Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023

Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Gelet op artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Zoetermeer 2016

besluit vast te stellen:

de Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023

Ondertekening

Zoetermeer 10 mei 2022

Het college van burgemeester en wethouders

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    algemene subsidieverordening Zoetermeer: de algemene subsidieverordening van Zoetermeer, zoals die geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag om subsidie;

  • b.

    bouwhistorisch onderzoek: in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en bouwhistorische waarden van een gemeentelijk monument, bedoeld als onderbouwing voor de aanwijzing van een object als beschermd gemeentelijk monument of als toetsingskader voor de werkzaamheden met het oog op de instandhouding van een gemeentelijk monument;

  • c.

    eenmalige subsidie: subsidie die slechts voor een keer per monument wordt verstrekt;

  • d.

    eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven;

  • e.

    gemeentelijke monumenten: monumenten waaraan in het omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven en/of monumenten die op grond van de erfgoedverordening als gemeentelijk monument zijn aangewezen;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer;

  • g.

    instandhoudingswerkzaamheden: restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor het herstel of de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument;

  • h.

    Leidraad subsidies Gemeentelijke Monumenten Zoetermeer: de leidraad voor de uitvoering van instandhoudingswerkzaamheden, zoals die geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag om subsidie;

  • i.

    subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van een gemeentelijk monument, die monumentale waarden bezitten, op sobere en doelmatige wijze te herstellen of te conserveren. Kosten die uitsluitend of overwegend worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort of onderhoud aan niet monumentale onderdelen vallen buiten deze regeling;

  • j.

    Team Erfgoed: de beleidsmedewerker(s) cultureel erfgoed werkzaam bij de gemeente Zoetermeer bereikbaar via erfgoed@zoetermeer.nl;

  • k.

    zelfwerkzaamheid: werkzaamheden die worden uitgevoerd door een natuurlijke of rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Artikel 2 Toepassing Algemene subsidieverordening Zoetermeer

De algemene subsidieverordening Zoetermeer is van toepassing op het verstrekken van subsidies in gevolge deze regeling, behalve voor zover bij of krachtens deze regeling op enig punt van de algemene subsidieverordening Zoetermeer wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel van de regeling

Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen van eigenaren bij de instandhouding van Zoetermeerse gemeentelijke monumenten middels het bijdragen in de kosten van herbestemmingsonderzoek en instandhoudingswerkzaamheden.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten: herbestemmingsonderzoek

  • 1) Het college kan de eigenaar op zijn verzoek een eenmalige subsidie verstrekken voor onderzoek naar herbestemmingsmogelijkheden van zijn gemeentelijke monumenten, niet zijnde woonhuizen.

  • 2) Subsidiabel zijn de kosten voor de volgende activiteiten:

    • a)

      het uitvoeren van een bouwhistorisch onderzoek in het kader van herbestemmingsopgaven volgens de ‘Richtlijnen Bouwhistorisch onderzoek 2009’ van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

    • b)

      het uitvoeren van een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken, volgens NEN 2767 en het verkrijgen van inzicht in de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het monument in een goede bouwtechnische staat te brengen;

    • c)

      de BTW over de onder 2a en 2b bedoelde subsidiabele kosten, voor zover deze niet bij de rijksbelastingen kan worden teruggevorderd.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: instandhoudingswerkzaamheden

  • 1) Het college kan de eigenaar op zijn verzoek subsidie vertrekken voor instandhoudingswerkzaamheden aan zijn gemeentelijke monumenten.

  • 2) Subsidiabel zijn de volgende kosten voor instandhoudingswerkzaamheden die voldoen aan de Leidraad subsidies Gemeentelijke Monumenten Zoetermeer:

    • a)

      het deel van de aanneemsom dat betrekking heeft op het herstel van (onderdelen van) het casco, alsmede op het herstel van onderdelen die de monumentale waarde van het gemeentelijke monument bepalen, zoals decoratieve gevelelementen en stoepen etc.;

    • b)

      de kosten van architect en constructeur, alsmede de kosten van het toezicht, voor zover deze betrekking hebben op instandhoudingswerkzaamheden;

    • c)

      de kosten die voortvloeien uit het herstel van onvoorziene bouwkundige gebreken die tijdens de instandhoudingswerkzaamheden worden geconstateerd, mits binnen twee weken na de constatering gemeld en vervolgens geaccordeerd door Team Erfgoed;

    • d)

      de BTW over de onder 2a en 2b bedoelde subsidiabele kosten, voor zover deze niet bij de rijksbelastingen kan worden teruggevorderd.

  • 3) Niet subsidiabel zijn kosten die:

    • a)

      op grond van een andere subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen of waarvoor subsidie op grond van een andere subsidieregeling is aangevraagd;

    • b)

      door een verzekering worden gedekt;

    • c)

      voortvloeien uit instandhoudingswerkzaamheden aan onderdelen van een gemeentelijk monument waarvoor binnen vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag al subsidie is verleend.

Artikel 6 Vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1) Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt wanneer:

    • a)

      de omgevingsvergunning verleend is voor zover het subsidiabele activiteiten betreft die omgevingsvergunningplichtig zijn;

    • b)

      activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd nog niet zijn uitgevoerd;

    • c)

      met de activiteiten het belang van de monumentenzorg in voldoende mate wordt gediend;

    • d)

      het gaat om een gemeentelijk monument dat niet in eigendom van de gemeente of andere overheden is.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVERDELING

Artikel 7 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1) Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 79.000;

  • 2) Het college kan in een besluit en met inachtneming van de door de raad in de begroting vastgestelde kaders een afwijkend subsidieplafond vaststellen voor het betrokken kalenderjaar;

  • 3) Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voloende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij het verleningsbesluit wordt daarop gewezen.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1) Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van het tijdstip van ontvangst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2) Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3) Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt bij de laatste aanvraag tot subsidieverlening die volledig is ingediend en die aan de vereisten voldoet, de te verstrekken subsidie naar beneden bijgesteld tot het plafond niet meer overschreden wordt.

  • 4) Indien bij overschrijding van het toepasselijke subsidieplafond blijkt dat het tijdstip van ontvangst van de aanvragen op de desbetreffende dag niet is vast te stellen, zal van de op die dag ontvangen aanvragen, de volgorde van ontvangst door middel van loting worden vastgesteld.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIEHOOGTE

Artikel 9 Hoogte subsidie

  • 1) De eenmalige subsidie ten behoeve van onderzoek naar herbestemmingsmogelijkheden van gemeentelijke monumenten bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000.

  • 2) De subsidie ten behoeve van instandhoudingswerkzaamheden aan een gemeentelijk monument bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €5.000;

  • 3) Indien instandhoudingswerkzaamheden als bedoeld in het tweede lid geheel in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd, bedraagt de subsidie 50% van de subsidiabele materiaalkosten tot een maximum van € 2.500;

  • 4) De in het tweede en derde lid genoemde maximale bedragen worden per gemeentelijk monument slechts eenmaal per twee kalenderjaren verstrekt.

  • 5) Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de subsidiabele kosten ten minste € 500 te bedragen.

HOOFDSTUK 5 SUBSIDIEVERSTREKKING

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1) Een aanvraag tot subsidieverlening wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2) Bij de aanvraag legt de aanvrager ten minste de volgende gegevens over:

    • a)

      het bewijs van eigendom, erfpacht of houder van het recht van opstal van het monument door middel van een gewaarmerkt recent uittreksel uit de kadastrale legger;

    • b)

      een werkomschrijving c.q. bestek;

    • c)

      een begroting die is gespecificeerd naar activiteit, uren en materialen;

    • d)

      foto’s van de huidige toestand en van de directe omgeving van het gemeentelijk monument;

    • e)

      indien voor instandhoudingswerkzaamheden een omgevingsvergunning is vereist; de verleende vergunning met bijbehorende tekeningen en plattegronden;

    • f)

      bewijs van een uitgebreide opstalverzekering, waaruit blijkt dat de kosten van herstel of herbouw door de verzekering voldoende gedekt zijn.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling moet conform de algemene subsidieverordening Zoetermeer tenminste dertien weken voor de start van de te subsidiëren activiteit worden ingediend.

Artikel 12 Ontvankelijkheid subsidieaanvraag

  • 1) In situaties als bedoeld in artikel 4:5 Awb, doet het college daarvan binnen vier weken na ontvangst van de subsidieaanvraag schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

  • 2) De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn de aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken. Wanneer de gevraagde gegevens en/of duidelijkheid niet binnen deze termijn zijn geleverd, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 13 Beslistermijn

  • 1) Het college beslist binnen dertien weken na ontvangst van een volledige subsidieaanvraag;

  • 2) Indien het college niet binnen dertien weken beslist over de aanvraag, dan stelt zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien.

HOOFDSTUK 6 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 14 Termijn aanvang en beëindiging activiteiten

Bij het verlenen van de subsidie kunnen de volgende verplichtingen worden opgelegd ten aanzien van aanvang en afronding van de activiteiten:

  • a)

    binnen uiterlijk zes maanden na het onherroepelijk worden van het besluit tot subsidieverlening moet een begin met de activiteiten zijn gemaakt;

  • b)

    uiterlijk twee weken voor aanvang van de instandhoudingswerkzaamheden doet de aanvrager hiervan melding aan Team Erfgoed;

  • c)

    de activiteiten worden uiterlijk binnen twee jaar voltooid, nadat het besluit tot subsidieverlening onherroepelijk is geworden;

  • d)

    bij onvoorziene omstandigheden, die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen, kan het college de onder a en c genoemde termijnen op verzoek van de aanvrager schriftelijk verlengen.

Artikel 15 Uitvoering

Bij het verlenen van de subsidie kunnen de volgende verplichtingen worden opgelegd ten aanzien van de uitvoering:

  • a)

    de instandhoudingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de Leidraad subsidies Gemeentelijke Monumenten Zoetermeer;

  • b)

    bij instandhoudingswerkzaamheden wordt niet afgeweken van een op bouwhistorisch onderzoek of kleurenonderzoek gefundeerd advies dat bij de aanvraag is gevoegd, behalve wanneer daarvoor toestemming van het college is verkregen;

  • c)

    de eigenaar verstrekt het college desgevraagd nadere rapportages over de voortgang en uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden.

Artikel 16 Toezicht

De eigenaar is verplicht om aan door het college aangewezen personen van de gemeente toegang tot de bouwplaats(en) en het werk te verlenen, alsook inzage te geven in alle op de instandhoudingswerkzaamheden betrekking hebbende stukken.

Artikel 17 Verplichtingen na afronding van de activiteiten

  • 1) Binnen dertien weken na het gereedkomen van de instandhoudingswerkzaamheden en/of het herbestemmingsonderzoek dient de aanvrager bij Team Erfgoed een verklaring in dat de werkzaamheden zijn en/of het onderzoek is afgerond;

  • 2) De gereedmelding gaat vergezeld van:

    • a)

      een verantwoording van de gemaakte kosten welke is gerelateerd aan de ingediende begroting, met bijgevoegd kopieën van de betreffende facturen en betalingsbewijzen;

    • b)

      in geval van instandhoudingswerkzaamheden, een door de architect gewaarmerkt volledig stel revisietekeningen, waarop door verschillende wijzen van arcering het oude en nieuwe werk zijn te onderscheiden. Deze verplichting heeft alleen betrekking op activiteiten die omgevingsvergunningplichtig zijn;

    • c)

      in geval van herbestemmingsonderzoek, het volledige resultaat van het onderzoek inclusief bijbehorende onderzoeken.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Hardheidsclausule

Indien de toepassing van deze regeling zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard, kan het college gelet op het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze regeling.

Artikel 19 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 20 Overgangsbepaling

Deze regeling is van toepassing op subsidies die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023’.

Deze regeling treedt na de openbare bekendmaking op 1 januari 2023 in werking.

Ondertekening

Zoetermeer 10 mei 2022

Het college van burgemeester en wethouders

Toelichting bij de Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Zoetermeer 2023

Deze subsidieregeling vervangt de Subisidieregeling onderhoud monumenten Zoetermeer uit 2016. Deze regeling bleek niet in alle opzichten te voldoen aan de wens van de gemeente om over de wijze waarop verleende subsidies worden besteed inhoudelijk te kunnen adviseren en toezicht te houden op de uitvoering. De nu voorliggende regeling voorziet wel in mogelijkheden om aan deze aspecten vorm en inhoud te geven. Dit vooral door het koppelen van de regeling aan de inhoudelijke Leidraad subsidies Gemeentelijke Monumenten Zoetermeer. Deze leidraad is als beleidsregel door het college vastgesteld.

Deze subsidieregeling is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op grond van de in artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Zoetermeer 2016 (ASV) toegekende bevoegdheid om subsidieregelingen vast te stellen.

Bij het opstellen van deze regeling is daar waar mogelijk aansluiting gezocht bij de bepalingen in de ASV. Op enkele punten kent deze regeling afwijkende bepalingen, omdat die beter passen bij het onderwerp van deze regeling.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelen waarvan de inhoud voor zich spreekt worden hier niet nader toegelicht.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen verklaard voor zover de betekenis niet zonder meer uit het algemene spraakgebruik kan worden afgeleid. Er is onder andere voor gekozen hier te benoemen dat Team Erfgoed bestaat uit de beleidsmedewerkers erfgoed van de gemeente Zoetermeer.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten: herbestemmingsonderzoek

In dit artikel is geregeld dat een subsidie kan worden gegeven voor onderzoek naar mogelijk nieuwe functies van gemeentelijke monumenten met inachtneming van de cultuurhistorische waarde van het betreffende pand. Dit is alleen mogelijk wanneer het een pand betreft dat geen woonfunctie heeft. In lid 2 zijn randvoorwaarden opgenomen waaraan zo’n onderzoek moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. Onder sub a is sprake van bouwhistorisch onderzoek. Dit betreft onderzoek als bedoeld in de ‘Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek 2009’ (Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek | Publicatie | Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: instandhoudingswerkzaamheden

In dit artikel is geregeld onder welke voorwaarden subsidie kan worden verleend voor onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten. In dit artikel (lid 2) is de relatie tussen het verkrijgen van subsidie en de randvoorwaarde dat werkzaamheden moet worden uitgevoerd conform de Leidraad subsidies Gemeentelijke Monumenten Zoetermeer geregeld. Ook is hier geregeld welke soorten kosten wel en niet voor subsidie in aanmerking komen.

Artikel 6 Vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen

In sub c is geregeld dat alleen subsidie wordt verstrekt wanneer het belang van de monumentenzorg voldoende wordt gediend. Hiermee wordt bedoeld dat werkzaamheden gericht moeten zijn op ondersteuning van het behoud van de cultuurhistorische waarden van het monument en technisch en functioneel degelijk worden uitgevoerd.

Artikel 8 Wijze van verdeling

In dit artikel zijn regels opgenomen over hoe toekenning van subsidies plaatsvindt. In eerste instantie worden subsidies toegekend op volgorde van binnenkomst van aanvragen. Wanneer het subsidieplafond bijna bereikt is, regelt lid 3 hoe het resterende budget wordt toegekend.

Deze regeling gaat niet uit van een systeem van bevoorschotting, maar van vaststellen en toekennen. Dat vloeit voort uit de Algemene subsidieverordening die voorschrijft dat voor subsidies tot 5000 euro gekozen wordt voor directe toekenning in plaats van het uitkeren van een voorschot en verantwoording achteraf. Hier is voor gekozen om de administratieve lasten voor kleinere subsidies te beperken.

Artikel 10 Subsidieaanvraag

In dit artikel is in lid 2 aangegeven aan welke vereisten een aanvraag moet voldoen om in behandeling te worden genomen.

Artikel 13 Beslistermijn

Net als bij de aanvraagtermijn in artikel 11 is aangesloten bij de termijnen in de ASV.

Artikel 14 Termijn aanvang en beëindiging activiteiten

Om te voorkomen dat verleende subsidies ongebruikt blijven, zijn in dit artikel bepalingen opgenomen over de termijn waarbinnen de besteding van de gesubsidieerde activiteiten moet worden gestart en afgerond. De regeling kent wel een mogelijkheid om daar op aanvraag van af te wijken.

Artikel 15 Uitvoering

Dit artikel biedt de mogelijkheid om verplichtingen op te leggen aan subsidieontvangers, om te bereiken dat werkzaamheden worden uitgevoerd op een manier die leidt tot de gewenste kwaliteit.

Artikel 16 Toezicht

In combinatie met artikel 15 biedt dit artikel de mogelijkheid aan Team Erfgoed om toe te zien op een juiste uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 17 Verplichtingen na afronding van de activiteiten

Met lid 2 onder c wordt bedoeld dat het complete onderzoek dient te worden opgestuurd naar Team Erfgoed en niet alleen het eindrapport. Dus ook onderliggende onderzoeken dienen te worden opgestuurd, zoals een bouwhistorisch onderzoek.