Kansspelverordening Wijdemeren 2010

Geldend van 09-12-2010 t/m heden

Intitulé

Kansspelverordening Wijdemeren 2010

De raad der gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2010

Gelet op Titel V A van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit en het artikel 149 van de Gemeentewet

B E S L U I T

De ‘Kansspelverordening Wijdemeren 2010’ vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de ‘Speelautomatenverordening 2003’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a, van de Wet;

  • c.

    behendigheidsautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder b, van de Wet;

  • d.

    kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c van de Wet;

  • e.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de Wet;

  • f.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e van de Wet en als bedoeld in artikel 2 van het Speelautomatenbesluit 2000;

  • g.

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet.

Artikel 2 Opstelplaatsen

In een inrichting als bedoeld in de Wet zijn maximaal twee speelautomaten aanwezig.

Artikel 3 Aanwezigheidsvergunning

  • 1. Het aantal kansspelautomaten waarvoor vergunning kan worden verleend als bedoeld in artikel 30b, lid 1 van de Wet, wordt bepaald op twee.

  • 2. De vergunning als bedoeld lid 1 van deze bepaling wordt aangevraagd uiterlijk acht weken voor de aanvang van het tijdvak waarvoor deze is bedoeld.

Artikel 4 Geldigheidsduur

De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze verordening geldt voor onbepaalde tijd.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

Aan de vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze verordening worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a.

    op de kansspelautomaten dient de naam van de eigenaaar c.q. exploitant te zijn vermeld;

  • b.

    de kansspelautomaaten dienen duidelijk in het zicht te worden geplaatst in een voor het publiek toegankelijke lokaliteit van de inrichting;

  • c.

    kansspelautomaten mogen uitsluitend worden gebruik gedurende de tijden, waarop de inrichting voor het publiek geopend mag zijn.

Artikel 6 Beslistermijn

Op de aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze verordening is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Kansspelverordening Wijdemeren 2010’.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 november 2010.
De griffier, J. van Ditmarsch
De burgemeester, drs. M.E. Smit

Toelichting

Wet op de kansspelen; korte inleiding

Het doel van de Wet op de Kansspelen, Stb. 1964, 483 (hierna: de Wet), strekt ter regulering van het beoefenen van een kansspel door middel van speelautomaten, welke uitzicht geven op winst. Daarbij mogen enerzijds de financieel zwakkere groepen in onze samenleving niet door speelautomaten zodanige verliezen leiden dat zij daardoor worden benadeeld, terwijl anderzijds een redelijke exploitatie van de speelautomaten mogelijk moet blijven om een vlucht in de illegaliteit te voorkomen.

Door de wijziging van de Wet is per 1 juli 2010 de vergunningplicht voor het organiseren van prijsvragen en voor het aanwezig hebben van behendigheidsautomaten vervallen. Er is nog wel een vergunning nodig voor het organiseren van loterijen (tot € 4.500) en voor de aanwezigheid van kansspelautomaten.

Volgens de artikel 30c, lid 2, van de Wet, wordt het aantal kansspelautomaten waarvoor vergunning wordt verleend, de zogenaamde aanwezigheidsvergunning, bij gemeentelijke verordening vastgesteld. Het juridisch kader voor speelautomatenregelgeving wordt in de eerste plaats gevormd door de Wet. Verder vormen het Kansspelenbesluit en het Speelautomatenbesluit 2000 het juridisch kader.

Wet op de Kansspelen

In de Wet zijn de verschillende vormen van kansspelen benoemd (o.a. Staatsloterij, sportprijsvragen, lotto, casinospelen). Bij veel kansspelen zijn de Ministers van Justitie en van Financiën het bevoegde bestuursorgaan, maar bij de hierna beschreven kansspelen is een rol voor de gemeente weggelegd. Voor het organiseren van loterijen, waarbij de prijzen en premies gezamenlijk geen grotere waarde hebben dan € 4.500,=, is een vergunning van burgemeester en wethouders vereist (artikel 1 jo artikel 3).

Verder is het organiseren van kleine kansspelen (artikel 7c, 7d, en 7e) voor gemeenten van belang. Als kleine kansspelen worden aangemerkt het kienspel, vogelpiekspel, rad van avontuur en vergelijk-bare vormen van kansspel. Kleine kansspelen zijn voor de gemeente van belang, omdat het organiseren van een dergelijk spel tevoren aan burgemeester en wethouders moeten worden gemeld en omdat burgemeester en wethouders de organisatie ervan kunnen verbieden.

Verder is voor de gemeente van belang het kansspel in de vorm van speelautomaten (artikel 30 e.v.). Voor de aanwezigheid van kansspelautomaten is een vergunning van de burgemeester vereist, de zogenaamde “aanwezigheidsvergunning”.

Ten slotte biedt de Wet gemeenten de mogelijkheid om een speelhal in de gemeente aanwezig te hebben (artikel 30c, lid b.). Daarvoor is het wel noodzakelijk om deze mogelijkheid bij verordening te regelen. In Wijdemeren is nooit van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. De Wet legt overigens de verplichting aan gemeenten op om een verordening met betrekking tot speelautomaten vast te stellen.

Kansspelenbesluit

In het Kansspelenbesluit worden de voorschriften beschreven, die in elk geval verbonden worden aan een vergunning op grond van artikel 3 van de Wet (loterijvergunning). Verder zijn hierin bepalingen opgenomen ten aanzien van rekening en verantwoording en de prijsbepaling van loterijen.

Speelautomatenbesluit 2000

In het Speelautomatenbesluit zijn, voor zover voor de gemeente van belang, bepalingen opgenomen over de aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten. Verder wordt het begrip “laagdrempelige inrichting” nader gedefinieerd.

Ook staan er regels in over de (leges)tarieven die gehanteerd mogen worden bij een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning te verstrekken en eisen die aan de aanvrager van de aanwezigheids-vergunning worden gesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De gegeven begripsomschrijvingen zijn, waar mogelijk, uit de Wet overgenomen.

Artikel 2 Opstelplaatsen

Het vervallen van de vergunningplicht voor behendigheidsautomaten in de Wet op de kansspelen betekent niet dat er geen maximum gesteld kan worden aan het aantal behendigheidsautomaten dat in een inrichting aanwezig mag zijn. De doelstelling van de kansspelwetgeving is het voorkomen van (nadelige effecten van) gokverslaving van spelers en de openbare orde. Hoewel de kans op verslaving aan het spelen op behendigheids-automaten beperkt is, kan de aanwezigheid van een groot aantal van deze automaten in een inrichting wel nadelige effecten op de openbare orde hebben. De aanwezigheid van meer speelautomaten in een inrichting kan immers een toestroom van publiek teweeg brengen. Om die reden is het beter om een maximum te stellen aan het aantal speelautomaten. Daarbij is het niet van belang om onderscheid te maken tussen kansspel- en behendigheidsautomaten. Voor wat betreft kansspelautomaten is het maximum aantal bij wet beperkt tot twee en kunnen deze uitsluitend aanwezig zijn in een hoogdrempelige inrichting.

Artikel 3 Aanwezigheidsvergunning

Volgens de Wet op de kansspelen is voor het aanwezig hebben van een kansspelautomaat in een hoogdrempelige inrichting een vergunning vereist van de burgemeester. Zoals reeds vermeld in de toelichting bij artikel 5 is het maximum waarvoor vergunning kan worden verleend bepaald op 2. Voor het aanwezig hebben van behendigheidsautomaten is geen vergunning meer vereist sedert 1 juli 2010.

Artikel 4 Geldigheidsduur aanwezigheidsvergunning

De wet op de kansspelen biedt de mogelijkheid om een aanwezigheidsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd te verlenen. In Wijdemeren is het tot op heden gebruikelijk om de vergunning voor een tijdvak van 12 maanden te verlenen. In het licht van de lastenverlaging voor ondernemer en burger is gekozen voor de vergunning voor onbepaalde tijd.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

Op grond van artikel 30d van de Wet op de kansspelen kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden aan de aanwezigheidsvergunning. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat deze voorschriften en beperkingen binnen de doelstellingen van de Wet moeten blijven en geen betrekking mogen hebben op technische aspecten van de kansspelautomaten. Wel mogen zij gericht zijn op de bescherming van de speler. De hier genoemde voorschriften en beperking zijn gericht op de bescherming van de speler.

Artikel 6 Beslistermijn

Ten aanzien van de beslistermijnen is in de Wet op de kansspelen geen regeling getroffen. Dit houdt in dat in de verordening een beslistermijn kan worden opgenomen of dat wordt teruggevallen op de “standaard”regeling van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens artikel 4:13 Algemene wet bestuursrecht wordt een beschikking gegeven binnen een wettelijk bepaalde termijn en bij het ontbreken daarvan binnen redelijke termijn. Onder een redelijke termijn wordt vervolgens verstaan een termijn van acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Een termijn van acht weken moet voldoende worden geacht om een aanvraag om vergunning voor het organiseren van een loterij of een aanvraag om aanwezigheids-vergunning te kunnen behandelen.

Naar hedendaagse opvattingen moeten allerlei (juridische) drempels in het verkeer tussen burger en overheid worden vermeden. Eén van de manieren om dit te bereiken is de Lex Silenicio Positivo. Dit houdt in dat wanneer er niet tijdig op een vergunningaanvraag is beslist, deze van rechtswege is verleend. Niet alle soorten besluiten lenen zich voor deze constructie. Met name bij vergunningstelsels die grote impact hebben op de maatschappij en waarvan de gevolgen niet of moeilijk kunnen worden teruggedraaid is het beter om de vergunning niet van rechtswege te verstrekken. Voor de beide vergunningstelsels uit de Wet op de kansspelen geldt dit echter niet, zodat de regels over het van rechtswege verlenen van de vergunning van toepassing kunnen worden verklaard.

Artikel 7 Citeertitel

In de citeertitel dient de naam van de gemeente en het jaar van vaststelling opgenomen te worden, zodat de regeling kan worden onderscheiden van de voorgaande regeling.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.