Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2022

Geldend van 06-04-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2022

Intitulé

Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2022

Toelichting

Naar aanleiding van de herpositionering per 1 april 2022 van de CVDH onder de Dienst Stedelijke Ontwikkeling zijn mandaathoofdstukken 1.1, 1.2, 1.3 en 1.16 met elkaar vergeleken en is geconcludeerd dat er sowieso enige verduidelijkingen en verbeteringen in hoofdstukken 1.1 en 1.2 nodig zijn, ook omdat mandaathoofdstuk 1.16 ingetrokken zal worden. In dit besluit wordt Mandaatregeling hoofdstuk 1.1. van gemeente Den Haag 2021, waarin de algemene voorschriften bij gebruik van mandaten staan, aangepast.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

gelet op:

  • -

    artikel 103 en 160 van de Gemeentewet;

  • -

    hoofdstuk 10, afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

  • -

    vast te stellen de Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2022:

Artikel 1 Toepassingsbereik

Deze regeling is van toepassing op alle mandaten en ondermandaten die bij of krachtens één van de hoofdstukken uit deze mandaatregeling worden verleend.

Artikel 2 Bevoegdheden gemandateerden

  • 1.

    Naast het nemen van besluiten zijn gemandateerden tevens bevoegd correspondentie te voeren met betrekking tot de onderwerpen waarvoor zij zijn gemandateerd.

  • 2.

    Elk mandaat bestaat slechts binnen de grenzen van niet in mandaat genomen besluiten van het college van burgemeester en wethouders zelf. De gemandateerden zijn niet bevoegd om van dergelijke door het college zelf genomen bestuurlijke besluiten af te wijken, noch zijn gemandateerden bevoegd om deze besluiten te wijzigen.

Artikel 3 Verlenen van ondermandaat

  • 1.

    De gemandateerde als bedoeld in artikel 1 van de Mandaatregeling hoofdstuk 1.2 Den Haag kan ondermandaat verlenen aan een door hem aan te wijzen gemeenteambtenaar die aan hem ondergeschikt is, aan een Stadsdeeldirecteur of aan een medewerker van de Dienst Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De ingevolge het eerste lid ondergemandateerde personen zijn niet bevoegd het ondermandaat aan anderen te verlenen.

  • 3.

    Alleen de algemeen directeur Den Haag kan aangelegenheden aanwijzen waar een ondergemandateerde bevoegd is tot op het zijn beurt verlenen van ondermandaat aan een gemeenteambtenaar die aan hem ondergeschikt is.

Artikel 4 Verlenen ondermandaat personeel en organisatie

  • 1.

    In afwijking van het artikel 3, tweede en derde lid, kan de ondergemandateerde gemeenteambtenaar het mandaat verder ondermandateren aan een door hem aan te wijzen gemeenteambtenaar die aan hem ondergeschikt is, voor zover dit ondermandaat betrekking heeft op en beperkt is tot aangelegenheden op het gebied van personeel en organisatie als bedoeld in de Mandaatregeling hoofdstuk 2.1 Den Haag 2021.

Artikel 5 Schriftelijk mandaat

Een algemeen mandaat en een mandaat voor een bepaald geval kunnen slechts schriftelijk worden gegeven.

Artikel 6 Vorm brieven en besluiten

Brieven en besluiten waarmee toepassing wordt gegeven aan een door het college verleende mandaatbevoegdheid worden in de meervoudsvorm geredigeerd.

Artikel 7 Vorm ondertekening bestuurlijk stuk in mandaat

  • 1.

    Een met toepassing van het mandaat opgemaakt stuk wordt als volgt ondertekend:

    Burgemeester en wethouders van Den Haag,

    namens dezen:

    (functie)

    (handtekening) (naam)

  • 2.

    Een in mandaat opgemaakt bestuurlijk stuk wordt niet ondertekend door het plaatsen van een handtekeningstempel.

  • 3.

    Degene die bevoegd is tot het ondertekenen van stukken is ook bevoegd tot het digitaal ondertekenen van stukken.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    De Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2021 (RIS307254) wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 april 2022.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2022.

Den Haag, 29 maart 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Ondertekening