Inspraak- en participatieverordening Waterschap Aa en Maas 2022

Geldend van 01-07-2022 t/m heden

Intitulé

Inspraak- en participatieverordening Waterschap Aa en Maas 2022

Het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas;

gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 14 december 2021 en 15 februari 2022;

gelet op de artikelen 56, 78 en 79 van de Waterschapswet;

gezien het advies van de Commissie Algemene Financiële Zaken van 3 februari 2022;

overwegende dat:

  • -

    het waterschap ingezetenen en belanghebbenden in staat wil stellen te participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid;

  • -

    het waterschap de vroegtijdige participatie van belanghebbenden wenst te stimuleren om tijdig belangen, meningen en creativiteit over een project of activiteit te inventariseren;

  • -

    het wenselijk is, gelet op de rechtszekerheid, duidelijkheid te scheppen over de mogelijkheid en het proces bij het waterschap van participatie in de verschillende fasen van het beleidsproces;

  • -

    waterschap Aa en Maas wil samenwerken met ingezetenen en belanghebbenden om water gerelateerde initiatieven te versterken;

  • -

    participatie kan bijdragen aan vergroting van draagvlak en verhoging van de kwaliteit van democratische processen, beleid en besluiten;

  • -

    participatie kan bijdragen aan sociale cohesie omdat burgers en maatschappelijke organisaties daarbij met elkaar samenwerken;

B E S L U I T:

vast te stellen de Inspraak- en participatieverordening Waterschap Aa en Maas 2022:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is;

  • b.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid daaronder ook begrepen beleidsregels zoals bedoeld in artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    bestuursorgaan: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter;

  • d.

    ingezetene: ieder die met een adres in het beheergebied van waterschap Aa en Maas is ingeschreven in de Basisregistratie Personen;

  • e.

    inspraak: een door het waterschapsbestuur geboden gelegenheid voor ingezetenen en belanghebbenden om hun zienswijzen omtrent een bekendgemaakt beleidsvoornemen kenbaar te maken overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • f.

    participatie: betrekken van ingezetenen en belanghebbenden, in welke vorm dan ook, bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.

  • g.

    Uitdaagrecht (een specifieke vorm van participatie): Het recht van ingezetenen en maatschappelijke initiatieven om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een taak van het waterschap over te nemen als zij denken deze taak beter en/of goedkoper uit te kunnen voeren.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak- en participatie

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden over de toepassing van inspraak en participatie.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt, aanvullend op deze verordening, het participatiebeleid vast.

  • 3. Participatie en inspraak worden altijd toegepast wanneer een wettelijk voorschrift daartoe verplicht en op de wijze waartoe dit voorschrift verplicht.

Artikel 3. Geen inspraak en participatie

Inspraak en participatie is niet mogelijk:

  • a.

    bij beslissingen over de financiën van het waterschap, zoals het opstellen en vaststellen van de begroting en de rekening, tarieven voor de dienstverlening door het waterschap en belastingen als bedoeld in de Waterschapswet.

  • b.

    bij beslissingen of beleidsvoornemens die uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking hebben op interne of organisatorische aangelegenheden, waaronder de inrichting en samenstelling van het waterschapsbestuur;

  • c.

    wanneer het volgens het bestuursorgaan gaat om een ondergeschikte herziening van: eerder vastgesteld beleid, een besluit of een eerder vastgestelde verordening of regeling;

  • d.

    bij de uitvoering van wetgeving als daarbij niet meer dan één belanghebbende is betrokken;

  • e.

    als de aard van de door het bestuursorgaan uit te oefenen bevoegdheid zich hiertegen verzet;

  • f.

    wanneer inspraak of participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

  • g.

    wanneer sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan weinig tot geen ruimte heeft om eigen afwegingen te maken en dus weinig tot geen beleidsvrijheid heeft;

  • h.

    wanneer de besluitvorming over of uitvoering van een beleidsvoornemen naar het oordeel van het bestuursorgaan dermate spoedeisend is dat inspraak of participatie niet kan worden afgewacht;

  • i.

    bij de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en klachten.

Artikel 4 Procedure participatie

  • 1. Het bestuursorgaan beslist aan het begin van een beleidsvormingstraject of de mogelijkheid tot participatie bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid wordt geboden.

  • 2. Wanneer de mogelijkheid tot participatie wordt geboden maakt het bestuursorgaan bekend op welke wijze en in welke vorm de participatie zal plaatsvinden.

Artikel 5 Eindverslag participatie

  • 1. Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in ieder geval:

    • -

      een overzicht van de gevolgde procedure;

    • -

      een weergave van de inbreng/zienswijzen van degenen die hebben deelgenomen aan het participatieproces, en een reactie daarop van het bestuursorgaan waarin wordt vermeld wat hieruit wel en niet is overgenomen en waarom.

    • -

      een overzicht van de afspraken die op basis van het participatieproces en eventuele evaluaties daarvan zijn gemaakt.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag openbaar en zendt het toe aan in ieder geval de betrokken participanten.

Artikel 6 Uitdaagrecht

  • 1. Elk bestuursorgaan beslist ten aanzien van zijn eigen taken of het uitdaagrecht van toepassing is en maakt dit tijdig bekend aan ingezetenen en maatschappelijke partijen.

  • 2. In het participatiebeleid zijn de voorwaarden en de regels opgenomen om gebruik te kunnen maken van het uitdaagrecht.

Artikel 7 Verantwoording en evaluatie

  • 1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur over participatiekeuzes en resultaten van participatie als onderdeel van de reguliere rapportages.

  • 2. Op verzoek van het algemeen bestuur evalueert het dagelijks bestuur de toepassing van deze verordening en informeert het algemeen bestuur hierover.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt op 1 juli 2022 in werking.

  • 2. Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Inspraakverordening waterschap Aa en Maas 2010.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraak- en participatieverordening waterschap Aa en Maas 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Aa en Maas in de openbare vergadering van 25 februari 2022,

de secretaris,

Pieter Sennema

de dijkgraaf,

Mario Jacobss