Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening Meedoenpas Dijk en Waard

Geldend van 06-05-2022 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022

Intitulé

Verordening Meedoenpas Dijk en Waard

De raad van de gemeente Dijk en Waard;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet

besluit met inachtneming van Amendement C;

  • 1.

    De Verordening Meedoenpas Dijk en Waard vast te stellen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022

  • 2.

    Uiterlijk 6 weken na de aanvraag het besluit kenbaar gemaakt zal zijn, bij positief besluit door middel van het verzenden van de Meedoenpas en bij negatief besluit schriftelijk en onderbouwt kenbaar te maken aan de aanvrager.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 maart 2022

De griffier,

De voorzitter,

De Raad van de gemeente Dijk en Waard

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Dijk en Waard

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Overwegende

dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat inwoners van de gemeente Dijk en Waard en hun minderjarige kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door hun financiële positie;

dat de gemeente Dijk en Waard daaraan wenst bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op bevordering van maatschappelijke participatie, waaronder wordt verstaan deelname aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving;

BESLUIT

Vast te stellen de

VERORDENING MEEDOENPAS DIJK EN WAARD

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Meedoenpas: een persoonsgebonden pas die recht geeft op bepaalde voorzieningen;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard;

    • c.

      inwoner: de persoon die op het moment van de aanvraag met een adres ingeschreven staat in de gemeentelijke basis administratie van de gemeente Dijk en Waard;

    • d.

      adres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen;

    • e.

      wet: de Participatiewet;

    • f.

      aanvrager: de inwoner van 18 jaar en ouder die een Meedoenpas aanvraagt ten behoeve van zichzelf, zijn gezin of zijn ten laste komende kind, als bedoeld in artikel 4 van de wet dan wel zijn minderjarige pleegkind waarvoor een pleegvergoeding wordt ontvangen;

    • g.

      Inkomen: de inkomsten van de aanvrager en zijn eventuele partner uit of in verband met arbeid of sociale zekerheidsuitkeringen, met uitzondering van de inkomsten uit arbeid van het ten laste komende kind of kinderen;

    • h.

      Maatschappelijke participatie: Deelnemen aan maatschappelijke, sportieve en culturele activiteiten en het gebruik maken van overige voorzieningen ter bevordering van het sociaal welzijn en voorkoming van sociale uitsluiting. Hieronder wordt mede verstaan de schoolactiviteiten van kinderen.

    • i.

      Wsnp: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;

    • j.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • k.

      WSF2000: Wet studiefinanciering 2000.

  • 2. Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Gemeentewet of de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft tot doel aan inwoners die een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen toepasselijke bijstandsnorm voorzieningen te verstrekken, voor henzelf en hun eventuele kinderen, om zodoende de maatschappelijke participatie te bevorderen. Het college realiseert deze doelstelling door het verstrekken van de Meedoenpas aan inwoners en door het voorzien in het bijbehorende aanbod van voorzieningen.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. Recht op de Meedoenpas heeft de aanvrager als bedoeld in artikel 11 van de wet jo artikel 1 van deze verordening, indien op het moment van de aanvraag het totale inkomen lager dan of gelijk is aan 120% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in paragraaf 3.2 van de wet en zijn vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hem van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.

  • 2. Bij de bepaling van de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de wet buiten beschouwing gelaten.

  • 3. Het vermogen in de eigen woning wordt niet in aanmerking genomen.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is er geen sprake van recht op de Meedoenpas indien aanvrager op de datum van aanvraag student of scholier is en uit ’s Rijks kas bekostigd voltijds onderwijs volgt en aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van de WTOS, tenzij aanvrager de zorg draagt over een ten laste komend kind.

  • 5. In afwijking van het eerste lid bestaat er recht op de Meedoenpas voor zover de aanvrager beschikt over een inkomen hoger dan 120% van de voor hem van toepassing zijnde bijstandsnorm doch is toegelaten tot een wettelijke of minnelijke schuldhulpverleningstraject op grond van de WSNP dan wel de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 6. Het inkomen en vermogen bedoeld in het eerste lid wordt getoetst over de maand voorafgaand aan de aanvraagdatum. Indien sprake is van wisselende inkomsten wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de 6 maanden voorafgaande aan de aanvraagdatum.

Artikel 4 De Meedoenpas

  • 1. De Meedoenpas wordt kosteloos verstrekt. Bij verlies of diefstal van de Meedoenpas kan de rechthebbende eenmaal per kalenderjaar in aanmerking komen voor een duplicaat.

  • 2. De Meedoenpas is geldig voor de duur van 1 kalenderjaar, tenzij anders vermeld op de pas. Als aanvrager niet langer voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 vervalt de geldigheid van de Meedoenpas met ingang van 1 januari van het volgende kalenderjaar.

  • 3. De Meedoenpas wordt aan ieder gezinslid van 12 jaar en ouder verstrekt.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De Meedoenpas dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier onder bijvoeging van de in het aanvraagformulier gevraagde bewijsstukken.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het college voor bepaalde groepen van belanghebbenden, van wie is vastgesteld dat zij tot de kring van rechthebbenden behoren, ambtshalve een Meedoenpas verstrekken.

Artikel 6 Besluit op aanvraag

  • 1. Het college beslist positief op de aanvraag door middel van het toesturen van de Meedoenpas.

  • 2. De Meedoenpas heeft betrekking op het lopende kalenderjaar, indien de aanvraag voor 1 december van het lopende kalenderjaar is ingediend. Indien de aanvraag op of na 1 december van het lopende kalenderjaar is ingediend dan heeft de Meedoenpas betrekking op het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de aanvraag is gedaan.

  • 3. Het college beslist negatief op de aanvraag met een schriftelijk besluit.

  • 4. Het besluit op de (volledige) aanvraag wordt genomen binnen een termijn van 6 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7 Nadere regels

  • 1. Het college stelt bij nadere regels vast van welke voorzieningen ter bevordering van de maatschappelijke participatie met de Meedoenpas gebruik kan worden gemaakt en van welk budget gebruik kan worden gemaakt.

  • 2. Het college stelt voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vast.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan door het college worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening , als toepassing daarvan wegens bijzondere omstandigheden onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de verordening.

Artikel 9 Intrekken oude verordening

De verordening Meedoenpas gemeente Langedijk en de verordening Huygenpas 2018 worden ingetrokken.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. Deze verordening geldt voor aanvragen die worden ingediend, dan wel voor ambtshalve verstrekkingen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, op of na de ingangsdatum dat deze verordening in werking is getreden.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Meedoenpas Dijk en Waard

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad. Gehouden op 15 maart 2022

De griffier,

R. (Ronald) Vennik

De voorzitter

Dr. P.J. (Peter) Rehwinkel

TOELICHTING

De gemeente heeft zich tot doel gesteld om maatschappelijke participatie van inwoners met een laag inkomen te bevorderen. De gemeente doet dit via de Meedoenpas.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1Begripsbepalingen

Dit artikel bepaalt wat in deze verordening wordt verstaan onder de daarin gebruikte begrippen.

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. Een en ander houdt onder meer in, dat bepaalde inkomensbestanddelen die binnen de Participatiewet buiten beschouwing worden gelaten, ook bij de inkomenstoets in het kader van het minimabeleid buiten beschouwing blijven. Zo wordt voorkomen, dat het minimabeleid het op basis van de Participatiewet ingezette bijstandsbeleid doorkruist.

De definitie maatschappelijke participatie wordt kort toegelicht.

Onder h: Maatschappelijke participatie

Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan structurele deelname aan activiteiten die aantoonbaar bijdragen aan een actieve verbinding met de maatschappij. Door het verstrekken van

de Meedoenpas bevordert het college de deelname aan sportieve, culturele en maatschappelijke activiteiten.

Artikel 2Doelstelling

Deze bepaling omschrijft de doelstelling die de gemeente door middel van het verstrekken van de

Meedoenpas wil realiseren. Tevens geeft dit artikel aan dat de voorziening van de Meedoenpas uitsluitend bedoeld is voor personen die door financiële omstandigheden niet of niet volledig in staat zijn om zelfstandig maatschappelijk te participeren.

Artikel 3Doelgroep

Op basis van de in dit artikel weergegeven criteria wordt de kring van rechthebbenden nader ingekaderd.

Nederlander, dan wel een daarmee op basis van artikel 11 Participatiewet gelijkgestelde vreemdeling

Onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen en toeristen worden op basis van deze omschrijving uitgesloten.

Een adres binnen de gemeente

Alleen inwoners van de gemeente komen voor de Meedoenpas in aanmerking.

Als inwoners worden zowel degenen met een woonadres als met een postadres (in het kader van de dak- en thuislozenregeling) aangemerkt.

18 jaar en ouder

Alleen meerderjarigen kunnen een aanvraag voor de Meedoenpas indienen.

Voor kinderen geldt, dat zij via hun ouders gebruik kunnen maken van de geboden voorzieningen.

Studenten

Studerenden met aanspraak op studiefinanciering of een tegemoetkoming in het kader van de WTOS zijn uitgesloten van de kring van rechthebbenden voor de Meedoenpas. Weliswaar beschikt deze groep veelal over een inkomen dat aanzienlijk lager is dan de in het eerste lid bedoelde inkomensgrens, maar die omstandigheid vormt voor hen over het algemeen geen beletstel om volwaardig deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten in de ruimste zin van het woord.

Schuldhulpverleningstraject

Indien belanghebbende is toegelaten tot een schuldhulpverleningstraject kan worden afgeweken van de inkomenseis. Het inkomen van deze belanghebbenden kan boven de gestelde grens liggen, maar omdat een deel van het inkomen naar de aflossing van schulden gaat, ligt het feitelijk inkomen lager dan de inkomensgrens.

Artikel 4 De Meedoenpas

Geen toelichting

Artikel 5Aanvraag

Dit artikel bevat enkele uitgangspunten voor de wijze waarop men een aanvraag kan indienen en de minimale eisen waaraan de aanvraag moet voldoen.

In beginsel wordt iedereen behorend tot de kring van rechthebbenden binnen een kalenderjaar verzocht schriftelijk een nieuwe aanvraag in te dienen voor het daaropvolgende kalenderjaar.

Deze oproep dient tevens om te onderzoeken of betrokkene nog tot de kring van rechthebbenden behoort. Dit geldt niet voor bepaalde groepen van belanghebbenden van wie bij een eerdere aanvraag is vastgesteld dat zij tot de kring van rechthebbenden behoren. Voor deze groepen kan ambtshalve een aanvraag worden ingenomen.

Artikel 6Besluit op aanvraag

In dit artikel worden enkele zaken geregeld met betrekking tot de afhandeling van de aanvraag.

De datum van aanvraag bepaalt de verstrekkingenperiode. Wanneer voor 1 december van het lopende kalenderjaar aangevraagd wordt, dan wordt de Meedoenpas verstrekt voor het lopende kalenderjaar.

Ligt de aanvraagdatum na 1 december van het lopende jaar, dan wordt de aanvraag alleen voor het daaropvolgende kalenderjaar toegekend. Binnen een jaar na aanvraag wordt vervolgens bezien, of betrokkene nog aan de voorwaarden voldoet en tot de kring van rechthebbenden behoort. Is dit niet meer het geval dan wordt de Meedoenpas ingetrokken.

Artikel 7Nadere regels

In nadere regels worden de voorzieningen vastgelegd waarvan gebruik gemaakt kan worden met de

pas.

Artikel 8Hardheidsclausule

Artikel 9Slotbepalingen