verantwoordelijkheid de beroeps- of bedrijfsuitoefening plaatsvindt;

    • b.

      activiteiten die zowel op commerciële als niet-commerciële basis plaatsvinden. Maten van een maatschap gevestigd op één adres worden samen als één zakelijk belanghebbende aangemerkt;

  • 4.

    motorvoertuig: wat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met inbegrip van brommobielen;

  • 5.

    brommobielen: wat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • 6.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 7.

    als houder van een motorvoertuig wordt mede beschouwd:

    • a.

      degene die gebruik maakt van een lease-auto, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de kentekenhouder (leasemaatschappij);

    • b.

      de werknemer die (nagenoeg) permanent ten behoeve van zijn werkzaamheden de beschikking heeft over een motorvoertuig van zijn werkgever, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de werkgever.

Artikel 2 Uitgifteregels parkeervergunningen

  • 2.1.

    Bewonersvergunningen (categorie I)

    • 1.

      Er wordt alleen vergunning verleend aan een persoon die volgens de basisregistratie personen is ingeschreven op een woonadres.

    • 2.

      De vergunning wordt digitaal verstrekt op kenteken of naam.

    • 3.

      Een vergunning op kenteken wordt alleen verleend voor een motorvoertuig waarvan het kenteken volgens de Rijksdienst voor het wegverkeer op naam van de aanvrager staat.

    • 4.

      De houder van een lease-/bedrijfsauto kan in aanmerking komen voor een bewonersparkeervergunning. Hiervoor dient een verklaring van de kentekenhouder (bedrijf of leasemaatschappij) te worden overgelegd.

    • 5.

      De bedrijfsvergunning op naam wordt op papier afgegeven op het vestigingsadres van de aanvrager.

    • 6.

      Per woonadres worden maximaal drie vergunningen voor parkeren op straat verstrekt.

    • 7.

      De vergunning is geldig tot en met 31 december van het jaar van aanvraag.

    • 8.

      Bij gebruik van een leenauto kan er een tijdelijke kentekenwijziging worden doorgevoerd. Als de vergunninghouder langer dan één kalendermaand een ander motorvoertuig in zijn/haar bezit heeft, dient een definitieve kentekenwijziging te worden doorgevoerd

  • 2.2

    Bedrijfsvergunningen (categorie II)

    • 1.

      Aan iemand die een bedrijf of beroep uitoefent in het vergunninghoudersgebied kan een bedrijfsvergunning worden verleend.

    • 2.

      De bedrijfsvergunning kan worden verleend op naam of op kenteken.

    • 3.

      De bedrijfsvergunning op kenteken wordt digitaal op kenteken afgegeven.

    • 4.

      De bedrijfsvergunning op naam wordt op papier afgegeven op het vestigingsadres van de aanvrager.

    • 5.

      Per adres worden maximaal drie vergunningen voor parkeren op straat verstrekt, tenzij dit aantoonbaar te weinig is.

    • 6.

      De bedrijfsvergunning is geldig tot en met 31 december van het jaar van aanvraag.

  • 2.3

    Tijdelijke parkeervergunningen (categorie I en II)

    • 1.

      Aan bedrijven of natuurlijke personen, die op grond van tijdelijke omstandigheden, zoals een verhuizing, evenement of werkzaamheden, behoefte hebben te parkeren in gereguleerd gebied, kan een tijdelijke parkeervergunning worden verleend.

    • 2.

      Een tijdelijke parkeervergunning heeft een geldigheidsduur van een week of maand.

    • 3.

      De tijdelijke parkeervergunning geldt alleen voor de zone waar deze voor wordt verleend.

  • 2.4

    Bezoekersvergunning Sallandse Heuvelrug (categorie III)

    • 1.

      Een bezoekersvergunning Sallandse Heuvelrug wordt verleend aan aanvragers van 65 jaar en ouder die het uitzichtpunt op de Sallandse Heuvelrug willen bezoeken en hun motorvoertuig op het daarbij gelegen parkeerterrein willen parkeren.

    • 2.

      De vergunning heeft een geldigheidsduur van 1 dag of een geldigheidsduur tot en met 31 december van het jaar van aanvraag en wordt op kenteken verleend.

    • 3.

      Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

Artikel 3 Aanvragen van de parkeervergunning

  • 1.

    Het aanvragen van parkeervergunningen dient plaats te vinden via het E-loket parkeren of bij het loket Bouwen, Milieu en Openbare Ruimte.

  • 2.

    Volledig ingevulde aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 4 De parkeervergunning

De parkeervergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    de periode waarvoor de vergunning geldt;

  • b.

    het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • c.

    de naam van de vergunninghouder en/of het kenteken of een ander kenmerk van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning is verleend.

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van de parkeervergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een parkeervergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, permanent verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      wanneer de belasting niet is voldaan;

    • h.

      om andere redenen van algemeen belang.

  • 2.

    Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het wijzigen of intrekken van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen besluiten om aan het aantal uit te geven vergunningen, met uitzondering van de bewonersvergunningen, een maximum te verbinden.

  • 4.

    Indien Burgemeester en wethouders tot de in het derde lid bedoelde situatie besluiten wordt een wachtlijst ingesteld. Uitgifte van de vergunningen geschiedt vervolgens op volgorde van binnenkomst van volledig ingevulde aanvragen.

  • 5.

    Indien activiteiten in het parkeerbelastinggebied, dan wel op de desbetreffende parkeerlocatie plaatsvinden waarvoor Burgemeester en wethouders vergunning dan wel ontheffing hebben verleend en waardoor het tijdelijk niet meer mogelijk is om daar te parkeren, kunnen aan het hebben van een parkeervergunning geen rechten worden ontleend.

Artikel 6 Diefstal, verlies of vermissing parkeervergunning

In geval van diefstal, verlies of vermissing van een parkeervergunning kan, na betaling van de daarvoor geldende leges, een nieuwe parkeervergunning worden verstrekt indien hiervan aangifte is gedaan bij de politie en het betreffende proces-verbaal kan worden overgelegd.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van de aanvrager van het bepaalde in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan tot een onbillijkheid van overwegend aard leidt.

Artikel 8 Inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Alle voor de inwerkingtreding van dit besluit verleende parkeervergunningen worden geacht te zijn verleend volgens dit besluit.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag, volgende op die van haar bekendmaking.

  • 3.

    De Regeling voor het aanvragen, verlenen en intreken van parkeervergunningen van 4 maart 2014, nr. 13INT03865, vervalt met ingang van het in het tweede lid genoemde tijdstip.

  • 4.

    Deze Regeling wordt aangehaald als "Regeling voor het aanvragen, verlenen en intrekken van parkeervergunningen 2017".

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,