Protocol Cameratoezicht 2022-2027

1. Inleiding

Sinds 2005 kent de gemeente Roosendaal cameratoezicht in de binnenstad. Dit cameratoezicht is ingevoerd voor het handhaven van de openbare orde in het kader van horecatoezicht en de bestrijding van drugsgerelateerde overlast.

Uit de evaluatie ‘Camera’s in beeld’ uit 2012 blijkt dat voortzetting van het cameratoezicht wenselijk is. Op basis hiervan heeft de burgemeester op 26 juni 2012 het besluit genomen het cameratoezicht te verlengen. Daarbij is het gebied vergroot en zijn de locaties bepaald waar deze camera’s worden geplaatst. Dit aanwijzingsbesluit is vastgesteld op 18 september 2012 voor de duur van vijf jaar.

In september 2017 is opnieuw geëvalueerd. Uit het evaluatierapport ‘Cameratoezicht?’ zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen die zijn opgenomen in het «Protocol cameratoezicht 2018-2022».

Aangezien voornoemd protocol geldig was tot 1 april 2022, is het geactualiseerd in het nu voorliggende «Protocol cameratoezicht 2022-2027».

Aangezien ook buiten het centrum van Roosendaal publiek cameratoezicht toegepast wordt dat bij sommige systemen rechtstreeks op afstand uitgekeken kan worden, is dit protocol ook daarop van toepassing.

Het is bekend dat de Nationale politie werkt aan «Uitgangspunten beleidskader openbare orde cameratoezicht». De politie heeft de behoefte om te komen tot uniformiteit en generieke beleidsafspraken waarmee de politie eenduidig invulling kan geven aan haar verantwoordelijkheid. Zodra de politie haar uitgangspunten heeft vastgesteld, zal dit Protocol cameratoezicht 2022-2027 tegen het licht gehouden worden.

2. Doel

Het cameratoezicht heeft tot doel:

• a.

  het handhaven van de openbare orde;

• b.

  het voorkomen van misdrijven;

• c.

  het bevorderen van een efficiënte hulpverlening door hulpverleningsdiensten;

• d.

  het vergroten van het veiligheidsgevoel bij bezoekers en inwoners.

Daarnaast kan het Openbaar Ministerie beelden uit het cameratoezicht gebruiken bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten.

3. Wettelijk kader artikel 151c Gemeentewet

Publiek uitkijken van camerabeelden is gebaseerd op de wettelijke taak van de (lokale) overheid om de openbare orde te handhaven. De wetgever biedt de optie voor cameratoezicht indien fysiek toezicht niet afdoende of minder wenselijk is.

De doelstelling van het publieke cameratoezicht is primair gebaseerd op art 151c van de Gemeentewet, de Politiewet en de Wet politiegegevens.

In artikel 151c van de Gemeentewet is bepaald dat het doel bij de toepassing van gemeentelijk cameratoezicht het handhaven van de openbare orde is. Hieronder valt ook de algemene bestuurlijke voorkoming van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de gemeente. Cameratoezicht op grond van art. 151c heeft als eerste een signalerende functie. De camera ziet meer en met die informatie kunnen de politie en andere hulpdiensten op straat worden aangestuurd.

4. Taken en verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden m.b.t. het uitvoeren van het toezicht middels publieke camera’s zijn:

• a.

  Het cameratoezicht vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de burgemeester van Roosendaal.

• b.

  De beheerder van de camerasystemen is het politieteam Roosendaal en is daardoor verwerkingsverantwoordelijk voor de camerabeelden.

• c.

  Ambtenaren van de politie zijn aangewezen als centralist.

• d.

  De beheerder is verantwoordelijk voor de naleving van de privacyvoorschriften zoals neergelegd in de Wet politiegegevens en, voor zover van toepassing, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

5. Bediening van het systeem

Bevoegd tot het bedienen van de camerasystemen c.q. het direct uitkijken van beelden zijn:

• a.

  Politieambtenaren voor het uitoefenen van hun wettelijke taken.

• b.

  Derden, voor zover functioneel noodzakelijk, altijd met toestemming en onder verantwoordelijkheid van de beheerder.

6. Bezetting observatieruimte tijdens direct bekijken van beelden

De bezetting van de observatieruimte op de momenten dat beelden rechtstreeks uitgekeken worden, wordt als volgt uitgevoerd:

• a.

  In de observatieruimte is altijd een bevoegd persoon aanwezig op de tijdstippen dat de camera’s direct worden uitgekeken.

• b.

  De beheerder draagt er zorg voor dat tijdens het direct uitkijken nooit meer personen aanwezig zijn dan strikt noodzakelijk is voor het uitvoeren van het toezicht middels camera’s.

• c.

  Op het moment dat beelden rechtstreeks worden uitgekeken, worden de aanwezigheid van niet-politieambtenaren geregistreerd in het logboek.

• d.

  De beelden worden op vooraf vastgestelde tijden rechtstreeks uitgekeken door de centralisten. Over deze tijden worden verdere afspraken gemaakt binnen de (lokale) driehoek.

• e.

  Daarnaast kunnen de camera’s rechtstreeks worden uitgekeken bij bijzondere activiteiten, incidenten en tijdens doelgerichte acties van de politie.

7. Opslag en verwerking gegevens

De beelden van alle camera’s worden 24 uur per dag, zeven dagen per week opgenomen. De beelden blijven geautomatiseerd maximaal vier weken bewaard, waarna de gegevensdrager geautomatiseerd wordt overschreven. Camerabeelden die noodzakelijk zijn voor bijvoorbeeld opsporingsdoeleinden moeten zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen de termijn van vier weken veilig worden gesteld.

De beheerder heeft het zeggenschap over de gegevens en treft maatregelen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de opgenomen gegevens.

Met inachtneming van Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) beslist de beheerder op verzoeken tot het beschikbaar stellen van beelden. Van genomen besluiten wordt melding gedaan in het logboek.

Het is aan de beheerder om binnen zijn eigen organisatie procedureafspraken te maken hoe om te gaan met dergelijke verzoeken (van burgers, advocaten of andere belanghebbenden).

8. Logboek

Aan het gebruik van de camerasystemen is een digitaal logboek gekoppeld. Dit logboek is een onderdeel van het managementinformatiesysteem van de beheerder. Het logboek is vertrouwelijk en bevat de volgende informatie:

• a.

  Naam van de dienstdoende centralist.

• b.

  Datum en tijd, waarbij aangegeven moet worden of er direct gekeken wordt of niet. Bij achteraf uitgekeken beelden moet duidelijk zijn op wiens/wier verzoek dat gebeurt.

• c.

  Waargenomen incidenten1 , ter beoordeling van de centralist.

• d.

  Overige meldingen en bijzonderheden.

• e.

  Aanwezigheid van niet-politieambtenaren in de observatieruimte.

• f.

  Vorderingen en verzoeken tot het verstrekken van beeldinformatie (naam aanvrager, tijdstip opname, camera) en het besluit daarover.

9. Managementinformatiesysteem

Cameratoezicht is één van de maatregelen om uitgaansgerelateerde overlast en verstoringen van de openbare orde te voorkomen. De informatie die wordt verzameld door middel van het cameratoezicht wordt gebruikt om de inzet van camera’s, politie- en opsporingsambtenaren en toezichthouders te optimaliseren.

De managementinformatie wordt automatisch gegenereerd uit het logboek. Het betreft de volgende informatie:

• a.

  De data en tijdstippen waarop beelden uitgekeken zijn, onderverdeeld in direct uitgekeken beelden en achteraf uitgekeken beelden. Bij beelden die achteraf uitgekeken worden moet duidelijk zijn op wiens verzoek dat gebeurd is.

• b.

  Hoeveel incidenten of opvallende gebeurtenissen tijdens deze tijdstippen zijn waargenomen (bij welke camera en welk tijdstip), met zo mogelijk een specificatie naar thema (overlast op straat, vandalisme, openbare dronkenschap/baldadigheid, drugsgebruik/dealen, samenscholing).

• c.

  Hoe vaak er n.a.v. cameratoezicht een interventie (van politie, maar evt. ook partners) heeft plaatsgevonden.

• d.

  Storingsmeldingen (welke camera, tijdsduur van storing en eventuele oorzaak).

• e.

  Het aantal veiliggestelde beelden en gegevens over deze beelden, zoals camera, camerahoek en tijdstip.

De informatie uit dit managementsysteem wordt ten minste éénmaal per kwartaal automatisch gegenereerd en aangevuld met de bij de politie aanwezige informatie over overlast op straat, vandalisme, openbare dronkenschap/ baldadigheid, drugsgebruik/ drugsdealen, samenscholing, etc. Bovendien moet het ook mogelijk zijn om op ieder moment (een bepaalde week, dag of uur) actuele gegevens te leveren. Ten minste één keer per jaar wordt de informatie uit het managementsysteem in de lokale driehoek besproken. De beheerder draagt zorg voor tijdige agendering van het onderwerp.

10. Storingen

Bij storingen aan de camera’s is het de verantwoordelijkheid van de beheerder dit door te geven aan het door de gemeente gecontracteerde installatiebedrijf. Van alle storingen en reparaties wordt periodiek melding gedaan bij de gemeente.

Wanneer in verband met het verhelpen van storingen installatie-onderdelen vervangen moeten worden en/of servicewerkzaamheden uitgevoerd moeten worden waarbij de kosten per storing meer dan € 1.000 excl. BTW bedragen, dan dient vooraf overleg plaats te vinden met de gemeente.

11. Personele aangelegenheden

De beheerder is verantwoordelijk voor goed opgeleide centralisten, opdat zij bekwaam zijn om het systeem te gebruiken en effectief om te gaan met de mogelijkheden die het systeem heeft. Zij worden onder meer opgeleid, getraind en geoefend op:

• a.

  Het gebruik en bediening van de apparatuur (incl. bediening digitaal logboek).

• b.

  Observatietechnieken.

• c.

  Interne procedures zoals koppeling en communicatie met meldkamer, politie-eenheden, beantwoording van vragen over het inzien van beelden i.v.m. aangiftes, etc.

• d.

  Procedures rondom het veiligstellen van beelden.

• e.

  Procedures rondom storingen.

12. Looptijd en vaststelling

Dit Protocol eindigt op 31 maart 2027.