Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR676649
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR676649/1
Verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2022 - 2026.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden
Intitulé
Verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2022 - 2026.De raad van de gemeente Schouwen Duiveland,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2021;
gelet op artikel 1, eerste lid, en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
Besluit Vast te stellen de hierna volgende verordening bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2022.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
Deze verordening verstaat onder:
- bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de
gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;
- college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Zierikzee
op 28 september 2021 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
Hoofdstuk II Belastingbepalingen
Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3. Belasting object
1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.
2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4. Belastingplicht
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:
a. de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak gebruikt;
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:
a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de
BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die onroerende zaak ter beschikking is gesteld;
c. als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
3. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.
2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6 Vrijstellingen
1. In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
b. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;
c. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
d. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;]
e. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor het geven van (muziek)onderwijs;
f. belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;
g. belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
h. de objecten die vermeld staan in de bijlage ‘vrijgestelde objecten voor de BIZ-Bijdrage’ (bijlage 2). In bijlage 2 staan vermeld de (vrijgestelde) objecten zoals deze zijn opgenomen in de WOZ-administratie ( zowel qua objectcode als objectbeschrijving).
2. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-Bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage
1. Het tarief van de BIZ-bijdrage voor deze BIZ-Zone bedraagt op jaarbasis bij een WOZ-waarde van:
€ 0 - € 50.000,-- |
€ 80,-- |
€ 51.000,-- - € 99.999,-- |
€ 120,-- |
€ 100.000,-- - € 149.999,-- |
€ 180,-- |
€ 150.000,-- - € 199.999,-- |
€ 240,-- |
€ 200.000,-- - € 399.999,-- |
€ 360,-- |
€ 400.000,-- - € 549.999,-- |
€ 540,-- |
€ 550.000,-- en meer |
€ 600,-- |
Genoemde BIZ-bijdragen zullen voor het eerst geheven worden met ingang van het kalenderjaar 2022.
Artikel 9 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene Subsidieverordening Schouwen Duiveland 2013 niet van toepassing.
Artikel 13 Subsidievaststelling
1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Binnenstad Zierikzee.
2. De subsidie bedraagt het bedrag van de jaarlijks ontvangen BIZ- bijdragen, verminderd met de jaarlijkse perceptiekosten, vastgesteld op € 600,00.
3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.
Artikel 14 delegatie van de bevoegdheid tot intrekken/wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 15. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Verordening bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2016 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 16, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.
2. De datum van ingang van de heffing is 1-1-2022.
3. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2022’.
Artikel 17. Bijlagen behorende bij de Verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad Zierikzee 2022 - 2026.
1. Kaart van de bedrijfsinvesteringszone
2. Lijst met vrijgestelde objectcodes
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 oktober 2021,
De griffier
Mevrouw E. Goossens
de voorzitter
de heer J. Chr. Van der Hoek
Ondertekening
Bijlage 1 Kaartje BIZ zone
Bijlage 2 Lijst met vrijgestelde objectcodes voor de BIZ – Bijdrage.
DUWOZ |
OMSCHRIJVING |
2175 |
opslag/distributie met woongedeelte |
3145 |
geldautomaat |
3171 |
werkplaats/garage |
3175 |
opslag/distributie |
3176 |
Atelier/werkruimte |
3311 |
creche/peuterspeelzaal |
3312 |
basisschool. |
3318 |
dagverblijf |
3319 |
overig onderwijs |
3337 |
gezinsvervangend tehuis |
3351 |
verzorgings-/bejaardenhuis |
3373 |
politiebureau |
3375 |
brandweerkazerne |
3376 |
wijk-/buurtcentrum |
3413 |
museum |
3414 |
expositiehal/evenementenhal |
3419 |
overig cultureel |
3451 |
Kerk. |
3459 |
overige religieuze gebouwen |
3515 |
clubhuis |
3516 |
kleedgebouw/toiletten |
3624 |
windmolen |
3664 |
telefooncentrale |
3999 |
Overig onroerend niet-woning |
4115 |
parkeerterrein/parkeerplaats |
4199 |
overig ongebouwd |
5300 |
niet-woning zonder woning in aanbouw |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl