Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsregels sociaal medische indicatie 2022

Geldend van 29-03-2022 t/m heden

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsregels sociaal medische indicatie 2022

Zaaknummer: Z22-012356

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelezen het advies van afdeling van sociale voorzieningen;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels sociaal medische indicatie

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 van de Participatiewet op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de Participatiewet, door het college vastgestelde verlaging;

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

  • kind: een in de gemeente Amstelveen woonachtig kind in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar;

  • kindercentrum: in het LRK geregistreerd kindercentrum gevestigd in de gemeente Amstelveen waar kinderen van 0 tot en met 12 jaar worden opgevangen, niet zijnde een gastouderbureau;

  • kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/ verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • LRK : Landelijke register kinderopvang en peuterspeelzalen;

  • maximum uurtarief: het jaarlijks door de Belastingdienst vastgestelde landelijk maximum uurtarief per opvangsoort, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit Kinderopvangtoeslag;

  • onderzoek: het door het college verzamelen van alle voor het onderzoek en gesprek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over het kind en de gezinssituatie om te beoordelen of aanvullende gemeentelijke financiering van kinderopvang noodzakelijk is;

  • ouder: de in de gemeente Amstelveen woonachtige gezaghebbende ouder(s) of verzorger(s) van een kind die voldoet aan de begripsbepaling in de Wet Kinderopvang, waar ouder staat wordt ook ouders bedoeld;

  • smi: sociaal medische indicatie;

  • voorliggende voorziening: andere regelingen of wetten waarop door de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op de sociaal medische indicatie, zoals de kinderopvangtoeslag of voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Aanvraag

  • 1.

    Een ouder kan een aanvraag indienen bij het college voor een sociaal medische indicatie en een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang. Het college neemt alleen aanvragen in behandeling wanneer deze zijn ingediend door middel van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag wordt een situatieschets gemaakt over onder andere: de noodzaak van een sociaal medische indicatie, een gemotiveerde opgave van noodzakelijke uren en een verwachting ten aanzien van de duur van de aangevraagde regeling.

  • 3.

    Het college beoordeelt of er sprake is van een voorliggende voorziening of dat de ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk in de vraag om opvang kan voorzien.

Artikel 3 Medisch advies

  • 1.

    Het college kan, om de sociaal medische omstandigheden te onderzoeken, een onafhankelijke partij inschakelen die gespecialiseerd is in het geven van medisch advies.

  • 2.

    Niet in aanmerking komt de ouder die niet meewerkt aan het onderzoek en het gesprek als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Voorwaarden Sociaal Medische Indicatie

  • 1.

    Om voor een smi in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het betreffende kind of de betrokken ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en waarvoor is komen vast te staan dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

    • b.

      er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is.

  • 2.

    Tijdens de periode dat smi is toegekend, doet de ouder alles wat binnen zijn macht ligt om de situatie te verbeteren waardoor de smi zo kort mogelijk nodig is.

  • 3.

    Hetgeen in lid 2 wordt beschreven wordt tijdens evaluaties beoordeeld.

Artikel 5 Voorwaarden kindercentrum

  • 1.

    Het kindercentrum waar de kinderopvang wordt afgenomen moet vermeld staan in het LRK.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college kan de regeling weigeren indien:

  • a.

    de ouder op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de hulpvraag kan wegnemen;

  • b.

    er eerder een smi is afgegeven en de ouder in die tijd niet voldoende inspanning heeft verricht om de afhankelijkheid van smi te verkleinen.

  • c.

    de ouder en de partner reeds voor de aangevraagde uren een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt in de vorm van kinderopvangtoeslag.

Artikel 7 Bevoorschotting

De tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang wordt maandelijks bij wijze van voorschot betaald aan ouder of kinderopvangorganisatie.

Artikel 8 Eigen bijdrage

  • 1.

    Voor de hoogte van de eigen bijdrage wordt gebruik gemaakt van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst.

  • 2.

    De ouder betaalt de eigen bijdrage aan de kinderopvangorganisatie.

  • 3.

    Kinderopvang tarieven boven de wettelijke maximale tarieven worden niet vergoed.

  • 4.

    In uitzondering op lid 1 en lid 3 wordt voor inwoners met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm 98% van de totale kosten betaald en betalen zij het resterende bedrag aan de kinderopvangorganisatie.

Artikel 10 Terugwerkende kracht

Een smi wordt nooit met terugwerkende kracht toegekend.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager of de betreffende ouder afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 maart 2022.

De secretaris,

Bert Winthorst

De voorzitter,

Tjapko Poppens