Regeling vervallen per 22-12-2023

Algemene voorwaarden voor de uitgifte van onroerende zaken door de gemeente Beesel

Geldend van 01-04-1993 t/m 21-12-2023

Intitulé

Algemene voorwaarden voor de uitgifte van onroerende zaken door de gemeente Beesel

DEFINITIES

Aflevering : feitelijke ter beschikking stelling van de onroerende zaak.

Algemene uitgiftevoorwaarden: deze voorwaarden van de gemeente Beesel die bestemd zijn om te gelden bij gemeentelijke uitgifte-overeenkomsten.

Grond: de over te dragen grond die het object vormt van de verkoopovereenkomst.

Ingebruikneming: het moment waarop de wederpartij voor het eerst over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijk werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.

Notariële akte: de voor overdracht vereiste akte van levering.

Onroerende zaak: de grond en/of opstallen die het object van de verkoopovereenkomst vormen waarbij deze algemene voorwaarden behoren

Overdracht: juridische eigendomsovergang door inschrijving van de akte in de openbare registers.

Uitgifte: verkoop van een of meer gemeentelijke onroerende zaken.

Uitgifte-overeenkomst: de overeenkomst tot verkoop waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn.

Verkoop: de overeenkomst waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te geven en de wederpartij om daarvoor een prijs in geld te betalen.

Wederpartij: koper.

HOOFDSTUK 1: BEPALINGEN ALGEMEEN

Artikel 1.1: Geldigheid.

  • a.

    Deze algemene uitgiftevoorwaarden behoren bij iedere koopovereenkomst tussen de gemeente Beesel en haar wederpartij(en) waarin ze uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard en vormen daarmee één onverbrekelijk geheel.

  • b.

    Alleen die hoofdstukken en artikelen die in de uitgifte-overeenkomst van toepassing zijn verklaard gelden tussen partijen.

Artikel 1.2: Definities.

De in de aanhef aangegeven definities zijn van toepassing op de termen aflevering, algemene uitgiftevoorwaarden, grond, (feitelijke) ingebruikneming, notariële akte, onroerende zaak, overdracht, uitgifte, uitgifte-overeenkomst, verkoop en wederpartij.

Artikel 1.3: Tekening.

Van elke overeenkomst tot uitgifte van een gemeentelijke onroerende zaak maakt een tekening deel uit, waarop de over te dragen onroerende zaak staat aangegeven. In de uitgifte-overeenkomst wordt deze tekening met een nummer aangeduid indien de uitgifte een of meer gedeeltelijke kadastrale percelen betreft.

HOOFDSTUK 2: BEPALINGEN VOOR KOOP.

Artikel 2.1: Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.

De artikelen 2.2 tot en met 2.13 gelden uitsluitend bij overeenkomsten tot verkoop van gemeentelijke onroerende zaken.

Artikel 2.2: Staat van aflevering.

  • a.

    De onroerende zaak wordt vrij van hypotheken en beslagen overgedragen.

  • b.

    De gemeente staat er voor in dat zij gerechtigd is de eigendom over te dragen.

Artikel 2.3: Overdracht en aanvaarding.

  • a.

    De transportakte wordt ondertekend binnen drie maanden na het tot stand komen van het gemeentelijk besluit tot uitgifte. De keuze van de notaris ligt bij de wederpartij. Indien deze geen notaris kan of wil aanwijzen wijst de gemeente een notaris aan.

  • b.

    Tenzij in de uitgifte-overeenkomst een ander moment Is overeengekomen, kan de wederpartij de onroerende zaak In eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom, alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig is betaald en de notariële akte is ondertekend.

Artikel 2.4: Lasten en belastingen.

  • a.

    Alle kosten, rechten en belastingen met betrekking tot de verkoop en de aflevering, waaronder begrepen de kosten van de kadastrale meting, zijn voor rekening van de wederpartij.

  • b.

    Alle lasten en belastingen, welke van de onroerende zaak worden geheven, komen met ingang van 1 januari van het jaar volgende op de datum van de transportakte voor rekening van de wederpartij.

Artikel 2.5: Perceel omschrijving, meting, terreingrenzen.

Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de grenzen door de gemeente met piketten in het terrein worden aangeduid en aan de wederpartij op diens verzoek worden aangewezen. De wederpartij verplicht zich bij het plaatsen of doen plaatsen van gebouwen met de ambtenaar die daar het bouwtoezicht heeft overleg te plegen over de juiste plaatsing binnen de grenzen van de onroerende zaak.

Artikel 2.6: Over- en ondermaat.

Verschil tussen de werkelijke grootte en de grootte welke door de gemeente is aangegeven wordt niet verrekend tenzij in de uitgifte-overeenkomst anders is bepaald.

Artikel 2.7: Milieukundig onderzoek.

Wanneer de grond bestemd is voor bebouwing, wordt omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen In de uit te geven grond, een in de uitgifte-overeenkomst nader aangegeven indicatief onderzoek verricht.

De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond in onaanvaardbare mate stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu of volksgezondheid, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. De wederpartij heeft recht op inzage in het rapport.

De gemeente verklaart dat er geen reden is om aan te nemen dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden bevinden.

Wanneer de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de wederpartij terzake overleg worden gevoerd en zijn partijen niet verplicht de koopovereenkomst na te komen.

Artikel 2.8: Ontbinding in geval van verontreiniging.

  • a.

    De wederpartij heeft het recht de overeenkomst eenzijdig te ontbinden Indien hij in het gekochte alsnog voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen aantreft, waarvan hij aannemelijk maakt, dat deze al aanwezig waren op het tijdstip dat hem het bezit werd overgedragen en dat deze van zodanige aard zijn dat van hem niet kan worden gevergd dat hij, zonder dat wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt (met name ook als door deze verontreiniging de realisering van de door partijen op het gekochte beoogde bestemming In gevaar komt). Een recht op ontbinding bestaat niet indien de redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien de verkoper zich (ook in geval van ernstiger verontreiniging) verplicht om op zijn kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging casu quo de schadelijke gevolgen daarvan.

    Het vorenstaande laat onverlet het recht van de wederpartij op schadevergoeding indien en voorzover daarvoor wettelijke of contractuele grond en zijn.

    Niet als aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging wordt aangemerkt aanwezigheid van stoffen waarvan de gemeente op het tijdstip van bezitsoverdracht niet een verontreinigend karakter als bedoeld in deze bepaling behoefde aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht bestaande gezaghebbende inzichten.

  • b.

    Onder voor het milieugevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch stobben van bomen of struiken, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.

  • c.

    Van dit artikel kan in de uitgifte-overeenkomst worden afgeweken.

Artikel 2.9: Faillissement en beslag.

  • a.

    Indien de wederpartij voor de datum van ondertekening van de transportakte in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft gekregen, alsmede wanneer er voor de datum van ondertekening van de transportakte executoriaal beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.

  • b.

    Reeds betaalde gedeelten van de koopsom zullen worden gerestitueerd voorzover ze het bedrag van de kosten en boeten Ingevolge deze overeenkomst te boven gaan.

Artikel 2.10: Hoofdelijkheid.

Indien in de uitgifte-overeenkomst omtrent één en hetzelfde object meer dan één natuurlijke- of rechtspersoon als wederpartij staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de uitgifte-overeenkomst voortvloeien.

Artikel 2.11: Geschillenregeling.

Alle geschillen, die naar aanleiding van de uitgifte-overeenkomst mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter, tenzij partijen terzake van die geschillen arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut overeenkomen.

Artikel 2.12: Betaling koopsom.

  • a.

    Uiterlijk op de datum van ondertekening van de notariële akte dient de volledige koopsom en de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting te zijn voldaan aan de gemeente of aan de notaris die de akte verlijdt.

  • b.

    Indien de koopsom niet op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde datum door de gemeente of de notaris Is ontvangen, is de wederpartij in verzuim en zal daarover, overeenkomstig het bepaalde In artikel 6.83 Nieuw Burgerlijk Wetboek zonder Ingebrekestelling, over de periode vanaf die datum tot aan de datum van betaling de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6.119 Nieuw Burgerlijk Wetboek verschuldigd zijn.

Artikel 2.13: Boetebepaling.

  • a.

    Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de koopovereenkomst en het daarin van toepassing verklaarde deel van deze algemene voorwaarden, verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verkoop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent van de koopsom.

  • b.

    Naast het gestelde in lid a. van dit artikel behouden de gemeente en de koper het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.

HOOFDSTUK 3: BEPALINGEN DIE UITDRUKKELIJK VAN KRACHT MOETEN WORDEN VERKLAARD.

Artikel 3.1: Geldigheid van de artikelen in dit hoofdstuk.

Elk van de artikelen 3.1 tot en met 3.9 is slechts geldig, indien en voorzover deze in de uitgifte-overeenkomst uitdrukkelijk van toepassing Is verklaard.

Artikel 3.2: Bebouwing bij koop.

  • a.

    De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de uitgifte-overeenkomst aangegeven bebouwing, welke al naar gelang de bestemming van de grond(en), woning(en), bedrijfsgebouw(en) of kanto(o)r(en) of bijzondere- of andere nader omschreven bebouwing kan betreffen.

  • b.

    Binnen twee jaar na de datum van ondertekening van de notariële akte moet de op de grond te stichten bebouwing voltooid en gebruiksklaar zijn; indien daartoe aanleiding bestaat, kan deze termijn door burgemeester en wethouders worden verlengd.

  • c.

    Zolang niet is voldaan aan de in het lid b. vermelde verplichting kan de koper de grond niet zonder toestemming van burgemeester en wethouders in eigendom of economische eigendom overdragen, in erfpacht uitgeven, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig.

  • d.

    Het bepaalde in lid c. is niet van toepassing In geval van executoriale verkoop en van verkoop op grond van artikel 3.174 Nieuw Burgerlijk Wetboek.

  • e.

    De in lid c. bedoelde toestemming wordt geacht te zijn verleend als overdracht van de onderhavige grond geschiedt ter uitvoering van een tussen de in de uitgifte-overeenkomst genoemde koper en diens wederpartij(en) gesloten koop-/aannemingsovereenkomst, waarbij genoemde koper zich tegenover die wederpartij verplicht, de in de uitgifte-overeenkomst genoemde en in de daarbij vermelde tekening nader gedetailleerde opstallen te bouwen.

  • f.

    Het in dit artikel in lid e. gestelde, geldt uitsluitend voor de in de uitgifte-overeenkomst genoemde koper(s) en gaat niet over op diens rechtsopvolgers.

  • g.

    Indien na verloop van de In lid b. genoemde termijn de bebouwing wel is aangevangen maar nog geen 50% van de geschatte bouwtijd is verlopen, is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd van 10% van de koopsom.

  • h.

    Indien na verloop van de in lid b. genoemde termijn de bebouwing is aangevangen, maar meer dan 50% van de bebouwing gereed is, verlenen burgemeester en wethouders uitstel van de bouwplicht voor de periode van de geschatte bouwtijd van het restant van de bebouwing. Indien na verloop van die verlenging nog steeds een wezenlijk deel van de bebouwing moet geschieden is de koper aan de gemeente een schadevergoeding verschuldigd overeenkomstig het bepaalde in lid g., onverminderd het recht van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht te vorderen.

Artikel 3.3: Eerdere ingebruikneming.

Het is de wederpartij toegestaan om de onroerende zaak per de in de uitgifte-overeenkomst genoemde datum In gebruik te nemen voordat de notariële akte Is ondertekend.

Indien de wilsovereenstemming omtrent de uitgifte-overeenkomst nog niet is tot stand gekomen door middel van een besluit daartoe door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders, is het risico dat de wilsovereenstemming niet tot stand komt voor de wederpartij.

Indien de wilsovereenstemming niet tot stand komt, zal de wederpartij de onroerende zaak weer, voor zoveel mogelijk, in de oorspronkelijke toestand aan de gemeente terugleveren.

Eventuele gevolgen voor verschuldigdheid van omzetbelasting door de eerdere ingebruikneming zijn voor rekening van de wederpartij.

Artikel 3.4: Opstalrecht voor kabels en leidingen.

  • a.

    Ten laste van een daartoe op de bij de uitgifte-overeenkomst behorende tekening aangeduid gedeelte van de onroerende zaak en ten behoeve van de in de uitgifte-overeenkomst aangegeven begunstigde wordt gevestigd een opstalrecht, inhoudende het recht om nutsvoorzieningen te hebben, te houden, te inspecteren, te onderhouden en te vernieuwen.

  • b.

    Bij dit opstalrecht wordt bepaald dat op, respectievelijk in of boven dat gedeelte van het verkochte geen bouwwerk mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek wordt aangebracht, ontgrondingen worden verricht of bomen, dan wel diepwortelende struiken worden geplant, of aan derden toestemming tot zulk een handeling wordt verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.

  • c.

    In de uitgifte-overeenkomst wordt bepaald ten laste van wie de kosten van het vestigen van het opstalrecht komen.

Artikel 3.5: Erfdienstbaarheden over en weer voor opstallen.

  • a.

    Ten behoeve en ten laste van de in de uitgifte-overeenkomst vermelde uit te geven grond en ten behoeve en ten laste van de naastgelegen grond, mits eveneens eigendom van de gemeente en bestemd voor bebouwing, worden gevestigd en aangenomen, al zodanige erfdienstbaarheden, waardoor de toestand waarin die percelen zich ten opzichte van elkaar na eerste bebouwing bevinden, gehandhaafd blijft.

  • b.

    Onder andere geldt dit voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse kabels en leidingen, rioleringen, waterafvoer, ventilatiesystemen, lichtinval, inankeringen, inbalkingen en overbouwingen. Hieronder kan echter nimmer een verbod tot bouwen of verbouwen worden verstaan.

Artikel 3.6: Overdracht van rechten.

Het is partijen verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de wederpartij rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden; partijen zijn bevoegd om aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.

Artikel 3.7: Ontbindingsmogelijkheid.

  • a.

    De wederpartij heeft het recht om deze overeenkomst te ontbinden, indien uiterlijk een jaar na de datum van de notariële akte formeel (nog) geen bouwvergunning kan worden verleend.

  • b.

    Deze overeenkomst is ontbonden, indien de wederpartij binnen twee maanden na ondertekening van de uitgifte-overeenkomst geen hypothecaire lening onder naar de situatie op de geldmarkt redelijk te achten condities heeft kunnen verkrijgen, nodig voor de financiering van de hem verkochte onroerende zaak en de daarop In eerste Instantie te stichting bebouwing.

  • c.

    Bij vervulling van een ontbindende voorwaarde dient de wederpartij binnen zeven dagen na de bedoelde datum de ontbinding van de overeenkomst schriftelijk in te roepen en aan de gemeente bekend te maken.

Artikel 3.8: Kettingbeding.

  • a.

    De wederpartij is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde In de daartoe in de uitgifte-overeenkomst aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een zakelijk recht, aan de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde In de notariële akte of verlening van zakelijk recht woordelijk op te nemen, zulks onder verbeurte van een direct opeisbare boete van vijftigduizend gulden ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid van deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.

  • b.

    Op gelijke wijze als in lid a. bepaald, verbindt de wederpartij zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de in lid a. bedoelde artikelen, als de in lid a. en in het onderhavige lid b. opgenomen verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechtsopvolger/zakelijk gerechtigden.

    Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 3.9: Kwalitatieve verplichting.

De in de uitgifte-overeenkomst aangewezen artikelen blijven rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen.

Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6.252 lid 2 Nieuw Burgerlijk Wetboek.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 15 maart 1993.

mr. H.H.G. van der Linden,

secretaris.

drs. V.G.N. Ritzer,

voorzittter.