Beleidsregels leerlingenvervoer 2022

Geldend van 01-08-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen,

Overwegende dat het ter uitvoering van de bepalingen van de geldende Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Steenbergen 2022 wenselijk is beleidsregels vast te stellen;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

en gelet op het gestelde in de Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Steenbergen 2022;

besluiten:

vast te stellen de volgende “Beleidsregels leerlingenvervoer 2022”

Artikel 1. Vervoer naar een opvangadres voor en na schooltijd, anders dan de woning

Leerlingenvervoer is in beginsel alleen bedoeld voor vervoer naar en van school vanuit de woning. In bepaalde gevallen staat het college vervoer toe van en naar een opvangadres na of voor schooltijd, anders dan de woning.

Onder een opvangadres valt in ieder geval niet: een adres voor een vorm van therapie, dagbehandeling of een sportvoorziening.

Er valt in ieder geval wel onder: geregistreerde buitenschoolse opvang, geregistreerde gastouderopvang, opa en/of oma of andere familie, buren.

In andere gevallen dan hiervoor benoemd beslist het college in het individuele geval of vervoer naar het opvangadres is toegestaan. De basis voor toekenning van een vervoersvoorziening blijft de woning.

Vervoer van en/of naar een opvangadres voor of na schooltijd is mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De leerling maakt gebruik van aangepast vervoer;

  • 2.

    Het opvangadres ligt binnen de eigen woonplaats;

  • 3.

    De vervoerder berekent geen extra kosten ervoor;

  • 4.

    De overige leerlingen in de taxi(bus) ondervinden er geen nadelige gevolgen van;

  • 5.

    Er is één extra adres naast het woonadres toegestaan. Alleen bij uitzondering wordt meer dan 1 extra adres toegestaan;

  • 6.

    Er moet sprake zijn van een vast patroon, dat wil zeggen een vooraf bepaald schema van ophalen/afzetten op het tweede adres op vaste dagen per week;

  • 7.

    Een volwassene dient ter plekke aanwezig te zijn om de leerling op te vangen. De chauffeur moet de leerling aan de volwassene kunnen overdragen bij de taxi(bus). Het college draagt geen verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de leerling de taxi(bus) heeft verlaten.

  • 8.

    Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere begin- of eindtijd van de school volgens de schoolgids;

  • 9.

    Vervoer vanaf het opvangadres naar het woonadres en vice versa behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden.

Artikel 2. Structurele beperking

Onder een structurele beperking wordt een beperking verstaan die 3 maanden of langer duurt.

Een leerling met een tijdelijke beperking, zoals een gebroken been of arm, komt niet in aanmerking voor leerlingenvervoer. Het kan echter voorkomen dat een leerling een zware operatie moet ondergaan of bijvoorbeeld een meervoudige ledematenbreuk heeft opgelopen, met als gevolg dat hij of zij een groot gedeelte van het schooljaar afhankelijk is van rolstoel en/of krukken vanwege herstel of revalidatie. In dat geval kan een leerling bij een beperking die langer duurt dan 3 maanden wel een beroep doen op het leerlingenvervoer. Er kan een beschikking af worden gegeven voor de duur van het herstel en/of de revalidatie. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Wanneer sprake is van een tijdelijke beperking tot drie maanden heeft de leerling geen aanspraak op leerlingenvervoer;

  • 2.

    Wanneer er sprake is van een tijdelijke beperking die langer duurt dan drie maanden, kan de leerling tijdelijk in aanmerking komen voor leerlingenvervoer;

  • 3.

    De verwachte periode van de tijdelijke beperking dient aangetoond te worden door middel van schriftelijke verklaringen van bijvoorbeeld medische specialisten of een behandelend arts. Burgemeester en wethouders behouden zich te allen tijde het recht voor het advies van andere deskundigen bij de beoordeling te betrekken;

  • 4.

    Vervoer wordt niet toegekend voor een volledig schooljaar, maar voor een beperkte periode afhankelijk van de aard en de ernst van de tijdelijke beperking.

  • 5.

    Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere begin- of eindtijd van de school volgens de schoolgids. Indien er in geval van opbouw in aantal lesuren geen aansluiting kan zijn bij de reguliere vervoersmomenten, is het benodigde vervoer op de afwijkende tijden de verantwoording van de ouders/verzorgers.

Als de noodzaak voor het vervoer verdwijnt, heeft de leerling geen recht meer op vervoer. De ouders/verzorgers moeten van een dergelijke wijziging in omstandigheden het college onmiddellijk op de hoogte stellen.

Artikel 3. Vervoer naar stageadres

Is de stage een onderdeel van het onderwijsprogramma, zoals opgenomen in de schoolgids of het stagecontract, dan bestaat in beginsel aanspraak op leerlingenvervoer naar het stageadres. Dit is alleen het geval als al recht bestaat op leerlingenvervoer.

  • 1.

    Ook voor het stagevervoer geldt het afstandscriterium van 6 kilometer. De afstand tussen de woning en het stageadres wordt bepaald met de ANWB-routeplanner, met als instelling ‘fiets ‘en via de ‘kortste route’;

  • 2.

    De school wordt geacht een stageadres te zoeken dat inpasbaar is op de route van de woning van de leerling naar school;

  • 3.

    indien het beoogde stageadres niet inpasbaar is op de route van woning naar de school, en er is recht op leerlingenvervoer in de vorm van aangepast vervoer, dan zal worden bekeken of het stageadres binnen een andere route binnen het aangepast vervoer inpasbaar is;

  • 4.

    Indien door school of ouders/verzorgers wordt aangetoond dat het vinden van een stageadres op de route van de woning naar de school niet mogelijk is, dan wordt alleen stagevervoer toegekend als het stageadres maximaal 10 km van de school verwijderd ligt. De afstand tussen de school en het stageadres wordt bepaald met de ANWB-routeplanner, met als instelling ‘fiets’ en via de ‘kortste route’;

  • 5.

    Het stagevervoer vindt plaats in aansluiting op het begin en einde van de schooldag, zoals aangegeven in de schoolgids;

  • 6.

    Indien er sprake is van leerlingenvervoer in de vorm van aangepast vervoer, mogen de andere leerlingen uit de route waarmee de leerling wordt vervoerd, geen nadelige gevolgen ondervinden van het stagevervoer. Derhalve zal de leerling ’s morgens als laatste worden afgezet op het stageadres aansluitend aan de reguliere schoolroute en ’s middags als eerste worden opgehaald op het stageadres voorafgaand aan de reguliere schoolroute;

  • 7.

    Het komt voor dat stagevervoer op andere tijden aangevraagd wordt dan de reguliere schooltijden. In dat geval zal gevraagd worden de stagetijden aan te passen. Vervoer zal alleen worden toegekend op tijden die niet aansluiten bij de schooltijden wanneer er geen mogelijkheid is de stage gedurende de schooltijden uit te voeren. De school of de ouders/verzorgers moeten beschrijven welke acties ondernomen zijn om de stage op een andere wijze vorm te geven en waarom dit niet lukt. Er wordt maximaal 1 extra rit ingezet per stagedag. Dit betekent dat of de begintijd of de eindtijd van de stage moet aansluiten bij de reguliere route;

  • 8.

    Bij stagevervoer dat niet aansluit bij de reguliere schooltijden, zie lid 7, wordt ouders/verzorgers gevraagd of de mogelijkheid bestaat dat zij een rol spelen in het stagevervoer bijvoorbeeld door met eigen vervoer (een deel van) het stagevervoer voor hun rekening te nemen. Dit eigen vervoer kan worden bekostigd via een km-vergoeding zoals opgenomen in de verordening leerlingenvervoer. Ook hier wordt maximaal 1 x vervoer per dag vergoed;

  • 9.

    Stagevervoer in de avonduren, tijdens weekenden of schoolvakanties wordt niet bekostigd;

  • 10.

    Indien stages worden bekostigd vanuit het budget voor Jeugdzorg of de WMO, zullen ook de aanvragen voor bekostiging voor het vervoer van tussen de woning en het stageadres vanuit het budget voor Jeugdzorg of WMO beoordeeld worden.

Artikel 4. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer in verband met wangedrag

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling of de ouder/verzorger van de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de bus en inzittenden in gevaar brengt.

Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost.

  • 2.

    De klacht lijkt niet opgelost te kunnen worden tussen de ouders/verzorgers en vervoerder of herhaalt zich. Na de melding van een klacht bij de gemeente Steenbergen wordt informatie ingewonnen. In het kader van het onderzoek spreekt de medewerker van de gemeente met vervoerder en ouders/verzorgers (en/of school). Het doel is om een gezamenlijke oplossing te zoeken voor de klacht. Er wordt onderzocht of de leerling een andere plek in de bus kan krijgen of er worden andere afspraken gemaakt.

  • 3.

    Bij een volgende of voortdurende klacht wordt stap 2 herhaald. Een schriftelijke waarschuwing wordt aan de ouders/verzorgers gestuurd.

  • 4.

    Indien voorgaande stappen niet het gewenste resultaat hebben kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Tijdens de schorsing is de Leerplichtwet onverkort van kracht. Ouders/verzorgers dienen zelf voor het vervoer van hun kind zorg te dragen. De kosten die hieraan verbonden zijn, zijn voor de ouders/verzorgers.

  • 5.

    Bij een volgende of voortdurende klacht kan de leerling volledig worden uitgesloten van het vervoer voor een nader te bepalen periode.

  • 6.

    Wanneer er sprake is van buitensporig wangedrag waarbij anderen in gevaar worden gebracht of anderen buitensporig respectloos worden behandeld, kan een onmiddellijke schorsing, zonder vooraf het sturen van een schriftelijke waarschuwing, voor 1 tot maximaal 2 schooldagen worden opgelegd.

Artikel 5. Vervoer buiten reguliere schooltijden

  • 1. De schooltijden, zoals opgenomen in de schoolgids van de school, zijn leidend voor het vervoer van school en naar huis. Bij afwijkende schooltijden vanwege bijvoorbeeld een examen, een toetsweek, uitval van lesuren, schoolreisjes of ziekte kan geen aanspraak gemaakt worden op het leerlingenvervoer.

  • 2. Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor het vervoer van hun kind van en naar school buiten de reguliere schooltijden en ontvangen daar geen vergoeding voor.

Artikel 6. Vervoer van en naar regulier voortgezet onderwijs (vo)

Leerlingen van regulier voortgezet onderwijs volgen lessen volgens een lesrooster met verschillende begin- en eindtijden. Dit lesrooster is vastgesteld voor een bepaalde periode. Leerlingen van regulier voortgezet onderwijs, die recht hebben op aangepast leerlingenvervoer, worden gecombineerd vervoerd met leerlingen van scholen met een vaste begin- en eindtijd die vastgelegd is in de schoolgids. Deze vaste begin- en eindtijden zijn bepalend voor de begin- en eindtijd van de route. Wanneer de leerling van vo later begint dan de begintijd van de route, wordt de leerling geacht met de reguliere route mee te reizen en op school te wachten. Ditzelfde geldt als de leerling ’s middags eerder uit is dan de reguliere route. Dan dient de leerling op de reguliere route te wachten. De wachttijd hiervoor bedraagt maximaal 65 minuten. Dit is de standaard tijd van 15 minuten die voor elke leerling geldt, indien van toepassing, en de duur van een gemiddeld lesuur nl. 50 minuten.

Voor vervoer buiten reguliere schooltijden, zie artikel 5.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Door of namens het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze beleidsregels indien onverkorte toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2022

Artikel 9. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels leerlingenvervoer 2022”.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van de gemeente Steenbergen d.d. 29 maart 2022.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Steenbergen,

De loco-secretaris, de burgemeester,

mr. N.M.H.C. Pot-Broos R.P. van den Belt, MBA