Regeling vervallen per 01-05-2010

Participatieverordening stadsdeel Geuzenveld Slotermeer

Geldend van 24-12-2008 t/m 30-04-2010

Verordening

Art. 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van beleid van het stadsdeel;

  • b.

    participatie: het in samenspraak met belanghebbenden opstellen van beleidsvoornemens aangaande het stadsdeel;

  • c.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • d.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • e.

    randvoorwaarden: aan de participatie ten grondslag liggende feiten, waarop het bestuursorgaan geen invloed heeft, dan wel door het bestuursorgaan aan participatie meegegeven kaders.

Art. 2 Onderwerp van inspraak of participatie

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak of participatie wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van het stadsdeel.

  • 2. Buiten de gevallen waarin inspraak wettelijk verplicht is beslist het bestuursorgaan over het verlenen van inspraak of participatie.

  • 3. Geen inspraak of participatie wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Art. 3 Inspraak- of participatiegerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Het bestuursorgaan stelt vast aan welke kring van belanghebbenden inspraak of participatie wordt verleend met inachtneming van hetgeen hierover bij wet, provinciale of gemeentelijke verordening is voorgeschreven.

Art. 4 Procedure participatie

  • 1. Het bestuursorgaan stelt voor elk onderwerp waarop participatie wordt verleend een procedure vast. Het bestuursorgaan maakt een gemotiveerde keuze uit de participatiemodellen: informatie, consultatie en coproductie.

  • 2. De participatieprocedure bevat tenminste:

    • a.

      Een omschrijving van het onderwerp van participatie, zoals bedoeld in artikel 2;

    • b.

      Een aanduiding van de kring van belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 3;

    • c.

      Het onderwerp waarop de participatie zich richt;

  • 3. In aanvulling op lid 2 bevat deze procedure voor zover mogelijk:

    • a.

      De randvoorwaarden, zoals bedoeld in artikel 1e;

    • b.

      De wijze van vormgeving van het participatieproces;

    • c.

      Een tijdpad met termijnstelling

    • d.

      Een communicatieplan

    • e.

      Een financiƫle paragraaf

  • 4. Het bestuursorgaan kan de procedure wijzigen in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist. Het bestuursorgaan geeft hiervan overeenkomstig het gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk kennis.

Art. 5 Voorbereiding participatie

  • 1. Het bestuursorgaan informeert voorafgaand aan de participatie belanghebbenden hierover op geschikte wijze. Volstaan kan worden met vermelding van de zakelijke inhoud;

  • 2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de kring van belanghebbenden voldoende tijd en informatie krijgt voor een goede voorbereiding.

Art. 6 Verslaglegging participatie

  • 1. Het bestuursorgaan draagt zorg voor verslaglegging van de in het kader van participatie gehouden bijeenkomsten;

  • 2. Deze verslagen worden onmiddellijk aan alle aanwezigen bij de in lid 1 bedoeld bijeenkomsten toegezonden;

  • 3. Een weergave van de opbrengst van participatie maakt deel uit van het voorstel dat t besluitvorming wordt aangeboden;

  • 4. Na besluitvorming krijgen alle deelnemers het voorstel en besluit ter informatie toegezonden.

Art. 7 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Art. 8 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar   voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op    welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4. De stadsdeelvoorzitter vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Art. 9 Intrekking oude verordening

De Participatieverordening 1995 wordt ingetrokken.

Art. 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

Art. 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening stadsdeel Geuzenveld Slotermeer

i219792.pdf [Klik hier om het document te downloaden]
i219793.pdf [Klik hier om het document te downloaden]
i219794.pdf [Klik hier om het document te downloaden]