Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR675400
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR675400/1
Regeling vervallen per 01-01-2024
Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022
Geldend van 08-04-2022 t/m 31-12-2023
Intitulé
Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe en de burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gelet op artikel 8:24 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 160 lid 1, aanhef en onder a, b, d, e en f, en lid 4, artikel 168 en artikel 171 lid 2 Gemeentewet;
gelet op het raadsbesluit van 26 maart 1998 tot machtiging van het college tot het aanwijzen van een ambtenaar als vertegenwoordiger van de raad ten behoeve van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften;
gelet op het advies van de Ondernemingsraad van 10 maart 2022;
overwegende dat omwille van de effectiviteit van besluitvorming het wenselijk is de verantwoordelijkheden omtrent besluitvorming zo veel mogelijk laag in de organisatie te leggen;
besluiten:
vast te stellen het volgende
Algemeenmandaatbesluit Midden-Drenthe 2022.
Artikel 1 Afdoeningsmandaat
De personen werkzaam in de functie genoemd in de bij dit besluit behorende bijlagen, alsmede hun plaatsvervangers of waarnemers, zijn bevoegd namens de raad, het college of de burgemeester de in deze bijlagen genoemde bevoegdheden in mandaat, volmacht of machtiging uit te oefenen, onder de in dit besluit opgenomen voorwaarden.
Artikel 2 Ondertekeningsmandaat
-
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 zijn de personen, werkzaam in de in bijlage I genoemde functie in de met TMC aangeduide gevallen slechts bevoegd de door het college of de burgemeester genomen besluiten namens het college dan wel de burgemeester te ondertekenen, en in de met TML aangeduide gevallen slechts bevoegd de door hun leidinggevende genomen besluiten namens het college dan wel de burgemeester te ondertekenen, en voorbereidende en uitvoerende handelingen daartoe te verrichten.
-
2. In het geval de mandaatgever zelf beslist, is de gemandateerde bevoegd om namens het college dan wel de burgemeester te ondertekenen.
Artikel 3 Algemene bepalingen
-
1. Voor zover niet uitdrukkelijk anders bepaald bij de beschrijving van de bevoegdheden in bijlage I, is onder het ‘verlenen’, ‘toewijzen’ en het ‘afgeven’ begrepen het geheel of gedeeltelijk weigeren, het intrekken, het herzien en het wijzigen, alsmede het wijzigen van voorschriften, het terugvorderen en het invorderen van het teruggevorderde.
-
2. Onder de in dit besluit en in bijlage I genoemde bevoegdheden tot het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten is begrepen de bevoegdheid beslissingen te nemen ten aanzien van alle uit de overeenkomst en de wet voortvloeiende rechten betreffende de overeenkomst, waaronder het verlengen, beëindigen en wijzigen van de overeenkomst en het vorderen van nakoming of schadevergoeding.
-
3. Onder het uitoefenen van de in bijlage I genoemde bevoegdheden zijn begrepen alle feitelijke of rechtshandelingen die in relatie hiermee staan, zoals het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, waaronder het vragen van advies aan bestuursorganen en derden, het vragen van een verklaring van geen bedenkingen, het vragen van toestemming, het inwinnen en verstrekken van informatie, het inschakelen van derden ter uitvoering van het besluit, en het aangaan van overeenkomsten in het kader van het besluit, een en ander voor zover in bijlage I niet anders is bepaald.
Artikel 4 Ondermandaat
-
1. Voor zover de in artikel 1 genoemde bijlagen hierin voorzien, kan de functionaris de bevoegdheden, die hij krachtens dit mandaatbesluit kan uitoefenen, opdragen aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionaris, met dien verstande dat in de met TMC of TML aangeduide gevallen het ondermandaat zich beperkt tot ondertekeningsmandaat.
-
2. De bepalingen van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing in geval van ondermandaat.
Artikel 5 Kaders
Bij de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid neemt de gemandateerde persoon de volgende kaders in acht:
- •
de van toepassing zijnde Europese regelgeving, waaronder de richtlijn voor overheidsaanbestedingen;
- •
de van toepassing zijnde wettelijke regelingen van rijk en provincie;
- •
de van toepassing zijnde gemeentelijke besluiten, waaronder het Besluit budgetregels Midden-Drenthe.
Artikel 6 Machtiging, volmacht
De bepalingen van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing in geval van afzonderlijke machtiging en volmacht.
Artikel 7 Vervanging en waarneming
-
1. De bepalingen van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing bij vervanging en bij waarneming van taken.
-
2. Vervanging dan wel waarneming van teamleiders, managers en gemeentesecretaris geschiedt in onderling overleg.
-
3. De teamleider bepaalt de vervanging dan wel waarneming van de onder zijn leiding werkzame personen.
Artikel 8 mandaat gemeentesecretaris en teamleiders
-
1. De gemeentesecretaris en de managers hebben, naast de hen in de bijlagen toegedeelde bevoegdheden, dezelfde bevoegdheden als de teamleiders.
-
2. De teamleiders hebben, naast de hen in de bijlage toegedeelde bevoegdheden, dezelfde bevoegdheden als de onder hun leiding werkzame personen.
-
3. Indien voor de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in lid 2 een aanwijsbesluit, nadere bepaling of voorwaarde benodigd is, heeft de leidinggevende de bevoegdheid slechts voor zover voldaan is aan die bepaling of voorwaarde, of hij is aangewezen.
Artikel 9 projecten en programma’s
De programmamanager dan wel projectleider van een programma dan wel een project met een eigen door de raad dan wel het college vastgesteld budget, heeft ten aanzien van dat budget de bevoegdheden van de budgethouder zoals opgenomen in de bijlage.
Artikel 10 Ondertekening
-
1. De op grond van artikel 1 genomen besluiten worden als volgt ondertekend:
namens burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe, of
namens de burgemeester van Midden-Drenthe;
<handtekening>
<naam medewerker>,
<functieaanduiding>
-
2. De op grond van artikel 2 genomen besluiten worden als volgt ondertekend:
overeenkomstig het door / namens burgemeester en wethouders/ de burgemeester van Midden-Drenthe genomen besluit;
<handtekening>
<naam medewerker>
<functieaanduiding>
-
3. Het voorgaande geldt niet als in de bijlage I uitdrukkelijk anders is bepaald.
Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht
-
1. Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking.
-
2. Het Algemeen mandaatbesluit 2017 van 31 november 2017 en de op basis hiervan genomen ondermandaatbesluiten worden ingetrokken.
-
3. Het Algemeen mandaatbesluit 2017 en de op basis hiervan genomen ondermandaatbesluiten blijven van toepassing voor zover de voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit geldende regelgeving ingevolge overgangsrecht van toepassing is.
Ondertekening
Burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,
de secretaris, de burgemeester,
M. Hacking C. Bijl
De burgemeester van Midden-Drenthe
C. Bijl
Bijlage I behorend bij het Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022
Afkortingen
Beleid en Samenleving BS |
Ruimtelijk Beleid en Projecten RBP |
Zwembaden Z |
Inkomen, Werk en Onderwijs IWO |
Omgeving en Veiligheid OV |
Informatisering en Belastingen IB |
Wmo en Jeugdzorg WJ |
Buitendienst B |
Advies A |
Financiën F |
Gemeentewinkel G |
Gehele organisatie O |
TM: (tekenmandaat): aanduiding tekenmandaat
TMC: (tekenmandaat college): besluit wordt door het college of de burgemeester genomen, gemandateerde medewerker bereidt besluit voor en tekent besluit “overeenkomstig het door burgemeester en wethouders / de burgemeester van Midden-Drenthe genomen besluit”
TML: (tekenmandaat leidinggevende): besluit wordt door teamleider genomen, gemandateerde medewerker bereidt besluit voor en tekent besluit “overeenkomstig het namens burgemeester en wethouders / de burgemeester van Midden-Drenthe genomen besluit”
Mandatenlijst
De portefeuillehouder is, voor zover het onderwerp volgens de portefeuilleverdeling tot zijn portefeuille behoort, bevoegd tot:
bevoegdheid |
regeling |
TM |
onder mandaat |
opmerkingen |
het doen van rechtshandelingen ter directe uitvoering of uitwerking van door het college genomen besluiten, zowel bestuursrechtelijk als privaatrechtelijk, waaronder het nemen van besluiten, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 160 gemeentewet en andere dan onderstaande specifieke bepalingen |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het nemen van besluiten inzake de aan de burgemeester dan wel burgemeester en wethouders toegekende handhavingsbevoegdheid ter handhaving van door of krachtens de wet, verordening, bestemmingsplan of andere algemeen verbindende voorschriften gestelde regels en voorschriften, waaronder het opleggen van een boete, het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, het uitvoeren van bestuursdwang, verzegeling, het meenemen van zaken, het verkopen of vernietigen daarvan, invordering van boetes en van verbeurde dwangsommen, en het geven van bevelen of aanwijzingen |
art. 125 Gemeentewet, Afd. 5.3.1 en Afd. 5.3.2 Awb art. 7.1 Wro, art. 5.2 Wabo, art. 92 Woningwet, art. 18.1b en 18.2 e.v. Wm; overige regelingen die handhavingsbevoegdheid geven, waaronder de Wet geluidhinder, Wet bodembescherming, Alcoholwet (w.o. art.19a en 44), Wmo, Jeugdwet, Wet op de Kansspelen, Wegenwet, Bouwbesluit, bestemmings-plannen; verordeningen waaronder de Apv, Verordening Leefomgeving, beheers-verordening begraafplaatsen en Afvalstoffenverordening, en beleid, waaronder het beleid woonwagenzaken |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het nemen van besluiten met betrekking tot: het Lokaal Overleg overleg met de Ondernemingsraad (sluiten convenant) arbeidsongeschiktheid nevenwerkzaamheden |
cao H 12 cao H13, WOR cao H7 Ambtenarenwet 2017 |
nee |
mandaat ligt niet bij medewerkers |
|
het aangaan van overeenkomsten en convenanten |
art. 160 Gemeentewet, Productenraming |
nee |
mandaat ligt deels bij medewerkers |
|
het verlenen van subsidies waarvan het bedrag en de naam van de begunstigde in de (bijlage bij) de begroting zijn opgenomen met een bedrag van € 100.000,00 of minder, alsmede het vaststellen, weigeren en terugvorderen daarvan, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
Algemene subsidieverordening, Subsidieparagraaf begroting Besluit budgetregels, productenraming |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het verlenen van overige subsidies voor zover deze dekking vinden in de begroting, met een bedrag van € 50.000,00 of minder, alsmede het vaststellen, weigeren en terugvorderen daarvan, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
Algemene subsidieverordening, subsidiebeleid, subsidieplafonds, begroting, Besluit budgetregels, productenraming |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het verlenen van subsidies waarvan het bedrag en de naam van de begunstigde in de (bijlage bij) de begroting zijn opgenomen hoger dan het bedrag van € 100.000,00, en overige subsidies hoger dan een bedrag van € 50.000,00, welke specifiek geregeld zijn in verordeningen of beleid, en voor zover deze dekking vinden in de begroting, alsmede het vaststellen, weigeren en terugvorderen daarvan |
Algemene subsidieverordening, subsidieverordeningen en beleidsregels, subsidieparagraaf begroting, Productenraming |
TMC |
nee |
tekenmandaat niet bij medewerkers |
het besluiten over het aangaan van budgetsubsidiecontracten bij subsidies tot een bedrag van 100.000,00 per jaar |
Alg. subsidieverordening, art. 160 Gemeentewet, art 4:36 Awb |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het besluiten over het aangaan van budgetsubsidiecontracten in overige gevallen |
Alg. subsidieverordening, art. 160 Gemeentewet, art 4:36 Awb |
TMC |
nee |
tekenmandaat niet bij medewerkers |
het verlenen van een omgevingsvergunning, alsmede het wijzigen van voorschriften daarvan, voor zover voor het verlenen of wijzigen een welstandsadvies benodigd is, in afwijking van het welstandsadvies |
artt. 2.4, art. 2.10 lid 1 onder d Wabo |
alleen TM |
mandaat ligt niet bij medewerkers |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan indien deze activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening |
artt. 2.4, 2.10 lid 2, 2.11 lid 2 (jo.) 2.12 lid 1 onder a ten 3e Wabo |
alleen TM |
mandaat ligt ook bij teamleider |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning met doorbreking van de aanhoudingsplicht |
artt. 2.4, 3.3 lid 3 en lid 6, 3.5 lid 3 Wabo |
alleen TM |
mandaat ligt niet bij medewerkers |
|
het besluiten woningbouwkavels, kavels op bedrijventerreinen, dan wel overhoeken (gem. plantsoen, direct grenzend aan particuliere tuinen, zonder of met een geringe zelfstandige publieke functie) al dan niet te verkopen |
art. 160 Gemeentewet |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het besluiten onroerende dan wel roerende gemeentelijke eigendommen al dan niet te verpachten, te verhuren, of in gebruik te geven |
art. 160 Gemeentewet |
nee |
mandaat ligt ook bij medewerkers |
|
het verklaren over de conformiteit van de gemeentelijke website of mobiele applicatie aan het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid |
Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid |
nee |
mandaat ligt niet bij medewerkers |
|
het toewijzen of weigeren van een aanvraag om een verzilverlening, alsmede de intrekking van die toewijzing |
artikel 5, 9 en 10 van de Verordening Verzilverlening Midden-Drenthe |
alleen TM |
mandaat ligt niet bij medewerkers, (collegebesluit december 2020) |
De portefeuillehouder is bevoegd tot:
bevoegdheid |
regeling |
TM |
onder mandaat |
het beslissen op bezwaarschriften, in die gevallen dat in de betreffende week het quorum in de collegevergadering ontbreekt, met uitsluiting van bezwaren op gemeentelijke belastingen en op de waarde vaststelling van onroerende zaken |
alle wetgeving met uitsluiting van gemeentelijke belastingregelgeving en de wet WOZ |
nee |
De gemeentesecretaris is bevoegd tot:
bevoegdheid |
regeling |
TM |
ondermandaat |
het opzeggen van een arbeidsovereenkomst wegens redelijke grond, en eventuele herplaatsing, uitgezonderd ten aanzien van teamleiders en managers |
artikel 7:669 BW |
nee |
|
het opzeggen van een arbeidsovereenkomst wegens dringende reden uitgezonderd ten aanzien van teamleiders en managers |
artikel 7:677 BW |
nee |
|
het indienen van een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter |
artikel 7:671b BW |
nee |
|
het besluiten over waardering en herwaardering van functies |
-cao, artikel 3.1 |
nee |
|
het besluiten over functioneringstoelage, arbeidsmarkttoelage dan wel garantietoelage |
-cao, artikelen 3.8, 3.9, 3.15 |
nee |
|
het aangaan van vaststellingsovereenkomsten ter beslechting van geschillen |
art. 160 Gemeentewet |
nee |
De teamleiders zijn, voor zover het aangelegenheden betreft die hun team aangaan, bevoegd tot:
bevoegdheid |
regeling |
TM |
onder mandaat |
het nemen van besluiten met betrekking tot: - aangaan en verlengen van de arbeidsovereenkomst, aanstelling, salaris en vergoedingen binnen de bestaande functiewaardering, met dien verstande dat bij een wijziging in het functiegebouw goedkeuring van de gemeentesecretaris of de manager benodigd is - opzeggen of ontbinden van de arbeidsovereenkomst anders dan opzeggen wegens redelijke grond ingevolge artikel 7:669 BW en opzeggen wegens dringende reden ingevolge artikel 7:677 BW - (wijziging in) arbeidsduur en werktijden - het persoonlijk ontwikkelingsplan - vakantie en verlof - verkoop van bovenwettelijke vakantie-uren - vergoeding woon-werkverkeer - reis- en verblijfskostenvergoeding |
-cao H2 en H3 -cao H2 BW -cao H2 en H5, WFW -cao H 8 -cao H 6, WAZO -cao H6 -cao H3, regeling -cao H3, regeling |
nee |
|
het nemen van besluiten met betrekking tot: -arbeidsongeschiktheid -nevenwerkzaamheden |
-cao H7 -Ambtenarenwet 2017 |
nee |
|
het nemen van besluiten inzake het invullen van stageplaatsen en werkervaringsplaatsen |
cao H2, art. 160 gemeentewet |
nee |
|
het vaststellen van een schadevergoeding, voor zover hierover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 160 Gemeentewet |
nee |
|
het verzoeken tot het leggen van conservatoir beslag en andere vormen van bewaring van recht, voor zover de gemeente ter zake geen executoriale titel heeft en elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art 700 e.v. Rv, artikel 160 lid 3 Gemeentewet |
nee |
|
het ontwerpen van een door de minister vast te stellen selectielijst |
artikel 5 Archiefwet |
nee |
|
het aanwijzen van toezichthouders en het uitgeven van een legitimatiebewijs voor toezichthouders |
artikel 5:11. 5.12 en 5:14 Awb |
nee |
|
het nemen van beslissingen inzake autorisaties en bevoegdheden van medewerkers ten aanzien het gebruik van software of uploaden of downloaden en verwerken van informatie naar of van derden |
art. 160 Gemeentewet, AVG |
nee |
|
het vaststellen van werkinstructies |
onder meer handboek Kwaliteit, Arbo en Milieuzorg, beleid |
nee |
|
het nemen van maatregelen tegen derden wegens ontoelaatbaar gedrag jegens medewerkers, waaronder het schriftelijk waarschuwen, het doen van aangifte en het opleggen van een contactbeperking en/of een toegangsverbod van gemeentelijke terreinen en gebouwen |
art. 160 Gemeentewet, integriteitsbeleid, agressiebeleid |
nee |
Personen werkzaam in de hieronder genoemde functies zijn bevoegd tot:
bevoegdheid |
regeling |
TM |
functie |
algemeen voorbereiding en uitwerking besluiten raad, college en burgemeester |
|||
het doen van feitelijke- en rechtshandelingen ter directe voorbereiding van door de raad, het college dan wel de burgemeester te nemen besluiten, zowel bestuursrechtelijk als privaatrechtelijk, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald, en voor zover deze niet expliciet aan deze bestuursorganen zelf zijn voorbehouden |
art. 160 gemeentewet en andere dan onderstaande specifieke bepalingen |
alle functies O |
|
het doen van feitelijke- en rechtshandelingen ter directe uitvoering of uitwerking van door het college genomen besluiten, zowel bestuursrechtelijk als privaatrechtelijk, waaronder het nemen van besluiten, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 160 gemeentewet en andere dan onderstaande specifieke bepalingen |
de functies die betrokken zijn bij de voorbereiding van het collegebesluit O |
|
algemeen – projecten, programma’s |
|||
het doen van feitelijke- en rechtshandelingen ter directe voorbereiding, uitvoering of uitwerking van een door het college of de raad vast te stellen dan wel vastgesteld project of programma, zowel bestuursrechtelijk als privaatrechtelijk, waaronder het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten |
160 Gemeentewet, Awb, kaders en voorwaarden zoals vastgesteld in het programma of het project |
projectleider, programmamanager O |
|
algemeen – informatie (AVG, Wob/Woo) |
|||
het toewijzen of afwijzen van een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid |
art. 3 – 6 Wet openbaarheid van bestuur |
Privacy Officer IB, juristen A |
|
het toewijzen of afwijzen van een verzoek om hergebruik van informatie als bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie |
art. 3 en 4 Wet hergebruik van overheidsinformatie |
Privacy Officer IB, juristen A |
|
het verstrekken van informatie anderszins |
art. 2 lid 1 Wob |
alle functies O |
|
het beslissen op een verzoek om informatie, een verzoek om wijziging, een verzoek om correctie en een verzoek om verwijdering(vergetelheid) |
AVG, UAVG |
Privacy Officer, beleidsmedewerker IB beleidsmedewerker informatisering WJ, juristen A |
|
het aangaan van overeenkomsten voor het verwerken van persoonsgegevens met derden (verwerkersovereenkomsten) of met andere verwerkingsverantwoordelijken in de keten |
AVG, UAVG |
idem |
|
algemeen – Awb |
|||
het doorzenden van aanvragen naar het juiste bestuursorgaan |
art. 2.3 Awb |
alle functies O |
|
het weigeren van op onjuiste wijze verzonden berichten |
art. 2.15 lid 2 Awb |
idem |
|
het niet in behandeling nemen van aanvragen |
art. 4:5 Awb |
idem |
|
het bepalen en verlengen van de beslistermijn voor besluiten, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
artt. 3:18, 4:13 en 4:14 Awb, bijzondere wetten, verordeningen |
idem |
|
het alsnog voorwaarden verbinden aan een beschikking van rechtswege of het intrekken van die beschikking wegens ernstige gevolgen voor het algemeen belang |
art. 4:20f Awb |
TML |
idem |
het beslissen op bezwaarschriften anders dan op het gebied van personeel en gemeentelijke belastingen |
artt. 6:6, 6:10, 7:10 en 7:11 Awb collegebesluit 26 oktober 2021 |
TMC |
personen in functies die het besluit hebben voorbereid O |
het beslissen op beroep, ingesteld tegen een besluit op een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen |
Awr, Uitvoeringsregeling Invorderingswet |
TMC |
senior belastingen en juridisch medewerker belastingen IB |
algemeen – financieel |
|||
het nemen van besluiten inzake de verschuldigdheid van dwangsommen wegens het besluiten buiten de wettelijke termijn, en de vaststelling van de hoogte daarvan, alsmede terugvordering van teveel betaalde dwangsommen |
art. 4:18 en 4:20 Awb; 4:20d Awb |
alle functies O |
|
het vaststellen van de verplichting tot betaling van een bestuursrechtelijke geldschuld, het verlenen van uitstel van betaling, en het treffen van een betalingsregeling, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 4:85 en 4: 86 Awb; art. 4:94 Awb |
idem |
|
het verlenen van een voorschot, alsmede het intrekken of wijzigen van die beschikking, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 4:95 en 4: 96 Awb |
TML |
idem |
het vaststellen van de verschuldigde wettelijke rente |
art. 4:99 Awb |
idem |
|
het uitzetten van middelen via callgeld, deposito’s met een looptijd korter dan 1 jaar, en spaarrekeningen |
art. 160 Gemeentewet, BBV, begroting, financiële verordening |
administrateur F |
|
het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld |
art. 160 Gemeentewet, BBV begroting, financiële verordening |
idem |
|
het nemen van beslissingen betreffende het innen van vorderingen en het afboeken van vorderingen, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
art. 160 Gemeentewet |
invorderingsambtenaar, administrateur F TML: alle andere functies O |
|
algemeen – subsidies |
|||
het verlenen van subsidies waarvan het bedrag en de naam van de begunstigde in de (bijlage bij) de begroting zijn opgenomen met een bedrag van € 100.000,00 of minder, alsmede het vaststellen, weigeren en terugvorderen daarvan, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
Algemene subsidieverordening, Subsidieparagraaf begroting Besluit budgetregels, productenraming |
(deel)budgethouders, voor zover aangewezen t.a.v. het betreffende product O,medewerker welzijn BS |
|
het verlenen van overige subsidies die geregeld zijn in beleid of verordening, met een bedrag van € 50.000,00 of minder, alsmede het vaststellen, weigeren en terugvorderen daarvan, voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald |
Algemene subsidieverordening, subsidiebeleid, subsidieplafonds, begroting, Besluit budgetregels, productenraming |
(deel)budgethouders, voor zover aangewezen t.a.v. het betreffende product O, medewerker welzijn BS |
|
het besluiten over het aangaan van budgetsubsidiecontracten bij subsidies tot een bedrag van 100.000,00 per jaar |
Algemene subsidieverordening art. 160 Gemeentewet, art 4:36 Awb, beleidsnota’s |
beleidsmedewerker BS |
|
het verlenen van subsidie in relatie tot zwemmen en andere sportbeoefening, volgens de vastgestelde toewijzingssystematiek, alsmede de vaststelling, weigering en terugvordering daarvan |
Algemene subsidieverordening, andere subsidieverordeningen, beleidsregels Besluit budgetregels, Productenraming |
medewerker exploitatie Z, mdw accommodatiebeheer B beleidsmedewerker sport BS |
|
algemeen – privaatrecht |
|||
het besluiten over een verzoek tot verklaring van recht |
art. 160 Gemeentewet |
jurist A, beleidsmedewerker O |
|
het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, waaronder het sluiten van overeenkomsten, voor zover de in de productenraming opgenomen productbudgetten hierin voorzien en voor zover elders in deze lijst niet anders is bepaald, met dien verstande dat bij een opdrachtwaarde hoger dan € 50.000,00 goedkeuring van de teamleider en begeleiding door een inkoper vereist is |
art. 160 Gemeentewet Besluit budgetregels Productenraming |
(deel)budgethouders, voor zover aangewezen ten aanzien van het product O |
|
het beslissen omtrent de wijze van inkoop bij diensten en leveringen, met dien verstande dat de keuze voor enkelvoudige inkoop slechts kan, indien de opdrachtwaarde de € 70.000,00 niet overstijgt |
Aanbestedingswet, Inkoopbeleid, Gids proportionaliteit |
idem |
|
het beslissen omtrent de wijze van inkoop bij werken, met dien verstande dat de keuze voor enkelvoudige inkoop slechts kan, indien de opdrachtwaarde de € 150.000,00 niet overstijgt, en de keuze voor meervoudig onderhands slechts kan indien de opdrachtwaarde de € 2.000.000,00 niet overstijgt |
Aanbestedingswet, Inkoopbeleid, Gids Proportionaliteit |
idem |
|
het besluiten woningbouwkavels, kavels op bedrijventerreinen, overhoeken (gemeentelijk plantsoen, direct grenzend aan particuliere tuinen, zonder of met een geringe zelfstandige publieke functie), al dan niet te verkopen |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerker grondzaken, medewerker grondzaken RBP |
|
het besluiten omtrent het vaststellen van de grenzen van het perceel |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het besluiten tot het splitsen en samenvoegen van percelen |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerker grondzaken, medewerker grondzaken RBP |
|
het besluiten omtrent verjaring van gemeentegrond |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het besluiten tot het vestigen, wijzigen en doorhalen van beperkte zakelijke rechten op gemeentelijke eigendommen |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerkers, medewerker grondzaken, projectleider, mdw riool- en wegbeheer RBP, coördinator buitendienst, coördinator kabels/ leidingen, mdw accommodatiebeheer, mdw bouwaangelegenheden B mdw facilitair bedrijf, senior facilitair bedrijf G |
|
het besluiten tot het vestigen, wijzigen en doorhalen van beperkte rechten ten behoeve van gemeentelijke eigendommen of ten behoeve van gemeentelijke belangen op eigendom van een derde |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het besluiten gemeentegrond al dan niet te verpachten, te verhuren of in gebruik te geven |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerker grondzaken, medewerker grondzaken, projectleider RBP medewerker accommodatiebeheer, mdw bouwaangelegenheden B mdw facilitair bedrijf, senior facilitair bedrijf G |
|
het nemen van beslissingen inzake het verhuren of verpachten van gemeentelijke gebouwen, voor onbepaalde tijd |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het nemen van beslissingen inzake het verhuren in gebruik geven of verpachten van gemeentelijke gebouwen voor bepaalde tijd |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerker grondzaken, medewerker grondzaken, projectleider RBP medewerker accommodatiebeheer, mdw bouwaangelegenheden B mdw facilitair bedrijf, senior facilitair bedrijf G |
|
het nemen van beslissingen inzake het verhuren van standplaatsen voor woonwagenbewoning c.a. alsmede het verhuren van woonwagens |
art. 160 Gemeentewet |
TML |
beleidsmedewerker woonwagenzaken OV |
het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor: onderhoud; kleine aanpassingen; onderhoud en levering van technische installaties (telefonie, geluid, presentatie apparatuur, huishoudelijke dienst en keuken, archivering, klimaat etc.) ten behoeve van gemeentelijke gebouwen, accommodaties, gronden en installaties |
art. 160 Gemeentewet Door college vastgestelde onderhoudsplannen Inkoophandboek vervangingsbeleid |
projectleider RBP, mdw accommodatiebeheer, mdw bouwaangelegenheden B mdw facilitair bedrijf, senior facilitair bedrijf G |
|
het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor: het onderhoud van hardware en software (Licenties), al dan niet meerjarig; de aankoop van hardware en software (Licenties); het inhuren van personeel voor 3e lijns ondersteuning I&A en technische ondersteuning bij projecten met een kortlopend karakter, tot vijf dagen |
Inkoophandboek vervangingsbeleid |
mdw systeembeheer, mdw zaaksysteem, mdw CAD/GIS, senior informatisering, administrateur IB |
|
algemeen – bestuursrechtelijke handhaving |
|||
het nemen van besluiten inzake de aan de burgemeester dan wel burgemeester en wethouders toegekende handhavingsbevoegdheid ter handhaving van door of krachtens de wet, verordening, bestemmingsplan of andere algemeen verbindende voorschriften gestelde regels en voorschriften, waaronder het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, het uitvoeren van bestuursdwang, verzegeling, het meenemen van zaken, het verkopen of vernietigen daarvan, invordering van verbeurde dwangsommen, en het geven van bevelen of aanwijzingen |
art. 125 Gemeentewet Afd. 5.3.1 en Afd. 5.3.2 Awb art. 7.1 Wro, art. 5.2 Wabo, art. 92 Woningwet, art. 18.1b en 18.2 e.v. Wm; overige regelingen die handhavingsbevoegdheid geven, waaronder de Wet geluidhinder, Wet bodembescherming, Alcoholwet (w.o. art.19a en 44), Wmo, Jeugdwet, Wet op de Kansspelen, Wegenwet, Bouwbesluit, bestemmings-plannen; verordeningen waaronder de Apv, Verordening Leefomgeving, beheers-verordening begraafplaatsen en Afvalstoffenverordening, en beleid, waaronder het beleid woonwagenzaken |
alle functies OV en RBP handhaver, juridisch kwaliteitsmedewerker BS kwaliteitsmedewerker IWO,coördinator buitendienst G |
|
het nemen van besluiten inzake de door de wet of een verordening aan de burgemeester dan wel burgemeester en wethouders toegekende bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen, waaronder het opleggen en afstemmen (verhoging dan wel verlaging) van de boete, het horen, het opmaken van een proces verbaal of rapport, en invordering |
art. 154b - n Gemeentewet Afd. 5.4.1. en Afd. 5.4.2 Awb Diverse wetten, waaronder de Participatiewet (art. 18a) IOAZ (art. 20a) en IOAW (art. 20a), diverse verordeningen en beleidsregels, waaronder de Verordening Leefomgeving |
beleidsmedewerker RBP, juridisch medewerker en toezichthouder OV, coördinator Buitendienst G consulent ic, kwaliteitsmedewerker, medewerker administratie team inkomen, controlemedewerker /toezichthouder, consulent inkomen IWO |
|
algemeen – handhaving anderszins |
|||
het aanschrijven van een wederpartij wegens overtreding van een bepaling in een overeenkomst, voor zover niet anders bepaald in deze lijst |
art. 160 Gemeentewet, overeenkomst |
teamleiders, (deel) budgethouders voor zover de overeenkomst valt onder aan hen toegewezen budget. O |
|
het aanschrijven van een wederpartij wegens overtreding of schending van een bepaling in een anterieure overeenkomst, huur, pacht, gebruiks- of koopovereenkomst of een bepaling bij een zakelijk (beperkt) recht |
art. 160 Gemeentewet, overeenkomst |
teamleiders O, beleidsmedewerker grondzaken, projectleider RBP, mdw accommodatiebeheer, mdw bouwaangelegenheden B mdw facilitair bedrijf, senior facilitair bedrijf, coördinator Buitendienst G |
|
het aansprakelijk stellen van derden uit onrechtmatige daad, alsmede voorbereidings- en vervolghandelingen |
art. 6:162 e.v. BW, art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het doen van aangifte van misdrijf of overtreding bij de politie |
artt 160 – 162 WSv |
idem |
|
basisregistraties |
|||
het verstrekken van gegevens aan de Waarderingskamer als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de wet WOZ |
art. 4 lid 2 wet WOZ |
senior belastingen IB |
|
het vragen van inlichtingen bij de afnemers die nodig zijn voor een juiste uitvoering als bedoeld in artikel 32 wet WOZ |
art. 32 wet WOZ |
idem |
|
het nemen van beslissingen tot bijhouding en mutatie van de basisregistratie personen |
Wet brp, Besluit brp en Regeling brp, Reglement brp |
mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het verstrekken van gegevens aan derden en bestuursorganen dan wel het al dan niet gedeeltelijk weigeren daarvan |
Wet brp, hoofdstuk 3 |
idem |
|
het stellen van termijnen en het verzoeken tot het geven van inlichtingen, stukken, vertalingen van stukken e.d.; het oproepen in persoon te verschijnen |
Wet brp, par. 5 |
idem |
|
het opnemen of weigeren van bijschrijvingen op de persoonslijst |
art. 2.56 Wet brp |
idem |
|
het weigeren van als authentiek aangeleverde documenten betreffende de burgerlijke staat als akte te accepteren |
art. 2:44 e.v. Wet brp |
idem |
|
het nemen van besluiten omtrent de afgifte van gewaarmerkte afschriften uit de basisregistratie personen |
art. 2.55 Wet brp |
idem |
|
het besluiten al dan niet ambtshalve over te gaan tot: inschrijving; het niet of niet geheel aan een aangifte gevolg te geven; het opnemen van afwijkende gegevens in de basisadministratie personen en het maken van aantekeningen over de juistheid van algemene gegevens |
art. 2.19 e.v. Wet brp |
idem |
|
het nemen van beslissingen omtrent verzoeken tot verwijdering van gegevens, geheimhouding, verbetering, naamgebruik en inzage |
art. 2.57 e.v. Wet brp |
idem |
|
het afnemen van een verklaring onder ede of belofte |
Wet brp |
mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het bijhouden van geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie, afstemming over begrenzing en onderlinge aansluiting van objecten |
art. 11 en 12 Wet bgt |
mdw BAG/WOZ (beleids) mdw CAD/GIS, mdw basisregistraties, WOZ-taxateur, mdw belastingen IB |
|
het wijzigen dan wel opnemen van authentieke gegevens en het doen van meldingen en berichten |
art. 27 Wet bgt |
idem |
|
het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen |
art. 6 Wet bag en artikel 3 lid 1 en 5 Verordening straat-naamgeving en huisnummering |
idem |
|
het vaststellen van de afbakening van standplaatsen, ligplaatsen, panden en verblijfsobjecten, waaronder het vaststellen van de definitieve geometrie |
art. 6, 7 en 8 Wet bag en artikel 3 lid 3, 4 en 5 Verordening straat-naamgeving en huisnummering |
idem |
|
het nummeren en hernummeren van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen en het intrekken van de nummering |
art. 6 Wet bag en art. 3 lid 2, 4 en 5 Verordening straatnaamgeving en huisnummering |
idem |
|
het aanbrengen van mutaties in de bag-registraties, waaronder het opnemen, wijzigen en verwijderen van authentieke gegevens |
artikel 14a en 15 Wet bag, Artt. 39, 40 en 41 Wet bag |
idem |
|
het verklaren over en het constateren van de feitelijke situatie en het opmaken van brondocumenten daarvan, waaronder het proces-verbaal van constatering |
art. 6a en artikel 10 Wet bag |
idem |
|
het vaststellen van nadeelcompensatie in verband met hernummering van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen |
art. 8 Verordening straatnaamgeving en huisnummering |
mdw BAG/WOZ (beleids) mdw CAD/GIS, mdw basisregistraties, WOZ-taxateur, mdw belastingen IB |
|
het nemen van beslissingen op verzoeken om inzage in of verstrekking van gegevens |
art. 31 en 32 Wet bag |
idem |
|
het verklaren over en het constateren van de feitelijke situatie en het opmaken van brondocumenten daarvan, waaronder het proces-verbaal van constatering |
art. 6a en artikel 10 Wet bag |
mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G; mdw BAG/WOZ (beleids) mdw CAD/GIS, mdw basisregistraties, WOZ-taxateur, mdw belastingen IB |
|
burgerzaken |
|||
het afgeven van volmachten en kiezerspassen |
art. L6 en K4 Kieswet |
mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het afgeven van een Verklaring tot deelname aan verkiezingen in andere lidstaten van de EU |
art. Y 33 Kieswet |
idem |
|
het nemen van besluiten omtrent het in behandeling nemen van aanvragen en het uitreiken van: Nationale paspoorten, reisdocumenten voor vluchtelingen en reisdocumenten voor vreemdelingen; Nederlandse identiteitskaarten het nemen van besluiten op verzoeken tot wijziging het weigeren of vervallen verklaren van reisdocumenten |
art. 26 en 40 Paspoortwet art. 42 Paspoortwet art. 42 Paspoortwet art. 43 Paspoortwet art. 44 Paspoortwet |
mdw burgerzaken, senior burgerzaken G |
|
het inwinnen van gegevens uit de algemene documentatieregisters i.v.m. een verzoek tot naturalisatie tot Nederlander |
art. 5 lid 1 Besluit inlichtingen justitiële documentatie |
idem |
|
het nemen van beslissingen en het uitvoeren van taken inzake naturalisatie-verzoeken en verklaringen tot het verkrijgen en afstand doen van het Nederlanderschap, waaronder de bevestiging en weigering, en het uitvoeren van alle handelingen inzake de uitreiking van de bevestiging van de Nederlandse nationaliteit door optie of naturalisatie (naturalisatieceremonie) |
art. 21 Rijkswet op het Nederlanderschap, Besluit verkrijging en verlies van het Nederlanderschap, Regeling verkrijging en verlies van het Nederlanderschap |
idem |
|
het nemen van beslissingen inzake het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 in ondermandaat namens de Minister |
art. 8 Regeling verkrijging en verlies van het Nederlanderschap |
idem |
|
het afgeven van verklaringen betreffende legalisatie van handtekeningen |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het besluiten tot het aangaan van de overeenkomst “trouwen op locatie naar eigen keuze” |
BenW-besluit van 1 juni 2002 |
idem |
|
het besluiten op verzoeken tot het benoemen van personen voor het eenmalig voltrekken van een huwelijk of het vestigen van een geregistreerd partnerschap (eendaagse benoeming) |
BenW-besluit van 5 juli 2011 |
idem |
|
het afgeven van, het weigeren, ongeldig verklaren, innemen, intrekken en in ontvangst nemen van een rijbewijs en internationaal rijbewijs |
art. 116 e.v. Wegenverkeerswet |
idem |
|
het afgeven van Laissez-passer voor lijken |
int. ovk. vervoer lijken 26-10-1973, Trb 1975,95 art. 11, 12 Besl. lijkbezorging |
mdw burgerzaken, senior burgerzaken G |
|
het besluiten tot afwijking van de termijn voor lijkbezorging |
art. 17 Wet op de lijkbezorging |
idem |
|
het afgeven van verloven tot ontleding |
art. 68 Wet op de lijkbezorging |
idem |
|
het afgeven van de akte van uitgifte van eigen (urnen)graf, eigen urnennissen en eigen gedenkplaatsen, alsmede het verlengen van de uitgiftetermijn |
Beheersverordening Begraafplaatsen |
idem |
|
het weigeren van de aanvraag om verlenging van de uitgiftetermijn |
idem |
idem |
|
het verlenen van een vergunning voor het aanbrengen van een monument op één eigen (urnen)graf, eigen urnennis of een eigen gedenkplaats |
idem |
idem |
|
het vaststellen van afwijkende openingstijden op algemeen erkende of daarmee gelijkgestelde feestdagen in de zin van art. 3 van de Algemene Termijnwet of andere door burgemeester en wethouders aangewezen dagen |
Reglement Burgerlijke Stand 2019 |
TML |
idem |
het doen van de maandelijkse opgave aan de ontvanger der Successierechten |
KB 18-10-1993, nr. 2 |
idem |
|
sociale zaken - inkomensvoorzieningen |
|||
het besluiten inzake bijstand in welke vorm dan ook (Participatiewet en Bbz) of uitkering (Ioaw en Ioaz), inclusief toeslagen, alsmede te besluiten tot intrekking, herziening, afstemming van het recht, verhoging of verlaging van de norm, verhoging of verlaging van een maatregel (afstemming) opschorting, terug- en invordering, verhoging of verlaging terugvordering, kwijtschelding, verhaal, omzetting en verrekening daarvan, het opleggen van een boete of maatregel en het opleggen van een waarschuwing in plaats van een boete of maatregel |
Participatiewet, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz en hierop gebaseerde verordeningen |
consulent inkomen, consulent werk, handhaver, kwaliteitsmedewerker, accountmanager bedrijfs-contacten, consulent Bbz IWO |
|
het opschorten van de uitbetaling van bijstand of uitkering, of het betalen in een andere periode |
Participatiewet, Bbz 2004, Ioaw en Ioaz |
consulent inkomen, consulent werk, handhaver, kwaliteitsmedewerker, accountmanager bedrijfs-contacten, consulent Bbz IWO |
|
het verlenen van een voorschot |
Participatiewet, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz |
idem |
|
het verbinden van verplichtingen aan de bijstand of uitkering en het ontheffen, opschorten of voortzetten van daaraan verbonden verplichtingen, inclusief de vaststelling van de plicht tot arbeidsinschakeling en de plicht tot het leveren van een tegenprestatie, het bepalen van de tegenprestatie, alsmede het opschorten en intrekken van die besluiten |
Participatiewet, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz en hierop gebaseerde verordeningen |
idem |
|
het vaststellen, evalueren en bijstellen van een Plan van Aanpak, het aanbieden van een voorziening voor re-integratie of activering (ondersteuning, trajecten, scholing, participatieplaatsen, participatievoorziening beschut werk sociale activering e.d.), alsmede het intrekken of beëindigen daarvan, het terugvorderen van kosten van de voorziening, het opleggen van een tegenprestatie, en het verbinden van verplichtingen aan een voorziening |
Participatiewet, Ioaw, Ioaz Re-integratieverordening juli 2015 |
idem |
|
het vaststellen van de loonwaarde en het laten verrichten van onbetaalde werkzaamheden ter vaststelling van de loonwaarde |
Participatiewet |
accountmanager werk, consulent werk IWO |
|
het al dan niet ambtshalve vaststellen of en in hoeverre een belanghebbende urenbeperkt is |
Participatiewet |
idem |
|
het besluiten tot weigering of toekenning van individuele inkomenstoeslag, alsmede herziening en intrekking |
Participatiewet, Verordening individuele inkomenstoeslag |
consulent inkomen, handhaver, kwaliteitsmedewerker IWO |
|
het besluiten tot weigering of toekenning van individuele studietoeslag, alsmede herziening en intrekking |
Participatiewet, Verordening individuele studietoeslag |
idem |
|
het besluiten tot het inschakelen van derden voor de uitvoering van de voorziening voor re-integratie, activering of beschut werk |
artikel 160 Gemeentewet Re- integratieverordening juli 2015 en re-integratiebeleid |
accountmanager werk, consulent werk IWO |
|
het verstrekken van subsidie voor scholing of werkaanvaarding, alsmede het intrekken en terugvorderen daarvan |
Participatiewet, Ioaw, Ioaz en hierop gebaseerde verordeningen |
idem |
|
het verstrekken van loonkostensubsidies/ plaatsingssubsidies, alsmede het intrekken en terugvorderen daarvan |
Participatiewet |
idem |
|
het besluiten op aanvragen voor deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering |
Verordening Minimaregelingen |
consulent inkomen IWO |
|
het beslissen over het vestigen of doorhalen van hypotheekrechten |
Abw, Bbz 2004, Wwb, Participatiewet |
consulent inkomen, accountmanager bedrijfs-contacten, consulent Bbz IWO |
|
het besluiten tot verhaal in rechte |
art. 61 Participatiewet |
consulent inkomen, handhaver, kwaliteitsmedewerker, accountmanager bedrijfs-contacten, consulent Bbz IWO |
|
sociale zaken – maatschappelijke ondersteuning |
|||
het besluiten inzake toekenning, heroverweging, herziening, intrekking, wijziging en beëindiging van Wmo-maatwerkvoorzieningen, alsmede terugvordering daarvan |
Wmo 2015, Verordening maatschappelijke ondersteuning |
consulent Wmo, beleidsmedewerker informatisering WJ |
|
het besluiten omtrent een verzoek tot verstrekking van een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget en het intrekken en terugvorderen daarvan |
art. 2.3.6 Wmo 2015 |
idem |
|
het besluiten omtrent verhaal van kosten voor zover hiervoor geen overeenkomst als bedoeld in art. 2.4.4 Wmo 2015 is gesloten |
art 2.4.1 e.v. Wmo 2015 |
consulent Wmo, beleidsmedewerker informatisering WJ |
|
het besluiten inzake de verstrekking van persoonsgegevens |
par. 5.3 Wmo 2015 |
idem |
|
het verstrekken van een blijk van waardering voor mantelzorgers, voor zover dit is bepaald door het college |
Wmo 2015, collegebesluit |
idem |
|
het besluiten inzake een verzoek tot tegemoetkoming in de meerkosten chronisch zieken en gehandicapten, voor zover bepaald door het college |
Wmo 2015, collegebesluit |
idem |
|
sociale zaken – Jeugdhulpverlening |
|||
het besluiten inzake toekenning, wijziging en beëindiging van voorzieningen, alsmede terugvordering daarvan |
Jeugdwet (o.m. art. 2.3 en art. 8.1.5), Verordening Jeugdhulp |
beleidsmedewerker BS coördinator zorg, , medewerker jeugdteam, deelnemer MDO, administratief medewerker cjg, jeugdconsulent WJ |
|
het indienen van een verzoek gericht op verkrijgen van een machtiging als bedoeld in artikel 6.1.2 – 6.1.4. Jeugdwet |
art. 6.1.8 Jeugdwet |
idem |
|
het besluiten op een verzoek om jeugdhulp in de vorm van een Persoonsgebonden budget, alsmede een besluit te herzien of in te trekken |
art. 8.1.1; art. 8.1.4 Jeugdwet |
idem |
|
het doen van verzoeken tot onderzoek bij de Raad voor Kinderbescherming |
art. 2.4 Jeugdwet |
beleidsmedewerker BS coördinator zorg, , medewerker jeugdteam, deelnemer MDO. Jeugdconsulent WJ |
|
sociale zaken – overig |
|||
het besluiten inzake de toelating tot de schuldhulpverlening en het besluiten inzake de schuldhulpverlening, waaronder de weigering, beëindiging en het opleggen van verplichtingen aan de verzoeker |
artt. 3 en 4a Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, en daarop gebaseerde regelgeving, Re-integratieverordening |
beleidsmedewerker schuldhulpverlening BS budgetconsulent IWO |
|
het indienen van een verzoek om een moratorium bij de rechtbank |
art. 5 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en daarop gebaseerde regelgeving |
idem |
|
het besluiten over de ontheffing van de inburgeringsplicht; het aanbieden van een inburgerings- of een taalkennisvoorziening al dan niet in combinatie met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling inning en verrekening van de eigen bijdrage en bestuurlijke boete handhaving van de plichten uit of krachtens de Wet inburgering het opleggen van een bestuurlijke boete |
Wet inburgering Verordening Wet inburgering Midden-Drenthe titel 5.4 Awb |
consulent inkomen, consulent werk, handhaver IWO |
|
het besluiten: tot toewijzen van een verzoek om exploitatie van een kindercentrum of gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang tot opname in het LRK of tot weigering tot wijziging van de gegevens in het LRK tot verwijdering uit het LRK tot het geven van een aanwijzing, bevel en overige handhavingsbeschikkingen uit de wet tot het verbieden de exploitatie voort te zetten of in exploitatie te nemen |
artt. 1.46, 1.47 1.47a 1.61 e.v., 1.65, 1.66 Wet Kinderopvang; Hoofdstuk 5 Awb, en artt. 7, 8 en 10 Besluit landelijk register kinderopvang |
beleidsmedewerker Wet kinderopvang BS, medewerker welzijn, medewerker exploitatie BS |
|
het besluiten tot opleggen van een boete, alsmede het horen van belanghebbende(n) en het doen van voorbereidende en uitvoerende handelingen |
art. 1.72 Wet Kinderopvang; art. 5:40 e.v. Awb |
TML |
beleidsmedewerker Wet kinderopvang BS |
het al dan niet toekennen van een tegemoetkoming op grond van artikel 1.13 Wet Kinderopvang alsmede te besluiten tot voortzetting daarvan |
Wet Kinderopvang art. 1.13 |
beleidsmedewerker Wet kinderopvang, medewerker welzijn BS, consulent inkomen IWO |
|
het al dan niet ambtshalve toekennen of weigeren van een uitkering voor activiteiten, of een renteloze lening in het kader van de pc-regeling, alsmede terugvordering of beëindiging daarvan |
Verordening Minimaregelingen |
consulenten inkomen, handhaver IWO mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het besluiten tot het afnemen van producten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) |
Participatiewet, Ioaw, Ioaz |
TML |
beleidsmedewerker BS, accountmanager werk, consulent werk IWO |
het middels het Digitaal verantwoordingssysteem (DVS) aanleveren van uitvoeringsinformatie en voorlopige uitvoeringsinformatie over de WWB, Participatiewet, IOAW, IOAZ en het Bbz 2004 |
art. 17 Financiële-verhoudingswet en Ministeriële regeling |
TML |
beleidsmedewerker BS |
onderwijs |
|||
het besluiten tot het aangaan van contracten voor volwasseneneducatie |
Samenwerkingsovereenkomst |
beleidsmedewerker volwasseneneducatie BS |
|
het besluiten op aanvragen om een bijdrage in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, voor zover deze vallen binnen de door de raad vastgestelde begroting en het door het college vastgestelde activiteitenplan |
Besluit landelijk beleidskader gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, gemeentelijk beleid |
beleidsmedewerker BS |
|
het besluiten op aanvragen voor leerlingenvervoer |
Verordening Leerlingenvervoer |
leerplichtambtenaar, medewerker leerlingenvervoer, medewerker leerplichtadministratie IWO |
|
het nemen van besluiten tot het bepalen van en verlengen van vervangende leerplicht, aanwijzing van een arts, verlof en vrijstelling van de onderwijsplicht |
art. 3a, 3b, 7 (aanwijzing arts e.d.) 14 lid 3 en 15 Leerplichtwet 1969 |
leerplichtambtenaar IWO |
|
het doen van opgave van de omvang en behandeling van verzuim aan de Minister |
art. 25 Leerplichtwet |
leerplichtambtenaar IWO |
|
Wet ruimtelijke ordening |
|||
het vaststellen van een wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan, alsmede het weigeren van een aanvraag daartoe |
art. 3.9a jo. 3.6 lid 1 onder a en b Wro |
TMC |
alle functies OV en RBP |
het nemen van besluiten inzake het heffen van een recht voor de behandeling van de aanvraag om tegemoetkoming in schade als genoemd in artikel 6.1 Wro |
art. 6.4 en 6.1 Wro |
juridisch medewerker OV |
|
het niet-ontvankelijk verklaren van een aanvraag om tegemoetkoming in schade als genoemd in artikel 6.1 Wro wegens het niet voldoen van het recht |
art. 6.4 lid 2 Wro, art. 6.1 Wro |
idem |
|
het afwijzen van een aanvraag om tegemoetkoming in schade als genoemd in artikel 6.1 Wro wegens het niet voldoen aan het ontvankelijkheidsvereiste van artikel 6.1 lid 4 of 5 Wro (indiening na de termijn van 5 jaren) |
art. 6.1 lid 4 en 5 Wro |
TML |
idem |
het afwijzen van een aanvraag om tegemoetkoming in schade als genoemd in artikel 6.1 Wro bij kennelijke ongegrondheid |
art. 6.1 Wro, art. 6.1.3.1 lid 1 Bro |
TML |
idem |
het vaststellen van een tegemoetkoming in schade in verband met in de wet genoemde oorzaken (o.m. ruimtelijke plannen), dan wel het weigeren daarvan in gevallen waarin de aanvraag niet kennelijk ongegrond is |
art. 6.1 Wro |
TMC |
juridisch medewerker OV |
het besluiten dat het bouwen moet worden gestaakt of niet kan worden aangevangen wegens het niet betalen van de exploitatiebijdrage |
art. 6:21 Wro |
TML |
alle functies OV en RBP |
Wet milieubeheer |
|||
het beslissen over de vraag of een MER moet worden gemaakt bij de voorbereiding van een besluit |
artt. 7.2 lid 1 onder b, 7:17 en 7:19 Wm |
alle functies OV en RBP |
|
het weigeren van een melding (constateren van incompleetheid melding) |
art. 8:41 Wm en Besluiten Wm |
idem |
|
het stellen van maatwerkvoorschriften voor een meldingsplichtige inrichting |
art. 8:42 Wm en Besluiten Wm |
idem |
|
Omgevingsvergunningen - Wabo |
|||
procedure |
|||
het niet in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning |
Bor, Mor, art. 4:5 Awb, art. 3.18 lid 2 en 3 Wabo, |
alle functies OV en RBP |
|
het niet in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning om de reden dat deze niet samenvalt met een melding ingevolge 8:41a Wm |
art. 8:41a lid 2 Wm |
idem |
|
het bepalen dat een geheel omvattende omgevingsvergunning wordt aangevraagd die oudere vergunningen vervangt |
art. 2.6 Wabo |
idem |
|
het beoordelen van de aanvraagprocedure en aanvrager daarvan te berichten |
art. 3.1 lid 3 Wabo |
idem |
|
het bepalen dat de toepassing van afdeling 3.4 Awb of artikel 3.1 Wabo geheel of gedeeltelijk achterwege wordt gelaten |
art. 3:10 lid 2 Wabo |
TML |
idem |
het bepalen dat de toepassing van afdeling 3.4 Awb, artikel 3.44 Awb, 2.26 en 3.19 Wabo geheel of gedeeltelijk achterwege wordt gelaten in staatsbelang |
art. 3.2 Wabo |
TML |
alle functies OV en RBP |
het aanhouden van de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 onder g of h |
art. 3.4 Wabo |
idem |
|
het verlengen van de afhandelingstermijn van de aanvraag van een omgevingsvergunning |
artt. 3.9 lid 2, 3.11 lid 4, Wabo en 3:12 lid 8 Wabo jo. 3:18 Awb |
idem |
|
inhoudelijk |
|||
het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van de in het bestemmingsplan of beheersverordening opgenomen regels inzake afwijking |
artt. 2.4, 2.10 lid 2, 2.11 lid 2 (jo.) 2.12 lid 1 onder a ten 1e Wabo |
idem |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan in de bij AmvB aangewezen gevallen |
artt. 2.4, 2.10 lid 2, 2.11 lid 2 (jo.) 2.12 lid 1 onder a ten 2e Wabo en artikel 4 e.v. Bor |
idem |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan indien niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening en gemotiveerd met een goede ruimtelijke onderbouwing |
artt. 2.4, 2.10 lid 2, 2.11 lid 2 (jo.) 2.12 lid 1 onder a ten 3e Wabo |
TML |
idem |
het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van afwijkingsregels in een exploitatieplan, een provinciale of ministeriële aanwijzing, of een voorbereidingsbesluit |
artt. 2.4, 2.10 lid 2, 2.11 lid 2 (jo.) 2.12 lid 1 onder b, c of d Wabo |
idem |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning, alsmede het wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken en het wijzigen van de voorschriften daarvan, in overige gevallen indien daarvoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is |
verlenen: artt. 2.4 en 3.10 Wabo intrekken: artt. 2.5 lid 5, 2.33, 3.15 lid 3, 3:23, 5.19 lid 1 onder a en 5.19 lid 4 onder b Wabo wijzigen: artt. 2.5 lid 6, 2.31 Wabo |
idem |
|
het verlenen van een omgevingsvergunning, alsmede het wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken, en het wijzigen van de voorschriften daarvan, in overige gevallen |
verlenen: art. 2.4 Wabo intrekken: artt. 2.5 lid 5, 2.33, 3.15 lid 1 en 2, 5.19 lid 1 onder a, en 5.19 lid 4 onder b wijzigen: artt. 2.5 lid 6, 2.31 Wabo |
alle functies OV en RBP |
|
het weigeren van een aanvraag van een omgevingsvergunning, met uitzondering van weigering op grond van artikel 2.20 Wabo |
art. 2.4 Wabo |
idem |
|
overige |
|||
toe te stemmen in het uitbreiden van de geldigheid van de persoonsgebonden omgevingsvergunning voor meerdere rechtspersonen |
art. 2.25 lid 3 onder b Wabo |
idem |
|
het geven van advies aan het bevoegd gezag |
art. 2.26 Wabo en art. 6.1 Bor |
idem |
|
het toekennen of weigeren van een schadevergoeding, dan wel het toekennen van een ambtshalve schadevergoeding op grond van artikel 4.2 Wabo |
art. 4.2 Wabo |
TML |
idem |
het opnemen van de te verhalen exploitatiebijdrage in de Wabo-vergunning |
art. 6.17 Wro |
idem |
|
Overige bevoegdheden bouwen, Apv, Bijzondere wetten |
|||
algemeen |
|||
het verstrekken van informatie uit het gemeentelijk beperkingenregister, het vervaardigen en laten opnemen van brondocumenten in het gemeentelijk beperkingenregister |
art. 4 e.v. Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken |
alle functies OV en RBP medewerker basisregistraties, mdw CAD/GIS IB |
|
het geven van adviezen aan andere bestuursorganen ten behoeve van besluitvorming op terrein van milieu en ruimtelijke ordening, met uitzondering van adviezen over aanwijzing van monumenten |
Diverse wetten (o.m. Wet bodembescherming) Uitz.: art. 3.1 lid 2 Erfgoedwet |
alle functies OV en RBP |
|
regels bij bouwen en slopen, archeologie, monumenten |
|||
het opleggen van nadere voorwaarden na een sloopmelding, en het weigeren daarvan |
artt. 1.29 en 1.30 Bouwbesluit 2012 |
alle functies OV en RBP |
|
het verlenen van ontheffing van de geluidsbepalingen bij bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden |
art. 8.2 Bouwbesluit 2012 |
idem |
|
het verlenen van ontheffing van de trillingsbepalingen bij bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden |
art. 8.3 Bouwbesluit 2012 |
idem |
|
het verlenen van een gebruiksvergunning in gevallen waarvoor geen omgevingsvergunning behoeft te worden afgegeven |
art. 2 Brandbeveiligingsverordening |
idem |
|
het beslissen op een verzoek (aanvraag) om rechthebbenden de verplichting op te leggen handelingen te gedogen die voor een bodemonderzoek of opgraving noodzakelijk zijn, het opleggen van die verplichting |
artt. 70 en 71 Wet bodembescherming, art. 8 lid 1 Besluit bodembescherming, Erfgoedwet |
idem |
|
het doen van melding in verband met een handeling als bedoeld in artikel 4.4 Erfgoedwet (vervreemden etc. van beschermd cultuurgoed in eigendom van de gemeente), het vragen van advies |
art. 4.4 en 4:18 Erfgoedwet |
idem |
|
het vaststellen van een hogere grenswaarde geluidsbelasting |
art. 110a en 145 Wet geluidhinder |
idem |
|
het nemen van beslissingen tot het treffen van maatregelen inzake het geluidsniveau binnen woningen en andere gevoelige gebouwen |
art. 111 – 112 Wet geluidhinder |
alle functies RBP |
|
werken aan wegen en sloten, toegang tot percelen |
|||
het bepalen welke geluidmaatregelen nodig zijn bij het aanleggen van een weg |
art. 81 Wet geluidhinder |
alle functies RBP |
|
het verlenen van een vergunning voor het aanleggen, beschadigen of verharden van een weg, voor zover hiervoor geen verbod geldt op grond van art. 2.1 eerste lid onder b Wabo (dus voor zover niet ook een aanlegvergunning is benodigd- zie ook art. 2.2 lid 1 onder d Wabo) |
art. 6:2 Verordening Leefomgeving, art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerkers, mdw riool en wegbeheer RBP, coördinator buitendienst, werkverdeler, toezichthouders B |
|
het verlenen van een vergunning voor het dempen van sloten, voor zover hiervoor geen verbod geldt op grond van art. 2.1 eerste lid onder b Wabo en niet ook een omgevingsvergunning is benodigd op grond van art. 2.2 lid 1 onder d Wabo |
art. 6:2 en 6:3 Verordening Leefomgeving, art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het verlenen van een vergunning voor het leggen en verleggen van dammen met duikers, voor zover hiervoor geen verbod geldt op grond van art. 2.1 eerste lid onder b Wabo en niet ook een omgevingsvergunning is benodigd op grond van art. 2.2 lid 1 onder d Wabo |
art. 6:2 en 6:3 Verordening Leefomgeving, art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
netwerken (riolering, kabels en leidingen) |
|||
het besluiten tot het vestigen van een zakelijk recht van opstal voor het realiseren van een extra rioolaansluiting |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het besluiten tot het vestigen van zakelijke rechten in verband met het leggen en beheer van het riool en daarvan ten dienste staande opstallen |
art. 160 Gemeentewet |
idem |
|
het beslissen op aanvragen om ontheffing van de afkoppelingsplicht van het lozen van hemelwater op het riool |
Verordening op de afvoer van hemelwater |
idem |
|
het beslissen op aanvragen van (nuts)bedrijven om kabels en leidingen te leggen in gemeentegrond, het verzoeken om verleggen kabels en leidingen en het beslissen over het vaststellen en bepalen van vergoedingen en nadeelcompensatie, onder meer bij verleggen van kabels |
Belemmeringenwet privaatrecht Leidraad voor gemeenten en nutsvoorzieningen (VNG 1990) AVOI en Nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen (NKL) |
idem |
|
het nemen van beslissingen op grond van de Telecommunicatiewet, waaronder het geven van instemming en het stellen van voorschriften en beperkingen, en het vaststellen en bepalen van vergoedingen en nadeelcompensatie, onder meer bij verleggen van kabels |
artt. 5.4, 5.6 lid 2 en 3, Telecommunicatiewet, Telecommunicatieverordening |
beleidsmedewerkers, mdw riool en wegbeheer RBP, coördinator buitendienst, werkverdeler, toezichthouders B |
|
regeling verkeer, verkeersvoorzieningen voor doelgroepen, vuurwerk |
|||
het nemen van verkeersbesluiten, waaronder het besluiten tot het instellen en realiseren en verwijderen van een invalidenparkeerplaats, met uitzondering van het vaststellen van de bebouwde kom. |
Paragraaf 2 Wegenverkeerswet 1994 (art. 18) Hoofdstuk I en II BABW |
beleidsmedewerker verkeer RBP |
|
het afgeven van een gehandicaptenparkeerkaart |
art. 49 BABW |
mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het aanstellen van verkeersbrigadiers alsmede het vervallen verklaren van de aanstelling (namens de burgemeester) |
art. 82 lid 3 RVV 1990 art. 56 lid 4 BABW artt. 3 en 8 Regeling verkeersbrigadiers |
beleidsmedewerker verkeer RBP |
|
het aanstellen van verkeersregelaars alsmede het intrekken van de aanstelling (namens de burgemeester) |
RVV 1990 art. 56 lid 1 b en lid 3 BABW art. 15 Regeling verkeersregelaars |
beleidsmedewerker verkeer RBP |
|
het verlenen van een ontheffing om ten behoeve van werkzaamheden de bruikbaarheid van de weg tijdelijk te belemmeren door het plaatsen van voorwerpen |
art. 6.1 Verordening Leefomgeving, art. 34 en 35 BABW |
alle functies OVbeleidsmedewerkers, mdw riool en wegbeheer RBP, coördinator buitendienst, werkverdeler, toezichthouders B |
|
het tijdelijk afzetten van de weg ten behoeve van werkzaamheden, een evenement of andere activiteit |
art. 6.1 Verordening Leefomgeving, art. 34 en 35 BABW |
alle functies OV beleids-medewerkers, mdw riool en wegbeheer RBP, coörd. buitendienst, werkverdeler, toezichthouders B |
|
het verlenen van een ontheffing voor het anders gebruiken van de weg dan voor de publieke functie ervan |
art. 6.1 Verordening Leefomgeving, art. 34 en 35 BABW |
idem |
|
het verlenen van een ontheffing van het inrijverbod voor Orvelte het inrijverbod voor het voetgangersgebied Beilen |
Beleidsregels toegang voetgangersgebied Beilen Collegebesluit 31 juli 1972 |
alle functies OV mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening G |
|
het verlenen van een ontheffing om met een voertuig te rijden door plantsoen, groenstrook, e.d. dan wel om zich in een plantsoen e.d. te bevinden anders dan volgens de bestemming |
art. 2:13 en 2:15 Verordening Leefomgeving en 2:45 Apv |
alle functies OV |
|
het verlenen van een ontheffing tot het houden van een oriënteringsrit |
art. 10 en 148 Wegenverkeerswet 1994 |
idem |
|
het verlenen van een ontheffing van het verbod om personen per huifkar e.d. te vervoeren in Orvelte |
art. 2 Verordening vervoer van personen per huifkar in Orvelte |
idem |
|
het verlenen van ontheffing van een al dan niet bij verkeersbesluit ingesteld gebod of verbod op grond van de Wegenverkeerswet 1994, voor zover mogelijk, of daartoe ambtshalve te besluiten alsmede het verlenen van vergunning als bedoeld in artikel 61b lid 2 onder e RVV 1990 |
art. 149 Wegenverkeerswet 1994, en art. 61b en 87 RVV 1990 |
idem |
|
het verlenen van een vergunning voor overbrenging van explosieven voor civiel gebruik waarbij de overbrenging in de gemeente eindigt |
art. 10 lid 1 onder a Wet explosieven voor civiel gebruik |
idem |
|
het verlenen van toestemming voor het laden en lossen van vuurwerk op een voor publiek toegankelijke plaats in de bebouwde kom |
art. S1 lid 4 van hoofdstuk 8.5 van de ADR jo. bijlage 3 van de VLG en Wet vervoer gevaarlijke stoffen |
idem |
|
het verlenen van toestemming voor het afzetten van de weg bij gebruik professioneel vuurwerk |
art. 3B.3a Vuurwerkbesluit |
alle functies OV |
|
stalling voertuigen |
|||
het verlenen van ontheffing van het verbod tot stallen van voertuigen op de weg voor handel of reparatie, het gebruiken van de weg als werkplaats, het verbod tot stallen van te koop staande voertuigen op de weg, het verbod tot parkeren of stallen van kampeermiddelen op de weg, het verbod tot parkeren van reclamevoertuigen op de weg, het verbod tot parkeren van grote voertuigen |
artt. 6:4, 6:8, 6:9 en 6:10 Verordening Leefomgeving |
idem |
|
het verlenen van een vergunning tot het uitstallen van voer- vaar en werktuigen ter verkoop |
art. 2:22 lid 5 Verordening Leefomgeving |
alle functies OV |
|
het verlenen van een ontheffing van het hebben van een opslagplaats van afvalstoffen en het aanschrijven van de eigenaar of gebruiker |
art. 2:22 lid 2 Verordening Leefomgeving |
idem |
|
reclame |
|||
het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:27 van de Verordening Leefomgeving, voor zover deze geen betrekking heeft op handelsreclame als bedoeld in de Wabo |
art. 2:27 Verordening Leefomgeving |
idem |
|
Het verlenen van ontheffing voor het anders gebruiken van de weg dan voor de publieke functie ervan, voor wat betreft driehoeksborden en andere commerciële reclame, alsmede spandoeken) |
art. 6:1 Verordening Leefomgeving |
idem |
|
bomen, recreatie, spelen |
|||
het aanschrijven van een eigenaar een houtopstand te vellen en te verwijderen in verband met boomziekte of ziekteverspreiders het verlenen van toestemming voor noodkap het verlenen van een vergunning voor het aanbrengen van voorwerpen aan gemeentelijke houtopstanden. |
art. 2:9, 2:11, 2:4 Verordening Leefomgeving |
coördinator, werkverdeler, B alle functies OV |
|
het verlenen van een ontheffing van het verbod ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is bestemd of mede bestemd |
art. 2:29 Verordening Leefomgeving |
alle functies OV |
|
het nemen van beslissingen omtrent het aangaan van overeenkomsten met speeltuinvrijwilligers voor het onderhoud en in stand houden van speelvoorzieningen op speelplaatsen |
art. 160 Gemeentewet |
beleidsmedewerker spelen RBP |
|
Leefomgeving - overig |
|||
ontheffing van het verbod van geluidshinder door toestellen, geluidsapparaten en handelingen vergunning voor het innemen van een standplaats vergunning voor het houden van een snuffelmarkt vergunning voor het innemen van een ligplaats in openbaar water, alsmede het geven van aanwijzingen vergunning tot hebben van een voorwerp in of boven openbaar water ontheffing voor het aanleggen van vuur in de openlucht ontheffing van het verbod tot het houden van dieren in een aangewezen gebied |
Verordening Leefomgeving art. 3:11 art. 4:1 art. 4:5 art. 7:3 art. 7:2 art. 2:24 art. 3:2 |
alle functies OV |
|
begraafplaatsen |
|||
het nemen van beslissingen inzake het verrichten van werkzaamheden aan graven, het verlenen van toestemmingen en ontheffingen |
Beheersverordening begraafplaatsen |
beleidsmedewerker begraafplaatsen RBP |
|
het nemen van beslissingen inzake het ruimen van graven, het tijdelijk wegnemen en het verwijderen en vernietigen van monumenten op gemeentelijke begraafplaatsen |
Beheersverordening begraafplaatsen |
beleidsmedewerker begraafplaatsen RBP |
|
volkshuisvesting |
|||
het weigeren dan wel het ambtshalve of op aanvraag verlenen van een vergunning tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15 Leegstandwet, het intrekken van de vergunning, alsmede het al dan niet verlengen van de geldigheidsduur van de vergunning, en het alsnog verbinden van voorschriften aan de vergunning |
artt. 15 en 16 Leegstandwet |
beleidsmedewerker volkshuisvesting RBP, alle functies OV |
|
het verlenen van een onttrekkingsvergunning voor het gebruik van woonruimte als tweede woning of recreatiewoning |
art. 4 Verordening op het gebruik van woningen als tweede woning |
idem |
|
het toewijzen en weigeren van startersleningen, het intrekken van de toewijzing |
art. 4 en 6 van de Verordening starterslening Midden-Drenthe 2021 |
beleidsmedewerker volkshuisvesting RBP |
|
bijzondere wetten, openbare orde, vuurwerk, economie |
|||
het verlenen van de volgende ontheffingen en vergunningen: ontheffing van het verbod aanbieden stukken/afbeeldingen onder het publiek vergunning voor het (doen) exploiteren van een speelgelegenheid ontheffing van het verbod van voorstelling, zang of muziek op een openbare plaats vergunning voor ter beschikking stellen van of het daartoe aanwezig hebben van consumentenvuurwerk vergunning voor het inzamelen van geld of goederen |
Apv: art. 2:6 art. 2: 39 art. 2:9 art. 2:72 art. 5:13 |
alle functies OV, mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het aanwijzen van een rookvrij gebied rond een gebouw |
art. 2:74d Apv |
TML |
idem |
het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement |
art. 3:13 Verordening Leefomgeving |
alle functies OV, mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het verlenen, weigeren, wijzigen intrekken of schorsen van een vergunning voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijterij, alsmede het wijzigen of het weigeren te wijzigen van een aanhangsel aan de vergunning. |
art. 3, 27, 30, 30a, 31 en 32 Alcoholwet (DHW) |
alle functies OV |
|
het verlenen van een ontheffing voor het verstrekken van zwakalcoholische drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard |
art. 35 Alcoholwet (DHW) |
idem |
|
het verlenen van een vergunning voor het aanwezig hebben van een speelautomaat |
art. 30b Wet op de Kansspelen |
alle functies OV; mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het verbieden van een bijeenkomst waar gelegenheid wordt gegeven tot het deelnemen aan een klein kansspel |
art. 7c, tweede en derde lid, Wet op de Kansspelen. |
idem |
|
het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor het gebruiken van een luchthaven voor ballonvaart of schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen, in verband met de openbare orde en veiligheid het voeren van overleg met Gedeputeerde Staten in verband met een aangevraagde ontheffing op grond van artikel 8a.51 Wet Luchtvaart het verlenen van toestemming tot het gebruik van terreinen voor het (doen) opstijgen en landen van luchtvaartuigen, indien de gemeente eigenaar of zakelijk gerechtigde is ten aanzien van het terrein |
Wet luchtvaart art. 8a.50 jo. art. 18 Regeling burgerluchthavens Wet luchtvaart art. 8a.51 jo. art. 35 Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen; art. 160 Gemeentewet |
alle functies OV |
|
het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen voor het afsteken van professioneel vuurwerk |
art. 38.3a Vuurwerkbesluit |
TML |
idem |
het besluiten op grond van de Marktverordening (waaronder het verlenen van een vergunning voor een vaste standplaats, het toevoegen of doorhalen van aanvragers op de wachtlijst, het schorsen en verwijderen van standplaatshouders), met uitzondering van de bevoegdheid op grond van artikel 3 (het stellen van nadere regels) |
Marktverordening gemeente Midden-Drenthe |
alle functies OV, mdw burgerzaken, mdw algemene dienstverlening, senior burgerzaken, mdw zaaksysteem, mdw gegevensbeheer G |
|
het verlenen van een ontheffing op grond van de Winkeltijdenverordening |
Winkeltijdenwet Winkeltijdenverordening |
alle functies OV |
Bijlage II behorend bij het Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022
1. De secretaris, de managers, de teamleiders, de juristen werkzaam bij team Advies alsmede de juristen en juridisch medewerkers werkzaam bij de teams RBP, OV en BS, alsmede de medewerkers die krachtens dit mandaatbesluit een (rechts)handeling hebben gedaan of achterwege gelaten, hun vervangers dan wel waarnemers, zijn gemachtigd het college en de burgemeester te vertegenwoordigen bij de behandeling van bezwaarschriften, beroepschriften, herzieningsverzoeken en verzoeken om een voorlopige voorziening, ingediend ter zake van een door of namens de raad, het college of de burgemeester genomen besluit of handeling, door:
- de commissie van advies voor de bezwaarschriften;
- de kantonrechter;
- de rechtbank;
- het gerechtshof;
- de Centrale Raad van Beroep;
- de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;
- en de voorzieningenrechters bij die gerechten,
beroepschriften en verzoekschriften in te dienen en andere proceshandelingen uit te voeren ter bescherming van de belangen van de gemeente bij genoemde rechtsprekende organen, procesbesluiten te nemen, advocaten en procureurs aan te wijzen ter verdediging van de belangen van de gemeente, en bezwaar in te dienen bij bestuursorganen.
2. De gemeentesecretaris, de managers, en de teamleiders zijn bevoegd de vertegenwoordigingsbevoegdheid op te dragen aan onder hun verantwoordelijkheid werkzame ambtenaren of aan medewerkers van gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt.
Bijlage III behorend bij het Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022
Volmacht
Het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester machtigt de volgende functionarissen de gemeente te vertegenwoordigen ten behoeve van het verrichten van genoemde handelingen, voor zover hieraan rechtsgeldig genomen beslissingen ten grondslag liggen:
Functie |
handelingen |
functionarissen die op grond van of krachtens het Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022 bevoegd zijn tot het besluiten tot het verrichten van bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen |
het verrichten van de rechtshandelingen en het ondertekenen van de hiertoe benodigde overeenkomsten, akten en andere bewijsstukken, en zo nodig, het doen inschrijven daarvan |
Toelichting op het Algemeen mandaatbesluit Midden-Drenthe 2022
Leeswijzer
besluit en mandatenlijst
Met het Algemeen mandaatbesluit legt het college en de burgemeester de bevoegdheden lager in de organisatie, terwijl het college en de burgemeester zelf ook bevoegd blijven. Het besluit geeft regels over de bevoegdheden en het omgaan met de bevoegdheden.
Het Algemeen mandaatbesluit gaat alleen over de overdracht van bevoegdheden van burgemeester en wethouders en de bevoegdheden van de burgemeester, niet over de bevoegdheden van andere bestuursorganen zoals de bevoegdheden van de raad, de heffingsambtenaar of de leerplichtambtenaar. Voor wat betreft de besluitvorming van de raad, is het college bevoegd de besluitvorming voor te bereiden, daar heeft het mandaatbesluit wel betrekking op.
In de bijlage, de “mandatenlijst”, staan per gemandateerde bevoegdheid de functies die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Het mandaatbesluit zelf betreft algemene regels die bij het lezen van de mandaatlijst van belang zijn. Bij het raadplegen van de mandatenlijst moet daarom altijd het besluit worden gelezen.
Zo heeft bijvoorbeeld de regel in artikel 8 lid 1 en 2, dat de hiërarchisch leidinggevende dezelfde bevoegdheid heeft als degene aan wie hij leiding geeft, tot gevolg dat de hele hiërarchische lijn bevoegd is, ook al staat dat niet met zoveel woorden in de mandaatlijst.
Als de bevoegdheid niet is genoemd in de mandatenlijst en mandaat ook niet kan worden afgeleid uit het mandaatbesluit, is het niet gemandateerd, en is het college dan wel de burgemeester bevoegd.
Het Mandaatbesluit regelt niet alleen het bestuursrechtelijke mandaat, maar ook volmacht om privaatrechtelijke rechtshandelingen uit te oefenen en machtiging om alle andere soorten handelingen uit te oefenen.
beschrijving van bevoegdheden en handelingen in de mandatenlijst
Het beschrijven van alle mogelijke handelingen die ambtenaren namens het college of de burgemeester mogen uitvoeren is ondoenlijk. Daarom staan in het besluit algemene regels over voorbereidingshandelingen en uitvoeringshandelingen (artikel 3). Die handelingen zijn niet alleen de handelingen die onderdeel van een wettelijke procedure, maar alle handelingen die in relatie staan tot het uitoefenen van de bevoegdheid. Omdat alle handelingen van de gemeente in essentie te herleiden zijn tot bevoegdheden (die in de wet geregeld zijn), is hiermee een volledige dekking bereikt.
Een algemeen uitgangspunt van volmacht en mandaat is de regel “wie het meerdere mag, mag ook het mindere”. In het mandaatbesluit komt dat tot uitdrukking in artikel 3. Zo kan de gemandateerde die een bouwkavel mag verkopen, er ook een erfdienstbaarheid op vestigen, of een ander recht uitoefenen dat aan het eigendomsrecht is verbonden (tenzij anders is bepaald). In de mandatenlijst is dit overigens voor de duidelijkheid grotendeels al ingevuld.
Bij een groot deel van de bevoegdheden in de mandatenlijst staat expliciet welke besluiten onder het mandaat vallen, bijvoorbeeld het “verlenen” en het “wijzigen”. Dit zijn twee losstaande besluiten, net als het weigeren. Het net genoemde uitgangspunt van het meerdere en het mindere gaat hier niet op.
De mandatenlijst werkt zo dat als in een opsomming van besluiten een besluit niet voorkomt, deze niet is gemandateerd. Als bijvoorbeeld “verlenen en wijzigen” is genoemd, dan is het weigeren of intrekken niet gemandateerd, zodat het college of de burgemeester daarover beslist. Als er alleen “verlenen” staat, dan geldt artikel 3 lid 1, zodat de gemandateerde ook bevoegd is te wijzigen, te weigeren en in te trekken, tenzij dat verderop in de mandatenlijst expliciet anders is geregeld. Bij algemeen beschreven bevoegdheden, zoals bijvoorbeeld “het beslissen inzake”, geldt dat ieder denkbaar besluit over het onderwerp mogelijk is.
praktijk
Voor de uitoefening van de bevoegdheden in de praktijk zijn er nog algemene uitgangspunten die niet in regels zijn te vangen, maar die wel van belang zijn voor het begrijpen van de mandatenlijst. Dit betreft de algemene werkafspraken die in de organisatie gelden.
De belangrijkste uitgangspunten zijn:
- •
De laagst gemandateerde gebruikt de bevoegdheid, tenzij er redenen zijn de bevoegdheid door een hoger gemandateerde of het college te laten uitoefenen.
- •
als meerdere functies worden genoemd, gebruikt degene tot wiens taak het behoort die bepaalde zaak af te handelen de bevoegdheid.
De toelichting gaat hierop in.
mandatenlijst - structuur
De bij het besluit gevoegde mandatenlijst geeft per gemandateerde bevoegdheid de grondslag van de bevoegdheid en de functies die de bevoegdheid in mandaat mag uitoefenen.
Voor het raadplegen is het goed te weten dat gekozen is voor een onderverdeling in min of meer hiërarchische lagen:
- 1.
mandaat aan portefeuillehouders, bevoegdheden in portefeuille;
- 2.
mandaat aan portefeuillehouder algemeen (vakantieregeling bezwaarschriften);
- 3.
mandaat aan gemeentesecretaris;
- 4.
mandaat aan teamleiders;
- 5.
mandaat aan uitvoerend medewerkers.
Het bevoegd maken van de verantwoordelijk wethouder is vanuit praktische overwegingen ingegeven: de nabijheid tot het college en de mogelijkheid politiek-bestuurlijke afwegingen te maken in het te nemen besluit. Een portefeuillehouder kan de keuze maken of hij de beslissing zelf kan maken of dat het college moet beslissen. Om deze reden is een klein aantal zwaardere beslissingen exclusief bij de portefeuillehouder neergelegd.
Voor een aantal andere, meer algemene mandaten geldt dat deze ook lager in de organisatie zijn belegd. In het geval er politiek of bestuurlijk sensitieve overwegingen zijn, kan de wethouder in dat geval zelf een beslissing nemen.
Voor het begrip is aan de lijst voor de portefeuillehouder een kolom toegevoegd waarin is aangegeven of het mandaat exclusief is of ook lager in de organisatie ligt.
Bij de hogere functies in de hiërarchie is een kolom opgenomen waarin de mogelijkheid tot ondermandaat staat. Naar wens kan hiervan gebruik gemaakt worden.
Bij de mandaten voor de portefeuillehouders is bij de exclusieve bevoegdheden de mogelijkheid tot tekenmandaat gegeven (TM), zoals geregeld in artikel 2. dit betekent dat de wethouder zelf moet beslissen, maar dat hij naar wens het tekenen van de beslissing aan een medewerker of teamleider kan laten.
De aanduiding TML of TMC in de kolom TM geeft aan dat ofwel het college besluit en de medewerker ondertekent (in de met TMC aangeduide gevallen), of de leidinggevende besluit en de medewerker ondertekent (in de met TML aangeduide gevallen). Dat laatste is bij de uitvoerend medewerkers de teamleider, en bij teamleiders de manager.
De mandaten zijn groepsgewijs ingedeeld naar onderwerp. Dit vergemakkelijkt het zoeken.
Gekozen is voor de “populaire” functiebenaming, omdat de generieke functienamen te generiek zijn, en deze te weinig zeggen over de specifieke taken die medewerker in de betreffende functie uitvoert.
De functies zijn per team ingedeeld. Achter de functies binnen één team is de afkorting van het team opgenomen, bijvoorbeeld “IWO”. In het geval achter een functie geen teamaanduiding is aangegeven, is de functie niet gekoppeld aan een team en dus organisatiebreed. Door daarvoor een letter te gebruiken (O), kan eenvoudiger gezocht worden op de voor een team relevante mandaten. Dat zijn dus alle mandaten waar de afkorting van het team bij staat en de mandaten waar de O bij staat.
Een aantal vrij algemene bevoegdheden zijn voor de verduidelijking voorzien van voorbeelden. Dergelijke voorbeelden zijn van belang voor het begrip van de strekking van het mandaat.
Algemene toelichting
Dit mandaatbesluit legt bevoegdheden bij de personen die in de verschillende functies in de gemeente actief zijn. Het college en de burgemeester dragen hiermee bevoegdheden tot het nemen van besluiten over, waarbij zij zelf ook bevoegd blijven de beslissing te nemen. Het mandaatbesluit geeft regels voor beslissingen en de voorbereiding en uitwerking daarvan. Daarnaast wordt in het mandaatbesluit ook volmacht gegeven voor het doen van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging voor overige (feitelijke) handelingen.
Het mandaat zoals dat in dit besluit is geregeld is vooral, maar niet exclusief, gericht op derden: de uitoefening van de bevoegdheid bindt het college als bestuursorgaan of de gemeente als partij. Met het mandaatbesluit kan tegenover derden bewezen worden dat een functionaris bevoegd is, en dat een besluit bevoegdelijk is genomen: het is een bewijsmiddel.
Daarnaast biedt het mandaatbesluit een aantal regels die van belang zijn voor de interne gang van zaken, de interne rechtmatigheid. Het mandaatbesluit is dan ook belangrijk voor de control en het “in control statement” dat het college jaarlijks afgeeft.
Uitgangspunten mandaat: bestuurlijke verantwoording in onze organisatie
In de missie en visie van de organisatie staat centraal dat we werken voor inwoners en bestuur. Dit betekent dat de mandatering het college ondersteunt bij het (be)sturen en het afleggen van verantwoording daarover aan raad en buitenwereld.
Voor het kunnen afleggen van verantwoording naar de raad en de buitenwereld is het nodig dat het college en de individuele portefeuillehouders voldoende grip hebben op de beleidsterreinen waar ze politieke verantwoordelijkheid voor dragen.
grip
Voor een groot aantal bevoegdheden is het hebben van uitvoeringsinformatie voldoende, maar bij het uitvoeren van bevoegdheden waarbij politieke of bestuurlijke risico’s spelen wil een portefeuillehouder of het college zelf een afweging kunnen maken of bij kunnen sturen wanneer nodig.
Die grip kan gerealiseerd worden op twee manieren, of een combinatie daarvan:
- •
door de uitvoering van zwaardere of risicovolle bevoegdheden zoveel mogelijk in eigen hand te houden en hoog in de organisatie te leggen bij functies die dichter bij het bestuur staan, zodat de risico’s van tevoren kunnen worden ingeschat en afgewogen, of
- •
door de bevoegdheden laag in de organisatie te leggen en erop te vertrouwen dat tijdig gecommuniceerd wordt bij politiek en bestuurlijke risico’s, zodat nog bijgestuurd of zelf beslist kan worden.
In dit mandaatbesluit is een combinatie van deze twee manieren toegepast, zodat de mogelijkheden van de organisatie worden benut en aan de behoeften van het bestuur wordt voldaan. De kernwaarden van de organisatie zijn vertrouwen, verbinding en ondernemerschap. Vertaald naar de bevoegdheidsoverdracht betekent dit dat de medewerkers veel zelf kunnen, in hun kracht worden gezet, en dat het bestuur hen daarvoor ook het vertrouwen geeft.
Om dit vertrouwen waar te maken is politieke en bestuurlijke sensitiviteit nodig. De desbetreffende gemandateerde medewerker moet goed kunnen inschatten wanneer afstemming met het bestuur wenselijk of noodzakelijk is.
Het aanvoelen of en op welk moment een situatie potentieel politiek en bestuurlijke implicaties heeft (risico’s), is een kwestie van bewustwording.
Bewustwording kan door het opdoen van ervaring, scholing of kennisdeling. Het is aan de leidinggevenden omstandigheden te creëren waardoor de politieke- en bestuurlijke sensitiviteit van de medewerkers zich ontwikkelt. Omdat in mandaat wordt gewerkt is het goed deze ontwikkeling van de sensitiviteit, vooral door kennisdeling, onderdeel te laten zijn van de dagelijkse gang van zaken in het team.
De bestuurlijke grip die hierdoor ontstaat is minimaal net zo groot als bij het leggen van mandaten hoger in de hiërarchie. Als medewerkers de bevoegdheid hebben om zelf te beslissen voelen zij ook de verantwoordelijkheid om die beslissing goed te overwegen en daarover verantwoording af te leggen. Door coachend leiding te geven en in te zetten op bewustwording en onderling overleg (en eventueel het toepassen van onderlinge toetsing en bespreking van casussen), en het borgen van de communicatie naar het bestuur, zullen naar verwachting meer situaties worden besproken met de wethouder dan in een situatie waar werknemers zich minder verantwoordelijk voelen omdat een leidinggevende de uiteindelijke beslissing neemt, of waarin werknemers in hun eentje moeten opereren.
Standaard regels over wanneer moet worden “opgeschaald” naar een leidinggevende of naar het bestuur zijn niet te geven. Ook in eenvoudige uitvoeringssituaties kunnen omstandigheden van het geval of de persoon van de betrokkene (diens omstandigheden of diens uitlatingen) aanleiding zijn om de wethouder te informeren. In de dagelijkse praktijk zijn genoeg voorbeelden waarin standaardsituaties bestuurlijk of politiek relevant worden.
rol van de leidinggevende
De rol van de leidinggevende in onze organisatie is coachend en verbindend: hoe zet je de werknemer in zijn kracht en hoe benut je kracht in een samenwerking dat synergie ontstaat. Via werkprocessen, opleiding en kwaliteitscontrole kan de kwaliteit worden geoptimaliseerd en bewustzijn voor de politieke setting van de gemeente worden gecreëerd, zodat bestuurlijke en politieke risico’s gemakkelijker worden herkend en opgeschaald wordt als dat nodig is. Via overleggen en betrokkenheid heeft de leidinggevende inzicht in wat er speelt in het team en in de organisatie en kan de leidinggevende zo nodig prioriteren. De leidinggevende kan hiervoor verantwoordelijkheid nemen en dat zo nodig bespreken met de portefeuillehouder.
Gevolg voor de mandatenlijst
In het mandaatbesluit is, na raadpleging van de portefeuillehouders, een balans gevonden tussen beide manieren waarop bestuurlijke grip kan worden verkregen teneinde een goed werkbare set mandaten te krijgen. De uitvoerende bevoegdheden zijn vooral bij de medewerkers neergelegd. Waar dat kon, en wenselijk was, is de bevoegdheid hoger in de organisatie gelegd.
bevoegdheden voor portefeuillehouders
Bij beslissingen met politieke en/of bestuurlijke sensitiviteit is het voor een bestuurder goed een keuze te hebben. Bij mandaat is natuurlijk het college zelf altijd ook nog bevoegd. Ook is het mogelijk voor een portefeuillehouder de medewerker te sturen in de uitwerking van de gemandateerde bevoegdheid. Om dit sturen in goede banen te leiden, is er een teamleider bij de portefeuillehoudersoverleggen aanwezig.
a. exclusieve mandaten
In enkele gevallen is de uitvoeringsbevoegdheid exclusief bij portefeuillehouders gelegd. Dit betreft dan zware bevoegdheden waar afgeweken wordt van de normale gang van zaken of van een advies van een deskundige (Ruimtelijke ordening), en bevoegdheden die normaal gesproken juist weer te licht zijn voor het college (conformiteitsverklaring) of niet praktisch door het college kunnen worden uitgevoerd, maar waarbij het wel gewenst is dat een portefeuillehouder de gemeente vertegenwoordigt (personeelszaken en integriteit).
b. niet-exclusieve mandaten
Voor een aantal andere mandaten van de portefeuillehouder is er een dubbeling met mandaten lager in de organisatie. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens in de praktijk dat de wethouder omwille van de zwaarte van de functie of vanwege politieke of bestuurlijke overwegingen zwaardere besluiten kan nemen en zelf kan ondertekenen, zoals het verlenen van grotere subsidies, of het sluiten en ondertekenen van belangrijke overeenkomsten.
bevoegdheden in de lijn
Aan de gemeentesecretaris is een aantal exclusieve bevoegdheden gemandateerd ten aanzien van ontslag van medewerkers. Het gaat hierbij om het ontslag op staande voet en het ontslag “wegens redelijke grond” zoals genoemd in artikel 7:669 BW, bijvoorbeeld na ziekte van de werknemer, ongeschiktheid van de werknemer of wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer en ontslag wegens (pensioengerechtigde) leeftijd genoemd, als dat zo is afgesproken in de arbeidsovereenkomst. Ontslag van teamleiders en managers blijft bij het college.
Als hoofd van de organisatie is de gemeentesecretaris bevoegd voor het functiegebouw en de waardering van de functies. De waardering en herwaardering van de functies en het toekennen van een aantal toelagen uit de cao zijn aan hem gemandateerd. Voor uitbreiding van het functiegebouw is zijn toestemming nodig. Ook is het aangaan van vaststellingsovereenkomsten bij de gemeentesecretaris belegd. Dit kan zaken van personeel betreffen, maar ook het oplossen van geschillen met leveranciers en andere publiek- of privaatrechtelijke kwesties.
De overige bevoegdheden met betrekking tot personeel liggen bij de teamleiders. De teamleider mag ontslag verlenen tijdens proeftijd, of gedeeltelijk of geheel ontslag op eigen verzoek. Omdat de teamleider direct leidinggevende is van zijn team zijn ook andere bevoegdheden die rechtstreeks te maken hebben met het werken in zijn team bij de teamleider komen te liggen, bijvoorbeeld het aanwijzen van toezichthouders, het vaststellen van werkinstructies, en het beschermen van de medewerkers. Het beslissen in integriteitszaken ligt overigens bij de portefeuillehouder).
Omdat de teamleiders alle bevoegdheden hebben die de medewerkers in hun team ook hebben, en de managers (waaronder de gemeentesecretaris in de rol van manager) alle bevoegdheden hebben van de in hun portefeuille vallende teamleiders, is voor bijna alle uitvoerende mandaten de hele hiërarchische lijn bevoegd.
Om de verantwoordelijkheid bij de uitvoerende medewerker te leggen, geldt de regel dat de bevoegdheid in beginsel uitgeoefend wordt door de hiërarchisch laagst gemandateerde.
Het is logisch deze regel uit te werken in werkafspraken. Los van de werkafspraken kan het voorkomen dat de laagst gemandateerde medewerker vindt dat een hogere in de lijn het besluit moet nemen, vanwege de ingewikkeldheid, of vanwege de mogelijke gevolgen. Die ruimte is er in het besluit, en moet er ook zijn in de praktijk. Omdat de gehele lijn bevoegd is kan de direct leidinggevende de beslissing nemen. Zo gewenst kan ook de manager de bevoegdheid uitoefenen, bijvoorbeeld als de zaak raakvlakken heeft met meerdere teams.
Een uitzondering hierop staat in artikel 8 lid 3, waarin staat dat als de bevoegdheid afhankelijk is van een voorwaarde, bijvoorbeeld een aanwijsbesluit, of een beëdiging, de leidinggevende niet bevoegd is, tenzij deze zelf ook voldoet. Dit gaat bijvoorbeeld op voor de bevoegdheden van boa’s, toezichthouders, en ambtenaren van de burgerlijke stand.
Als meerdere functies in het hetzelfde hiërarchische niveau zijn genoemd, is het een kwestie van werkafspraken onderling, wie welke taak op zich neemt. De werkafspraken geven aan in hoeverre van de bevoegdheden gebruik gemaakt wordt. In werkafspraken kunnen ook nuances worden aangebracht ten aanzien van de uitvoering van de bevoegdheid.
De werkafspraken doen echter niets af aan de bevoegdheidsoverdracht zelf. Deze is volledig en onbeperkt. Uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid in weerwil van de interne afspraken levert tegenover derden een geldig besluit op. De interne afspraken zijn aan een derde niet tegen te werpen.
Mandaten naar onderwerp, actualisering, vereenvoudiging en nieuwe mandaten
Zoals hierboven al is aangegeven, is de mandatenlijst naar onderwerp ingedeeld. Het teruggaan van een complex stelsel van algemeen mandaatbesluit en ondermandaatbesluiten, naar een enkelvoudig algemeen mandaatbesluit waarin de mandatering voor de hele organisatie is geregeld, bood de kans om de mandaten groepsgewijs in te delen en ook om vereenvoudigingen aan te brengen, zodat in de hele organisatie dezelfde mandaatregels gelden.
De mandaten in de mandatenlijst zijn zoveel mogelijk aangepast aan de huidige regelgeving, waaronder de aangepaste Apv en de Verordening Leefomgeving, de nieuwe Alcoholwet, etc. Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de WOO, voorzien voor 1 juli 2022, zullen aanpassingen nodig zijn in de mandatering. Deze zijn nu niet meegenomen.
Ook zijn een aantal mandaten toegevoegd waar in de praktijk bleek dat het vragen van een besluit aan het college niet proportioneel voelde, zoals het afgeven van een ontheffing voor een huifkar, het beslissen op verjaring van een strookje gemeenteplantsoen, het splitsen van een perceel of een eenvoudige ingebruikgeving van grond. Deze en vergelijkbare mandaten zijn nu wel geregeld. In het geval er politieke en bestuurlijke gevoeligheden/risico’s zijn, kunnen deze alsnog naar het college ter besluitvorming worden gebracht.
De mandatenlijst is opgebouwd van algemeen naar specifiek. Algemene regels die voor iedereen in de organisatie gelden zijn mandaten over:
- •
het voorbereiden en uitvoeren van collegebesluiten;
- •
het uitvoeren van projecten of programma’s;
- •
het verstrekken van informatie en het behandelen van aanvragen;
- •
het tekenen van beslissingen op bezwaarschriften;
- •
financiële zaken;
- •
het verstrekken van subsidies;
- •
privaatrechtelijke handelingen, en
- •
handhaving.
Daarna volgen specifieke mandaten, te beginnen bij de basisregistraties, burgerzaken, en dan de inhoudelijke mandaten per wettelijke regelgeving of per inhoudelijk onderwerp.
Vooral over de algemene mandaten is in de voorbereiding afstemming gezocht met het college, met leidinggevenden, met de controller en met uitvoerende medewerkers. Dit heeft geleid tot aanpassing op een aantal onderwerpen ten opzichte van de mandatering uit 2017. Hieronder passeren deze de revue.
subsidies en overeenkomsten
De algemene mandaten ten aanzien van subsidies zijn ten opzichte van de oude mandaatregelingen uit 2017 behoorlijk vereenvoudigd. De mandaten voor overeenkomsten en andere privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn juist uitgebreid.
De leidende gedachte was dat een budgethouder of een deelbudgethouder, ongeacht de functie, maar zeker ook in het geval deze een projectleider of programmamanager is, zelf verantwoordelijk moet zijn voor het hem toegewezen budget of gedeelte daarvan (kostenplaats). Een budget (oftewel een product in de productenraming) bestaat kort gezegd uit een opdracht om een bepaald doel te realiseren met een geraamde hoeveelheid daarvoor te spenderen geld (uitgave) en eventueel een geraamde opbrengst. Het uitgangspunt houdt in dat de (deel)budgethouder dan ook zelf de handelingen mag verrichten waarmee hij het geraamde geld uitgeeft om het doel te bereiken (prestaties), en dat hij zelf kijkt of er voldoende geld in de pot zit (zie het Besluit budgetregels). Dit heeft ertoe geleid dat, veel meer dan in de vorige situatie, de budgethouder bevoegd is om op subsidieaanvragen te beslissen.
subsidies
Voor subsidies geldt dat deze altijd een grondslag moeten hebben in verordeningen of beleid. Daarnaast bepaalt de Algemene subsidieverordening dat de bevoegdheid om subsidies te verlenen rechtstreeks afhankelijk is van het vastgestelde budget.
Waar het mandaatbesluit uit 2017 nog een uitgebreide, onlogische en incomplete regeling had, kent de huidige mandatering voor subsidies nog maar vier regels:
- •
het verstrekken van subsidies waarvan de ontvanger en het bedrag in de subsidieparagraaf bij de begroting zijn vermeld, tot een bedrag van € 100.000,00 (mandaat aan budgethouders),
- •
het verstrekken van overige subsidies tot een bedrag van € 50.000,00.
- •
het aangaan van budgetsubsidiecontracten bij subsidies tot €100.000,00 en
- •
een afwijkende mandatering voor sportsubsidies, omdat de medewerkers die deze besluiten afhandelen niet per se ook (deel)budgethouder zijn.
De genoemde grenzen van € 100.000,00 en € 50.000,00 zijn bedoeld om financiële risico’s te verminderen. Boven die bedragen is er geen mandaat, en is dus het college bevoegd. In de praktijk zijn subsidiebedragen die boven deze grenzen uitkomen jaarlijks op de vingers van een hand te tellen.
Collegebesluiten met betrekking tot de in de subsidieparagraaf van de begroting genoemde (boekjaar)subsidies boven de € 100.000,00 en bijbehorende budgetsubsidiecontracten kunnen door de portefeuillehouder ondertekend worden. Dit is een wens uit de praktijk. In de mandaatregeling is voor deze gevallen een tekenmandaat opgenomen voor de portefeuillehouder. Hetzelfde is bepaald voor de overige subsidies boven de € 50.000,00.
Subsidieverlening geschiedt met een bepaald doel. Verwezenlijking van het doel is per definitie van belang voor de portefeuillehouder die het aangaat. Het spreekt dan ook voor zich dat de verantwoordelijke wethouder wordt betrokken in de verlening en weigering van subsidies, ongeacht de hoogte van de subsidie. Als dat vanwege politieke of bestuurlijke redenen gewenst is, kan in de gevallen dat het mandaat geldt, de portefeuillehouder gebruik maken van de bevoegdheid subsidie te verlenen, te weigeren of vast te stellen.
overeenkomsten
De mandatering voor overeenkomsten en andere privaatrechtelijke rechtshandelingen is juist uitgebreider. Naast de overeenkomsten van inkoop van diensten en werken, verhuur van gemeentelijke accommodaties, uitvoeringsovereenkomsten die horen bij bestuursrechtelijke bevoegdheden (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet), verwerkersovereenkomsten (AVG), pacht en verkoop van bouwkavels en overhoekjes, en een aantal mandaten met betrekking tot ICT, zijn nu de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen gemandateerd:
- •
aangaan van vaststellingsovereenkomsten, voor de beslechting van geschillen of voor de bevestiging van een bepaalde situatie (zowel inzake personeel als inzake externe derde partijen, zoals leveranciers, opdrachtnemers en inwoners) (mandaat gemeentesecretaris en portefeuillehouder);
- •
het vaststellen van de grenzen van een perceel ;
- •
splitsing en samenvoeging van percelen ;
- •
het vaststellen van verjaring van gemeentegrond;
- •
het vestigen van beperkte rechten op gemeentelijke eigendommen (was alleen ten behoeve van riool) of op eigendom van een derde als dat in het belang van de gemeente is, en
- •
het in gebruik geven van gemeentegrond en gebouwen.
Ten aanzien van de privaatrechtelijke rechtshandelingen waarmee geld wordt uitgegeven (bijvoorbeeld voor inkoop van diensten en werken), is een grens gesteld om het financieel risico te beperken en rechtmatigheid van de inkoop te bevorderen. Boven de opdrachtwaarde van € 50.000,00 is goedkeuring van de leidinggevende noodzakelijk. De opdrachtwaarde is een eenmalig bedrag, of, als meerdere betalingen plaatsvinden in de loop van de tijd, de optelsom van betalingen over een periode van vier jaar, dus over vier jaar opgeteld een bedrag van € 50.000,00. De goedkeuring is vormvrij. Goedkeuring kan bijvoorbeeld blijken uit een mailbericht dat in de zaak is opgeslagen.
Nieuw is dat ook begeleiding door een inkoper noodzakelijk is. Volgens het inkoopbeleid is bij een opdrachtwaarde rond de €50.000,00 een goede motivering noodzakelijk wil er een één op één inkoop plaats kunnen vinden. Begeleiding door een inkoper kan bestaan uit een simpele afstemming zijn maar ook uit intensieve begeleiding.
Voor deze, en voor alle andere soorten overeenkomsten, en voor convenanten (gentlemen’s agreements) is de portefeuillehouder gemandateerd. De portefeuillehouder kan beoordelen of een overeenkomst door hemzelf kan worden afgedaan, of door het college. Hiermee wordt bereikt dat alleen de overeenkomsten met grotere (financiële, bestuurlijke of politieke) risico’s door het college hoeven te worden besloten, en dat de wethouder daarin kan sturen.
overeenkomsten en aanbestedingen: bestuurlijke en politieke sensitiviteit
Overeenkomsten zijn over het algemeen politiek en bestuurlijk relevant, uitzonderingen daargelaten. Dit is helemaal het geval als het de bedoeling is om met overeenkomsten beleidsdoelen te behalen, of als de overeenkomst gevolgen heeft voor beleid of vast te stellen beleid. Het is daarom zaak, ongeacht het bedrag dat met de overeenkomst is gemoeid, in een zeer vroeg stadium de portefeuillehouder te informeren, en het bestek inhoudelijk af te stemmen.
In de Aanbestedingskalender zijn de meeste reguliere, zich herhalende aanbestedingen opgenomen, maar ook andere aanbestedingen, of de inkoop waarvoor geen aanbesteding hoeft te worden gedaan, kunnen relevant zijn.
Ontslag op staande voet
De bevoegdheid tot ontslag op staande voet is nieuw sinds de inwerkingtreding van de Wnra. Er is vanuit het Burgerlijk Wetboek een zeer korte termijn voor het kunnen ontslaan op staande voet. Hiervoor zijn de besluitvormingsprocessen door het college niet werkbaar. Deze bevoegdheid is daarom gemandateerd aan de gemeentesecretaris. De teamleider kan het gedrag dat zou moeten leiden tot een ontslag op staande voet beoordelen. Vanwege de zwaarte van de maatregel en het risico is het verstandig dat de gemeentesecretaris de bevoegdheid uitoefent. Voor het ontslag van teamleiders en managers is wel een besluit van het college nodig.
bezwaarschriften
Het beslissen op bezwaarschriften is onveranderd bij het college gebleven. Om de besluitvorming te bespoedigen zijn twee maatregelen in de mandatenlijst opgenomen.
Het eerste is het collegebesluit van 26 oktober 2021 om de ondertekening van het besluit aan de medewerker te laten die het besluit op bezwaar heeft voorbereid, is verwerkt in de mandatenlijst, waarbij met de TMC constructie de medewerker bevoegd is gemaakt te tekenen. Het is een kwestie van werkafspraken in hoeverre gebruik wordt gemaakt van dit tekenmandaat. Het is logisch dit van tevoren af te stemmen met het college door dit in het collegevoorstel te benoemen.
De “vakantieregeling” voor bezwaarschriften is onveranderd overgenomen: de aanwezige portefeuillehouder is hierin gemandateerd om te beslissen op bezwaarschriften als in die week het quorum van het college ontbreekt.
Programma’s en projecten
De begroting en de op grond van de begroting opgemaakte productenraming geeft de legitimatie voor het uitgeven van geld voor het bereiken van de in het programma gestelde doelen. Het mandaatbesluit geeft daar de instrumenten voor in de vorm van bevoegdheden.
Als voor een programma dan wel een project een eigen budget of kostenplaats is voorzien, heeft de programmamanager dan wel projectleider ten aanzien van dat budget of kostenplaats de bevoegdheden van de (deel)budgethouder.
aanwijzing van toezichthouders
Het aanwijzen van toezichthouders lag volledig bij het college, maar is nu belegd bij de teamleider. De reden hiervoor is praktisch: de teamleider bepaalt het werk van de medewerker. In het recente verleden was het maar al te vaak zo, dat het liggende aanwijsbesluit incompleet was. Een aanwijzingsbesluit werd slechts één keer in de zoveel tijd “ververst”. Dit zorgt voor juridische risico’s bij handhaving en toezicht. De aanwijzing als toezichthouder kan meteen bij het in dienst treden van de toezichthouder geregeld worden. Actualisatie kan op een simpele manier plaatsvinden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl