Activerings- en afschrijvingsbeleid 2006

Voorgeschiedenis/ Probleemstelling

In 2004 is een aantal zaken veranderd in de activa in verband met het BBV. Het grootste effect had de afboeking van de immateriële activa, die slechts onder strikte voorwaarden mogen worden geactiveerd.

Daarnaast is een nieuw financieel systeem geïmplementeerd per 1-1-2005, met een nieuwe activa-administratie. Bij beide processen is een aantal zaken onder de loep genomen. Gebleken is dat het veel praktischer is, om administratief-technische redenen, om pas te starten met afschrijven in het jaar volgend op het jaar van realisatie (aanschaf) van de investering. Het huidig beleid is dat in het jaar van aanschaf 50% van de kapitaallasten wordt begroot en geboekt, dus 50% van de rente op jaarbasis en 50% van de jaarlijkse afschrijving. Met onder meer het onpraktische gevolg dat aan het

einde van de looptijd weer een half jaar afschrijving moet worden verantwoord.

Daarnaast wordt meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om eventuele definities in lijn te brengen met het BBV.

Afschrijvingsbeleid in het algemeen

Het Besluit begroting en verantwoording geeft in de artikelen 59 tot en met 65 regels met betrekking tot waardering, activeren en afschrijven. Daarnaast zijn door uw Raad regels omtrent activeren en afschrijven gesteld in de “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Nuenen” (oktober 2003).

In art. 59 BBV staat dat alle investeringen met een economisch nut dienen te worden geactiveerd. Investeringen hebben economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen (opbrengsten). Gebouwen hebben bijvoorbeeld altijd economisch nut, hetzelfde geldt voor investeringen in bijvoorbeeld riolering aangezien die worden doorberekend aan de burgers.

Investeringen in de openbare orde met een maatschappelijk nut (investeringen die geen economisch nut hebben) mogen worden geactiveerd. Voorbeelden zijn wegen en openbaar groen. Deze investeringen mogen wel in mindering worden gebracht op reserves, ook mag er extra op worden afgeschreven. Dit in tegenstelling tot de investeringen met economisch nut.

Activa moeten worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs (art.63 BBV).

Afschrijvingen dienen onafhankelijk van het resultaat te geschieden (art. 64 BBV). Er moet worden afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige levensduur. Binnen de gemeente Nuenen hanteren we een standaard afschrijvingsduur per activaklasse. In de Nota balanssanering 2000 is de afschrijvingsduur per soort activa herzien. In bijlage I is een overzicht van deze vaste afschrijvingstermijnen opgenomen.

Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet.

Bij de Nota balanssanering 2000 is een hernieuwd afschrijvingsbeleid vastgesteld. De meeste onderdelen behoeven geen aanpassing. Onderstaande tabel geeft de hoofdlijnen van het activerings- en afschrijvingsbeleid weer:

Financiële gevolgen en risico’s

Bovengenoemd beleid is in de praktijk al vanaf de begroting 2005 toegepast, zodat financiële gevolgen al verwerkt zijn in de begroting 2005, de boekingen 2005 en de begroting 2006-2009.

Bestuurlijke kaders

Deze nota is een gedeeltelijke aanpassing van de Nota balanssanering 2000 en is opgesteld binnen de kaders van de “Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Nuenen” (2003) en het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (2003, ingaand in 2004).