Tijdelijke subsidieregeling compensatie kosten controle coronatoegangsbewijzen gemeente Smallingerland 200 (CTB 2022)

1. Subsidiabel zijn kosten die door de door aanvrager gemaakt moeten worden voor de naleving van controle op coronatoegangsbewijzen voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 26 maart 2022. De volgende kosten komen in ieder geval in aanmerking

• a.

  verschuldigde loonkosten van werknemers en arbeidskrachten;

• b.

  in geval van een niet-commerciële organisatie de verschuldigde vrijwilligers bijdrage;

• c.

  verschuldigd vakantiegeld, verschuldigde pensioenafdrachten en sociale zekerheidslasten, in verband met de loonkosten, bedoeld onder i;

• d.

  in geval van externe inhuur, de kosten van werving, selectie, administratie en aansturing van werknemers en arbeidskrachten;

• e.

  materiële kosten die de controle van het coronatoegangsbewijs en identiteitsdocument faciliteren;

• f.

  verschuldigde BTW, voor zover deze verschuldigd is over de kosten bedoeld onder a tot en met e.

2. De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

• a.

  kosten voor verplichtingen die zijn aangegaan voor 1 januari 2022 (dus dat zijn ook de reguliere loonkosten);

• b.

  kosten voor activiteiten waarvoor reeds een specifieke uitkering of een andere financiële bijdrage door het Rijk is verstrekt;

• c.

  kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, dan wel recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.

1. De subsidie bedraagt een vast bedrag als bijdrage in de kosten die samenhangen met de ondersteuning bij of nabij voorzieningen die op grond van de Regeling verplicht zijn om de coronatoegangsbewijzen te controleren en, onder omstandigheden, de toegang te ontzeggen.

2. De subsidie wordt berekend door het beschikbare budget te delen door het aantal aanvragen, dat binnen de aanvraagperiode wordt ingediend en bedraagt maximaal € 1.000,-- per organisatie.

3. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

1. Aanvragen kunnen worden ingediend in de aanvraagperiode, die loopt vier weken vanaf datum bekendmaking van deze regeling. Aanvragen ingekomen na deze datum worden niet in behandeling genomen.

2. Een aanvraag wordt gericht aan het college, ondertekend door een door de organisatie bevoegd persoon of orgaan.

3. De subsidie is eenmalig, in die zin dat een beheerder per publieke plaats slechts éénmaal een subsidie kan aanvragen.

4. Voor het indienen van de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde formulier.

1. Subsidies worden bij een toekenning direct vastgesteld.

2. Het college kan bepalen dat de organisatie die subsidie heeft ontvangen, bescheiden overlegt waaruit blijkt dat de subsidie is besteed aan de kosten genoemd in artikel 3, lid 1.