Regeling vervallen per 01-01-2023

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Scherpenzeel

Geldend van 28-05-2022 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 15-03-2022

Intitulé

Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Scherpenzeel

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel;

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 35 en 31 lid 2 onder o Participatiewet, zoals van kracht met ingang van 15 maart 2022;

overwegende dat:

  • -

    het college gebruik wenst te maken van de bevoegdheid die artikel 35 lid 4 van de Participatiewet biedt om in 2022 een eenmalige energietoeslag toe te kunnen kennen;

  • -

    het in dat kader wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden aanspraak kan bestaan op de eenmalige energietoeslag 2022;

  • -

    het in verband daarmee noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen in aanvulling op de Beleidsregels Participatiewet 2021 gemeente Scherpenzeel;

besluit vast te stellen de Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Scherpenzeel.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    wet: Participatiewet;

  • b)

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel;

  • c)

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 72 lid 3 van de Beleidsregels Participatiewet 2021 gemeente Scherpenzeel;

  • d)

    peildatum: de eerste van de maand waarin de aanvraag voor een eenmalige inkomenstoeslag is ontvangen;

  • e)

    referteperiode: periode van 3 kalendermaanden voorafgaand aan de peildatum.

Artikel 2 Hoogte, wijze van toekenning

De eenmalige energietoeslag 2022 bedraagt volgens artikel 3 € 500 dan wel € 800 en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

Artikel 3: Doelgroep

  • 1. Aanspraak op de eenmalige energietoeslag 2022 kan bestaan voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin als bedoeld in artikel 4 van de wet die beschikt over een laag inkomen.

  • 2. Van een laag inkomen als bedoeld in het voorgaande lid is sprake als gedurende de referteperiode het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen, voor de eenmalige energietoeslag 2022 van €500, niet hoger is dan 120-130% van de toepasselijke bijstandsnorm, en het inkomen voor deze toeslag van €800, niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Voor de toepassing van deze regeling wordt het eventueel aanwezige vermogen buiten beschouwing gelaten.

  • 4. Onder de doelgroep als bedoeld in het eerste lid valt niet degene die op de peildatum:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet; of

    • b.

      jonger is dan 21 jaar; of

    • c.

      studerend is en in verband daarmee aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of

    • d.

      is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres; of

    • e.

      een kostendelende medebewoner van de hoofdbewoner(s) is als bedoeld in artikel 19a van de wet.

Artikel 4: Ambtshalve toekenning

  • 1. De eenmalige energietoeslag 2022 wordt ambtshalve toegekend en uitbetaald aan degenen die tot de doelgroep behoren en die op 1 april 2022:

    • a.

      algemene bijstand ontvangen op grond van de wet respectievelijk het Bbz 2004 dan wel een uitkering ontvangen op grond van de IOAW of de IOAZ; of

    • b.

      in de periode van 1 januari 2021 tot 1 april 2022 een beroep hebben gedaan op een minimaregeling van de gemeente Scherpenzeel; of

    • c.

      voor het belastingjaar 2022 van de gemeente Scherpenzeel een kwijtschelding hebben ontvangen inzake de gemeentelijke belastingen; of

    • d.

      een aanvullende inkomensvoorziening ouderen ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank op grond van artikel 47a van de wet.

  • 2. Bij de ambtshalve toekenning en uitbetaling wordt de referteperiode buiten beschouwing gelaten.

Artikel 5: Aanvraag

Degene(n) die tot de doelgroep behoren en niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning en uitbetaling van de energietoeslag 2022 kunnen tot 1 december 2022 een aanvraag indienen door middel van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Artikel 6 Afwijkingsbevoegdheid

Het college handelt in overeenstemming met deze regeling, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze regeling te dienen doelen.

Artikel 7. Inwerkingtreding en vervallen besluit

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie, werkt terug tot en met 15 maart 2022 en vervalt op 1 januari 2023.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Eenmalige energietoeslag gemeente 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 12 april 2022,

Het college van burgemeester en wethouders,

W.A. Atsma

Secretaris

M.W. Jaeger

Burgemeester

Toelichting

De Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 Scherpenzeel staat niet op zich zelf. Die zijn gebaseerd op artikel 35 Participatiewet zoals die per 15 maart 2022 van kracht zijn en aanvullend op de Beleidsregels Participatiewet 2021 gemeente Scherpenzeel.

In de basis vinden deze beleidsregels dus hun oorsprong in de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt (artikel 13 PW), geen aanspraak kan maken op de energietoeslag.

Het college heeft gemeend er goed aan te doen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de richtlijnen van het ministerie van SZW inzake de wijze van gebruikmaking van de bevoegdheden die artikel 35 biedt. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk een landelijk uniforme uitvoering te bewerkstelligen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Inzake de begrippen ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt op grond van de beleidsregels Participatiewet 2021 gemeente Scherpenzeel.

Artikel 2 Hoogte, wijze van toekenning

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3 Doelgroep

In lid 2 is bepaald dat gekeken wordt naar het daadwerkelijk beschikbare en in aanmerking te nemen inkomen. Dit betekent dat als sprake is van een minnelijk of wettelijk schuldsaneringstraject of van beslag op het inkomen, alleen gekeken wordt naar het daadwerkelijk beschikbare inkomen en dus niet naar het totale inkomen. Daardoor kan in veel situaties alsnog aanspraak op de energietoeslag bestaan. Verder houdt deze formulering in dat wordt aangesloten bij de systematiek van de PW.

In lid 3 is bepaald dat het vermogen buiten beschouwing wordt gelaten. Dit is met name ingegeven door uitvoeringstechnische redenen. Het beoordelen van het vermogen in het kader van deze regeling maakt het nodeloos gecompliceerd en past bovendien niet bij het doel van de regeling.

Er zijn divers groepen uitgezonderd van de doelgroep:

  • -

    degenen die in een instelling verblijven omdat zij in beginsel geen energierekening hoeven te voldoen.

  • -

    studerenden: dit is in de praktijk een zeer diffuse groep waardoor de beoordeling van de aanspraak vrijwel niet mogelijk is en veel van de studenten wonen ook nog eens thuis waardoor zij eveneens geen energierekening hebben te voldoen.

  • -

    jongeren tot 21 jaar: daarvoor zijn de ouder(s) nog onderhoudsplichtig die dus geacht worden bij te dragen in de (extra) kosten; bovendien wonen veel jongeren in deze leeftijd ook vaak nog thuis waardoor zij evenmin een energierekening hoeven te voldoen.

  • -

    dak- en thuislozen, de inwoners met alleen een briefadres, hebben geen vaste verblijfplaats en daarmee ook geen vaste energiekosten

  • -

    in geval van kostendelende medebewoners is de hoofdbewoner verantwoordelijk voor het voldoen van de energienota. Het ligt daarom niet in de rede om ook aan de kostendelende medebewoner een energietoeslag toe te kennen.

Artikel 4 Ambtshalve toekenning

Van de in lid 1 opgesomde groepen is bij het college in beginsel bekend dat sprake is van een laag inkomen als bedoeld in deze regeling. Ook zijn de overige noodzakelijke gegevens voor het vaststellen van het recht op de energietoeslag en de uitbetaling ervan veelal al bekend. Voor zover sprake is van een AIO-aanvulling die door de SVB wordt verstrekt (de groep als bedoeld in lid 1 onder d): de SVB zal de gegevens van deze groep beschikbaar stellen door tussenkomst van het Inlichtingenbureau. Vanuit dienstverlenend oogpunt is er voor gekozen om aan al deze groepen ambtshalve toe te kennen en uit te betalen. Dit voorkomt bovendien dubbele uitvraag van gegevens en is ook minder belastend voor de uitvoering die minder aanvragen te verwerken krijgt.

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen (waaronder begrepen algemene bijstand op grond van het Bbz 2004) of een uitkering IOAW of IOAZ. Aan deze categorie zijn toegevoegd de huishoudens (zover die aan de overige voorwaarden voldoen):

  • -

    die in de periode van 1 januari 2022 tot 1 april 2022 een beroep hebben gedaan op een minimaregeling van de gemeente Scherpenzeel;

  • -

    die voor 2022 van de gemeente Scherpenzeel een kwijtschelding hebben ontvangen voor de gemeentelijke belastingen.

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. In dergelijke situaties kan een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing worden uitgevoerd op grond van artikel 5. De dringende redenen als bedoeld in als bedoeld in artikel 16 Participatiewet voorziet hier niet in.

Artikel 5 Aanvraag

De aanvraag kan worden gedaan middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Het aanvraagformulier wordt bij voorkeur digitaal ingediend, maar het is mogelijk om dit schriftelijk in te dienen.

Artikel 6 Afwijkingsbevoegdheid

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7 Inwerking treding en vervallen van het besluit

Hiermee wordt aangesloten bij de werkingsduur van artikel 34 lid 4 en lid 5 PW.

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.