Subsidieregeling Vitale binnenstad 2022

Geldend van 06-05-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Vitale binnenstad 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Leiden,

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden 2021,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Vitale binnenstad 2022

TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: raad van de gemeente Leiden;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

  • c.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden;

  • d.

    vitale binnenstad: een toekomstbestendige binnenstad die inspeelt op maatschappelijke ontwikkelingen, een aantrekkelijk vestigingsklimaat heeft en waar er een balans is tussen levendigheid en leefbaarheid.

  • e.

    inclusie: iedereen die dat wil kan volwaardig deel uitmaken van de samenleving en hoort erbij.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Deze subsidieregeling is van toepassing op door het college te verstrekken subsidies met betrekking tot activiteiten die bijdragen aan een vitale binnenstad.

Artikel 3 Reikwijdte

Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is bepaald, zijn de begripsomschrijvingen en bepalingen van de ASV van toepassing.

Artikel 4 Voorwaarden subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De aanvraag wordt schriftelijk en bij voorkeur digitaal ingediend bij het college via het betreffende aanvraagformulier via de website van de gemeente www.leiden.nl/subsidies.

  • 2.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een projectplan waarin het volgende staat omschreven:

      • -

        de activiteit(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

      • -

        welke doelgroep met de activiteit bereikt gaat worden en om hoeveel mensen het gaat;

      • -

        waar en wanneer de activiteit plaatsvindt;

      • -

        met welke organisaties of bewoners de aanvraag mede wordt ingediend of wordt samengewerkt;

      • -

        aan welke beoordelingscriteria, als bedoeld in artikel 7 lid 1, de activiteit voldoet.

      • -

        het te verwachten draagvlak voor de activiteit onder bewoners, ondernemers, instellingen in Leiden of overige belanghebbenden.

    • b.

      een sluitende begroting

      • -

        met inkomsten en uitgaven voor deze activiteiten;

      • -

        met een opgave van aangevraagde of reeds toegekende subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

      • -

        met een toelichting op hoe de aanvrager of samenwerkingspartner via cofinanciering, al dan niet door inzet van personele uren, bijdraagt aan de activiteit.

Artikel 5 Indieningstermijn

  • 1. Voor aanvragen gelden de volgende indieningstermijnen:

    • -

      uiterlijk 1 september voor activiteiten die plaatsvinden in de periode januari t/m augustus in het daaropvolgende kalenderjaar;

    • -

      uiterlijk 1 maart voor activiteiten die plaatsvinden in de periode juli t/m december in het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 2. Aanvragen worden verzameld tot het verstrijken van de indieningstermijn. Indien een aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager een termijn gegund van tien werkdagen om de aanvraag aan te vullen.

Artikel 6 Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag voor een subsidie binnen uiterlijk 13 weken na sluitingsdatum van de aanvragen.

TITEL II. SPECIFIEKE BEPALINGEN

Artikel 7 Beoordelingscriteria

  • 1. Een aanvraag, als bedoeld in artikel 4, wordt beoordeeld aan de hand van de hiernavolgende criteria:

    • a.

      de activiteit draagt direct of indirect bij aan een vitale binnenstad zoals door het waarborgen en bevorderen van de winkel-, horeca- en cultuurfuncties van de binnenstad of het stimuleren van vergroening en ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad, of het stimuleren van de bereikbaarheid van de binnenstad of het vergroten van de toegankelijkheid van Leiden als gastvrije en inclusieve binnenstad of het bevorderen van een gezond ondernemersklimaat, of het inzetten op kwalitatief hoogwaardige programmering die aansluit bij stad van kennis en cultuur of het bevorderen van de sociale samenhang tussen bewoners en bezoekers aan de binnenstad;

    • b.

      de activiteit houdt rekening met een goede balans tussen levendigheid en leefbaarheid van de binnenstad;

    • c.

      de activiteit bereikt een divers en inclusief publiek;

    • d.

      het doel van de activiteit is (financieel) haalbaar;

    • e.

      de activiteit draagt bij aan vernieuwing van het aanbod aan initiatieven en past bij het DNA van Leiden als stad van kennis en cultuur;

    • f.

      de aanvrager werkt samen met andere partijen of individuen binnen en buiten de eigen sector;

    • g.

      bij de uitvoering van de activiteit zijn vrijwilligers of ondernemers betrokken, die bij voorkeur in Leiden gevestigd zijn;

    • h.

      maximaal 50% van het projectbudget komt in aanmerking voor subsidie. De overige helft van het projectbudget moet door aanvragers zelf worden ingebracht al dan niet via andere subsidies of vergoedingen. Het is mogelijk om de financiële bijdrage van 50% in kind te leveren, dat wil zeggen door inzet van personele uren vanuit de organisatie.

  • 2. De aanvragen worden per tranche gebundeld en tegelijkertijd beoordeeld op de mate waarin zij (zoveel mogelijk) voldoen aan de criteria zoals deze in lid 1 zijn genoemd.

  • 3. Naarmate naar het oordeel van het college aan meerdere criteria wordt voldaan, is de kans groter dat een aangevraagde subsidie (al dan niet gedeeltelijk) wordt toegekend.

  • 4. Indien bij honorering van alle aanvragen het beschikbare budget wordt overschreden, is de mate waarin naar het oordeel van het college aan een of meerdere criteria wordt voldaan, bepalend voor prioriteitstelling en de hoogte van de subsidietoekenning.

Artikel 8 Hoogte subsidie en verdeelregels

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is een maximaal bedrag beschikbaar van €400.000;

  • 2. Het beschikbare budget voor activiteiten die bijdragen aan een vitale binnenstad wordt via twee tranches c.q. indieningstermijnen, als omschreven in artikel 5, verdeeld over de subsidieaanvragen die aan de hand van de in artikel 7 genoemde criteria worden beoordeeld. Voor de eerste tranche is maximaal 75% van het budget beschikbaar, voor de tweede tranche minimaal 25%;

  • 3. Het te subsidiëren bedrag per organisatie is inclusief eventueel (kostenverhogende voor de gemeente) verschuldigde btw;

  • 4. De hoogte van de te verlenen steun staat in verhouding tot omvang van omzet, subsidie, activiteiten en bereik van de organisatie.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Een subsidie op grond van deze regeling wordt, behalve volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht of de ASV, geweigerd indien niet voldaan is aan de voorwaarden en criteria genoemd in deze regeling:

  • a.

    de financiële middelen van de aanvrager, met inbegrip van een naar aanleiding van de aanvraag toe te kennen subsidie, onvoldoende worden geacht om de te subsidiëren activiteit(en) te verrichten;

  • b.

    de kosten van de activiteit(en) niet in redelijke verhouding staan tot de omvang van de beoogde activiteit of het daarmee te bereiken effect op een vitale binnenstad;

  • c.

    op voorhand bekend is dat voor de aangevraagde activiteit niet de benodigde vergunningen en ontheffingen in bezit zijn of verleend gaan worden;

  • d.

    de aanvraag alleen bedoeld is om het duurzame voortbestaan van een organisatie te financieren.

TITEL III. BEVOORSCHOTTING, VERANTWOORDING EN VASTSTELLING

Artikel 10 Bevoorschotting subsidie

  • 1. Het college bevoorschot de subsidie in zijn geheel. De uitbetaling vindt plaats op het moment van de verlening van de subsidie. Het subsidiebedrag wordt definitief vastgesteld na verantwoording.

  • 2. De subsidie wordt door de subsidieontvanger die een reguliere jaarsubsidie ontvangt zichtbaar verantwoord in de eerstvolgende jaarrekening bij de verantwoording van die reguliere jaarsubsidie; andere subsidieontvangers verantwoorden de subsidie afzonderlijk en conform de daaraan in de beschikking inzake de subsidieverlening opgenomen vereisten.

Artikel 11 Verantwoording subsidies tot en met € 5.000

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000 worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, vanaf de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in lid 1, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Het college zal bij subsidies die direct worden vastgesteld, steekproefsgewijs controleren of de gesubsidieerde activiteiten overeenkomstig de subsidieaanvraag en eventuele overige verplichtingen zijn gerealiseerd.

Artikel 12 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot € 100.000

  • 1. Bij subsidies vanaf € 5.000 tot € 100.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.

  • 2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.

  • 3. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht, met daarbij een toelichting op de behaalde impact van de activiteit met het oog op de beoordelingscriteria als omschreven in artikel 7;

    • b.

      een financieel verslag, waaruit de aan de verrichte activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven blijken. De subsidie van gemeente is in het financieel verslag duidelijk weergegeven.

Artikel 13 Verantwoording subsidies vanaf € 100.000

  • 1. Bij subsidies vanaf € 100.000 of meer dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.

  • 2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht met daarbij een toelichting op de behaalde impact van de activiteit met het oog op de beoordelingscriteria als omschreven in artikel 7;

    • b.

      een financiële verantwoording van de subsidiegelden. Dit kan zijn in de vorm van een integrale verantwoording in de jaarrekening of een separate financiële verantwoording. Uit de verantwoording blijken de baten en lasten van de verleende subsidie. De subsidie van gemeente is in het financieel verslag duidelijk weergegeven.

    • c.

      een balans op de slotdatum van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een controleverklaring van een accountant dat voldoet aan het verantwoordings- en controleprotocol zoals door de gemeente is opgesteld.

  • 4. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd. Hieronder kan ook vallen een rapport van feitelijke bevindingen van de accountant van de subsidieontvanger.

Artikel 14 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel, indien geen aanvraag vereist is, na het indienen van de verantwoording, de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het lid 1 genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel de verantwoording.

  • 3. Het college kan categorieën van subsidies aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in lid 1 van artikel 11, 12 (of indien van toepassing lid 2) en 13 (of indien van toepassing lid 2) genoemde termijn is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling en het terugvorderen van het toegekende bedrag.

TITEL IV. HARDHEIDSCLAUSULE, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meerdere bepalingen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Vitale binnenstad 2022’.

Ondertekening