Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende beleidsregel inzake het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied (Algemene voorwaarden voor het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied (gebied buiten de bebouwde kom))

Geldend van 18-12-2012 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende beleidsregel inzake het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied (Algemene voorwaarden voor het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied (gebied buiten de bebouwde kom))

Collegebesluit;

Nummer: Z12-249456

Gelet op het bepaalde in artikel 2:12 Algemene Plaatselijke verordening 2010;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Algemene voorwaarden voor het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied (gebied buiten de bebouwde kom)’.

Het gebruik van betonplaten voor inritten en uitritten in het buitengebied

Algemene voorwaarden

Aan de inritten en uitritten worden voorwaarden gesteld. De voorwaarden hebben betrekking op de opbouw van de constructie van de inritten en uitritten, aansluiting op de bestaande weg en het perceel. Tevens worden er eisen gesteld ten aanzien van oneffenheden, afwatering, verband tussen de betonplaten en de afmetingen van de betonplaten. Dit is om de vier genoemd in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening belangen te waarborgen.

Verder zijn voor de duidelijkheid ook de eisen aan de inritten en uitritten met elementenverharding hierop aangepast.

Aanleg en onderhoud:

Het onderhoud van de inritten en uitritten is voor rekening van de vergunninghouder. Voordat aanleg of onderhoud uitgevoerd kan worden moet de gemeente hier twee weken voor uitvoering van op de hoogte worden gesteld.

Afmetingen:

Breedte van de inritten en uitritten ter plaatse van de aansluiting op de weg maximaal 22 m en de breedte aan de perceelgrens maximaal 8 m.

Het afschot (helling) van de inritten en uitritten naar de berm minimaal afschot 1:40 (2,5%). De inritten en uitritten met een afschot van 1:20 aanleggen.

Hoogteverschil tussen betonplaten onderling of aansluitende verharding maximaal 20 mm.

Ruimte tussen de betonplaten onderling of aansluitende verharding maximaal 20 mm.

Toepassing van materialen:

Betonplaten zonder stalen rand toepassen.

De fundering van de inritten en uitritten opbouwen met materialen zonder hydraulische werking. Dit zorgt ervoor dat kabels en leidingen goed te bereiken zijn en opgebroken materiaal weer goed verwerkt kan worden.

Uitzonderingen hierop zijn beton- en menggranulaat waarvan de hydraulische werking zo zwak is dat het na ontgraven weer goed verwerkt kan worden.

Opbouw constructie:

Opbouw van de inritten en uitritten van betonplaten(van boven naar beneden):

Betonplaten, 2,00x2,00 m., dik 0.16 m.;

Brekerzand, dik 0.05 m.

Zand, dik 0.50 m.

ondergrond

Opbouw van een inritten en uitritten van elementenverharding (van boven naar beneden):

Betonstraatstenen, grijs, 210x105 mm, dik 80 mm, in keperverband opgesloten met opsluitbanden, grijs, 120x250 mm;

Brekerzand, dik 0.05 m;

Beton- of menggranulaat, dik 0.15 m, sortering korrels 0/31.5 mm.

Zand, dik minimaal 0.50 m.

Aansluiting op bestaande verharding:

Om bestaande verharding goed aan te sluiten op betonplaten wordt:

De elementenverharding gedeeltelijk herstraat en ruimte tussen betonplaten en elementenverharding opvullen met betonstraatstenen op brekerzand.

Asfalt en beton afgezaagd en ruimte tussen betonplaten en asfalt en beton opgevuld met betonstenen. Als de op te vullen ruimte te klein is met koud asfalt aanvullen.

Ondertekening

Het college van de gemeente Lelystad,

Lelystad, 18 december 2012