Regeling vervallen per 31-12-2022

Compensatieregeling meerkosten Wmo 2022

Geldend van 16-05-2022 t/m 30-12-2022

Intitulé

Compensatieregeling meerkosten Wmo 2022

Gelet op artikel 2.1.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 19 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Eemsdelta 2021 besluit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemsdelta per 1-1-2022 de volgende regeling vast te stellen.

Deze regeling bepaalt in welke gevallen, op welke wijze en in welke mate een tegemoetkoming kan worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 19 lid 1 van de Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Eemsdelta 2021. Daarin worden personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben en die een laag inkomen hebben een tegemoetkoming verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Meerkosten: kosten waar ook mensen zonder een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen mee bekend zijn, maar waarvan de aanvrager het aannemelijk heeft gemaakt dat ze extra hoog uitvallen als gevolg van zijn beperking of problemen. We maken daarbij onderscheid tussen:

    • a.

      Bijkomende meerkosten: meerkosten die worden gemaakt naast of als gevolg van een voorziening op grond van de Wmo 2015 of andere wetgeving.

    • b.

      Voorliggende meerkosten: meerkosten waarmee naar het oordeel van het college de inzet van een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo 2015 kan worden voorkomen.

  • 2.

    Belanghebbende: de persoon die ten behoeve van zichzelf, zijn partner en/of één of meerdere kinderen een tegemoetkoming aanvraagt in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Eemsdelta.

  • 3.

    Partner: de persoon die al of niet gehuwd of geregistreerd als partner en met de belanghebbende een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad.

  • 4.

    Gezamenlijke huishouding: alle personen die op hetzelfde adres staan ingeschreven volgens de basisregistratie personen en geen commerciële relatie hebben met elkaar. Hieronder valt in ieder geval een partner, een kind ouder dan 18 jaar, een vader/moeder van een gezamenlijk kind.

  • 5.

    Commerciële relatie: personen die op hetzelfde adres staan ingeschreven en onderling een huurovereenkomst hebben afgesloten.

  • 6.

    Kind: het eigen kind of stiefkind, dat ten laste van de belanghebbende of diens partner komt en op hetzelfde adres als de belanghebbende staat ingeschreven in de basisregistratie personen.

  • 7.

    Ten laste komend kind: het kind voor wie de belanghebbende of diens partner aanspraak op kinderbijslag heeft kunnen maken.

  • 8.

    Inkomen: alle op geld waardeerbare middelen die belanghebbende en andere leden uit de gezamenlijke huishouding (periodiek) ontvangen. Het inkomen wordt vastgesteld met een IB60 formulier.

  • 9.

    Norm: bedrag voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan zoals bedoeld in de Participatiewet en de Algemene Ouderdomswet

  • 10.

    Peiljaar: jaar voorafgaand aan het aanvraagjaar.

  • 11.

    Aanvraagjaar: jaar waarin de meerkosten zijn gemaakt.

Artikel 2. De regeling

Met deze regeling kan een inwoner aanspraak maken op een tegemoetkoming als hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij meerkosten maakt die hij niet zelf kan betalen.

Daarbij kan hij in aanmerking komen voor één van de volgende subregelingen:

  • 1.

    Subregeling 1: Een vaste tegemoetkoming van € 200,- voor bijkomende meerkosten zoals beschreven in artikel 1, eerste lid, sub a. Deze subregeling geldt alleen voor inwoners met een (gezamenlijk) inkomen dat in het peiljaar lager is dan 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnormen.

  • 2.

    Subregeling 2: Een tegemoetkoming die toereikend is om voorliggende meerkosten zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub b verder uit eigen middelen te betalen. De hoogte van deze tegemoetkoming is gelimiteerd tot € 5.000,-.

Artikel 3. Kring van belanghebbenden

  • 1.

    Om voor de tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen:

    • a.

      dienen de belanghebbende en zijn partner op de datum van aanvraag 18 jaar of ouder te zijn; en

    • b.

      dienen de belanghebbende en zijn partner op de datum van aanvraag in de basisregistratie personen staan ingeschreven als inwoner van de gemeente Eemsdelta; en

    • c.

      kan de belanghebbende voor de betreffende meerkosten geen aanspraak maken op enig andere tegemoetkoming of vergoeding.

  • 2.

    Indien de belanghebbende of diens partner in een inrichting verblijft wordt het inkomen verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de verschuldigde bijdrage in de verzorgingskosten.

Artikel 4. Aanvraag compensatieregeling

  • 1.

    Een aanvraag voor subregeling 1 moet schriftelijk worden ingediend middels een daartoe vastgesteld formulier.

  • 2.

    Bij subregeling 1 moet de aanvraag van de vergoeding over een kalenderjaar uiterlijk op 1 maart van het daaropvolgend kalenderjaar plaatsvinden. Dit betekent concreet:

    • a.

      Aanvragen over 2021 zijn uiterlijk op 1 maart 2022 binnen;

    • b.

      Aanvragen over 2022 zijn uiterlijk op 1 maart 2023 binnen.

  • 3.

    De aanvraag voor subregeling 1 kan pas worden ingediend wanneer de indiener de meerkosten van € 200,- heeft gemaakt.

Artikel 5. Toegang en toetsing

  • 1.

    De aanvrager dient de noodzaak van de bijkomende meerkosten aan te tonen. Daartoe overlegt de aanvrager alle stukken en bescheiden die in redelijkheid kunnen worden verlangd.

  • 2.

    De aanvrager dient de relatie tussen de bijkomende meerkosten en zijn beperking, chronische psychische of psychosociale problemen aannemelijk te maken.

  • 3.

    Het verstrekken van subregeling 2 wordt onderzocht door de wmo consulent tijdens het huisbezoek. De consulent bepaalt of de voorliggende meerkosten niet worden gemaakt vanwege financiële beperkingen.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze regeling indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Einde van de regeling

Deze regeling wordt van rechtswege beëindigd de dag volgend op 31 december 2022 of eerder als het college daartoe besluit.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeesters en wethouders op 26 april 2022.

B. Visser R. Koch

Burgemeester Gemeentesecretaris