Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR675701
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR675701/1
Nadere regels jeugdhulp gemeente Ridderkerk 2022
Geldend van 15-04-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2022
Intitulé
Nadere regels jeugdhulp gemeente Ridderkerk 2022Besluit:
Vast te stellen de Nadere regels jeugdhulp gemeente Ridderkerk 2022
Artikel 1 Definities
In artikel 1.1 van de Jeugdwet en in artikel 1 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Ridderkerk 2022 wordt een aantal begrippen omschreven. Deze begrippen zijn voor zover zij voorkomen in dit besluit ook van toepassing op deze nadere regels.
Melding en aanvraag
Artikel 2. Aanvang aanvraag na melding
-
1. De datum van de melding geldt als aanvraagdatum op het moment dat de melding aan de wettelijke vereisten van een aanvraag voldoet.
Artikel 3 Aanvraagformulier
-
1. Het college draagt er zorg voor dat het in de bijlage I opgenomen aanvraagformulier digitaal en schriftelijk beschikbaar is.
-
2. Het college kan de beslistermijn na een aanvraag opschorten in afwachting van het terugsturen van het aanvraagformulier door de jeugdige en/of de ouder(s).
-
3. Het college kan bepalen dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) in voorkomende gevallen kunnen afzien van het gebruik maken van een aanvraagformulier. Het college geeft in dat geval een bevestiging dat een aanvraag is ingediend.
Artikel 4 Toegang jeugdhulp
-
1. Voor een voorziening voor jeugdhulp anders dan op grond van een verwijzing van een huisarts, medisch specialist, jeugdarts, gecertificeerde instelling, rechter, Raad voor de Kinderbescherming of Officier van Justitie geldt dat deze enkel op basis van een aanvraag wordt verstrekt.
Artikel 5 Externe deskundigheid
-
1. Het college kan de beslistermijn verlengen wanneer het college externe deskundigheid consulteert.
-
2. Het college doet hiervan mededeling aan de jeugdige en/of de ouder(s).
Artikel 6 Onderzoeksrapport
-
1. In het onderzoeksrapport is opgenomen hoe een benodigde voorziening bijdraagt aan het behalen van gestelde doelen.
-
2. Binnen vijf werkdagen na het ontvangen van het onderzoekrapport door de jeugdige en/of ouders, kunnen zij opmerkingen en/of aanvullingen geven op het onderzoeksrapport.
-
3. Indien de jeugdige en/of ouder(s) gebruik maakt van de mogelijkheid zoals bedoeld in lid 2 worden de aanvullingen toegevoegd als bijlage aan het onderzoeksrapport. Wanneer deze aanvullingen leiden tot een herziening van de conclusies uit het onderzoeksrapport kunnen de stappen van het onderzoek zoals bedoeld in artikel 4.3 van de verordening worden herhaald.
Algemene en individuele voorzieningen
Artikel 7 Intensieve vrijwillige hulp
-
1. Het intensief vrijwillig hulpverleningstraject vanuit het wijkteam wordt enkel ingezet als dit vanuit het jeugdbeschermingsplein is besproken.
-
2. De jeugdige en/of de ouder(s) worden uitgenodigd voor dit overleg bij het jeugdbeschermingsplein.
Artikel 8 Gebruikelijke hulp
-
1. Het college kan beslissen geen voorziening te treffen als bedoeld in artikel 2.3 van de Jeugdwet wanneer sprake is van gebruikelijke hulp.
-
2. Ook in het geval er sprake is van een jeugdige met een ziekte, aandoening of beperking behoren ouders de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden.
-
3. De volgende zorgtaken behoren als onderdeel van verantwoordelijk ouderschap in ieder geval tot taken van de ouder(s):
- a.
Te allen tijde bereikbaar te zijn voor de jeugdige;
- b.
Bij de start en afsluiting van de dag aandacht te geven aan de jeugdige en de dag met hen door te nemen;
- c.
Inspectie van locaties waar de jeugdige mogelijk op bezoek of vakantie gaat om te beoordelen of de locatie passend is voor de jeugdige en om de jeugdige voor te kunnen bereiden op het bezoek;
- d.
In het geval van ziekte van de jeugdige, vakantie en vrije dagen te zorgen voor de jeugdige, dan wel opvang te regelen;
- e.
Zorghandelingen die vervangend zijn voor de normale gebruikelijke hulphandelingen en/of die meelopen in het normale patroon van het gezin en de dagelijkse zorg voor de jeugdige;
- f.
De jeugdige leren omgaan met het sociale netwerk;
- g.
Begeleiding van de jeugdige naar de huisarts, therapeut, zorgaanbieder, medisch specialist of jeugdarts;
- h.
Begeleiding van de jeugdige naar sport, vrijetijdsclub en/of lessen;
- i.
Begeleiding van de jeugdige naar en het onderhouden van contact met school of kinderopvang;
- j.
Begeleiding van de jeugdige in het normale maatschappelijke verkeer.
- a.
-
4. Bij het bepalen van de gebruikelijke hulptaken van de ouder(s) ten aanzien van de jeugdige neemt het college het ‘Referentiekader ten aanzien van gebruikelijke zorg’ als leidraad. Dit referentiekader is als bijlage bij deze nadere regels opgenomen.
-
5. Onverminderd de voorgaande bepalingen wordt van de ouder(s) geen gebruikelijke hulp verwacht indien er een direct verband is tussen de (dreiging van) overbelasting van de ouder(s) en de zorg die de ouder(s) aan de jeugdige biedt waarbij de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen onvoldoende zijn om de overbelasting op te heffen.
Artikel 9 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied sociaal en persoonlijk functioneren
-
1. Een jeugdige en/of zijn ouders kunnen in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied sociaal en persoonlijk functioneren als de jeugdige in het dagelijks functioneren beperkingen ondervindt in relatie tot een of meerdere van de volgende aspecten:
- a.
het krijgen of behouden van structuur of regie;
- b.
het aanleren van praktische vaardigheden;
- c.
het behoud of de vergroting van de zelfstandigheid;
- d.
het aanleren van sociale vaardigheden;
- e.
het langdurig ondersteunen bij zijn functioneren en/of (deels) overnemen hiervan;
- f.
het leren omgaan met zijn beperkingen.
- a.
Artikel 10 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied herstel, vermindering, stabilisatiestoornis jeugdige
-
1. Een jeugdige en/of zijn ouder(s) kunnen in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied herstel, vermindering, stabilisatie stoornis jeugdige, als bij de jeugdige in relatie tot één of meerdere van de volgende aspecten aanwijzingen zijn voor een tijdelijke of blijvende stoornis of beperking, of delict gedrag als gevolg van een stoornis of beperking waarvoor behandeling noodzakelijk is:
- a.
het nodig hebben van diagnostiek als onderdeel van behandeling;
- b.
het blijk geven van een behoefte aan stabilisering, vermindering, behandeling en/of opheffing van de stoornis of beperking en/of het leren omgaan hiermee;
- c.
het verbeteren of stabiliseren van het functioneren van de jeugdige in één of meerdere domeinen(school, gezin en vrije tijd);
- d.
het verlagen van recidive risico.
- a.
Artikel 11 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied opvoeding en versterking mogelijkheden ouders
-
1. Een ouder kan in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied opvoeding en versterking mogelijkheden ouders, als hij, afgemeten aan één of meerdere van de volgende aspecten, ondersteuning nodig heeft bij zijn opvoedingsmogelijkheden:
- a.
het ten allen tijde kunnen waarborgen van de veiligheid van de jeugdige;
- b.
het stimuleren van de sociale en emotionele ontwikkeling van de jeugdige in de zin van het voorkomen van emotionele verwaarlozing;
- c.
het kunnen omgaan met de specifieke kenmerken die horen bij de (ontwikkelings)stoornis of gedragsproblemen van de jeugdige;
- d.
het kunnen aanpassen van het opvoedersgedrag bij de ontwikkelingsleeftijd van de jeugdige;
- e.
het aandacht kunnen hebben en kunnen zorgdragen voor de gezondheid van de jeugdige;
- f.
het kunnen zorgdragen voor deelname van de jeugdige aan onderwijs en/of vormen van daghulp;
- g.
het kunnen ontwikkelen van een voor de jeugdige steunend netwerk.
- a.
Artikel 12 begeleiding in het vervoer
-
1. De begeleiding in het vervoer is primair de verantwoordelijkheid van de ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s).
-
2. Het werkzaam zijn van de (beide) ouder(s) ontheft hen niet van de primaire verantwoordelijkheid, zoals bedoeld in het vorige lid.
-
3. In uitzonderlijke gevallen kan van lid 1 worden afgeweken, waarin dit redelijkerwijs niet van de ouder(s) en/of personen uit de naaste omgeving kan worden verlangd.
Pgb
Artikel 13 Voorwaarden voor verstrekking van een Pgb
-
1. Naast de eisen uit artikel 7.1 van de verordening jeugdhulp gelden de volgende wettelijke voorwaarden (artikel 8.1.1 Jeugdwet) om in aanmerking te komen voor een pgb:
- a.
De zorgverlener kan geen budgethouder zijn, tenzij het de ouder of voogd van de jeugdige betreft.
- b.
De budgethouder moet kunnen aantonen door middel van een zorg- en budgetplan dat het budget besteed wordt aan een individuele voorziening die veilig, doeltreffend en cliëntgericht is.
- a.
Artikel 14 Voorwaarden beheer pgb
-
1. Degene die een pgb gaat beheren en degene die de pgb-houder ondersteunt zoals bedoeld in artikel 8.1.1 lid 2 onder a van de Jeugdwet dienen aan alle onderstaande criteria te voldoen:
- a.
Heeft een goed overzicht van de eigen situatie of die van de hulpvrager en heeft duidelijk beeld van de hulpvraag;
- b.
Is op de hoogte van de rechten en plichten die horen bij het beheer van een pgb;
- c.
Is in staat om een overzichtelijke pgb-administratie bij te houden, waardoor inzicht is in de bestedingen van het pgb;
- d.
Is voldoende vaardig om te communiceren met de gemeente, de sociale verzekeringsbank en jeugdhulpverleners;
- e.
Is in staat om zelf afspraken te maken en deze afspraken vast te leggen, en om dit te verantwoorden aan de verstrekkers van het pgb;
- f.
Is in staat om te beoordelen en te beargumenteren of de geleverde jeugdhulp passend en kwalitatief goed is;
- g.
Is in staat de inzet van de jeugdhulpverleners te coördineren waardoor de jeugdhulp door kan gaan ook bij verlof en ziekte;
- h.
in staat de (eigen) situatie of de situatie van de jeugdige te overzien, zelf de zorg te kiezen, te regelen en aan te sturen;
- i.
Is in staat om als werkgever- of opdrachtgever de jeugdhulpverleners aan te sturen en aan te spreken op hun functioneren;
- j.
Heeft voldoende juridische kennis over het werk- of opdrachtgeverschap, of weet deze kennis te vinden.
- a.
Artikel 15 Zorgovereenkomst
-
1. De budgethouder is verplicht voor de dienstverlening die hij wenst in te kopen met een pgb een schriftelijke, rechtsgeldige zorgovereenkomst af te sluiten met degene die de hulp levert.
-
2. De budgethouder kan kiezen uit de zorgovereenkomsten die de Sociale Verzekeringsbank beschikbaar heeft gesteld. Deze overeenkomst moet worden goedgekeurd door het college en de Sociale Verzekeringsbank. Andere zorgovereenkomsten worden in het kader van pgb door de gemeente niet geaccepteerd.
Artikel 16 Pgb in het buitenland
-
1. De inwoner van de gemeente die een individuele begeleiding of persoonlijke verzorging door middel van een pgb inkoopt, mag de geïndiceerde hulp voor maximaal 4 weken per jaar ook in het buitenland ontvangen zonder voorafgaande toestemming van het college.
-
2. Het pgb is alleen bedoeld om de kosten van de hulpverlening uit te betalen. Eventuele extra kosten, zoals reis- en verblijfkosten van een begeleider kunnen niet uit het pgb worden betaald. De extra kosten zijn voor rekening van de cliënt.
-
3. Voor alle overige diensten geldt dat de budgethouder de hulp niet zonder voorafgaande toestemming van het college mag inzetten tijdens verblijf in het buitenland.
Artikel 17 Tarievenlijst
-
1. De hoogte van het pgb wordt in overeenstemming met artikel 7.3 van de verordening vastgesteld op basis van de tarievenlijst die is opgenomen in bijlage III en IV van deze regeling.
-
2. Het college hanteert de volgende definities:
- a.
uur: 60 minuten;
- b.
dagdeel: 4 uur;
- c.
etmaal: 24 uur.
- a.
-
3. Het college verstaat onder:
- a.
groepsbegeleiding: begeleiding in groepsverband door professionals aan meerdere cliënten tegelijkertijd.
- b.
individuele begeleiding: begeleiding die door professionals geboden wordt aan één cliënt tegelijkertijd.
- a.
Overige bepalingen
Artikel 18 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen van deze regeling, indien toepassing voor de jeugdige en/of zijn ouder(s) leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 19 Inwerkingtreding
Deze nadere regels jeugdhulp treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2022.
Artikel 20 Citeertitel
Deze Nadere regels jeugdhulp worden aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp gemeente Ridderkerk 2022.
Ondertekening
Bijlage I Aanvraagformulier
Aanvraag Jeugdhulp
Gegevens kind |
|
achternaam en voorletters |
|
geboortedatum |
|
adres |
|
postcode/ woonplaats |
|
telefoonnummer mobiel |
|
telefoonnummer vast |
|
|
|
BSN |
Gegevens ouder(s) / voogd |
||
adres en woonplaats alleen invullen indien anders dan kind |
||
|
ouder/ voogd (1) |
ouder/ voogd (2) |
achternaam en voorletters |
|
|
adres |
|
|
postcode/ woonplaats |
|
|
telefoonnummer mobiel |
|
|
telefoonnummer vast |
|
|
|
|
|
BSN |
|
|
Gegevens ouder(s) / voogd |
||
adres en woonplaats alleen invullen indien anders dan kind |
||
|
ouder/ voogd (1) |
ouder/ voogd (2) |
achternaam en voorletters |
|
|
adres |
|
|
postcode/ woonplaats |
|
|
telefoonnummer mobiel |
|
|
telefoonnummer vast |
|
|
|
|
|
BSN |
|
|
Beschrijf uw (gezins)situatie kort |
denk hierbij aan de gezinssamenstelling, de situatie van uzelf, uw kind of andere gezinsleden, wat gaat er goed en wat gaat er minder goed? |
Welke hulp vraagt u aan? |
denk hierbij aan wat u nodig heeft om het probleem op te lossen en waarom? |
Persoonsgegevens |
Nadat uw aanvraag compleet is ontvangen voert u één of meerder gesprekken met een wijkteammedewerker toegang. Deze wijkteammedewerker bepaalt of u een jeugdhulpvoorziening op grond van de Jeugdwet ontvangt. In dat geval geven wij uw persoonsgegevens door aan de gekozen zorgaanbieder zodat de hulp daadwerkelijk gestart kan worden. Als u op basis van de gesprekken met de wijkteammedewerker toegang gebruik gaat maken van een persoonsgebonden budget (pgb), dan geven wij voor de uitbetaling van het pgb uw gegevens door aan de Sociale Verzekeringsbank.
Verklaring en ondertekening |
Hiermee verklaar ik dat:
- -
Ik dit formulier naar waarheid heb ingevuld.
- -
Ik weet dat de behandeling van deze aanvraag langer duurt als ik dit formulier niet volledig en concreet heb ingevuld.
- -
Ik tijdens de behandeling van de aanvraag geen onjuiste informatie verstrek of informatie verzwijg.
- -
Ik weet dat als ik onjuiste informatie verstrek of informatie verzwijg eventueel toegekende voorzieningen teruggevorderd kunnen worden.
- -
Ik weet dat de gemeente zonder mijn toestemming informatie mag opvragen bij school op grond van de Jeugdwet.
- -
Ik weet dat de gemeente mijn gegevens opslaat en verwerkt voor de uitvoering van de Jeugdwet. Op mijn gegevens zijn de regels van de Jeugdwet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing.
Uw aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als de gezaghebbende ouder(s) en / of voogd dit aanvraagformulier ondertekenen. Is uw kind 16 jaar of ouder? Dan is hij of zij verplicht om dit aanvraagformulier ook te ondertekenen.
Datum en plaats |
Klik of tik om een datum in te voeren. Kies een item. |
||
Handtekening ouder/ voogd (1) |
Handtekening ouder/ voogd (2) |
Handtekening jeugdige |
Bijlagen |
|
Heeft u informatie over een gestelde diagnose? Zo ja, voeg dan die informatie, bijvoorbeeld een diagnostiekverslag, toe als bijlage van deze aanvraag. |
Ja ☐ Nee ☐ |
Heeft u een verslag of behandelplan van eerdere of huidige hulpverlening. Zo ja, voeg dan het verslag of behandelplan toe als bijlage van deze aanvraag. |
Ja ☐ Nee ☐ |
Opsturen |
U kunt de aanvraag met bijlagen opsturen naar [postadres] of mailen naar [e-mailadres].
Gratis cliëntondersteuning |
Als u hulp wilt bij de gesprekken volgend op deze aanvraag kunt u gratis cliëntondersteuning aanvragen bij MEE Rotterdam Rijnmond. U kunt bellen naar 010 - 282 11 11 of u stuurt een mail naar toegang@blijfmeedoen.nl met uw vraag.
Bijlage II
Referentiekader gebruikelijke hulp
Uit: Beleidsregels indicatiestelling AWBZ, bijlage 3; Gebruikelijke zorg, 2014
Referentiekader ten aanzien van gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen:
Kinderen van 0 tot 3 jaar:
- •
hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig;
- •
ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;
- •
zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Kinderen van 3 tot 5 jaar:
- •
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijvoorbeeld ouder kan was ophangen in andere kamer);
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
kunnen zelf zitten en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;
- •
hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang;
- •
hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;
- •
hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;
- •
zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Jeugdigen van 5 tot 12 jaar:
- •
kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/week;
- •
kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijvoorbeeld kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);
- •
hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 jaar tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tanden poetsen;
- •
hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie;
- •
zijn overdag zindelijk en 's nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan;
- •
hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Jeugdigen van 12 tot 18 jaar:
- •
hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;
- •
kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;
- •
kunnen vanaf 16 jaar een dag en/of een nacht alleen gelaten worden;
- •
kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;
- •
hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;
- •
hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18de jaar toezicht, stimulans en controle nodig;
- •
hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/dagbesteding;
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bijvoorbeeld huiswerk of (de voorbereiding) bij het zelfstandig gaan wonen);
- •
hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;
- •
hebben tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
Jong volwassenen van 18 tot 23 jaar:
- •
kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;
- •
hebben een dagbesteding in de vorm van opleiding/arbeid.
Bijlage III Tarievenlijst exclusief beschrijving
PERSOONLIJKE VERZORGING |
eenheid |
|
Formeel |
Informeel |
Ouders |
Persoonlijke Verzorging |
uur |
€ 47,93 |
€ 43,14 |
€ 33,55 |
minimumloon |
BEGELEIDING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Individuele begeleiding |
uur |
€ 51,66 |
€ 46,50 |
€ 36,17 |
minimumloon |
Gespecialiseerde individuele begeleiding |
uur |
€ 89,89 |
€ 80,90 |
€ 62,92 |
X |
DAGACTIVITEIT |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Dagactiviteit licht |
dagdeel |
€ 61,12 |
€ 55,00 |
€ 42,78 |
minimumloon |
Dagactiviteit midden |
dagdeel |
€ 75,09 |
€ 67,58 |
€ 52,56 |
X |
Dagactiviteit zwaar |
dagdeel |
€ 111,52 |
€ 100,37 |
€ 78,06 |
X |
DAGBEHANDELING |
eenheid |
2022 |
formeel |
Informeel |
|
Dagbehandeling incl. observatie |
dagdeel |
€ 119,73 |
€ 107,75 |
€ 83,81 |
X |
Dagbehandeling |
dagdeel |
€ 92,03 |
€ 82,82 |
€ 64,42 |
X |
BEHANDELING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Behandeling |
uur |
€ 109,21 |
€ 98,29 |
€ 76,44 |
X |
KORTDUREND VERBLIJF |
|
|
|
|
|
Kortdurend verblijf licht |
24 uur |
€ 169,19 |
€ 152,27 |
€ 118,43 |
X |
Kortdurend verblijf midden |
24 uur |
€ 264,99 |
€ 238,49 |
€ 185,49 |
X |
Kortdurend verblijf zwaar |
24 uur |
€ 366,13 |
€ 329,52 |
€ 256,29 |
X |
VERVOER |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Vervoer (retour) |
etmaal |
€ 21,68 |
€ 19,51 |
€ 15,18 |
Zie informeel (vast bedrag) |
Bijlage IV Tarievenlijst inclusief beschrijving
PERSOONLIJKE VERZORGING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
Ouders |
Persoonlijke Verzorging |
uur |
€ 47,93 |
€ 43,14 |
€ 33,55 |
Minimumloon |
De jeugdige wordt op vaste momenten ondersteund bij activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging. Het gaat hierbij om hulp bij de zelfverzorging gericht op wassen, haarverzorging*, mondverzorging en het aan-/uitkleden. Het gaat tevens om het stimuleren van de jeugdige bij het zelfstandig uitvoeren van de persoonlijke verzorging en het geven van advies, instructie en voorlichting over persoonlijke verzorging aan de jeugdige en desgevraagd diens ouder(s)/verzorger(s)/mantelzorger(s). *Onder haarverzorging wordt niet verstaan het knippen van het haar of het in model brengen van het haar middels toepassing bijzondere (tijdrovende) haartechnieken. Doelgroep
Aanvullende eisen
|
|||||
BEGELEIDING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
Ouders |
Individuele begeleiding |
uur |
€ 51,66 |
€ 46,50 |
€ 36,17 |
Minimumloon |
Het kind wordt individueel begeleid en de activiteiten zijn gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid. Hieronder wordt verstaan ondersteuning bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder:
Om dit te realiseren wordt begeleiding geboden bij:
De begeleiding kan zich ook enkel richten op het geven van advies, instructie en voorlichting aan de jeugdige en desgevraagd diens ouder(s)/verzorger(s)/mantelzorger(s). Doelgroep
Aanvullende eisen
|
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Gespecialiseerde Individuele Begeleiding |
uur |
€ 89,89 |
€ 80,90 |
€ 62,92 |
|
Het kind wordt individueel begeleid en de activiteiten zijn gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid. Hieronder wordt verstaan: Het ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen en het begeleiden bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie. Om dit te realiseren wordt begeleiding geboden bij:
Daarnaast is de begeleiding gericht op het geven van advies, instructie en voorlichting aan de jeugdige en desgevraagd diens ouder(s)/verzorger(s)/mantelzorger(s). Doelgroep
Aanvullende eisen
Bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
DAGACTIVITEIT |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
Ouders |
Dagactiviteit licht |
dagdeel |
€ 61,12 |
€ 55,00 |
€ 42,78 |
Minimumloon |
Dagbesteding voor kinderen/jongeren met een verstandelijke of lichamelijke beperking of met gedragsproblematiek of in een combinatie hiervan, waarbij maatschappelijke integratie zonder hulp niet mogelijk is. Deze activiteiten vinden in groepsverband zonder overnachting plaats. Het (dag)programma legt naar inhoud een accent op:
Doelgroep
Aanvullende eisen
|
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
Ouders |
Dagactiviteit midden |
dagdeel |
€ 75,09 |
€ 67,58 |
€ 52,56 |
minimumloon |
Dagbesteding voor kinderen/jongeren met een verstandelijke of lichamelijke beperking of met gedragsproblematiek of in een combinatie hiervan, waarbij maatschappelijke integratie, zonder hulp, niet mogelijk is. Deze activiteiten vinden in groepsverband zonder overnachting plaats. Het (dag)programma legt naar inhoud een accent op:
Doelgroep
Aanvullende eisen
|
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Dagactiviteit zwaar |
dagdeel |
€ 111,52 |
€ 100,37 |
€ 78,06 |
|
Dagbesteding voor kinderen/jongeren met een verstandelijke of lichamelijke beperking of met gedragsproblematiek of in een combinatie hiervan, waarbij maatschappelijke integratie, zonder hulp, niet mogelijk is. Deze activiteiten vinden buiten de woonsituatie in groepsverband zonder overnachting plaats. Het (dag)programma legt naar inhoud een accent op:
Doelgroep
Aanvullende eisen
Bloed en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
DAGBEHANDELING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Dagbehandeling incl. Observatie |
dagdeel |
€ 119,73 |
€ 107,75 |
€ 83,81 |
|
Binnen Dagbehandeling incl. observatie wordt samen met de ouder(s)/opvoeder(s) de (mogelijke) oorzaak van het probleem van het kind gezocht, waarna vervolgens een passende behandeling start. Het is mogelijk om enkele dagen per week dagbehandeling te volgen naast het volgen van onderwijs. Een kind kan binnen de dagbehandeling wennen aan groepsregels, leren samenleven en spelen met anderen. Ouder(s) worden intensief bij de dagbehandeling betrokken. Zij leren indien nodig nieuwe opvoedvaardigheden. Doelgroep
Aanvullende eisen
Informeel zorgverleners uit het sociaal netwerk en bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Dagbehandeling |
dagdeel |
€ 92,03 |
€ 82,82 |
€ 64,42 |
|
Ontwikkelen en aanleren van praktische, cognitieve en/of sociaal emotionele vaardigheden waarbij de mogelijkheden van het kind optimaal benut worden, zodat een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt kan worden. De dagbehandeling is gericht op de ontwikkeling van het kind. Het aanleren van praktische en cognitieve vaardigheden is gericht op het zo zelfstandig mogelijk leren leven. Te denken valt aan zelfredzaamheid met betrekking tot persoonlijke verzorging, communicatie en het aanleren van vaardigheden voor schoolvoorbereiding (niet school vervangend). Doelgroep
Aanvullende eisen
Informeel zorgverleners uit het sociaal netwerk en bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
BEHANDELING |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Behandeling |
uur |
€ 109,21 |
€ 98,29 |
€ 76,44 |
|
Het kind wordt individueel behandeld, gericht op het ontwikkelen en aanleren van praktische, cognitieve en emotionele vaardigheden, waarbij de mogelijkheden van het kind optimaal worden benut, zodat een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt kan worden. Diagnostiek kan onderdeel zijn van de behandeling. De behandeling is gericht op:
Doelgroep
Aanvullende eisen
Informeel zorgverleners uit het sociaal netwerk en bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
KORTDUREND VERBLIJF |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Kortdurend verblijf licht |
24 uur |
€ 169,19 |
€ 152,27 |
€ 118,43 |
|
Om tijdelijk de ouder(s)/verzorger(s) te ontlasten, wordt het kind in een huiselijke omgeving logeeropvang geboden, waarbij ontwikkelingsgerichte begeleiding wordt geboden en toezicht en/of zorg (24 uur per dag) noodzakelijk is. Doelgroep
Aanvullende eisen
Bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Kortdurend verblijf midden |
24 uur |
€ 264,99 |
€ 238,49 |
€ 185,49 |
|
Om tijdelijk de ouder(s)/verzorger(s) te ontlasten, wordt het kind in een huiselijke omgeving een logeeropvang geboden, waarbij ontwikkelingsgerichte begeleiding wordt geboden en toezicht en/of zorg (24 uur per dag) noodzakelijk is. Doelgroep
Aanvullende eisen
Bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
|
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Kortdurend verblijf zwaar |
24 uur |
€ 366,13 |
€ 329,52 |
€ 256,29 |
|
Om tijdelijk de ouder(s)/verzorger(s) te ontlasten, wordt het kind in een huiselijke omgeving een logeeropvang geboden, waarbij ontwikkelingsgerichte begeleiding wordt geboden en toezicht en/of zorg (24 uur per dag) noodzakelijk is. Doelgroep
Aanvullende eisen
Bloed- en aanverwanten van de budgethouder in de 1ste of 2de graad zijn uitgesloten om deze zorg te bieden. |
|||||
VERVOER |
eenheid |
|
formeel |
Informeel |
|
Vervoer |
etmaal |
€ 21,68 |
€ 19,51 |
€ 15,18 |
|
Het vervoer van en naar een jeugdhulpvoorziening betreft een vast bedrag per etmaal. |
Algemene toelichting
Deze nadere regels jeugdhulp bieden een uitwerking van specifieke bepalingen in de verordening.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Aanvang aanvraag na melding
Een melding van een jeugdige zal in sommige gevallen juridisch als een aanvraag te kwalificeren zijn. Wanneer op het datum van de melding wordt voldaan aan de wettelijke vereisten van een aanvraag, geldt de datum van de melding als aanvraagdatum. De wettelijke vereisten waaraan een aanvraag ten minste moet voldoen zijn opgenomen in artikel 4:2 lid 1 en 2 Awb.
Artikel 4 Toegang jeugdhulp
Wettelijke verwijzers hebben op grond van de jeugdwet recht om te verwijzen naar een algemene en individuele voorziening voor jeugdhulp. Niet wettelijke verwijzers hebben zonder tussenkomst van het college geen recht om te verwijzen naar een individuele voorziening voor jeugdhulp. Als een niet wettelijke verwijzer (bijvoorbeeld een zorgaanbieder) zonder tussenkomst van het college naar een individuele voorziening voor jeugdhulp verwijst, heeft dit gevolgen voor de financiering die niet als direct gevolg vanuit de jeugdwet kan worden gefinancierd. Dit kan betekenen dat de kosten voor de zorg voor rekening van de jeugdige en/of de ouder(s) komt.
Artikel 5 Externe deskundigheid
Lid 1 en 2: Het college kan hulp inschakelen van een externe adviseur (artikel 3:3 Awb en artikel 3:5 Awb). Het college blijft verantwoordelijk voor het onderzoek, het te nemen besluit en voor de onderbouwing daarvan. Het college kan bij het vragen van een advies aan de adviseur een termijn stellen waarbinnen het advies moet worden uitgebracht. Die termijn moet zodanig zijn dat de adviseur zijn taak naar behoren kan vervullen (artikel 3:6 lid 1 Awb). Hierdoor kan het college beslissen om de beslistermijn voor de beschikking te verlengen. Het college doet hiervan mededeling aan de jeugdige en/of de ouder(s).
Artikel 6 Onderzoeksrapport
Lid 2: Nadat het college het onderzoeksrapport naar de jeugdige en/of de ouder(s) heeft gestuurd, kunnen de jeugdige en/of ouder(s) opmerkingen en/of aanvullingen geven op het onderzoeksrapport.
Lid 3: De opmerkingen en/of aanvullingen op het onderzoekrapport worden als bijlage bij het onderzoeksrapport gevoegd. Indien het college besluit dat de aanvullingen leiden tot een herziening van de conclusies van het onderzoek, kunnen de stappen van het onderzoek (zoals bedoeld in artikel 4.3 van de verordening) worden herhaald.
Artikel 7 Intensief vrijwillig hulpverleningstraject
Bij het jeugdbeschermingsplein worden kinderen en gezinnen gemeld waarover zorgen bestaan gerelateerd aan hun ontwikkeling en/of hun veiligheid. Tijdens het overleg bij het jeugdbeschermingsplein kan worden besloten of er een onderzoek door de Raad van de Kinderbescherming nodig is of dat dit met een voorziening kan worden voorkomen. Een voorbeeld van zo’n voorziening is de inzet van het intensief vrijwillig hulpverleningstraject. De inzet van intensief vrijwillig hulpverleningstraject vanuit het wijkteam betreft een algemene voorziening. Hiervoor is geen beschikking nodig.
- 1.
Het intensief vrijwillig hulpverleningstraject vanuit het wijkteam wordt enkel ingezet nadat dit in het jeugdbeschermingsplein is besproken. Een melding bij een wijkteam kan daarmee niet rechtstreeks leiden tot inzet van het intensief vrijwillig hulpverleningstraject. Dit verschilt met de inzet van andere algemene voorzieningen die wel direct beschikbaar zijn vanuit het wijkteam.
- 2.
Bij het jeugdbeschermingsplein worden uitgenodigd voor het gesprek:
- -
de ouder(s)/verzorger(s)
- -
de jeugdige als hij/zij 16 jaar of ouder is
- -
de voorzitter van het overleg
- -
de secretaris
- -
de melder die het gezin heeft gemeld op het jeugdbeschermingsplein
- -
medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming
- -
medewerker van de jeugdbeschermingsinstelling
- -
medewerker van Veilig Thuis
- -
medewerker van het wijkteam
- -
Artikel 8 Gebruikelijke hulp
Ouders hebben een wettelijke zorgplicht voor hun kinderen. Ouders dienen te zorgen voor de opvoeding van hun kinderen, waarbij zij zorgen voor de geestelijke en het lichamelijke welzijn van hun kinderen en het bevorderen van de ontwikkeling van de persoonlijkheid van hun kinderen (en naar draagkracht voorzien in de kosten hiervan). Voor de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid van hun kind zijn ouder(s) verantwoordelijk voor:
- -
een veilige en beschermde woonomgeving (zowel fysieke als sociale veiligheid);
- -
een passend pedagogisch klimaat en stimulans in de ontwikkeling van de jeugdige;
- -
verzorging, begeleiding en opvoeding.
Het is gebruikelijk dat ouders hun kind de dagelijkse zorg, hulp en ondersteuning bieden die past bij de levensfase van het kind. Het kan ook gaan om activiteiten die niet standaard bij alle jeugdigen noodzakelijk zijn, maar wel als gangbare hulp en zorg van ouders aan kinderen kunnen worden gezien. Bij jeugdigen met een chronische aandoening, ziekte, stoornis of beperking is het gebruikelijk dat ouders zo veel mogelijk de dagelijkse zorg leveren, ook als dat meer is dan gemiddeld bij gezonde kinderen van deze leeftijd. Dit is een belangrijk uitgangspunt. Immers, ook bij gezonde kinderen van dezelfde leeftijd verschilt de inzet van dagelijkse zorg van kind tot kind. Het ene kind ontwikkelt zich nu eenmaal anders dan het andere kind en heeft meer of minder begeleiding en zorg nodig.
Bij het vaststellen van de zorgbehoefte wordt rekening gehouden met wat van de ouders kan worden verwacht in het kader van de gebruikelijke hulp. Het college hoeft geen voorziening voor jeugdhulp toe te kennen voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen toereikend is (artikel 2.3 van de Jeugdwet). Dat wordt ook wel eigen kracht genoemd. Uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep kan worden afgeleid dat bovengebruikelijke hulp onder bepaalde omstandigheden ook van ouders kan worden verwacht, en dus onder ‘eigen kracht’ kan vallen1 . Om dat vast te stellen moet het college goed onderzoeken of er sprake is van voldoende eigen kracht van ouders. Als alle relevante factoren en belangen gewogen zijn en dit tot de conclusie leidt dat ouders de noodzakelijke hulp kunnen bieden, is sprake van voldoende eigen kracht en hoeft geen jeugdhulp toegewezen te worden.
Uitval of overbelasting van een ouder
De zorg voor een jeugdige kan zo zwaar worden, dat overbelasting bij de ouder(s) ontstaat. Om voor jeugdhulp in aanmerking te komen, moet er een direct verband zijn tussen de overbelasting en de zorg die de ouder(s) aan de jeugdige biedt waarbij de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen onvoldoende zijn om de overbelasting op te hebben. Bij overbelasting door een drukke baan en/of nevenactiviteiten, ligt de verantwoordelijkheid voor een oplossing hier in eerste instantie bij de ouders zelf.
Bij uitval van één van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke hulp voor de jeugdige over. Hiervoor moet de ouder, als dat mogelijk is, aanspraak maken op zorgverlof. Is dit niet mogelijk, dan wordt gekeken naar andere voorliggende voorzieningen (zoals kinderopvang, opvang na school en naschoolse opvang). Daarbij wordt gekeken wat er in redelijkheid met mantelzorg (sociaal netwerk van het gezin) kan worden opgevangen. Zijn deze mogelijkheden maximaal benut of afwezig, dan is toewijzing van een individuele voorziening vanuit de jeugdhulp mogelijk. Hetzelfde geldt voor de uitval van de ouder in een éénoudergezin. Is er geen hulp vanuit het netwerk mogelijk, dan kan jeugdhulp worden ingezet, tenzij er alternatieven zijn in de vorm van algemene voorzieningen.
Wanneer de uitval van de ouder naar verwachting langer gaat duren en een langdurige oplossing nodig is, wordt naar een alternatieve en meer blijvende oplossing gezocht. Hierbij wordt ook de aanwezigheid van mantelzorg betrokken.
Het kan zijn dat er sprake is van andere factoren waardoor ouders geen of niet voldoende gebruikelijke hulp kunnen leveren, zoals bij jeugdigen met ernstige verslavingsproblematiek en/of psychiatrische problematiek, of wanneer de ouders zelf een licht verstandelijke beperking hebben. In alle gevallen zal eerst naar de eigen mogelijkheden en een voorliggend aanbod gekeken worden.
Richtlijnen voor gebruikelijke hulp per leeftijdscategorie
Het in de bijlage opgenomen schema biedt een objectief afwegingskader om te beoordelen of, en zo ja, in hoeverre sprake is van gebruikelijk hulp. Het schema dient als richtlijn, waarbij rekening gehouden dient te worden met de kalenderleeftijd van een jeugdige binnen de bandbreedte van het normale ontwikkelingsprofiel. De beoordeling van de zorgbehoefte blijft altijd maatwerk.
Artikel 13 Voorwaarden voor verstrekking pgb
Lid 1: Het college weigert een pgb als het pgb beheerd gaat worden door degene die de hulp ook zelf gaat bieden. De reden is dat de zorgverlener niet met voldoende afstand en kritisch de beheerstaken zal kunnen vervullen. Een uitzondering hierop is indien het de ouder of voogd van de jeugdige betreft. In dat geval kan de ouder of de voogd enerzijds het pgb beheren en anderzijds ook de hulp aan de jeugdige verlenen. Dit laat onverlet dat de ouder of voogd moet voldoen aan artikel 15 van de nadere regels.
Lid 2: Om een pgb te kunnen krijgen, moet de budgethouder kunnen aantonen dat de te bestede jeugdhulp veilig, doeltreffend en cliëntgericht is. Dit moet de budgethouder onderbouwen in het zorg-en budgetplan.
Artikel 14 Voorwaarden beheer pgb
De VNG, het ministerie van VWS, ZN en Per Saldo hebben het 'Kader pgb-vaardigheid' opgesteld. Hierin is een lijst van 10 punten opgenomen, aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of iemand pgb-vaardig is. Het doel van het kader is om potentiële pgb-houders te informeren over welke taken, kennis en vaardigheden er zoal komen kijken bij een pgb. Door hen goed te informeren, zijn zij beter toegerust om een bewuste keuze voor een pgb.
In dit artikel wordt onder (potentiële) pgb-houder verstaan de persoon die met het pgb jeugdhulp gaat inkopen en gaat beheren. In verreweg de meeste gevallen is dit een ouder. Daar waar in dit artikel jeugdhulpverlener staat, wordt ook verstaan iemand uit het sociale netwerk. In dit artikel worden 10 eisen gesteld om als 'pgb-vaardig' te kunnen worden gekwalificeerd.
Onderdeel a: De pgb-houder weet welke zorg hij, of de persoon voor wie het budget bestemd is, nodig heeft. Als hij dat niet weet, is zorg in natura mogelijk meer aangewezen.
Onderdeel b: De pgb-houder moet weten welke regels er horen bij een pgb, of weet waar hij die regels kan vinden. Bijvoorbeeld op de website van de verstrekker die het pgb geeft.
Onderdeel c: De pgb-houder is in staat een overzichtelijke pgb-administratie bij te houden en weet ook welk deel van het pgb al uitgegeven is.
Onderdeel d: De pgb-houder moet uit zichzelf en zelfverzekerd kunnen communiceren met andere partijen. Bijvoorbeeld op tijd brieven van de jeugdhulpverlener beantwoorden of telefoongesprekken voeren met jeugdhulpverleners. Als er iets verandert, moet hij dat zelf aangeven. Die verplichting geldt altijd en volgt uit de wet en de verordening.
Onderdeel e: Als de pgb-houder een pgb krijgt, moet hij zelf jeugdhulpverleners uitzoeken en afspraken maken over de jeugdhulp die ze gaan geven en over hun uurtarief en hun uren.
Onderdeel f: De pgb-houder moet tussendoor controleren of alles volgens afspraak verloopt. Bijvoorbeeld of de jeugdhulpverlener genoeg uren maakt. Omgekeerd moet hij kunnen laten zien dat hij de jeugdhulp inkoopt waarvoor hij het geld gekregen heeft.
Onderdeel g: De pgb-houder moet beoordelen of de jeugdhulp die met het pgb wordt ingekocht passend is en of de kwaliteit van de jeugdhulp in orde is. Als hij de zorg niet goed vindt, kan hij uitleggen waarom. Als de zorg niet volgens afspraak verloopt, grijpt hij zelf in. Dit vraagt in het geval van ouder en voogd dat zij in staat zijn op hun eigen handelen kunnen reflecteren en hun eigen houding en gedrag aan te passen wanneer nodig.
Onderdeel h: De pgb-houder moet zelf de jeugdhulp regelen met één of meer jeugdhulpverleners en dat zo regelen dat er altijd jeugdhulp is en dat de hulp juist wordt ingezet. Ook als de jeugdhulpverlener ziek is of op vakantie gaat. Hij moet zelf jeugdhulpverleners kunnen kiezen die goed bij zijn situatie passen en hij moet zelf opletten of zij hun werk goed doen. Als de jeugdhulpverlener ziek is, moet hij zelf vervanging regelen.
Onderdeel i: De pgb-houder moet ervoor zorgen dat de jeugdhulpverleners die voor hem werken weten wat ze moeten doen en hij durft daarover een gesprek te beginnen als zij hun werk niet goed doen. Als de pgb-houder een overeenkomst met een jeugdhulpverlener is aangegaan, dan is hij juridisch gezien werkgever of opdrachtgever. Hij moet dan goed kunnen vertellen wat de jeugdhulpverlener moet doen. Dit vraagt in het geval van ouder en voogd dat zij in staat zijn op hun eigen handelen kunnen reflecteren en hun eigen houding en gedrag aan te passen wanneer nodig.
Onderdeel j: De pgb-houder hoeft niet alle regels over hoe een werkgever of opdrachtgever zijn taak moet vervullen te kennen, maar hij moet de informatie daarover wel zelf kunnen vinden. De publicatie ‘Handreiking voor toetsing op (minimale) pgb-vaardigheid’ van de Rijksoverheid biedt meer informatie.
Artikel 15 zorgovereenkomst
Lid 1: De Sociale Verzekeringsbank voert namens het college de betalingen en het budgetbeheer van pgb’s uit. De jeugdige en zijn ouders zijn verantwoordelijk voor het aangaan van een rechtsgeldige zorgovereenkomst met degene die de jeugdhulp levert (artikel 8a lid 1 Regeling jeugdwet).
Lid 2: De Sociale Verzekeringsbank heeft (digitaal) modelovereenkomsten opgesteld. De budgethouder en degenen die de jeugdhulp gaan leveren moeten gebruikmaken van deze modelovereenkomsten (artikel 8a lid 2 Regeling jeugdwet). De zorgovereenkomst moet vervolgens worden goedgekeurd door het college en de Sociale Verzekeringsbank (artikel 8a lid 3 Regeling jeugdwet).
Artikel 16 pgb in het buitenland
Lid 1: Als vaststaat dat de inzet van de jeugdhulp voor de jeugdige voor individuele begeleiding of persoonlijke verzorging noodzakelijk is, mag de geïndiceerde hulp voor maximaal vier weken per jaar ook tijdens vakantie in het buitenland worden ontvangen. Bij de maximale termijn van vier weken per jaar hoeft er geen toestemming door het college te worden gegeven.
Lid 2: Het pgb kan tijdens een vakantie in het buitenland enkel worden ontvangen voor de kosten van de hulpverlening. Overige kosten dienen zijn voor rekening van de cliënt.
Artikel 17 Tarievenlijst
3. Onder cliënt wordt verstaan: de persoon aan wie de individuele voorziening is toegekend.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl