Subsidieregeling circulaire initiatieven gemeente Arnhem

Geldend van 01-05-2022 t/m 30-04-2023

Intitulé

Subsidieregeling circulaire initiatieven gemeente Arnhem

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

Overwegende dat:

Het gemeentebestuur de overgang naar een duurzame, klimaatneutrale en circulaire economie wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen.

Gelet op de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016

BESLUIT:

vast te stellen Subsidieregeling circulaire initiatieven gemeente Arnhem

Artikel 1: Definities

  • a. Circulaire economie:

  • Een circulaire economie is een ideaalbeeld van een economisch systeem (of samenleving) waarin we veel minder grondstoffen, materialen en producten gebruiken en de grondstoffen die we tóch nodig hebben, op een veel duurzamere manier gebruiken. Dit doen we bijvoorbeeld door producten en materialen keer op keer her te gebruiken of door meer natuurlijke materialen toe te passen.

  • Met circulariteit gaan we onze economie, en eigenlijk de gehele samenleving, meer organiseren in kringlopen. Je zou het dus ook een kringloopeconomie kunnen noemen. Hiermee gaat de economie meer lijken op een natuurlijk ecosysteem, waarin alle 'afval'stoffen weer grondstoffen zijn voor iets nieuws. Het principe van de circulaire economie is goed uit te leggen aan de hand van de zogenaamde 'R-ladder' (zie afbeelding). Deze afbeelding zit vol Engelse termen, maar het principe is eigenlijk heel simpel: Minder spullen en materialen gebruiken (R1), minder verspillen (R2) en meer hergebruiken, repareren en recyclen (R3 t/m R5). In het uiterste geval kunnen afvalstoffen worden verbrand om energie uit op te wekken, maar in een perfecte circulaire economie gebeurt dit eigenlijk niet meer. De R-ladder is dus een hiërarchisch systeem, dat betekent dat R1 beter is dan R2, R2 beter dan R3 enzovoorts.

  • afbeelding binnen de regeling

  • b. CO2-equivalent:

  • Naast koolstofdioxide (CO2) worden ook andere broeikasgassen meegeteld. Dit zijn lachgas (N2O, distikstofoxide), methaan (CH4) en de fluorhoudende gassen (F-gassen). Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden de uitstootcijfers omgerekend naar CO2-equivalent. De omrekening is gebaseerd op het Global Warming Potential (GWP) – dat is de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect.

  • Eén kilogram CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikaswerking van 1 kilogram CO2. De uitstoot van 1 kilogram lachgas staat gelijk aan 298 kilogram CO2-equivalent en de uitstoot van 1 kilogram methaan aan 25 kilogram CO2-equivalent. De GWP’s van F-gassen variëren nogal en kunnen zeer groot zijn. Bijvoorbeeld, 1 kilogram zwavelhexafluoride (SF6) staat gelijk aan 22,8 duizend kilogram CO2-equivalent.

  • c. ASV:

  • Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016.

  • d. Burgemeester en wethouders:

  • Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem.

Artikel 2: Activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt in de kosten voor activiteiten die bijdragen aan het dichterbij brengen van een circulaire economie en het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (zoals CO2, methaan etc.) binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Arnhem. Dit kan bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) betrekking hebben op het ontwikkelen van een business model of het investeren in een (technologische of sociale) innovatie. Hierbij is het van belang dat activiteiten als gevolg hebben dat er minimaal één stap geklommen wordt op de R-ladder, en dat de hiermee behaalde winst blijvend en duurzaam is.

  • 2. Alleen kosten die direct verband houden met het realiseren van de activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3. De activiteiten dienen tevens te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      waar mogelijk bijdragen aan de Social Return doelstellingen zoals opgenomen in paragraaf 4.2.4. van het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Arnhem;

    • b.

      te starten binnen 6 maanden na de dag van de subsidieverlening, deze termijn kan op verzoek met ten hoogste 3 maanden worden verlengd;

    • c.

      afgerond zijn binnen 3 jaar na verlening van de subsidie;

    • d.

      50 % van de subsidiabele kosten dient uit cofinanciering van tenminste 2 andere partijen te worden verkregen; deze cofinanciering kan in geld of natura worden voldaan.

Artikel 3: Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de regeling bedraagt 100.000 Euro.

Artikel 4: Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal 50 % van de subsidiabele kosten, met een maximum van 10.000 euro.

Artikel 5: Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van de aanvragen, totdat het subsidieplafond ex artikel 3 van deze regeling is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 6: Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een aanvraagformulier indien burgemeester en wethouders deze ter beschikking hebben gesteld.

  • 2. Met de aanvraag wordt in ieder geval de volgende informatie verstrekt:

  • a. een ingevuld plan van aanpak dat ten minste de volgende elementen bevat:

  • 1. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • 2. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen, met hierin in ieder geval een toelichting op de bijdrage aan de doelstellingen ten aanzien van de circulaire economie zoals bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid: aantal kg vermeden CO2 equivalenten, geboekte circulaire progressie op de ‘R-ladder’ en, indien van toepassing, gecreëerde werkplekken in het kader van SROI (social return on investment), in de berekening aangaande de CO2 equivalenten dient de gehele levenscyclus van de product of materiaalstroom te worden meegenomen;

  • b. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten; het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • c. als de aanvrager een onderneming is:

  • 1 een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • 2 een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);

  • d. als het een subsidie betreft die per kalenderjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van de leden 1 en 2 afwijken.

Artikel 8: Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 8 tweede lid van de ASV, ingediend uiterlijk 4 maanden voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 9: Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

  • 2. De in het eerste lid genoemde termijn kan eenmalig met maximaal 4 weken worden verlengd.

Artikel 10: Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd artikel 10 van de ASV kan subsidieverlening ook worden geweigerd als aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden kunnen worden uitgevoerd.

Artikel 11: Verplichtingen

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 mei 2022

  • 2. Deze subsidieregeling vervalt op 1 mei 2023

  • 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling circulaire initiatieven gemeente Arnhem

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

De secretaris, De burgemeester,