Nadere subsidieregels ‘Lokaal Energie Experimenten Fonds – LEEF’

Geldend van 03-01-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere subsidieregels ‘Lokaal Energie Experimenten Fonds – LEEF’

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Heerenveen 2017,

besluiten vast te stellen de Nadere subsidieregels ‘Lokaal Energie Experimenten Fonds – LEEF’.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    LEEF: Lokaal Energie Experimenten Fonds met als doel om lokale experimenten die een positieve bijdrage leveren aan de (lokale) energietransitie te stimuleren. Het gaat hier om een lokale stimuleringssubsidie;

  • b.

    Experiment: een innovatief en/of experimenteel project dat beoogt een positieve bijdrage te leveren aan de energietransitie in de gemeente Heerenveen;

  • c.

    Initiatiefnemer: een initiatiefgroep van minimaal 4 lokale aanvragers van verschillend adres in de gemeente Heerenveen, die een samenwerkingsovereenkomst aangaan en een experiment willen starten om een bijdrage te leveren aan de (lokale) energietransitie;

  • d.

    ASV: Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017;

  • e.

    Acceptatiegebied: gebied rondom het experiment waarbinnen mensen belanghebbende kunnen zijn. Het acceptatiegebied wordt in overleg met de betrokken ambtenaar per experiment afzonderlijk vastgesteld, waarbij geldt:

    • i.

      Het acceptatiegebied is altijd minimaal de wijk of buurt waar het initiatief zal worden gerealiseerd. Dit om in de omgeving bekendheid te geven aan het initiatief en hiermee de energietransitie en participatie te stimuleren en tevens de mogelijkheid te geven om bezwaar te maken;

    • ii.

      Indien er sprake is van ruimtelijke impact dan is het acceptatiegebied het gebied rondom het experiment waarbinnen mensen belanghebbende zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    Energiearmoede: er is sprake van energiearmoede als huishoudens meer dan 10% van het besteedbaar inkomen kwijt zijn aan het adequaat warmhouden van hun woning;

  • g.

    Procesgeld: subsidie voor procesondersteuning om tot voorbereiding, resultaat en/of uitvoering te komen van het Experiment.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze nadere regels is slechts van toepassing op de verstrekking van subsidies door Burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor experimenten die een positieve bijdrage leveren aan de energietransitie; aardgasvrij worden, besparen van energie en/of opwekken van duurzame energie.

  • 2. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan experimenten die passend zijn binnen het beleid van de overheden (rijk, provincie, gemeente en waterschap).

  • 3. Er kan aan maximaal 5 experimenten subsidie worden verstrekt.

  • 4. De experimenten dienen voor zover relevant invulling te geven aan de volgende criteria:

    • a.

      Een significante bijdrage aan de energiedoelstellingen van de gemeente Heerenveen;

    • b.

      Betrokkenheid van de inwoners van de gemeente Heerenveen, MKB-ondernemers, verenigingen, stichtingen, coöperaties en scholen;

    • c.

      Bijdragen aan sociale duurzaamheid door in te zetten op het voorkomen van energiearmoede, het voor iedereen mogelijk te maken om mee te doen met het project en/of sociale en maatschappelijke waarde toevoegen;

    • d.

      Een innoverend karakter, dit kan op technisch, financieel, maatschappelijk of procesmatig vlak zijn;

    • e.

      Samenwerken met lokale ondernemers;

    • f.

      Zorgen voor een zo groot mogelijke spin-off zodat het subsidiegeld een grotere investering tot gevolg heeft;

    • g.

      Aandacht hebben voor de ruimtelijke impact die de experimenten hebben, waarbij als uitgangspunt geldt: zorgdragen voor het behouden van of verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het betreffende lokale gebied;

    • h.

      Een positieve bijdrage aan de duurzame thema’s biodiversiteit, circulaire economie en/of klimaatadaptatie.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een Initiatiefnemer. Dit is een initiatiefgroep die bestaat uit minimaal 4 aanvragers van verschillend adres gelegen in de gemeente Heerenveen. Deze aanvragers kunnen zijn: inwoners, MKB-ondernemers, verenigingen, stichtingen, coöperaties en scholen gevestigd in de gemeente Heerenveen en die invulling geven aan de in artikel 3, lid 4 bedoelde criteria en een samenwerkingsovereenkomst aangaan en een Experiment willen starten om een bijdrage te leveren aan de (lokale) energietransitie.

Artikel 5. Voorwaarden

Het experiment waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voldoet blijkens de aanvraag naast het gestelde in artikel 3 en 4, in ieder geval aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Per experiment wordt slechts éénmaal een beroep op deze nadere subsidieregels gedaan;

  • 2.

    Initiatiefnemers dienen aan te tonen hoe zij draagvlak gaan creëren binnen het acceptatiegebied;

  • 3.

    De verschillende aanvragen moeten onderling een divers karakter hebben voor wat betreft de experimenten die zullen worden uitgevoerd. Dit om innovatie en kennis vergaren te vergroten. Bij meerdere gelijke of zeer sterk vergelijkbare experimenten bepaalt de rangschikking (artikel 8) welke van de experimenten subsidie toegekend krijgt;

  • 4.

    Het experiment wordt binnen 2 jaar na het toekennen van de subsidie gerealiseerd. Er wordt in de aanvraag duidelijk aangegeven wat het eindproduct binnen het experiment is;

  • 5.

    Het experiment vindt uitsluitend plaats binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Heerenveen;

  • 6.

    Initiatiefnemers hebben door het indienen van een aanvraag de volgende verplichtingen (deze voorwaarden worden tevens opgenomen in de verleningsbeschikking):

    • a.

      Initiatiefnemers stellen een communicatieplan op waarin ze verwoorden op welke wijze communicatie met de omgeving (doelgroep, inwoners uit het acceptatiegebied) plaatsvindt en voeren dit plan uit;

    • b.

      Initiatiefnemers nemen deel aan inspiratiesessies, die periodiek worden georganiseerd door de gemeente, waarbij onder meer opgedane kennis wordt gedeeld met de gemeente en haar inwoners;

    • c.

      Initiatiefnemers verzorgen na afronding van het experiment een presentatie aan de gemeenteraad;

    • d.

      Eventuele bezwaren en/of klachten van derden gedurende het experiment worden door de initiatiefnemers gemeld aan de gemeente;

    • e.

      Initiatiefnemers vermelden bij alle communicatie omtrent het experiment “mede mogelijk gemaakt door de gemeente Heerenveen en provincie Fryslân”;

    • f.

      Initiatiefnemers leveren desgevraagd informatie aan bij de gemeente ten behoeve van monitoring en evaluatie.

  • Indien aan één van bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan, kan geen subsidie worden verstrekt.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen de gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de voorbereiding (procesgeld) en uitvoering (geld voor realisatie) van het experiment als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Voor procesgeld bedraagt de subsidie maximaal 75% van de gemaakte subsidiabele kosten voor de voorbereiding.

  • 3. Voor geld voor realisatie bedraagt de subsidie maximaal 25% van de gemaakte subsidiabele kosten voor de realisatie.

  • 4. Per experiment bedraagt de subsidie maximaal € 100.000,-.

  • 5. Voor het bepalen van de subsidiabele kosten worden vrijwilligersuren gewaardeerd op het geldende minimumloon voor 22 jaar en ouder per uur per vrijwilliger op basis van een volledige werkweek van 36 uur.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór die indiening van de aanvraag.

Artikel 7. Hoogte van het subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het Lokaal Energie Experimenten Fonds – LEEF wordt door Burgemeester en wethouders vastgesteld. Het subsidieplafond bedraagt maximaal € 500.000,-.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1. Er is sprake van een tendersysteem waarbij subsidie wordt verdeeld over complete en tijdig ingediende aanvragen.

  • 2. Er wordt slechts subsidie verstrekt aan een partij indien deze een complete aanvraag tijdig heeft ingediend.

  • 3. Verstrekking van de subsidie vindt plaats in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt en/of het maximum van 5 experimenten.

  • 4. Indien meerdere aanvragen onderling vergelijkbare experimenten betreffen, dan wordt aan de hand van de rangschikking bepaald aan welke aanvraag subsidie toegekend wordt.

  • 5. Indien meerdere aanvragen dezelfde score hebben, maar het subsidieplafond en/of het maximum van 5 experimenten is bereikt, dan wordt door loting bepaald welke van deze aanvragen toegekend worden.

  • 6. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders op basis van onderstaand overzicht punten toe aan de hand van de aspecten zoals genoemd in artikel 3, lid 4:

    Criteria/punten

    0

    1

    2

    3

    4

    A

    Mate waarin het experiment bijdraagt aan de gemeentelijke energiedoelstellingen

    B

    Betrokkenheid van de lokale samenleving

    C

    Mate waarin het experiment bijdraagt aan sociale duurzaamheid

    D

    Mate waarin experiment bijdraagt aan innovatie

    E

    Mate waarin het experiment lokale ondernemers betrekt bij het project

    F

    Hoogte subsidieverzoek in verhouding tot effect

    G

    Mate waarin ruimtelijke kwaliteit behouden blijft of verbeterd wordt

    H

    Mate waarin het experiment bijdraagt aan biodiversiteit, circulaire economie en klimaatadaptatie

    Totaalscore

    0 punten: Er wordt geen invulling gegeven aan het criterium;

    1 punt: Er wordt nauwelijks invulling gegeven aan het criterium;

    2 punten: Er wordt matig invulling gegeven aan het criterium;

    3 punten: Er wordt goed invulling gegeven aan het criterium;

    4 punten: Er wordt uitstekend invulling gegeven aan het criterium.

  • 7. Een aanvraag moet een minimale puntenscore van 20 punten halen om voor subsidie in aanmerking te komen. Het maximaal te behalen aantal punten is 32.

  • 8. Burgemeester en wethouders benoemen een beoordelingscommissie. Deze beoordelingscommissie brengt aan de hand van de beoordeling advies uit aan Burgemeester en wethouders. De voorkeur is om de beoordelingscommissie uit de volgende personen te laten bestaan:

    • a.

      Voorzitter: door burgemeester en wethouders te bepalen

    • b.

      Vertegenwoordiging wijkraad uit de plaats Heerenveen - 1 persoon

    • c.

      Vertegenwoordiging plaatselijk belang uit een dorp in de gemeente Heerenveen - 1 persoon

    • d.

      Vertegenwoordiging van de ondernemersvereniging – 1 persoon

    • e.

      Vertegenwoordiging plaatselijke energie coöperaties – 1 persoon

    • f.

      Vertegenwoordiging welzijnsorganisatie – 1 persoon

    • g.

      Vertegenwoordiging vanuit welstand – 1 persoon

    • h.

      Vertegenwoordiging vanuit woningcorporatie – 1 persoon

    • i.

      Vertegenwoordiging vanuit de landbouwsector – 1 persoon

    • j.

      Deskundige op het thema Energietransitie

    • k.

      Adviesrol (geen stemrecht): ambtenaar duurzaamheid – 1 persoon.

  • 9. De beoordelingscommissie bestaat uitsluitend uit leden die niet rechtstreeks of middellijk betrokken zijn bij één of meerdere subsidieaanvragen.

  • 10. De beoordeling vindt plaats op de volgende wijze:

    • a.

      Experimenten melden zich aan door invullen van een aanvraagformulier. Bij het aanvraagformulier leveren de initiatieven de benodigde bijlagen: o.a. projectplan, communicatieplan en begroting;

    • b.

      Het experiment wordt getoetst aan de criteria zoals genoemd in artikel 5. Als het experiment hieraan voldoet, wordt het acceptatiegebied bepaald. Als het experiment niet voldoet aan deze criteria dan kan het experiment niet deelnemen en ontvangt geen subsidie;

    • c.

      De initiatiefnemers presenteren het Experiment aan de beoordelingscommissie. De commissie mag na de presentatie vragen stellen aan de initiatiefnemers;

    • d.

      In de week na de presentatie beoordeelt ieder lid van de beoordelingscommissie individueel het experiment;

    • e.

      De individuele beoordeling wordt per email aangeleverd, vooraf aan het gezamenlijk overleg. In het overleg worden de scores naast elkaar gelegd en wordt de beoordeling gezamenlijk besproken, om zo tot een genuanceerd, gezamenlijk gewogen oordeel te komen. Hierbij is het voor de beoordelaars mogelijk om de score aan te passen. Bij eventuele aanpassing van toegekende cijfers naar aanleiding van de bespreking wordt de motivering voor de aanpassing vermeld op het betreffende beoordelingsformulier;

    • f.

      Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 9. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV Heerenveen 2017, ingediend in de periode van 1 januari tot en met 1 maart 2021.

  • 2. Aanvragen die op het moment van sluiting van de aanvraagtermijn niet compleet zijn, worden niet in behandeling genomen en meegenomen in de rangschikking.

Artikel 10. Aanvraag

Een aanvraag om subsidie bevat in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV:

  • 1.

    Een volledig en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier inclusief bijlagen;

  • 2.

    Een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, met in ieder geval aandacht voor de doelstellingen, waarom het project binnen het experiment past en welke activiteiten uitgevoerd gaan worden;

  • 3.

    Een tijdsplan, begroting en dekkingsplan voor de kosten van de activiteiten;

  • 4.

    Een communicatieplan.

Artikel 11. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV binnen 8 weken na afloop van de aanvraagtermijn.

Artikel 12. Wijze van subsidie betaling

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen de subsidie voor het procesgeld op de volgende wijze: vooraf 50% van het budget. Na aantonen dat het volledige bedrag gebruikt en nodig is, de tweede 50% achteraf.

  • 2. De betaling van de realisatiekosten is maatwerk en wordt geregeld in de verleningsbeschikking.

Artikel 13. Eindverantwoording

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt, in afwijking van artikel 16 lid 1 b van de ASV uiterlijk 10 weken nadat de gesubsidieerd experiment is verricht ingediend.

  • 2. Een aanvraag bevat, in afwijking van artikel 16 lid 2 van de ASV in elk geval een inhoudelijk verslag, financieel verslag en een balans van het afgelopen tijdvak met een toelichting erop.

  • 3. Bij beschikking kan de subsidieontvanger worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten/experimenten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn uitgevoerd conform de aan de subsidie verbonden verplichtingen en de voorwaarden zoals vermeld in deze nadere regels.

Artikel 14. Vaststelling

Een subsidie wordt in afwijking van artikel 17 lid 2 van de ASV vastgesteld binnen 10 weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze nadere regels afwijken, als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig nadelig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 16. Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2021

  • 2. Deze nadere regels vervallen op 1 mei 2024.

  • 3. Deze nadere regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels Lokaal Energie Experimenten Fonds’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van Burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2020.

Burgemeester en wethouders van Heerenveen.

De gemeentesecretaris,

de heer J. van Leeuwestijn

De burgemeester,

de heer T.J. van der Zwan