Mandaatbesluit– Wet inburgering 2021 gemeente Brunssum

1. In dit besluit wordt verstaan onder:

• a.

  Awb: Algemene wet bestuursrecht;

• b.

  besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling, zoals bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb;

• c.

  bestuursorgaan: hetgeen daaronder wordt verstaan onder artikel 1:1, eerste lid, van de Awb;

• d.

  Betere Buren: Betere Buren B.V. gevestigd te Brunssum waarvan de aandelen voor 100% eigendom zijn van de gemeente Brunssum;

• e.

  burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum;

• f.

  functionaris: degene die in dienst is van gemeente Brunssum, ISD BOL of Betere Buren en aan wie krachtens dit mandaatbesluit de bevoegdheid wordt verleend om namens burgemeester en wethouders besluiten te nemen dan wel feitelijke handelingen te verrichten;

• g.

  ISD BOL: de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum en Landgraaf;

• h.

  machtiging: de bevoegdheid die een bestuursorgaan verleent om in zijn naam handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

• i.

  mandaat: de bevoegdheid om, conform artikel 10:1 Awb, in naam van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum besluiten te nemen in de zin van artikel 1:3 Awb binnen de reikwijdte van dit mandaatbesluit. Onder mandaat wordt in dit mandaatbesluit mede verstaan volmacht en machtiging;

• j.

  mandaatbesluit: het onderhavige ‘Mandaatbesluit ISD BOL – Wet inburgering 2021 gemeente Brunssum’ zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Brunssum;

• k.

  ondermandaat: het verlenen van het mandaat door de gemandateerde aan een ander;

• l.

  volmacht: de bevoegdheid die een bestuursorgaan verleent om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.

2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering 2021.

1. Burgemeester en wethouders verlenen mandaat en/of machtiging tot het namens hen nemen van de besluiten en/of verrichten van de feitelijke handelingen zoals opgenomen in onderstaande tabel, aan de daarbij genoemde functionarissen:

2. Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van namens burgemeester en wethouders genomen besluiten.

3. Indien aan een functie een bepaalde bevoegdheid is verbonden, wordt geacht aan de leidinggevende van degene die de functie uitoefent tevens de bevoegdheid te zijn toebedeeld.

4. Burgemeester en wethouders verlenen aan de functionaris machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van de uitoefening van de aan hem, op grond van het eerste lid, gemandateerde bevoegdheden.

5. Burgemeester en wethouders mandateren aan het Dagelijks bestuur van ISD BOL tevens de bevoegdheid tot het verlenen van volmacht of machtiging.

1. Het dagelijks bestuur van ISD BOL kan in het kader van de uitvoering van dit mandaatbesluit een ondermandaat verlenen, voor zover enig wettelijk voorschrift zich hier niet tegen verzet.

2. In geval van ondermandaat is hetgeen in dit mandaatbesluit is bepaald van overeenkomstige toepassing.

1. Een krachtens mandaat genomen besluit dient te vermelden dat het besluit namens burgemeester en wethouders is genomen.

2. Een besluit dat in (onder)mandaat is genomen namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Brunssum dient als volgt te worden ondertekend:

Mandaat

Burgemeester en wethouders van Brunssum,

namens deze,

(handtekening gemandateerde)

(vermelding titutaluur en naam functionaris)

(aanduiding functienaam en organisatie waar functionaris werkzaam is)

Ondermandaat

Burgemeester en wethouders van Brunssum,

namens deze,

(handtekening ondergemandateerde )

(vermelding titutaluur en naam functionaris)

(aanduiding functienaam en organisatie waar functionaris werkzaam is)

1. De functionaris neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden de door burgemeester en wethouders en gemeenteraad vastgestelde beleidskaders en beleidsregels in acht, tenzij het tweede lid van dit artikel van toepassing is.

2. Indien de functionaris op zwaarwegende gronden voornemens is af te wijken van de beleidskaders of beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, treeft hij hierover vooraf in overleg met burgemeester en wethouders.

1. De functionaris stelt burgemeester en wethouders tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten, waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door hen gewenst is.

2. Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, vindt in ieder geval plaats indien:

• a.

  de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

• b.

  advies nodig is van anderen dan de functionaris en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de functionaris dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

• c.

  Het besluit ertoe kan leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld.

3. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit mandaatbesluit verleende mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.

4. Burgemeester en wethouders voorzien de functionaris van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van het mandaat.

1. De functionaris draagt zorg voor een deugdelijke registratie van de in mandaat genomen besluiten.

2. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid verschaft de functionaris desgevraagd alle informatie aan burgemeester en wethouders ter zake van de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.