Regeling vervalt per 01-01-2025

Nadere subsidieregels participatie 2022-2024

Geldend van 01-03-2024 t/m 11-09-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Nadere subsidieregels participatie 2022-2024

Gedeputeerde Staten van Limburg

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 22 maart 2022 hebben vastgesteld:

NADERE SUBSIDIEREGELS PARTICIPATIE 2022-2024

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Doelgroep: een groep inwoners van de Nederlandse provincie Limburg die, ten gevolge van bijvoorbeeld hun sociaal-maatschappelijke of sociaal-economische situatie, ziektebeeld en/of aandoening, (tijdelijk) niet in staat zijn om (volwaardig) te participeren in de maatschappij.

Artikel 2 Doelstelling

Het ondersteunen van projecten die erop zijn gericht om de samenredzaamheid en participatie in de samenleving van de doelgroep te vergroten of de problematiek van de doelgroep bespreekbaar te maken, bijvoorbeeld door middel van activiteiten op het gebied van cultuur (archeologie, immaterieel erfgoed, kunsten of monumenten), sport en/of natuur en landschap.

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie komen uitsluitend natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen in aanmerking.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende criteria te worden voldaan:

  • 1.

    De activiteit start in het jaar 2022, 2023 of 2024;

  • 2.

    Het project vindt (grotendeels) in de Nederlandse provincie Limburg plaats;

  • 3.

    Het project is gericht op het vergroten van de samenredzaamheid en participatie in de samenleving van de doelgroep en/of op het bespreekbaar maken van de problematiek van de doelgroep;

  • 4.

    Bij het project wordt de doelgroep rechtstreeks betrokken, bijvoorbeeld doordat zij deelnemen aan het project of het project (mede) organiseren;

  • 5.

    Er wordt door ten minste één gemeente een financiële bijdrage verstrekt ten behoeve van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Deze gemeentelijke ondersteuning mag een gedeelte van een reguliere subsidie van de gemeente aan een organisatie betreffen.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening 2017 Provincie Limburg e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • 1.

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • 2.

    De subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • 3.

    Niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

  • 4.

    De aanvrager al een subsidie heeft ontvangen in het kader van deze nadere subsidieregels voor activiteiten in het betreffende kalenderjaar;

  • 5.

    Dezelfde activiteiten al door de Provincie Limburg wordt gesubsidieerd en/of gefinancierd. Indien voor de activiteiten een bijdrage wordt ontvangen van een organisatie die van de Provincie Limburg subsidie/financiering ontvangt om een bijdrage aan projecten te verstrekken, wordt die bijdrage ook beschouwd als subsidiëring/financiering van de Provincie Limburg. Uitzondering zijn bijdragen van het Cultuurfonds Limburg;

  • 6.

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode en specifieke termijn zoals vermeld in artikel 10;

  • 7.

    Het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 500,00 bedraagt;

  • 8.

    De subsidieaanvraag betrekking heeft op:

    • a.

      reguliere activiteiten respectievelijk taken van aanvrager die reeds meerjarig zonder subsidie van de Provincie Limburg worden gerealiseerd, tenzij de inspanningen gericht zijn op het laten participeren van een doelgroep die nog niet eerder deelnam aan deze activiteiten;

    • b.

      activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming of instelling;

    • c.

      activiteit(en) die gericht zijn op de ontwikkeling, productie en/of het vermarkten van een commercieel product of dienst;

    • d.

      het overbrengen van religieuze of ideologische overtuigingen; en/of

    • e.

      het realiseren van bouw, verbouw of onderhoud van vastgoed, objecten of infrastructuur, met uitzondering van monumenten en openbaar groen.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 6 Subsidiebedrag

  • 1. Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten én bedraagt:

    • a.

      Indien bij het project gebruik wordt gemaakt van activiteit(en) op het gebied van cultuur (archeologie, immaterieel erfgoed, kunsten of monumenten), sport en/of natuur en landschap maximaal € 12.500,- per aanvrager per kalenderjaar;

    • b.

      Indien bij het project geen gebruik wordt gemaakt van activiteit(en) op het gebied van cultuur (archeologie, immaterieel erfgoed, kunsten of monumenten), sport en/of natuur en landschap maximaal € 2.500,- per aanvrager per kalenderjaar;

  • 2. Subsidies lager dan € 500,- worden niet verstrekt.

Artikel 7 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1. Onder subsidiabele kosten verstaan we alle (project)kosten die direct gerelateerd zijn aan het organiseren van activiteiten die erop zijn gericht om de samenredzaamheid en participatie in de samenleving van de doelgroep te vergroten of de problematiek van de doelgroep bespreekbaar te maken.

  • 2. In aanvulling op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • a.

      kosten die samenhangen met financiële en/of contractuele verplichtingen aangegaan voordat de subsidie binnen deze nadere subsidieregels is aangevraagd;

    • b.

      kosten voor receptie(s), feest(en), diner(s), borrel(s) en andere consumptieve kosten;

    • c.

      kosten voor één- of meerdaagse reizen;

    • d.

      kosten voor het realiseren van boeken of schriftelijke publicaties, tenzij exclusief bedoeld ter ondersteuning van de kernactiviteit(en) van het project;

    • e.

      kosten voor relatiegeschenken;

    • f.

      de reguliere exploitatiekosten van (een) organisatie(s);

    • g.

      onvoorziene kosten.

  • 3. Voor zover het project start in de maanden januari, februari, maart of april van 2024 zijn de kosten zoals gesteld in het eerste lid van dit artikel die samenhangen met financiële of contractuele verplichtingen die zijn aangegaan voordat de subsidieaanvraag door Gedeputeerde Staten is ontvangen, subsidiabel, mits deze verplichtingen vanaf 1 januari 2024 zijn aangegaan.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels voor de looptijd van deze subsidieregeling vast.

  • 2. De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 9 Indienen aanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2. Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van de in het aanvraagformulier genoemde bijlage(n) en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht) dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 10 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag dient uiterlijk 31 december 2024 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2. Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 12 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt met ingang van 5 april 2022 in werking.

  • 2. Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Participatie 2022-2024”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 22 maart 2022.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks MPA