Beleidsregels kwijtschelding Participatiewet schulden gemeente Enschede 2022

Geldend van 26-05-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kwijtschelding Participatiewet schulden gemeente Enschede 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede heeft, gelet op de hem toebedeelde bevoegdheid in:

  • artikel 18a, dertiende en veertiende lid, en artikel 58, eerste, tweede en zevende lid, van de Participatiewet;

  • artikel 20a, twaalfde en dertiende lid, en artikel 25, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

in zijn vergadering gehouden op 18 januari 2022 besloten om de volgende beleidsregels te hanteren met betrekking tot terug- en invordering op grond van bovengenoemde wetten.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      betalingsregeling: een regeling waarbij met toestemming van de gemeente Enschede een vordering gespreid betaald wordt in maandelijkse termijnen;

    • b.

      debiteur: de persoon waarop de gemeente Enschede een vordering heeft;

    • c.

      draagkracht: de door de gemeente berekende maandelijkse financiële ruimte voor aflossing op een vordering;

    • d.

      terugvorderingsbesluit: de beschikking van de gemeente tot terugvordering van een uitkering;

    • e.

      vereenvoudigd derdenbeslag: het door de gemeente gelegde beslag op inkomsten bij de werkgever of uitkeringsinstantie van de debiteur;

    • f.

      verrekenen: inhouding op de uitkering als bedoeld in artikel 60, derde lid, van de Participatiewet;

    • g.

      vordering: de aanspraak op betaling van de gemeente Enschede op de debiteur.

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op vorderingen van te veel of ten onrechte verstrekte uitkeringen en/of verstrekte geldlening (en) in het kader van de Participatiewet, alsmede de IOAW, IOAZ, BBZ 2004 met betrekking tot levensonderhoud, met uitzondering van vorderingen van (loonkosten)subsidies, en indien deze vorderingen:

    • a.

      zijn ontstaan op en na inwerkingtreding van deze beleidsregels; of

    • b.

      zijn ontstaan voor de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 3 Kwijtschelding

  • 1. Een geldlening of een onverschuldigde betaling als bedoeld in artikel 58, tweede lid, sub a tot en met f van de Participatiewet kan 36 maanden na de datum van de toekenningsbeschikking of het terugvorderingsbesluit kwijtgescholden worden, wanneer op deze vordering gedurende 36 maanden onafgebroken minimaal naar draagkracht, overeenkomstig de afgesproken betalingsregeling of via verrekening is afgelost.

  • 2. Een vordering als gevolg van schending inlichtingenplicht, alsmede een bestuurlijke boete opgelegd in de zin van artikel 18a Participatiewet, de IOAW en IOAZ, artikel 14a Algemene bijstandswet en het Boetebesluit socialezekerheidswetten, of waarvoor een aangifte van fraude is gedaan bij het Openbaar Ministerie, kan worden kwijtgescholden als 120 maanden na de datum van het terugvorderingsbesluit de vordering naar draagkracht is afgelost.

  • 3. De mogelijkheid tot kwijtschelding is niet van toepassing indien:

    • a.

      de debiteur niet meewerkt aan een draagkrachtonderzoek;

    • b.

      ten behoeve van de vordering vereenvoudigd derdenbeslag wordt gelegd;

    • c.

      een dwangbevel is uitgevaardigd en executiemogelijkheden ontbreken;

    • d.

      de vordering wordt overgedragen aan een deurwaarder;

    • e.

      er sprake is van een registratie in het niet-ingezetene register;

    • f.

      een schuld is ontstaan door maatschappij ondermijnende activiteiten, of

    • g.

      na oordeel van het college niet of onvoldoende medewerking verleent aan schuldhulpverlening.

  • 4. De in het eerste en tweede lid genoemde kwijtscheldingstermijn kan worden opgeschort, indien er sprake is van een gehonoreerd verzoek om uitstel van betaling of een periode waarin de aflossing tijdelijk wordt opgeschort. De termijn van kwijtschelding wordt in die gevallen opgeschort met de duur van respectievelijk het uitstel van betaling of de opschorting.

  • 5. Het college kan op verzoek kwijtschelding verlenen.

Artikel 4 Geen kwijtschelding en kwijtschelding gedupeerden toeslagenaffaire

  • 1. Kwijtschelding is niet van toepassing op krediethypotheken als bedoeld in artikel 50 Participatiewet, bedrijfskredieten in het kader van de BBZ 2004 en de bijbehorende contractuele rente en vorderingen in het kader van verhaal van bijstand waarvoor een vonnis door de Rechtbank is afgegeven als bedoeld in artikel 62b Participatiewet.

  • 2. Het college scheldt de vordering kwijt als de debiteur door de Belastingdienst wordt aangemerkt als gedupeerde in de toeslagenaffaire en op grond van de Catshuisregeling een bedrag aan compensatie ontvangt.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan, onverminderd artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, in bijzondere gevallen ten gunste afwijken van deze beleidsregels, als toepassing hiervan leidt tot onredelijke gevolgen.

Artikel 6 Vervallen hoofdstukken Beleidsregels terugvordering, boete, verhaal en zekerheidsrechten 2013

De hoofdstukken 2 en 3 van de Beleidsregels terugvordering, boete, verhaal en zekerheidsrechten 2013 vervallen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na de bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels kwijtschelding Participatiewet schulden gemeente Enschede 2022”

Ondertekening

Enschede, 2 februari 2022

Burgemeester en Wethouders van Enschede,

de loco-Secretaris, de Burgemeester,

E.A. Smit drs. Th.J.F.M. Bovens

Toelichting artikel 3, lid 3 onder f.

Maatschappij ondermijnende activiteiten hebben negatieve gevolgen voor de samenleving. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

• de onder- en bovenwereld raken verweven;

• woonwijken worden onveilig door drugslabs en brandgevaarlijke hennepkwekerijen;

• witwassen inkomsten uit criminele activiteiten;

• Loverboy problematiek;

• ondermijning tast de integriteit aan van het openbaar bestuur en het bedrijfsleven;

• (kwetsbare) jongeren/personen worden benaderd en ingezet als drugskoerier;

• drugs worden verkocht op festivals en evenementen;

• drugsafval wordt in de natuur gedumpt;

Vaak worden kwetsbare jongeren/personen ingezet door criminelen. Bij kwijtschelding van een schuld wordt altijd een overweging gemaakt in hoeverre de maatschappij ondermijnende activiteiten zijn toe te rekenen aan de beperkte geestelijke vermogens van kwetsbare personen. Criminelen “gebruiken” kwetsbare personen vaak. Is de activiteit niet toe te rekenen of verwijtbaar, dan kan na oordeel van het college, toch kwijtschelding van de schuld worden verleend.