Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674604
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674604/1
Horecanota 2009
Geldend van 23-03-2022 t/m heden
Intitulé
Horecanota 2009De raad van de gemeente Tholen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 mei 2009;
b e s l u i t :
de Horecanota 2009 vast te stellen.
1 Inleiding
1.1 Voorgeschiedenis
In het collegeprogramma van 2007 was de opdracht verwerkt dat een horecanota dient te worden uitgebracht waarin het horeca(vestigings)beleid en het daarbij behorende instrumentarium uiteengezet en vastgelegd diende te worden.
In dit beleid moeten beleidsterreinen met betrekking tot de horeca op elkaar worden afgestemd. Op deze wijze is het mogelijk om meer duidelijkheid te verschaffen over de mogelijkheden en onmogelijkheden als het gaat om medewerking verlenen aan vestiging, uitbreiding of veranderingen van horecabedrijven. Daarnaast is een horecabeleid belangrijk om een goed evenwicht te krijgen en te behouden tussen de woonfunctie, de ruimtelijke kwaliteit en recreatieve mogelijkheden in de gemeente Tholen.
1.2 Proces
De eerste aanzet tot ontwikkeling van het horecavestigingsbeleid heeft plaatsgevonden in september 2007. Tijdens een brainstormsessie waarbij naast het voltallige college van burgemeester en wethouders, de leden van het MT en een aantal beleidsambtenaren aanwezig waren is getracht richting te geven aan het te ontwikkelen beleid. Aan de hand van een aantal stellingen zijn kaderstellende/richtinggevende uitspraken geformuleerd. Deze stellingen zijn besproken in de commissie bestuurszaken en vervolgens is in de gemeenteraadsvergadering van december 2007 de startnotitie horecabeleid vastgesteld.
De startnotitie is als bijlage 1 achter deze nota gevoegd en dient als raamwerk voor deze nota.
Dezelfde stellingen zijn in februari 2008 bij een eerste inspraakmoment besproken met de ondernemers uit de horecabranche en de recreatieve sector. Vervolgens zijn in het najaar van 2008 1800 enquêtes verspreid over de 9 verschillende kernen waarin de bevolking gevraagd werd haar mening te geven.
1.3 Doelstelling horecavestigingsbeleid
Met deze horecanota wordt getracht recht te doen aan de belangrijke economische en maatschappelijke functie van de horeca en de bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca.
Daarnaast wordt zo voorkomen dat verzoeken tot vestiging van nieuwe horecabedrijven, uitbreiding en/of verandering van de aard van de horecabedrijven te lang onbeantwoord blijven omdat er geen toetsingskader bestaat. Er wordt niet langer ad hoc gereageerd op probleemsituaties zodat de te nemen maatregelen niet beperkt blijven tot de concrete problemen van dat moment. Ten slotte worden verschillende regelingen en beleidsinstrumenten niet onafhankelijk van elkaar toegepast.
De doelstelling van de horecanota luidt:
Het vaststellen van kaders waarbinnen horecaontwikkelingen mogelijk zijn in de gemeente Tholen.
Bij het realiseren van deze doelstelling heeft de gemeente Tholen een voorwaardenscheppende rol. Het is aan de markt (ondernemers en consumenten) om binnen de gestelde randvoorwaarden concrete invulling te geven aan het horeca-aanbod in de gemeente. De in de nota genoemde uitgangspunten zijn mede gebaseerd op bestaande ideeën of plannen van horecaondernemers welke tot op heden nog niet gerealiseerd konden worden.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt een uiteenzetting geven over de uitgangspunten van voorliggende horecanota. De door de raad vastgestelde uitgangspunten zijn achtereenvolgens met de ondernemers uit de horeca en de recreatieve sector besproken en voorgelegd aan de bevolking van de gemeente Tholen door middel van een enquête. De resultaten van dit onderzoek worden per kern weergegeven.
Hoofdstuk 3 geeft een algemene beschrijving over de huidige stand van zaken betreffende de horeca in de gemeente Tholen.
In hoofdstuk 4 wordt aangegeven welke wet- en regelgeving van toepassing is op horecabedrijven. Hierbij worden zowel de landelijke als de lokale regelgeving aangehaald.
Vervolgens worden in hoofdstuk 5 de uitgangspunten van het horecavestigingsbeleid afgezet tegen de mogelijkheden en onmogelijkheden en bevat hoofdstuk 6 de conclusies en een opsomming van de besluiten.
2.Uitgangspunten horecavestigingsbeleid
2.1 Startnotitie
De gemeenteraad heeft in december 2007 uitspraken gedaan op basis van een startnotitie. Deze uitspraken zijn de uitgangspunten van het horecavestigingsbeleid geworden.
Visie
Over de visie bestond algemene instemming. Deze is als volgt geformuleerd:
De gemeente Tholen kent een integraal horecabeleid dat qua ambitie past bij de gemeente Tholen, dat recht doet aan de belangrijke economische en maatschappelijke functie van de horeca en aan het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca dat een bepaalde mate van flexibiliteit behelst om in te spelen op trends en ontwikkelingen en voldoende draagvlak heeft bij direct betrokkenen.
Daarnaast heeft de gemeenteraad ervoor gekozen dat de kaders voor het horecavestigingsbeleid mede worden gevormd door de uitgangspunten zoals die reeds zijn geformuleerd in de diverse nota’s waarin aan horeca aandacht is besteed.
Doelstellingen
Als doelstellingen zijn aangenomen:
- a.
Verzoeken tot vestiging van nieuwe horecabedrijven, uitbreiding en/of verandering van de aard van horecabedrijven worden beantwoord aan de hand van het toetsingskader;
- b.
Maatregelen om probleemsituaties te voorkomen dan wel op te lossen zijn het resultaat van een weloverwogen beleidskeuze waarvan de gevolgen vooraf in kaart zijn gebracht;
- c.
Er ontstaat een integraal horecabeleid waarin verschillende regelingen en beleidsinstrumenten een samenhangend en complementair geheel vormen.
Rol gemeente
Ook over de rol van de gemeente in het horecavestigingsbeleid was men het eens. Deze rol wordt met name faciliterend beschouwd, maar ook stimulerend als het gaat om de kwaliteit in de horeca.
Specialiseren
Tevens is er unaniem voor gekozen om aan iedere kern binnen het horecabeleid afzonderlijk aandacht te besteden, specialiseren in plaats van generaliseren.
Burgerparticipatie
Dat het horecavestigingsbeleid alleen tot stand kon komen mede aan de hand van burgerparticipatie, werd als een vast gegeven beschouwd.
Campingkantines
Over het exploiteren van de campingkantines werd eensluidend gedacht. De gemeenteraad gaf aan voor het reguleren van het gebruik van de kantines als horecabedrijven te zijn. Bij de behandeling van deze stelling werd tevens aangehaald dat de gebruiksmogelijkheden van de kantines van de watersportverenigingen verruimd mochten worden. Daarentegen is uitgesproken dat dit niet voor de kantines van de overige sportverenigingen opgaat.
Volksgezondheid
Niet over alle genoemde stellingen werd overeenstemming bereikt. Zo werd over het gefaseerd ontwikkelen van het horecabeleid verschillend gedacht. Een aantal partijen sprak de voorkeur uit om naast een horecavestigingsbeleid, in de nota ook aandacht te besteden aan een alcoholmatigingsbeleid. Andere partijen waren van mening dat de horecanota zich moest beperken tot de hoofdzaken en alcoholmatiging tot uitdrukking zal komen in andere beleidsvelden.
Minimum niveau huidige aantal horecabedrijven
Ook werden er vragen gesteld bij het uitgangspunt het huidige aantal horecabedrijven als minimum te beschouwen. Betekent dit dan automatisch dat meer mogelijk is of dat het huidige aantal “beschermd” blijft om ervoor te voorkomen dat horecabedrijven uit de kernen verdwijnen?
Concentratie horecabedrijven
Over het algemeen werd het concentreren van horecabedrijven als uitgangspunt aangenomen, waarbij werd aangetekend dat dit ook overlast in de hand kan werken.
Vestiging grootschalig horecabedrijf
Het vestigen van één grotere uitgaansgelegenheid bood meer stof tot discussie. Zo werd door een aantal partijen opgemerkt dat de voorkeur uitgaat naar een multifunctioneel uitgaanscentrum, dus niet alleen gericht op jongeren. Anderen spraken zich principieel uit tegen een grotere uitgaansgelegenheid en weer anderen gaven aan dat er geen sprake moet zijn van een beperking in aantallen uitgaansgelegenheden. Prangende vraag hierbij is natuurlijk welke locatie zou hiervoor geschikt kunnen zijn.
2.2 Burgerparticipatie fase 1: inspraakavond
Alle houders van een drank- en horecavergunning, de exploitanten van kampeerterreinen, besturen van sportverenigingen met een kantine in eigen beheer en vertegenwoordigers van de horecabranche waren uitgenodigd voor een inspraakavond. De aanwezigen konden reageren op dezelfde stellingen als de gemeenteraad daarvoor had gedaan. Aan het einde van avond bleek dat de uitgangspunten gedeeld werden door de betrokkenen, zodat op de ingeslagen weg kon worden voortgegaan.
2.3 Burgerparticipatie fase 2: ondervragen bevolking
Vervolgens is middels een enquête onder de bevolking van Tholen de mening over dezelfde onderwerpen gevraagd. Uit ervaring is gebleken dat met een enquête een grote groep inwoners te bereiken is die een hoge mate van bereidheid heeft om de vragenlijst in te vullen en terug te sturen.
Om de enquête te verspreiden, is per kern het gebied met de bestemming centrumdoeleinden geselecteerd. Binnen deze bestemming is het mogelijk om horecabedrijven categorie I en II te vestigen. In deze gebieden bevinden zich veelal de meeste horecabedrijven. Alle huisadressen in deze gebieden hebben een enquête ontvangen. Daarnaast is per kern eenzelfde aantal enquêtes als in het centrumgebied zijn verspreid, a-select in de overige delen van de kern rondgebracht.
In totaal zijn er 1800 enquêtes verspreid en zijn er 693 ingevuld voor 15 november 2008 teruggekomen. Dit is een respons van 38,5%.
In het hierna volgende overzicht worden per kern de resultaten van de enquête weergegeven. In het resumé aan het einde van de gegevens per kern worden de meest opvallende zaken besproken. Hierin wordt tevens aangegeven hoe de kernen zijn benoemd in de nota Bestemming Tholen 2025. De achterliggende gedachte hierbij is dat getoetst wordt of de benoeming van de kernen overeenkomt met de beleving van de bewoners uit de kernen. Daarnaast geeft het invulling aan het plaatje over eventuele toekomstige ontwikkelingen.
De enquête richt zich op horecabedrijven als lunchrooms, cafés, cafetaria's restaurant e.d. Sportkantines en aanverwanten zijn in de enquête buiten beschouwing gelaten.
Wat opviel bij de verwerking van de enquête was dat één vraag (namelijk nummer drie) tweeledig geïnterpreteerd kon worden. Met de bewuste vraag werd getracht te achterhalen hoe men denkt over de invloed die de horeca kan hebben op de functies die men aan de eigen kern verbindt. In veel gevallen gaven de respondenten aan deze vraag niet te kunnen beantwoorden, vanwege het ontbreken van horeca of het geringe aantal horecabedrijven in de kern. Daarom is bij de verwerking van de enquête deze vraag buiten beschouwing gelaten.
Anna Jacobapolder
In de kern Anna Jacobapolder is alleen het dorpshuis gevestigd. Overige verschijningen van horeca als een snackbar of een café komen hier niet voor.
Er zijn momenteel in Anna Jacobapolder geen ontwikkelingen gaande die van grote invloed zijn op de horeca.
Algemeen
In Anna Jacobapolder zijn 70 enquêtes verspreid, waarvan er 18 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 25,7%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
totaal |
0 |
4 |
6 |
2 |
3 |
3 |
18 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen. Bij de beantwoording van deze vraag, waren meerdere antwoorden mogelijk.
wonen |
Winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
18 |
0 |
0 |
0 |
0 |
De mensen uit Anna Jacobapolder zijn van mening dat de kern vooral een woonkern is, waarin andere functies niet of nauwelijks een plaats hebben.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
Voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
6 |
9 |
0 |
3 |
18 |
De 50% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl 33,3% het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
Voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
4 |
7 |
0 |
7 |
18 |
Bijna 39 % van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in AJP en hetzelfde aantal bewoners heeft de vraag niet beantwoord.
Iets meer dan 22 % vindt het aanbod onvoldoende en geen van de ondervraagden is van mening dat er teveel middelzware horecabedrijven zijn.
Grootschalige horeca
In vraag 5 werd gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
1 |
2 |
8 |
6 |
1 |
18 |
Van de ondervraagden staat ruim 61 % positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf. 33,3% is echter van mening dat voor een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen geen plek is.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
1 |
1 |
11 |
5 |
18 |
Ruim 61% geeft aan dat de huidige locatie van het dorpshuis goed is.
Vervolgens is in vraag 6b gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
7 |
5 |
4 |
2 |
18 |
Bijna 39% koppelt positieve effecten aan het vestigen van horecabedrijven in elkaars nabijheid, terwijl 27,8% hiervan juist negatieve effecten verwacht. De overige 33.3% verwacht geen effecten van het concentreren van horecabedrijven of heeft er geen antwoord op gegeven.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
2 |
9 |
0 |
4 |
3 |
18 |
De helft van de respondenten is van mening dat er ruimte is voor meer terrassen in de kern, terwijl 22% aangeeft het liefst helemaal geen terrassen te zien in Anna Jacobapolder.
Resumé:
Anna Jacobapolder is een kern waarbij het accent ligt op het in stand houden, faciliteren, stimuleren en sturen van de eigen dynamiek. Het is een woonkern, wat aansluit bij het beeld dat de inwoners van Anna Jacobapolder hebben.
Over het aanbod lichte horecabedrijven zegt de helft dat het voldoende is, terwijl een derde van mening is dat dit onvoldoende is. Mogelijk dat deze laatste groep graag een snackbar in de kern zou willen die meerdere dagen van de week geopend is. Nu worden de inwoners twee maal per week van snacks en friet voorzien door de eigenaar van een mobiele snackkraam.
Uit de enquête is vervolgens op te maken dat het merendeel van mening is dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn. Blijkbaar voorziet het dorpshuis in de bestaande behoefte.
De huidige locatie van het horecabedrijf is goed. Mocht er in de toekomst een horecabedrijf in Anna Jacobapolder bij komen, dan staat een kleine meerderheid positief tegenover het vestigen van de horecabedrijven in elkaars nabijheid.
Volgens de helft van de respondenten is ruimte voor meer terrassen in Anna Jacobapolder.
Ten slotte is uit de enquête op te maken dat de inwoners van Anna Jacobapolder in grote mate positief staan tegenover de eventuele komst van een grootschalig horecabedrijf, mits deze een gevestigd wordt in het buitengebied, dus niet in of aan de rand van de eigen kern.
Oud-Vossemeer
In Oud-Vossemeer zijn in het centrum, naast het dorpshuis een café en een snackbar gevestigd?
In het verleden hebben zich geen noemenswaardige horecagerelateerde problemen voorgedaan. Oud-Vossemeer is de enige kern binnen de gemeente Tholen waar carnaval gevierd wordt, een volksfeest waarbij de horecabedrijven goed bezocht worden. Daarnaast brengt de kermis veel mensen op de been, waarbij de horecabedrijven ook hoogtijdagen beleven. Hetzelfde geldt voor de braderie en de wandeltocht.
Er zijn momenteel in Oud-Vossemeer geen ontwikkelingen gaande die van grote invloed zijn op de horeca.
Algemeen
In Oud-Vossemeer zijn 170 enquêtes verspreid, waarvan er 57 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 33,5%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
totaal |
4 |
5 |
7 |
11 |
15 |
15 |
57 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen. Bij de beantwoording van deze vraag, waren meerdere antwoorden mogelijk.
wonen |
Winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
57 |
7 |
4 |
7 |
15 |
Oud-Vossemeer wordt beschouwd als een kern met voornamelijk een woonfunctie. Een kwart van de respondenten ziet voor Oud-Vossemeer ook functie weggelegd op het gebied van werkgelegenheid. Een kleine 12% van de ondervraagden is van mening dat Oud-Vossemeer een functie vervult op het gebied van winkelen. Een even groot aantal dicht Oud-Vossemeer een horecafunctie toe. Toerisme komt nauwelijks aan bod.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
Voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
32 |
21 |
1 |
3 |
57 |
Ruim 56% van de respondenten vindt dat er onvoldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl bijna 37% het aanbod voldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
Voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
25 |
23 |
2 |
7 |
57 |
Bijna 44 % van de ondervraagden vindt dat er onvoldoende middelzware horecabedrijven zijn in Oud-Vossemeer. Iets meer dan 40% vindt het aanbod voldoende.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
11 |
17 |
16 |
10 |
3 |
57 |
Van de ondervraagden staat ruim 77% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf, waarvan ruim 63% dit bedrijf wel ziet zitten in de kern of aan de rand van de kern. Bijna 18% van de respondenten is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
4 |
5 |
40 |
8 |
57 |
Hoewel er niet veel horecabedrijven in Oud-Vossemeer zijn, vindt 70% van de ondervraagden de huidige locaties van de horecabedrijven goed.
Vervolgens is in vraag 6b gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
19 |
16 |
14 |
8 |
57 |
Ruim 33% denkt dat het concentreren van horecabedrijven een positieve uitwerking kan hebben terwijl een bijna even grote groep, namelijk 28%, hier negatieve effecten aan koppelt. Bijna een kwart van de respondenten, 24,5%, verwacht geen effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
6 |
35 |
0 |
14 |
2 |
57 |
Ruim 61% van de ondervraagden is van mening dat het huidige aanbod van terrassen uitgebreid zou mogen worden. Voor 10% is het aanbod voldoende, terwijl een kwart zegt liever geen terrassen te zien in Oud-Vossemeer.
Resumé:
Oud-Vossemeer is benoemd als woonkern, waarbij het accent ligt op het in stand houden, faciliteren, stimuleren en sturen van de eigen dynamiek. Dit komt overeen met de functies de inwoners van Oud-Vossemeer aan de eigen kern toedichten.
Van de ondervraagden vindt iets meer dan de helft dat er onvoldoende aanbod is van lichte horecabedrijven. Bijna 44% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Recentelijk heeft één van de cafés in Oud-Vossemeer zijn deuren gesloten, waardoor wellicht dit gebrek in het aanbod ervaren wordt. Daarnaast is er een duidelijke meerderheid die aangeeft dat er in Oud-Vossemeer ruimte is voor meer terrassen.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Van de respondenten koppelt de grootste groep hieraan positieve effecten.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 77% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet 63% de komst van een dergelijk bedrijf in Oud-Vossemeer of aan de rand van de kern wel zitten. Dit past echter niet bij het voorzieningenniveau wat aan de woonkernen in het algemeen wordt gekoppeld.
Poortvliet
Poortvliet is een aantal jaar geleden in beeld gekomen, toen de jongeren die uitgingen massaal café ’t Centrum bezochten. Door deze toeloop zagen de uitbaters zich onder meer genoodzaakt een pasjessysteem in te voeren en de controle op straat te intensiveren. Tot grote ordeverstoringen heeft de situatie in Poortvliet nooit geleid. Momenteel is de aandacht van de jeugdige bezoekers voor café ’t Centrum weer wat weggeëbd.
In het centrum van Poortvliet is tevens het dorpshuis gevestigd en aan de rand van Poortvliet ligt wokrestaurant China.
In Poortvliet zijn momenteel geen ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de horeca.
Algemeen
In Poortvliet zijn 210 enquêtes verspreid, waarvan er 76 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 36,2%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
totaal |
2 |
14 |
16 |
8 |
16 |
20 |
76 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen. Bij de beantwoording van deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
76 |
9 |
5 |
12 |
23 |
Poortvliet wordt beschouwd als een kern met voornamelijk een woonfunctie. 30% is van mening dat voor Poortvliet ook een functie is weggelegd op het gebied van werkgelegenheid. Ruim 15% vindt dat Poortvliet een functie vervult op het gebied van uitgaan, bijna 12% vindt ziet dat voor winkelen. Op het gebied van het toerisme vervult Poortvliet nauwelijks een functie.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
18 |
53 |
2 |
3 |
76 |
Bijna 70% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl bijna 24% het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
14 |
50 |
5 |
7 |
76 |
Ruim 18% van de ondervraagden vindt dat er onvoldoende middelzware horecabedrijven zijn in Poortvliet. Bijna 66% vindt het aanbod voldoende.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
4 |
26 |
20 |
21 |
5 |
76 |
Van de ondervraagden staat ruim 65% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf, waarvan 60% dit bedrijf wel ziet zitten in de kern of aan de rand van de kern. Bijna 28% van de respondenten uit Poortvliet is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
1 |
4 |
66 |
5 |
76 |
Hoewel er niet veel horecabedrijven in Poortvliet zijn, vindt bijna 87% van de ondervraagden de huidige locaties van de horecabedrijven goed.
Vervolgens is in vraag 6b gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
18 |
23 |
25 |
10 |
76 |
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
24 |
31 |
0 |
16 |
5 |
76 |
Ruim 40% van de ondervraagden is van mening dat het huidige aanbod van terrassen uitgebreid zou mogen worden. Voor 31,5% is het aanbod voldoende, terwijl 21% zegt liever geen terrassen te zien in Poortvliet.
Resumé:
Poortvliet is benoemd als woonkern, waarbij het accent ligt op het in stand houden, faciliteren, stimuleren en sturen van de eigen dynamiek. Dit komt overeen met de functies die de inwoners van Poortvliet de eigen kern toedichten.
Van de ondervraagden vindt bijna 70% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en een bijna even grote groep (bijna 66%) heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Daarnaast is er een meerderheid die aangeeft dat er in Poortvliet ruimte is voor meer terrassen.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Van de respondenten verwacht de grootste groep hiervan geen effecten, terwijl een bijna gelijke groep denkt dat dit negatief kan uitpakken.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 65% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet 50% de komst van een dergelijk bedrijf in Poortvliet of aan de rand van de kern wel zitten. Dit past echter niet bij het voorzieningenniveau wat aan de woonkern wordt gekoppeld.
Scherpenisse
In Scherpenisse is in 2008 café/cafetaria De Heksenketel gesloten. Dit bedrijf is niet door een andere exploitant overgenomen, noch is op een andere locatie een horecabedrijf gestart. Scherpenisse is een kern die geconfronteerd wordt met verschraling van het voorzieningen niveau, wat mogelijk ook een negatief effect heeft op horecabedrijven.
In het centrum van Scherpenisse is hotel/restaurant de Gouden Leeuw gevestigd, aan de Langeweg zit café Zeelands Welvaren, aan de Laban Deurloostraat is het dorpshuis Holland Huis terug te vinden en aan de rand bevindt zich chinees-indisch restaurant Nieuw Eiland Tholen.
Momenteel zijn in Scherpenisse geen ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de horeca.
Algemeen
In Scherpenisse zijn 150 enquêtes verspreid, waarvan er 55 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 36,6%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
totaal |
6 |
4 |
14 |
15 |
5 |
11 |
55 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
55 |
3 |
5 |
3 |
7 |
Scherpenisse wordt overduidelijk beschouwd als een kern met voornamelijk een woonfunctie.
Bijna 13% ziet voor Scherpenisse ook een functie weggelegd op het gebied van werkgelegenheid. Toerisme, winkelen en uitgaan komen nauwelijks aan bod.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
27 |
20 |
3 |
5 |
55 |
49% van de respondenten vindt dat er onvoldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl ruim 36% het aanbod voldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
15 |
26 |
4 |
10 |
55 |
Ruim 27% van de ondervraagden vindt dat er onvoldoende middelzware horecabedrijven zijn in Scherpenisse. 47% vindt het huidige aanbod voldoende.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
10 |
5 |
16 |
20 |
4 |
55 |
Van de ondervraagden staat ruim 56% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, waarvan 48% dit bedrijf wel ziet zitten in Scherpenisse of aan de rand van deze kern. Meer dan 36% van de respondenten is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
2 |
4 |
39 |
10 |
55 |
Hoewel er niet veel horecabedrijven in Scherpenisse zijn, vindt bijna 71% van de ondervraagden de huidige locaties van de horecabedrijven goed.
Vervolgens is in vraag 6b gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
16 |
16 |
16 |
7 |
55 |
Over de mogelijke effecten van het concentreren van horecabedrijven zijn de meningen in Scherpenisse gelijk verdeeld. Van de ondervraagden denkt 29% dat dit een positieve uitwerking kan hebben. Een zelfde percentage denkt dat dit negatief kan uitpakken en opnieuw 29% verwacht dat dit geen effecten zal hebben.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
7 |
28 |
1 |
16 |
3 |
55 |
Een opvallend grote groep, namelijk bijna 30%, heeft het liefst geen terrassen in de kern Scherpenisse. Daarentegen zegt bijna 51% dat er ruimte is voor meer terrassen en vindt een klein percentage, namelijk ruim 12% dat het aanbod van terrassen voldoende is in Scherpenisse.
Resumé:
Op het gebied van toerisme wordt Scherpenisse in één adem genoemd met Sint-Maartensdijk als ontwikkelingskern.
Dit wijkt af van de functies die de ondervraagden Scherpenisse toedichten. Toerisme, winkelen en uitgaan worden als functie bijna niet genoemd, omdat voorzieningen hiervoor niet of nauwelijks aanwezig zijn.
Van de ondervraagden vindt 49% dat er onvoldoende aanbod is van lichte horecabedrijven. Over de middelzware horecabedrijven zegt 47% dat het huidige aanbod voldoende is. Daarnaast is er een ruime meerderheid die aangeeft dat er in Scherpenisse ruimte is voor meer terrassen.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. Uit de beantwoording op de vraag wat men verwacht van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte, blijkt geen duidelijke meerderheid. De groep die hier positieve effecten aankoppelt is even groot als de groep die denkt dat die een negatieve uitwerking kan hebben. Een zelfde aantal personen heeft geantwoord geen effecten te verwachten van het concentreren van horecabedrijven.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 56% aangegeven hier positief tegenover te staan. In deze groep is een meerderheid te vinden die voorkeur heeft voor de vestiging van een dergelijk bedrijf in het buitengebied.
Sint Philipsland
Sint Philipsland is een kern waar horecagerelateerde overlast geen rol van betekenis speelt. In de kern zijn gevestigd een dorpshuis, een snackbar en een café.
Er zijn momenteel in Sint Philipsland geen ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de horeca.
Algemeen
In Sint Philipsland zijn 170 enquêtes verspreid, waarvan er 70 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 41,1%.
Leeftijdsopbouw respondenten
? |
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
Totaal |
1 |
2 |
8 |
14 |
17 |
14 |
14 |
70 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
70 |
15 |
0 |
6 |
12 |
Sint Philipsland wordt overduidelijk beschouwd als een kern met voornamelijk een woonfunctie.
Bijna 21,4% ziet voor Sint Philipsland ook een functie weggelegd op het gebied van winkelen. 17,1% meent dat Sint Philipsland een functie vervult op het gebied van werkgelegenheid, 8,6% zegt dat over uitgaan. Op het gebied van toerisme speelt Sint Philipsland volgens de ondervraagden geen enkele rol.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
15 |
53 |
0 |
2 |
70 |
75,7% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl ruim 21% het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
16 |
43 |
6 |
5 |
70 |
De grootste groep, namelijk 61,4% van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in Sint Philipsland. 21,4% vindt het huidige aanbod onvoldoende en 8,5% vindt dat er te veel middelzware horecabedrijven zijn.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
Totaal |
7 |
13 |
22 |
26 |
2 |
70 |
Van de ondervraagden staat 60% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, waarvan 47,6% dit bedrijf wel ziet zitten in Sint Philipsland of aan de rand van deze kern. Meer dan 37% van de respondenten is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
Totaal |
2 |
3 |
61 |
4 |
70 |
Hoewel er niet veel horecabedrijven in Sint Philipsland zijn, vindt ruim 87% van de ondervraagden de huidige locaties van de horecabedrijven goed.
In vraag 6b is gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
Totaal |
16 |
28 |
19 |
7 |
70 |
Een duidelijke meerderheid, namelijk 40% verwacht dat het concentreren van horecabedrijven negatieve effecten zal hebben. 27,1% denkt dat het vestigen van bedrijven volgens de concentratiegedachte geen effecten zal hebben, terwijl 22,8% juist positieve effecten verwacht.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
Totaal |
26 |
26 |
0 |
16 |
2 |
70 |
Als het gaat om terrassen, zegt 37,1% dat er voldoende terrassen zijn en een even grote groep is van mening dat er ruimte is voor uitbreiding. Bijna 23% daarentegen zegt liever helemaal geen terrassen te zien in Sint Philipsland.
Resumé:
Sint Philipsland is aangewezen als ontwikkelingskern waarin voorzieningen gerealiseerd kunnen worden met een bovenlokale uitstraling.
De ondervraagden zien Sint Philipsland overduidelijk als een woonkern, waarin door 21% is aangegeven dat Sint Philipsland ook een functie vervult op het gebied van winkelen. Het toerisme speelt totaal geen rol in Sint Philipsland.
Van de ondervraagden vindt ruim 75% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en 61% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Voor 37% is het aanbod van terrassen voldoende en een even grote groep is van mening dat er ruimte is voor uitbreiding.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Van de respondenten verwacht de grootste groep dat het concentreren van horecabedrijven negatieve effecten zal hebben.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 60% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet ruim 47% de komst van een dergelijk bedrijf in Sint Philipsland of aan de rand van de kern wel zitten.
Een horecabedrijf met een bovenlokale uitstraling past binnen de aanwijzing als ontwikkelingskern.
Sint-Annaland
Sint-Annaland kende in de jaren tot 2000 een bloeiend uitgaansleven. Op zaterdagavond was een bezoekersaantal tussen de 1000 en 1250 mensen niet ongewoon. Vooral het voormalig horecabedrijf de l’Esperance aan de Voorstraat 22 en café-restaurant Havenzicht aan het Havenplein 56 waren erg in trek bij met name jongeren. De loop tussen deze twee bedrijven en het grote aantal bezoekers dat zich na sluitingstijd op straat begaf, veroorzaakte veel overlast voor de bewoners van het Havenplein/Voorstraat en omliggende straten. Daarnaast moesten eigendommen van de middenstand en de gemeente het ook dikwijls ontgelden. Dit heeft ertoe geleid dat er in 2000 een convenant is afgesloten tussen bewoners, horecaondernemers, de gemeente en de politie om de overlast terug te dringen.
Kort na de inwerkingtreding van het convenant, nam het bezoekersaantal af. Onduidelijk is wat hier de oorzaak precies van was. Wellicht was het feit dat bar l’Esperance van uitbater veranderde, hiervan één van de redenen. Hoe dan ook, de horecagerelateerde overlast nam ook af. Zo sterk zelfs, dat in 2003 tijdens een avond voor de bewoners van de Voorstraat en aangrenzende straten, deze bewoners aangaven dat nut en noodzaak voor het continueren van het convenant verdwenen waren.
Toen in 2005 exploitant van het horecabedrijf aan de Voorstraat 22 de deuren sloot, besloot de gemeente Tholen over te gaan tot aankoop van het pand en wijziging van de horecabestemming om problemen, zoals die zich in het verleden hadden voorgedaan, in de toekomst te voorkomen.
De huidige horecabedrijven zijn terug te vinden op het Havenplein (twee cafés), aan de Molendijk (café/cafetaria/restaurant), in de Voorstraat (café/restaurant en chinees-indisch (afhaal)restaurant).
Er zijn vergevorderde plannen om het Havenplein richting de haven ingrijpend te wijzigen. Dit heeft gevolgen voor de aanwezige horeca en creëert wellicht mogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven.
Algemeen
In Sint-Annaland zijn 210 enquêtes verspreid, waarvan er 91 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 43,3%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
Totaal |
4 |
14 |
21 |
23 |
17 |
12 |
91 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
91 |
73 |
62 |
61 |
34 |
Naast wonen, vervult Sint-Annaland een heel belangrijke functie op het gebied van winkelen. Van de ondervraagden dicht ruim 80% Sint-Annaland deze functie toe. Daarnaast vormt zowel het toerisme (68,1%) als het uitgaan (67%) een belangrijke pijler. Volgens 37,3% biedt Sint-Annaland ook werkgelegenheid.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
15 |
74 |
2 |
0 |
91 |
81,3% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl een kleine groep, 16,5%, het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
12 |
70 |
6 |
3 |
91 |
De grootste groep, bijna 77% van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in Sint-Annaland. Een opvallend resultaat, daar Sint-Annaland een geschiedenis heeft met horecagerelateerde overlast.
13,1% vindt het huidige aanbod onvoldoende en ruim 6% vindt dat er te veel middelzware horecabedrijven in Sint-Annaland zijn.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
Totaal |
11 |
28 |
31 |
19 |
2 |
91 |
Van de ondervraagden staat bijna 77% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, waarvan 55,7% dit bedrijf wel ziet zitten in Sint-Annaland of aan de rand van deze kern.
Iets meer dan 20% van de respondenten is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
Totaal |
10 |
1 |
76 |
4 |
91 |
Van de ondervraagden vindt 83,5% dat de huidige locaties van de horecabedrijven in Sint-Annaland goed is. Bijna 11% vindt de horecabedrijven te dicht bij elkaar liggen.
In vraag 6b is gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
Totaal |
31 |
25 |
29 |
6 |
91 |
Als het gaat om de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte, zijn de meningen enigszins gelijkelijk verdeeld. Van de ondervraagden verwacht 34% dat dit positieve effecten kan hebben, 27,5% denkt dat dit vooral negatieve effecten zal hebben en 31,8% ziet geen effecten.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
Totaal |
49 |
32 |
4 |
5 |
1 |
91 |
Iets meer dan de helft van de ondervraagden, namelijk 53,8% is van mening dat er in Sint-Annaland voldoende terrassen zijn. Daarnaast zegt 35,1% dat er zelfs meer terrassen in Sint-Annaland zouden mogen komen. Een kleine groep (4,4%) ziet de terrassen liever in aantal verminderen of zelfs helemaal verdwijnen (5,5%).
Resumé:
Sint-Annaland is aangewezen als ontwikkelingskern waarin voorzieningen gerealiseerd kunnen worden met een bovenlokale uitstraling. Ten aanzien van het toerisme neemt Sint-Annaland tevens een bijzondere positie in.
Volgens de ondervraagden vervult Sint-Annaland een heel belangrijke functie op het gebied van winkelen. Ook nemen het toerisme en uitgaan een belangrijke positie in.
Van de ondervraagden vindt ruim 80% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en 77% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Voor 53% is het aanbod van terrassen voldoende. Slechts een heel kleine groep ziet de terrassen liever in aantal verminderen of zelfs helemaal verdwijnen. Gelet op de historie van Sint-Annaland zoals aan het begin omschreven, een opvallend resultaat. Blijkbaar hebben de ervaringen uit het verleden er niet voor gezorgd dat er nu overwegend negatief naar het horeca-aanbod wordt gekeken.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Als het gaat om de verwachtingen over de effecten van het concentreren van horecabedrijven, zijn meningen enigszins gelijkelijk verdeeld. De huidige locatie van horecabedrijven (reeds geconcentreerd) maakt niet dat de respondenten overwegend negatief tegenover de concentratiegedachte staan.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 76% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet ruim 55% de komst van een dergelijk bedrijf in Sint-Annaland of aan de rand van de kern wel zitten.
Een horecabedrijf met een bovenlokale uitstraling past binnen de aanwijzing van Sint-Annaland als ontwikkelingskern.
Sint-Maartensdijk
In Sint-Maartensdijk is in 2005 een horecapand aangekocht nadat dit te koop was komen te staan. De aanleiding hiervoor was dat het uitoefenen van een horecabedrijf in dit pand regelmatig voor problemen had gezorgd. Momenteel is in Sint-Maartensdijk geen sprake van horecagerelateerde overlast. In de kern zijn op de Haven een café en een cafetaria te vinden, op de Markt bevinden zich een eetcafé/cafetaria en een café/restaurant. Een hotelaccommodatie is op de Markt in ontwikkeling. Daarnaast is sport- en gemeenschapscentrum Haestinge niet ver van deze straten verwijderd.
Er zijn momenteel verschillende plannen in ontwikkeling welke Sint-Maartensdijk betreffen. Deze plannen betreffen met name voorzieningen in de recreatieve sector en zullen van invloed zijn op de huidige horecabedrijven en de mogelijkheden om nieuwe horecabedrijven te vestigen. Dit past ook bij het aanwijzen van Sint-Maartensdijk als ontwikkelingskern, waarin de kern ten aanzien van het toerisme een bijzondere positie inneemt.
Algemeen
In Sint-Maartensdijk zijn 200 enquêtes verspreid, waarvan er 79 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 39,5%.
Leeftijdsopbouw respondenten
? |
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
Totaal |
1 |
3 |
10 |
16 |
18 |
14 |
17 |
79 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
79 |
47 |
29 |
20 |
22 |
Naast wonen, vindt 59,4% dat Sint-Maartensdijk een belangrijke functie vervult op het winkelgebied. Op de derde plaats is het toerisme terug te vinden met 36,7% gevolgd door werken met 27,8%. Uitgaan wordt genoemd door 25,3% van de ondervraagden.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
19 |
56 |
1 |
3 |
79 |
70% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl 24%, het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
11 |
53 |
10 |
5 |
79 |
De grootste groep, bijna 67% van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in Sint-Maartensdijk.
Bijna 14% vindt het huidige aanbod onvoldoende en ruim 12% vindt dat er te veel middelzware horecabedrijven in Sint-Annaland zijn.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
Totaal |
11 |
27 |
19 |
15 |
7 |
79 |
Van de ondervraagden staat 72,1% positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, waarvan 66,7% dit bedrijf wel ziet zitten in Sint-Maartensdijk of aan de rand van deze kern.
Bijna 19% van de respondenten is geen voorstander van de vestiging van een grootschalig horecabedrijf binnen de gemeentegrenzen.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
Totaal |
8 |
6 |
61 |
4 |
79 |
Van de ondervraagden vindt 77,2% dat de huidige locaties van de horecabedrijven in Sint-Maartensdijk goed is. Ruim 10% vindt de horecabedrijven te dicht bij elkaar liggen en 7,5% is van mening dat de horecabedrijven te ver uit elkaar liggen.
In vraag 6b is gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
Totaal |
18 |
33 |
22 |
6 |
79 |
Een ruime meerderheid (41,7%) verwacht dat het geconcentreerd vestigen van horecabedrijven in Sint-Maartensdijk negatieve effecten tot gevolg zal hebben.
Daarnaast denkt 27,8% van de ondervraagden dat dit geen effecten zal hebben en 22,8% denkt dat dit vooral positieve effecten zal hebben.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
Totaal |
27 |
41 |
3 |
6 |
2 |
79 |
Iets meer dan de helft van de ondervraagden, namelijk 51,9% is van mening dat er in Sint-Maartensdijk ruimte is voor meer terrassen. Voor 34,1% is het aanbod van terrassen in Sint-Maartensdijk voldoende. Een kleine groep (7,6%) ziet liever geen terrassen.
Resumé:
Sint-Maartensdijk is aangewezen als ontwikkelingskern waarin voorzieningen gerealiseerd kunnen worden met een bovenlokale uitstraling. Ten aanzien van het toerisme neemt Sint-Maartensdijk tevens een bijzondere positie in.
Volgens de ondervraagden vervult Sint-Maartensdijk een belangrijke functie op het gebied van winkelen. Iets meer dan een derde van de ondervraagden is van mening dat het toerisme een belangrijke positie inneemt.
Van de ondervraagden vindt 70% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en 67% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Volgens 51% is het aanbod van terrassen onvoldoende.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Als het gaat om de verwachtingen over de effecten van het concentreren van horecabedrijven, denkt de grootste groep dat dit negatief zal uitpakken.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 72% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet ruim 66% de komst van een dergelijk bedrijf in Sint-Maartensdijk of aan de rand van de kern wel zitten.
Een horecabedrijf met een bovenlokale uitstraling past binnen de aanwijzing van Sint-Maartensdijk als ontwikkelingskern.
Stavenisse
Stavenisse is een kern waar horecagerelateerde overlast geen rol van betekenis speelt. In de kern zijn aan de Stoofdijk een café en een café-restaurant te vinden en in de Voorstraat een café en het dorpshuis.
Er zijn momenteel in Stavenisse geen ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de horeca.
Algemeen
In Stavenisse zijn 170 enquêtes verspreid, waarvan er 63 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 37%.
Leeftijdsopbouw respondenten
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
Totaal |
4 |
8 |
8 |
17 |
16 |
10 |
63 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
63 |
17 |
27 |
8 |
15 |
Naast wonen, vindt 42,8% van de ondervraagden dat Stavenisse een belangrijke functie vervult op het gebied van toerisme. Op de derde plaats is het winkelen terug te vinden met 27% gevolgd door werken met 23,8%. Uitgaan wordt genoemd door 12,7% van de ondervraagden.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het huidige aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
21 |
39 |
3 |
0 |
63 |
61,9% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl 33,3%, het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
4 |
41 |
13 |
5 |
63 |
De grootste groep, 65% van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in Stavenisse. Ruim 20% is van mening dat er teveel van dergelijke bedrijven zijn.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
4 |
8 |
16 |
35 |
0 |
63 |
Stavenisse neemt bij de beantwoording van deze vraag een bijzondere positie in. Van de ondervraagden zegt 55,6% dat er binnen de gemeentegrenzen geen geschikte locatie is te vinden voor een grootschalig horecabedrijf. In tegenstelling tot de andere kernen, is er een meerderheid te vinden tegen de vestiging van een grootschalig horecabedrijf.
De groep die wel positief staat tegen over de vestiging van zo'n horecabedrijf bedraagt 44,4%. En van deze groep zegt een kleine meerderheid (57,1%) dat een grootschalig horecabedrijf dan bij voorkeur in het buitengebied gevestigd zou kunnen worden.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
9 |
1 |
51 |
2 |
63 |
Van de ondervraagden vindt bijna 81% dat de huidige locaties van de horecabedrijven in Stavenisse goed is. Ruim 14% vindt de horecabedrijven te dicht bij elkaar liggen.
In vraag 6b is gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
4 |
30 |
26 |
3 |
63 |
Een meerderheid (47,6%) verwacht dat het geconcentreerd vestigen van horecabedrijven in Stavenisse negatieve effecten tot gevolg zal hebben.
Daarentegen denkt 41,3% van de ondervraagden dat dit geen effecten zal hebben. Slechts een heel klein percentage (6,4%) koppelt positieve effecten aan de concentratiegedachte.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
36 |
10 |
0 |
17 |
0 |
63 |
Meer dan de helft van de ondervraagden, namelijk 57,1%, is van mening dat er in Stavenisse voldoende aanbod is van terrassen. Bijna 27% ziet liever geen terrassen in Stavenisse en een kleine groep, 15,8% is van mening dat er meer terrassen in Stavenisse zouden kunnen komen.
Resumé:
Stavenisse is benoemd als woonkern, waarbij het accent ligt op het in stand houden, faciliteren, stimuleren en sturen van de eigen dynamiek. Bijna de helft van de ondervraagden van Stavenisse is van mening dat Stavenisse ook een belangrijke functie vervult op het gebied van toerisme.
Van de ondervraagden vindt 61% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en 65% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Volgens 57% is het aanbod van terrassen voldoende.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Als het gaat om de verwachtingen over de effecten van het concentreren van horecabedrijven, denkt de grootste groep dat dit negatief zal uitpakken. Een bijna even grote groep verwacht geen effecten van de concentratiegedachte.
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft ruim 55% aangegeven hier negatief tegenover te staan.
Tholen
In Tholen is het grootste aantal horecabedrijven gevestigd. Dit heeft uiteraard tot gevolg dat ook veel bezoekers deze uitgaansgelegenheden weten te vinden. In het verleden is sprake geweest van grote horecagerelateerde overlast. Niet alleen geluidsoverlast afkomstig van de horecainrichtingen was een probleem, ook overlast veroorzaakt door de bezoekers op straat vormde een punt van aandacht. Naast een intensief project van de politie, in samenwerking met de gemeente om de overlast veroorzaakt door de ondernemers aan te pakken, is er ook veel tijd gestoken in het onderhouden van contacten met bewoners. Er hebben regelmatig bewonersbijeenkomsten plaatsgevonden en er is gewerkt met meldingsformulieren. Deze formulieren konden bewoners invullen wanneer zij overlast ondervonden afkomstig van een horecabedrijf of bezoekers op straat, er niet direct politie actie noodzakelijk was en de informatie van nut was voor het vormen van een juist beeld over de aard en omvang van de overlast bij de politie en de gemeente. In een aantal gevallen droeg de informatie zelfs bij aan het oplossen van strafrechtelijke zaken.
In 2005 heeft de gemeente Tholen de bestemming van een horecapand op de Markt in Tholen op verzoek gewijzigd. Ook in Tholen is de overlast teruggelopen. De bewonersbijeenkomsten zijn opgeheven en van meldingsformulieren wordt geen gebruik meer gemaakt.
In Tholen zijn in het centrum op de volgende locaties horecabedrijven gevestigd:
- •
Hoogstraat: een café en een café/cafetaria
- •
Kaaij: een café-restaurant, een eetcafé en een hotel-restaurant
- •
Kerkstraat: cafetaria
- •
Markt: eetcafé
- •
Molenvlietsestraat: café-restaurant
- •
Visstraat: café
In Tholen worden veel nieuwe woningen gebouwd, wat van invloed kan zijn op de huidige horecabedrijven. Daarnaast is plan Noord in een vergevorderd stadium en wordt een masterplan voor Tholen ontwikkeld. Ook dit kan van invloed zijn op de horeca.
Algemeen
In Tholen zijn 450 enquêtes verspreid, waarvan er 184 zijn teruggekomen. Dit is een respons van 40,8%.
Leeftijdsopbouw respondenten
? |
16-25 |
26-35 |
36-45 |
46-55 |
56-65 |
66> |
totaal |
1 |
7 |
29 |
33 |
42 |
38 |
34 |
184 |
Functie(s) eigen kern
In vraag 2 is de inwoners gevraagd welke functies zij bij de eigen kern vinden passen.
wonen |
winkelen |
toerisme |
uitgaan |
werken |
184 |
111 |
85 |
84 |
64 |
Naast wonen, vindt 60,3% van de ondervraagden dat Tholen een belangrijke functie vervult op het gebied van winkelen. Op de derde plaats is het toerisme terug te vinden met 46,2% gevolgd door uitgaan met 45,6%. Werken wordt genoemd door 34,8% van de ondervraagden.
Hoeveelheid horecabedrijven
De antwoorden op de vragen 4a en 4b maken duidelijk hoe de inwoners denken over het huidige aantal lichte en middelzware horecabedrijven. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en de nacht.
a) Hoeveelheid lichte horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
55 |
123 |
1 |
5 |
184 |
66,8% van de respondenten vindt dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven, terwijl bijna 30% het aanbod onvoldoende vindt.
b) Hoeveelheid middelzware horeca
onvoldoende |
voldoende |
te veel |
geen antwoord |
totaal |
37 |
127 |
13 |
7 |
184 |
De grootste groep, 69% van de ondervraagden vindt dat er voldoende middelzware horecabedrijven zijn in Tholen. Een kleine 20% is van mening dat er onvoldoende van dergelijke bedrijven zijn. Slechts 7% vindt dat er te veel middelzware horecabedrijven zijn.
Grootschalige horeca
Vervolgens werd in vraag 5 gevraagd de hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de eigen kern dan wel binnen de gemeente Tholen.
in de kern |
aan de rand |
buitengebied |
geen geschikte locatie |
geen antwoord |
totaal |
24 |
71 |
36 |
50 |
3 |
184 |
In totaal ziet 71,2% van de respondenten uit Tholen de vestiging van een grootschalig horecabedrijf wel zitten. Van deze groep geeft 72,5% aan dat een dergelijk bedrijf bij voorkeur in de kern of aan de rand van de kern gevestigd kan worden.
Meer dan een kwart van de ondervraagden (27,2) is van mening dat er binnen de gemeente Tholen geen geschikte locatie te vinden is.
Locaties horecabedrijven
Vraag 6a geeft antwoord op de vraag wat de inwoners vinden van de huidige locaties van de horecabedrijven.
a) Mening over huidige locaties horecabedrijven
te dicht bij elkaar |
te ver uit elkaar |
locaties zijn goed |
geen antwoord |
totaal |
20 |
8 |
147 |
9 |
184 |
Van de ondervraagden vindt bijna 80% dat de huidige locaties van de horecabedrijven in Tholen goed is. Ruim 10% vindt de horecabedrijven te dicht bij elkaar liggen.
In vraag 6b is gevraagd naar de mogelijke effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
b) Verwachtingen concentreren van horecabedrijven
positieve effecten |
negatieve effecten |
geen effecten |
geen antwoord |
totaal |
53 |
62 |
56 |
13 |
184 |
De grootste groep, hoewel de verschillen klein zijn, koppelt negatieve effecten aan het vestigen van horecabedrijf conform de concentratiegedachte. Het gaat hier om 33,7% van de respondenten. Op de tweede plaats staat de groep die geen effecten verwacht van het concentreren van horecabedrijven. Deze groep beslaat 30,4% van het totaal. Ten slotte ziet 28,80% positieve effecten van het vestigen van horecabedrijven dicht bij elkaar.
Terrassen
Ten slotte zijn in vraag 7 de terrassen besproken. Gevraagd is naar het huidige aanbod van terrassen. Is men van mening dat er voldoende terrassen zijn, zouden er meer terrassen bij kunnen of juist minder?
voldoende |
ruimte voor meer |
liever minder |
liefst geen |
geen antwoord |
totaal |
77 |
98 |
1 |
6 |
2 |
184 |
Meer dan de helft van de ondervraagden, namelijk 53,2%, is van mening dat er in Tholen ruimte is voor uitbreiding van het aanbod is van terrassen. Bijna 42% vindt het huidige aanbod in Tholen voldoende. Een opvallend kleine groep ziet liever geen terrassen in Tholen of vindt dat het wel wat minder kan. Hieruit zou de conclusie getrokken kunnen worden dat de terrassen geen bron van irritatie vormen.
Resumé:
Tholen is aangewezen als ontwikkelingskern waarbij Tholen het stedelijk zwaartepunt van de gemeente vormt. In Tholen is ruimte voor voorzieningen met een regionale uitstraling.
Volgens de ondervraagden vervult Tholen een belangrijke functie op het gebied van winkelen. Bijna de helft zegt dat het toerisme een grote pijler vormt voor Tholen op de voet gevolgd door uitgaan.
Van de ondervraagden vindt 66% dat er voldoende aanbod is van lichte horecabedrijven en 69% heeft dezelfde mening over de middelzware horecabedrijven. Volgens 53% is het aanbod van terrassen onvoldoende.
De huidige locaties van de horecabedrijven worden als goed omschreven. De horecabedrijven zijn gevestigd in elkaars nabijheid. Als het gaat om de verwachtingen over de effecten van het concentreren van horecabedrijven, zijn de meningen enigszins gelijk verdeeld. Van de ondervraagden denkt 33% dat dit negatief zal uitpakken, 30% verwacht geen effecten en 28% koppelt positieve effecten aan de concentratiegedachte. Bijzonder is dat deze “ enigszins gelijke” verdeling overeenkomt met de resultaten in Sint-Annaland. Hieruit valt op te maken dat kernen die daadwerkelijk te maken hebben gehad met flinke horecagerelateerde overlast, geen overduidelijke voorkeur hebben voor of juist afkeurend staan tegenover het concentreren van horecabedrijven
Op de vraag hoe de inwoners denken over de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de gemeente Tholen, heeft 71% aangegeven hier positief tegenover te staan. Van deze groep ziet ruim 72% de komst van een dergelijk bedrijf in Tholen of aan de rand van de kern wel zitten.
Een horecabedrijf met een bovenlokale uitstraling past binnen de aanwijzing van Tholen als ontwikkelingskern.
3. Algemeen overzicht huidige situatie horeca
In heel de gemeente Tholen zijn 78 drank- en horecavergunningen verleend voor de volgende sectoren:
- -
Drankensector (o.a. café): 19
- -
Fastfood (o.a. cafetaria): 18
- -
Restaurantsector: 13
- -
Hotelsector: 3
- -
Partycentra/dorpshuizen: 9
- -
Kantines sportverenigingen: 16
- -
Kantines camping: 9
Een aantal vergunningen is verleend voor gecombineerde bedrijven. Zo zijn er ondernemers die een hotel runnen en daarbij een restaurant exploiteren en ondernemers die een café combineren met een cafetaria.
Globaal is de volgende ruimtelijke onderscheiding te maken:
- -
Daghoreca: horecabedrijven die zich (mede) richten op het winkelend publiek en het zakenleven. Te vinden in Tholen-stad, Sint-Annaland, Sint-Maartensdijk
- -
Avondhoreca: in Tholen-stad geclusterd rondom de Kaaij en verspreid over Brugstraat/Visstraat/Markt, in Sint-Annaland geclusterd rondom het Havenplein en in Sint-Maartensdijk op de Haven en Markt. In overige kernen kan niet gesproken worden van een cluster hoewel de horecabedrijven vaak zijn gevestigd in het centrumgebied van een kern.
- -
Restaurants: locaties met historisch karakter of met hoge landschapswaarde aan het water.
- -
Horecabedrijven gelieerd aan een andere activiteit: campingkantines bevinden zich veelal in het buitengebied en kantines van de watersportverenigingen met een hoge landschapswaarde aan het water.
3.1 Consument centraal
In de nota's Economische bedrijvigheid en Werkgelegenheid en Recreatie en Toerisme worden relaties gelegd met de horeca. Uit de laatst genoemde nota blijkt dat de horeca slechts in beperkte mate is gericht op het toerisme. Om trouwe recreanten te behouden en nieuwe recreanten aan te trekken is vastgesteld dat er aandacht moet worden besteed aan het verbeteren van de kwaliteit van de huidige voorzieningen en meer variatie in het aanbod.
In de nota Economische bedrijvigheid en Werkgelegenheid wordt aangehaald dat het horeca-aanbod een directe relatie heeft met de aard en de omvang van de bevolking en het toerisme in de gemeente Tholen. Het (toekomstige) horeca-aanbod zal daarom afgestemd moeten zijn op een breder scala aan doelgroepen bijvoorbeeld jongeren, ouderen en toeristen. De marktpartijen zullen dit beeld nader moeten verduidelijken en in moeten vullen met concepten die passen bij de gemeente Tholen.
3.2 Bestemming Tholen 2025
In het beleidsstuk Bestemming Tholen 2025 hebben de diverse kernen verschillende functies toebedeeld gekregen. Tholen-stad, Sint-Annaland, Sint-Maartensdijk/Scherpenisse en Sint-Philipsland zijn aangewezen als ontwikkelingskernen waarbij Tholen-stad, als belangrijkste aanhechtingspunt naar de regio, het "stedelijk zwaartepunt" van de gemeente vormt. De dorpen Stavenisse, Poortvliet, Oud-Vossemeer en Anna Jacobapolder zijn benoemd als woonkernen. Voor deze kernen ligt het accent op het in stand houden, faciliteren, stimuleren en sturen van de eigen dynamiek.
Wanneer deze onderverdeling vertaald wordt naar het voorzieningenniveau kan simpelweg worden gezegd dat in Tholen-stad ruimte is voor voorzieningen met een regionale uitstraling en dat in Sint-Annaland, Sint Philipsland en Sint-Maartensdijk/Scherpenisse voorzieningen met een bovenlokale uitstraling gerealiseerd kunnen worden. Hierbij zij opgemerkt dat Sint-Annaland en Sint-Maartensdijk/Scherpenisse ten aanzien van het toerisme een bijzondere positie innemen. In de overige kernen dienen de voorzieningen te worden gehandhaafd op lokaal niveau.
4. Regelgeving en beleid
Voor horecabedrijven geldt een uitgebreid en complex wettelijk regime. Allerlei voorschriften zijn gesteld in het kader van de openbare orde en de veiligheid, de ruimtelijke ordening, het milieu en de sociaalhygiënische en sociaal-economische omstandigheden. De uitvoering van de verschillende regelingen is neergelegd bij diverse instanties, waardoor het gevaar op de loer ligt dat het aan onderlinge afstemming kan schorten.
Het integraal horecabeleid dient duidelijkheid te bieden over de mogelijkheden van de Thoolse horeca in de toekomst. Daarnaast dient het beleid in het kort inzicht te geven in de regelgeving die landelijk en gemeentelijk geldt. Het voert te ver en is ook niet noodzakelijk om diep inhoudelijk op de verschillende wetten en regelingen in te gaan. Van belang is kennis te nemen van het bestaan ervan en voor ogen te houden welke doelen met de betreffende regelingen worden nagestreefd.
Tussen de uitvoerende vakafdelingen is sprake van een goede samenwerking welke zeker gecontinueerd moet worden.
4.1 Landelijke regelgeving
4.1.1 Wet ruimtelijke ordening
Deze wet gaat zoals de naam al zegt, over de ruimtelijke ordening in Nederland. De wet bepaalt voor overheden (gemeente, provincie en rijk) wat ze mógen en wat ze moeten doen (verdeling bevoegdheden en verantwoordelijkheden) en welke stappen ze daarbij moeten nemen (procedure). Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening stellen gemeentes in elk geval structuurvisies en bestemmingsplannen vast. Inhoudelijke vereisten voor de plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening, staan in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Provinciaal beleid: Omgevingsplan Zeeland 2006-2012
In het omgevingsplan Zeeland is het provinciale beleid voor Ruimte, Milieu en Water opgenomen. De belangrijkste doelstellingen daarbij zijn het faciliteren van de economische dynamiek, het bevorderen van de sociaal-culturele dynamiek en het versterken van de Zeeuwse omgevingskwaliteiten.
Zo vormt het omgevingsplan een planologische handreiking voor gemeenten waarbij andere dan agrarische activiteiten in bestaande gebouwen in het landelijk gebied mogelijk gemaakt worden. In bestaande gebouwen is het in bepaalde gebieden mogelijk horeca toe te staan in het buitengebied. Zowel mogelijkheden ten aanzien van verblijfsrecreatie (hotel, pension etc.) als horeca (eethuis, theeschenkerij etc.) staan op een positieve niet limitatieve lijst voor nieuwe initiatieven als agrarische nevenactiviteit.
Gemeentelijk beleid: bestemmingplannen
Bij de herziening van de komplannen is ten aan zien van de horeca het volgende uitgangspunt vastgesteld: de aanwezige horecabedrijven zijn specifiek positief bestemd, voor nieuwe bedrijven is een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Hierbij is de horeca onderverdeeld in drie categorieën.
Categorie I behelst de "lichte categorie": bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (vooral voor verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkt hinder voor omwonenden veroorzaken. Voorbeleden hiervan zijn onder meer een broodjeszaak, snackbar en bistro/restaurant. Het college van burgemeester en wethouders heeft een wijzigingsbevoegdheid om de vestiging van nieuwe bedrijven in deze categorie mogelijk te maken.
Categorie II omvat de "middelzware horeca": bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken. Dit zijn bijvoorbeeld een bar, café, biljartcentrum en zalenverhuur.
Onder categorie III valt de "zware horeca": bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn, die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen. Onder deze bedrijven vallen dancings, discotheken en partycentra.
Om de vestiging van nieuwe bedrijven uit categorie II en III mogelijk te maken, dient middels een aparte procedure het bestemmingsplan te worden gewijzigd.
De gemeente Tholen is van mening dat hotel/pensionaccommodaties en Bed and Breakfast accommodaties een verrijking zijn van het aanbod op het terrein van verblijfsrecreatie. Indien wordt gekeken naar de ruimtelijke uitstraling van Bed and Breakfastbedrijven op de omgeving, passen deze activiteiten vaak prima in een woonomgeving, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
- a.
de woonfunctie dient in overwegende mate behouden en herkenbaar te blijven, waarbij het vloeroppervlak in gebruik voor de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten en aan huisgebon¬den logies met ontbijt ten hoogste 25% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen mag bedragen, met een maximum van 50 m²;
- b.
het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
- c.
het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
- d.
er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
- e.
het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt is niet toegestaan.
4.1.2 Wet milieubeheer (Activiteitenbesluit)
De Wet Milieubeheer (Wm) is de belangrijkste milieuwet. Het is een zogenaamde raamwet. De Wm bevat het algemene kader van de milieuwetgeving. Onderdelen kunnen in algemene maatregelen van bestuur (AmvB's) of ministeriële regelingen verder worden uitgewerkt. Het Activiteitenbesluit is zo’n uitwerking. Alle horecabedrijven in de gemeente Tholen vallen onder dit besluit.
Geluid
Het activiteitenbesluit biedt bescherming tegen lawaai afkomstig van horeca-inrichtingen. Zowel bestaande als nieuwe horeca-inlichtingen dienen zich in beginsel te houden aan de standaard geluidsnormen. De gemeente kan gemotiveerd en onderbouwd technische voorschriften stellen aan een inrichting om aan de geldende geluidsnormen te voldoen.
Een aantal geluidsbronnen valt niet onder de geluidsnormen. De belangrijkste twee zijn:
- -
Stemgeluid vanaf het terras
Stemgeluid van bezoekers op een terras is niet in de beoordeling van de geluidsnormen meegenomen. Als dat wel zou gebeuren, dan zou het in veel gevallen onmogelijk zijn om een terras in gebruik te hebben. Het geluid van terrassen wordt weliswaar niet of nauwelijks afgeschermd, maar er wordt vanuit gegaan dat deze geluiden opgaan in het omgevingsgeluid.
De regel is als volgt: het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, wordt bij het bepalen van het geluidsniveau buiten beschouwing gelaten.
- -
Onversterkte muziek
Ook onversterkte muziek is vrijgesteld van de geluidsnormen. Een gemeente kan door een verordening afwijkende regels stellen. In principe is onversterkte muziek binnen het bedrijf en op het terras mogelijk. Bij het laatste kan wel een akoestisch onderzoek worden gevraagd.
Collectieve en incidentele festiviteiten
Bij het vieren van collectieve festiviteiten en activiteiten met een maatschappelijk belang - bijvoorbeeld braderie of kermis - kan de gemeenteraad in een verordening regelen dat de geluidsvoorschriften in een bepaalde periode niet gelden. In de gemeente Tholen komt dit terug in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Ook festiviteiten in individuele inrichtingen, bijvoorbeeld een liveoptreden, kunnen onder een vrijstelling vallen. De gemeente kan voor ten hoogste twaalf dagen per jaar zo'n vrijstelling geven. De ondernemer die hiervan gebruik wil maken, dient daarvoor een schriftelijk verzoek in.
Handhaving geluidsnormen
De controle op de geluidsnormen wordt in de gemeente Tholen uitgevoerd door de afdeling Vergunningverlening en Handhaving. Voor deze controles is geen piketregeling vastgesteld.
Controles naar aanleiding van klachten vinden plaats op basis van beschikbaarheid van de aangewezen toezichthouders. Er worden regelmatig preventieve routinecontroles uitgevoerd waarvan enkele in samenwerking met de lokale politie.
Wanneer uit controle blijkt dat de geluidsnormen worden overschreden is het mogelijk zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk op te treden. In het bestuursrechtelijk traject wordt als sanctie na overtreding een last onder dwangsom opgelegd.
4.1.3 Drank- en Horecawet
De Drank- en Horecawet schept randvoorwaarden voor een verantwoorde verstrekking van alcohol en bevat regels voor zowel verstrekkers van alcohol als voor overheden en toezichthouders. De Drank- en Horecawet bepaalt dat voor het schenken van alcohol in horecagelegenheden en voor de verkoop van sterke drank in slijterijen een vergunning verplicht is. Voor de verkoop van niet-alcoholische drank voor gebruik ter plaatse, is op grond van de Drank- en Horecawet geen vergunning vereist. Wel is een exploitatievergunning op grond van de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening verplicht.
In de wet zijn met name kwalitatieve eisen ten aanzien van de ondernemer, de leidinggevenden en de inrichting opgenomen. De wet biedt op dit punt geen enkele beleidsvrijheid, wat inhoudt dat er niet van de regels afgeweken kan worden.
Indien de ondernemer en de leidinggevende(n) voldoen aan de in de wet gestelde eisen die betrekking hebben op vakbekwaamheid, betrouwbaarheid en de inrichting van het pand, dan moet de drank- en horecavergunning worden verleend. Met andere woorden: de vergunning is een gebonden beschikking.
Binnen de gemeente Tholen is het gebruikelijk dat indien een horecaondernemer een bestaand horecabedrijf overneemt, de inrichting al voor het publiek geopend kan zijn tijdens de behandeling van de vergunningaanvraag. Voorwaarden zijn wel dat de aanvraag volledig is en er zich in het verleden geen probleemsituaties op het betreffende adres of met de ondernemer hebben voorgedaan. Indien een vergunningaanvraag wordt ingediend door een nieuwe ondernemer of voor een pand waar voorheen nog nooit horeca heeft plaatsgevonden, zal de ondernemer moeten wachten met de opening tot de vergunning is verleend. De wettelijke behandelingstermijn voor de aanvraag van een drank- en horecavergunning is 3 maanden.
In de Drank- en Horecawet is in artikel 35 een ontheffingsmogelijkheid opgenomen. Dit artikel geeft aan dat de burgemeester op aanvraag ontheffing kan verlenen voor de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank. Het gaat daarbij altijd om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de eisen zoals die in artikel 8 lid 2 en 4 zijn opgenomen (> 21 jaar, geen slecht levensgedrag, enz.).
De Voedsel en Waren Autoriteit is aangewezen als toezichthouder voor het naleven van de bepalingen uit de Drank- en Horecawet. Indien controle uitwijst dat er sprake is van overtreding van de wet, ontvangt de gemeente een afschrift van het proces-verbaal. Op basis daarvan kan in het uiterste geval de vergunning worden ingetrokken.
Paracommercie
Bij zogenaamde paracommerciële horecabedrijven is soms sprake van oneerlijke concurrentie ten opzicht van de reguliere horeca. Het betreft hier instellingen die zich richten op activiteiten recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard en daartoe tevens een kantine of een buffet exploiteren. Meest voorkomende voorbeelden hiervan zijn dorpshuizen en voetbalkantines met kantines in eigen beheer waar veelal met behulp van vrijwilligers wordt gewerkt terwijl soms de activiteiten gesubsidieerd worden.
Een aantal elementen kan de prijsstelling van de aangeboden horecadiensten van paracommerciële instellingen beïnvloeden, zoals:
- -
De directe dan wel de indirecte subsidieverstrekking;
- -
De versoepelde eis van het bezit van het diploma Sociale Hygiëne die voor een paracommerciële instelling is beperkt tot 2 leidinggevenden;
- -
Het regelmatig en vaak structureel werken met c.q. gebruik maken van vrijwilligers;
- -
Het niet inschrijvingsplichtig zijn bij het Bedrijfschap Horeca en Catering;
- -
Het van toepassing zijn van fiscaal gunstiger voorwaarden;
- -
Het verkrijgen c.q. huren van accommodaties tegen niet marktconforme voorwaarden en prijzen.
Een juridisch kader voor het bestrijden van paracommercialisme, voor zover daarbij sprake is van het verstrekken van alcoholhoudende dranken, wordt gevormd door de artikelen 4 t/m 6 van de Drank- en Horecawet.
Artikel 4 houdt in dat burgemeester en wethouders aan een vergunning voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, die wordt verleend aan een rechtspersoon die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, voorschriften of beperkingen kunnen verbinden die, gelet op de plaatselijke of regionale omstandigheden, noodzakelijk zijn om paracommercialisme te voorkomen. Hierbij wordt in ogenschouw genomen of de reguliere horecabedrijven over faciliteiten beschikken om aan de bestaande vraag naar horecadiensten te voldoen.
De genoemde voorschriften kunnen betrekking hebben op:
- -
Het in de inrichting houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen (bijeenkomsten die geen direct verband hebben met de doelstelling van de instelling);
- -
Het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van dergelijke bijeenkomsten en/of
- -
De tijden gedurende welke in de inrichting alcoholhoudende dranken worden vertrekt.
Op het behandelen van een vergunningaanvraag ex artikel 3 jo artikel 4 is de openbare voorbereidingsprocedure als genoemd in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent dat de conceptvergunning (met de daaraan gekoppelde voorschriften) ter inzage ligt en de belanghebbenden bezwaar kunnen indienen.
Burgemeester en wethouders kunnen van deze voorschriften afwijken bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Hierbij kan worden gedacht aan bijzondere festiviteiten of attracties, waardoor de vraag naar horecadiensten het bestaande aanbod overschrijdt.
Bijeenkomsten van persoonlijke aard kunnen pas dan op basis van een ontheffing in een kantine van een paracommerciële instelling (bijvoorbeeld een sportkantine) worden gehouden, indien als gevolg van bijzondere festiviteiten of attracties de (zaalruimten en de andere faciliteiten van) gewone horecabedrijven daarvoor niet beschikbaar zijn. De initiatiefnemers dienen aan te tonen dat de mogelijkheden in de reguliere horecabedrijven zijn onderzocht.
Bestuursreglement
Verenigingen met een kantine waar ze tegen betaling alcohol schenken, hebben te maken met een aantal regels uit de Drank- en Horecawet (DHW):
- -
De vereniging moet alle huisregels over het verantwoord schenken van alcohol opnemen in een bestuursreglement om een DHW-vergunning te krijgen.
- -
De vereniging moet twee leidinggevenden van 21 jaar of ouder hebben met de Verklaring Sociale Hygiëne.
- -
Als er alcohol wordt geschonken moet één van de twee leidinggevenden of een barvrijwilliger van tenminste 16 jaar in het pand aanwezig zijn. Die barvrijwilliger moet een instructie hebben gekregen over verantwoord alcoholgebruik. Daarvoor bestaan cursussen, zoals de Schenkinstructie of de Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA).
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert ook hierop. Als een vereniging zich niet houdt aan de regels van de Drank- en Horecawet kan het bestuur van de vereniging een boete krijgen. De inspecteur van de VWA stelt de gemeente hiervan in kennis zodat ook bestuursrechtelijke maatregelen genomen kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld de Drank- en Horecawetvergunning worden ingetrokken.
Wijziging Drank- en Horecawet
Een voorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet is in voorbereiding en zal waarschijnlijk in het voorjaar van 2009 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het is op dit moment nog te prematuur om de exacte veranderingen aan te geven, maar er wordt gesproken over:
- -
Aanpassing van het vergunningstelsel: De burgemeester als bevoegd gezag voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet;
- -
Landelijke uniforme regels voor paracommerciële horeca;
- -
Uitbreiding van de bevoegdheid voor gemeenten om toegangsleeftijden voor de horeca vast te stellen;
- -
Decentralisatie van het toezicht op naleving van de wet van de Voedsel en Waren Autoriteit naar de gemeente: Hierover lopen gedurende de jaren 2008/2009 pilots bij diverse gemeenten.
4.1.4 Wet BIBOB
Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur (wet BIBOB) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt het bestuursorganen mogelijk vergunningen, subsidies en aanbestedingen te weigeren of in te trekken als er sprake is van ernstig gevaar dat de vergunning, subsidie of overheidsopdracht wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld (art. 3). Aldus biedt de Wet BIBOB bestuursorganen een belangrijk instrument om een bijdrage te kunnen leveren aan de preventie en bestrijding van (georganiseerde) criminaliteit en beschermt het de gemeente tegen het risico dat het criminele activiteiten faciliteert.
Sinds 2005 is de Beleidsregel BIBOB in de gemeente Tholen van toepassing op alle aanvragen voor het uitoefenen van een horecabedrijf en in voorkomende gevallen op seksinrichtingen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de aanvraagformulieren zijn uitgebreid met vragen die zich richten op o.a. de bedrijfsstructuur en de financiering van het bedrijf.
4.2 Lokale regelgeving
4.2.1 Algemene Plaatselijke Verordening
In hoofdstuk twee van de Algemene Plaatselijke Verordening (Openbare Orde) is in afdeling 8 het toezicht op openbare inrichtingen geregeld.
Exploitatievergunning
Horecabedrijven mogen niet worden geëxploiteerd zonder exploitatievergunning. Het is de bevoegdheid van de burgemeester om deze te verlenen (artikel 2.27).
De burgemeester weigert de exploitatievergunning indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het bestemmingsplan. Daarnaast kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de nabijheid van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
Het weigeren van een exploitatievergunning voordat een horecabedrijf in werking is gesteld, zal in de praktijk bijna niet voorkomen. Het al dan niet nadelig beïnvloeden van de woonomgeving is sterk afhankelijk van de exploitatiewijze van de ondernemer. Hierover is op voorhand slecht een inschatting te maken. Dit artikel moet daarom zo gelezen worden dat de burgemeester ook nadat de exploitatievergunning is verleend, deze kan intrekken of er beperkende voorwaarden aan kan verbinden.
Hiertoe wordt niet lichtvaardig besloten. Alvorens een exploitatievergunning zal worden ingetrokken of er beperkende voorwaarden aan worden gesteld, zal er een gedegen dossier zijn opgebouwd op basis waarvan dergelijke zware maatregelen worden genomen.
Aan de exploitant en de leidinggevende(n) worden ook eisen gesteld. Deze sluiten aan op de eisen die genoemd zijn in de Drank- en Horecawet.
Na een proefperiode van één jaar, wordt een exploitatievergunning verleend voor de duur van drie jaar. De reden voor de beperkte geldigheidsduur van deze vergunning is gelegen in het feit, dat het vergunningenbestand op deze wijze actueel blijft. Het komt voor dat ondernemers wijzigen of met andere leidinggevenden gaan werken en dit niet uit zichzelf doorgeven aan de gemeente. Van gemeentewege wordt elke drie jaar het initiatief genomen om de gegevens door te geven.
Terrasvergunning
Voor het exploiteren van een terras op de openbare weg is op grond van artikel 2.31 APV een vergunning vereist. Voordat een terrasvergunning wordt verleend, zal vanuit verschillende perspectieven naar de aanvraag worden gekeken. Zo is er aandacht voor de verkeerssituatie en de eventuele nadelige gevolgen voor de leefomgeving. Dit betreft een stukje maatwerk.
In de terrasvergunning staan de voorwaarden en beperkingen opgenomen over het plaatsen van een terras. Het college is voornemens om met iedere horecaondernemer afzonderlijk een privaatrechtelijke huurovereenkomst af te sluiten om het zakelijk gebruik van de openbare weg te regelen. Dat impliceert dat er een huurprijs wordt overeengekomen. Aan deze overeenkomst zullen algemene voorwaarden worden verbonden waarin de kwaliteitseisen staan die het college stelt aan de terrassen.
Sluitingstijden
In artikel 2.29 APV zijn de sluitingstijden voor de horecabedrijven en de terrassen opgenomen. Voor horecabedrijven geldt dat deze gesloten dienen te zijn tussen 02.00 uur en 05.00 uur. Van de terrassen mag tussen 23.00 uur en 05.00 uur geen gebruik worden gemaakt.
Uitzondering hierop wordt gemaakt voor braderieën. Tijdens die evenementen mag in de betreffende kern het terras geëxploiteerd worden tot 24.00 uur. Bij wijze van proef zal tijdens de grotere evenementen een later sluitingstijdstip voor horecabedrijven worden vastgesteld. De burgemeester kan op grond van artikel 2.30 voor één of meer horecabedrijven tijdelijk andere geldende sluitingsuren vaststellen of tijdelijke sluiting bevelen. Van deze bevoegdheid zal de burgemeester ten behoeve van de proef gebruik maken.
Ontheffing geluid
Op grond van artikel 4.3 gelden de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer niet tijdens door het college aan te wijzen collectieve festiviteiten.
Daarnaast is het een horeca-inrichting toegestaan per kalenderjaar een aantal incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen ook niet van toepassing zijn, mits het college hiervan twee weken voor de aanvang van de festiviteit in kennis is gesteld. Het aantal incidentele festiviteiten wordt zodanig vastgesteld dat het aantal collectieve en incidentele festiviteiten samen per inrichting niet meer dan 12 per kalenderjaar bedraagt.
4.2.2 Drank- en Horecaverordening
In 2003 heeft de gemeenteraad de Drank- en Horecaverordening gemeente Tholen vastgesteld. In deze verordening is bepaald dat inrichtingen van paracommerciële instellingen geopend mogen zijn één uur voor, tijdens en twee uur na verenigingsactiviteiten. Het sluitingsuur opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening is hierbij onverminderd van kracht.
Onder wedstrijden, trainingen, activiteiten of bijeenkomsten waartoe de rechtspersoon nadrukkelijk is ingesteld, worden niet begrepen nevenactiviteiten als om- of verkleden, het opruimen van de accommodatie of gebruikte attributen, behandelingen of verzorging van personen en andere handelingen welke niet strekken tot beoefening of uitoefening van activiteiten waartoe de rechtspersoon conform de statuten in het leven is geroepen.
Voorts is in artikel 3 van de verordening opgenomen welke voorschriften aan de vergunning voor paracommerciële instellingen worden verbonden:
- a.
Het is verboden om in de horecalokaliteiten bijeenkomsten of feesten van persoonlijke aard, zoals huwelijksfeesten, familiefeesten en partijen te houden of daartoe gelegenheid te geven;
- b.
Het is verboden bovenstaande activiteiten openlijk aan te prijzen;
- c.
Het is verboden om de horecalokaliteiten of de inventaris daarvan te verhuren of aan derden tegen vergoeding ter beschikking te stellen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen voorschriften aan een vergunning verbinden welke afwijken van het gestelde onder a.
Het gebruik van verenigingsgebouwen (waaronder niet moet worden begrepen sportkantines) waarbij niet tegen betaling alcohol wordt verstrekt, valt niet onder de reikwijdte van de Drank- en Horecawet noch onder deze verordening.
4.2.3 Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit)
Het nieuwe gebruiksbesluit heeft ertoe geleid dat het aanvragen van een gebruiksvergunning voor gebouwen waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn is komen te vervallen. Er wordt volstaan met een melding bij de gemeente over het gebruik en de brandveiligheidsmaatregelen. Na een gebruiksmelding, die minstens vier weken voor ingebruikname van bijvoorbeeld een horecapand moet worden gedaan, kan de gemeente of brandweer ter plekke controleren of het bouwwerk en het gebruik daarvan inderdaad aan de gestelde brandveiligheidseisen voldoet.
4.3 Handhaving Regelgeving
De gemeente heeft doorgaans tot taak zorg te dragen voor toezicht op de naleving van de algemeen en individueel geldende rechtsregels. Voor het houden van toezicht op hetgeen bepaald is in de Algemene Plaatselijke Verordening, zijn ambtenaren van de politie en de daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen belast.
Bij handhaven hoort eveneens het geven van een passende bestuurlijke sanctie ter beëindiging van geconstateerde overtredingen. De gemeente heeft hiertoe drie instrumenten ter beschikking, namelijk: het intrekken van een vergunning, de toepassing van de bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom.
Intrekking van de vergunning/ontheffing
Door deze sanctie worden alleen de rechten ontnomen die de vergunninghouder op basis van de vergunning had. Het intrekken van de vergunning/ontheffing wordt vaak gecombineerd met een van beide andere bestuursrechtelijke sancties.
Bestuursdwang
In artikel 125 Gemeentewet en afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. In enkele bijzondere gevallen ligt deze bevoegdheid bij de burgemeester (bijvoorbeeld de handhaving van de sluitingstijden).
Bestuursdwang omvat het door feitelijk handelen (door of vanwege het bevoegd gezag) zoals het doen wegnemen, beletten, in de vorige toestand herstellen of sluiten van hetgeen in strijd met de regelgeving wordt gedaan, gehouden of nagelaten. De kosten voor de daadwerkelijke uitvoering van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder.
Last onder dwangsom
Op grond van artikel 55:32 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 Gemeentewet kan de gemeente ervoor kiezen om een last onder dwangsom op te leggen. Een last onder dwangsom kan worden opgelegd per overtreding van de last, per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd of als een bedrag ineens. Het doel van een dwangsom is om de overtreder ertoe te bewegen zelf de overtreding te beëindigen om te voorkomen dat de overtreding wordt herhaald.
Keuze tussen dwangsom en bestuursdwang
Uit de formulering van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht blijkt duidelijk dat een last onder dwangsom in plaats van bestuursdwang kan worden toegepast. Hieruit volgt dat het niet is toegestaan om bij dezelfde overtreding gelijktijdig bestuursdwang en een last onder dwangsom toe te passen.
In 2003 is het Handhavingsarrangement sluitingstijden in Tholen vastgesteld. Deze beleidsregel geeft weer welke sancties door de gemeente opgelegd zullen worden indien overtredingen begaan worden ten aanzien van de sluitingstijden. Tevens kent de gemeente Tholen de beleidsregel horecaportier. In deze beleidsregel is opgenomen onder welke voorwaarden de burgemeester kan overgaan tot het verplichtstellen van een horecaportier.
5. Realisatie uitgangspunten: mogelijkheden en onmogelijkheden
Visie
De gemeente Tholen heeft als visie aangenomen dat het horecavestigingsbeleid qua ambitie past bij de gemeente Tholen, dat het recht doet aan de belangrijke economische en maatschappelijke functie van de horeca en aan het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca, dat het een bepaalde mate van flexibiliteit behelst om in te spelen op trends en ontwikkelingen en voldoende draagvlak heeft bij direct betrokkenen.
Rust en ruimte moeten voor Tholen in de toekomst sterke punten blijven. Om deze reden dient de gemeente ervoor te waken dat er massatoerisme richting Tholen komt en dat er voorzieningen of activiteiten in de gemeente ontstaan die hiermee conflicteren. Aan de andere kant moet de gemeente Tholen ook niet star de rust binnen de gemeente blijven verdedigen. Te veel rust kan een gevaar voor Tholen betekenen: als er te weinig te doen is voor de recreant, blijven toeristen op den duur weg en zal het voorzieningenniveau verschralen.
Rol gemeente
De gemeente Tholen wil ruimte bieden voor passende groei, waarbij de nadruk ligt op meer kwaliteit en diversiteit. Hierbij moet worden opgemerkt dat de gemeente maar beperkt kan sturen op horecaconcepten. De gemeente Tholen heeft het streven (meer kwaliteit en diversiteit) genoemd, maar het is de markt die daar uiteindelijk invulling aan geeft.
Aanvragen voor de vestiging van horecabedrijven worden integraal getoetst. Dit betreft maatwerk.
In het algemeen wordt getoetst op de volgende criteria:
- -
Planologische inpasbaarheid;
- -
Voldoen aan milieuwetgeving (o.a. geluid en geur);
- -
Voldoen aan bouw- en gebruiksvoorschriften;
- -
Voldoen aan drank- en horecawetgeving;
- -
Passend binnen gemeentelijke aanvullende regelgeving (bv. parkeernormen, terrassenbeleid);
- -
Behoud van openbare orde en veiligheid;
- -
Kwalitatieve toetsing (vestigingsbeleid);
- -
Kwalitatieve toetsing op welstand en monumentenzorg.
Hoewel de betrokken ambtenaren uit de diverse betrokken beleidsvelden elkaar goed weten te vinden, is het met het oog op de integraliteit en de kleine mogelijkheid tot sturing, het overwegen waard om een platform in het leven te roepen waarin dergelijke aanvragen worden besproken. Naast ambtenaren van de gemeente zou hier ook een vertegenwoordiging vanuit de branche zitting in kunnen hebben evenals een medewerker van de Kamer van Koophandel. Dit platform zou dan in staat moeten zijn om een advies voor het college van burgemeester en wethouders te maken waarin naast de gemeentelijke beleidsvelden, ook aandacht is voor een beoordeling van de persoon achter de ondernemer en de meerwaarde voor de gemeente Tholen welke zich moet uiten in het onderscheidend vermogen en kwaliteit van het plan.
Concentratie horecabedrijven
Het vestigingsbeleid voor horeca gaat uit van concentratie in de kernen welke middels de bestemming “centrumdoeleinden” is en wordt gerealiseerd. Daarbij is gesteld dat in gebieden met een dergelijke bestemming een bepaalde mate van rumoer acceptabel is. Vanuit openbare orde en beheersoptiek geniet dit ook de voorkeur. Echter, gelet op de karakteristieken van de gemeente Tholen, een plattelandsgemeente gelegen aan het water, moet een bepaalde mate van flexibiliteit worden gewaarborgd om medewerking te kunnen verlenen aan de vestiging van horecabedrijven buiten deze concentraties. Reeds bestaande voorbeelden hiervan zijn ’t Veerhuis in Anna Jacobapolder en de Zeester in Gorishoek.
Campingkantines
Deze flexibiliteit is ook nodig om de bestemming te wijzigen van de gronden waarop de campingkantines zijn gevestigd. Bij de behandeling van de startnotitie in de gemeenteraad bleek dat een ruime meerderheid voor het gebruik van de campingkantines als regulier horecabedrijf te zijn. Hiervoor dient de bestemming gewijzigd te worden in “horecabestemming”. Vanuit de provincie wordt hiertegen geen grote bezwaren verwacht, zodat het realiseren van horecabestemming voor deze bedrijven, overeenkomstig de wens van de gemeenteraad en een aantal ondernemers, mogelijk moet zijn.
Kantines watersportverenigingen
In dit kader moet ook het gebruik van de kantines van de watersportverenigingen genoemd worden. De gemeente Tholen kent twee watersportverenigingen (één in Tholen en één in Sint-Annaland) die over een eigen accommodatie beschikken. De clubhuizen liggen op prachtige locaties aan het water en worden geëxploiteerd door zelfstandige ondernemers. Op grond van het huidige bestemmingsplan zijn de clubhuizen alleen toegankelijk voor leden van de watersportverenigingen, passanten en introducés.
Vanwege de unieke ligging van beide kantines, het versterken van de aantrekkelijkheid van Tholen en Sint-Annaland en de nabijheid van andere horecabedrijven, zal de gemeente Tholen medewerking verlenen aan het voeren van een bestemmingplanprocedure om tot een horecabestemming te komen.
De overige kantines van sportverenigingen e.d. komen niet voor deze wijziging in aanmerking. Het gebruik en dus de openingstijden van deze kantines zijn gelieerd aan de activiteiten van de vereniging. Hiermee onderscheiden deze kantines zich van die van de watersportverenigingen.
De ligging op de sportvelden is ook niet dermate bijzonder dat het een bestemmingplan wijziging rechtvaardigt. Daarnaast vormen gezinnen en jeugdleden een groot deel van de klandizie, een groep die in reguliere horecabedrijven (m.n. cafés) veelal niets te zoeken heeft.
Van het beperkte gebruik van de sportkantines kan eenvoudig een link worden gelegd naar ondersteunende horecadiensten. Bij grote detailhandelbedrijven is het gebruikelijk dat er een koffiehoek aanwezig is. Sinds een aantal jaar is er een tendens waarneembaar dat deze koffiehoeken uitgroeien tot volwaardige horecagelegenheden, waar naast (alcoholische) consumpties ook maaltijden genuttigd kunnen worden. De gedachte hierachter is dat dergelijke horecabedrijven ondersteunende diensten verlenen ten behoeve van het winkelend publiek. Dit impliceert dat het exploiteren van het horecabedrijf verbonden is aan de winkel. De openingstijden moeten samenvallen en er dient geen zelfstandige stroom van bezoekers te worden aangetrokken.
De gemeente Tholen kent twee van dergelijke horecabedrijven, brasserie Entrée in de meubelboulevard Bouman Potter in Poortvliet en brasserie Du Bois, gevestigd in de voormalige woonwinkel van Van Houte Wonen te Tholen. De bestemmingsplannen bij beide vestigingen staan horecaondersteunende diensten toe. De gemeente Tholen heeft niet de intentie om de bestemming van deze gronden te wijzigen in horecabestemming en zal toe zien op het beperkte gebruik van de inrichtingen.
Minimum niveau huidige aantal horecabedrijven
Door het huidige aantal horecabedrijven in de kernen als minimum niveau te beschouwen, wordt het voorzieningen niveau op horecagebied gehandhaafd. Met het vertrek van veel detailhandel wordt de leefbaarheid in veel kernen nadelig beïnvloed, het verlies van horecabedrijven zou dat effect alleen nog maar versterken.
Uit de enquête is gebleken dat de inwoners van de kernen van mening zijn dat het huidige aanbod van middelzware horecabedrijven (categorie II) voldoende is. Men heeft zich ook kunnen uitspreken voor vermindering van het aantal horecabedrijven, maar deze respondenten waren sterk in de minderheid.
Opvallend hierbij is dat bijna in alle kernen de ondervraagden hebben aangegeven dat er behoefte bestaat aan meer terrassen. Doordat terrassen verbonden zijn aan horecabedrijven, zullen de bestaande horecabedrijven onder voorwaarden als kwaliteitseisen (en indien mogelijk gelet op de plaatselijke omstandigheden als verkeer en de openbare orde) de terrassen kunnen uitbreiden. Dit komt vervolgens ook weer ten goede aan de toeristen die de gemeente Tholen bezoeken.
Vestiging grootschalig horecabedrijf
De inwoners van Tholen staan overwegend positief tegenover de vestiging van een grootschalig horecabedrijf. Het vinden van een geschikte locatie daarvoor zal niet eenvoudig zijn. Gelet op de beperkingen vanuit de provincie en de uitkomsten van de enquête, is een locatie in de kern, op het bedrijventerrein of in het buitengebied niet mogelijk. Wat overblijft is aan de rand van een kern, in de nabijheid van goede uitvalswegen en onder overige voorwaarden. Op basis van de aanwijzing als ontwikkelingskern, komen Sint-Maartensdijk, Sint-Annaland en Tholen naar voren als mogelijke opties.
De gemeente Tholen wil, als daartoe een concreet en passend voorstel wordt gedaan, de vestiging van een dergelijk bedrijf mogelijk maken.
Volksgezondheid: Alcoholmatigingsbeleid
Een horecanota, zonder aandacht voor alcoholmatiging, was voor een aantal partijen in de gemeente Tholen onwenselijk. Reden hiervoor is dat het alcoholgebruik in het algemeen, maar onder jongeren in het bijzonder een bron van zorgen is. Het drinken van (veel) alcohol op jonge leeftijd leidt tot onherstelbare orgaanschade en grotere risico's voor alcoholverslaving in de volwassenheid. Daarnaast geeft overmatig drankgebruik door met name jongeren veel overlast en is er een samenhang tussen het nuttigen van alcohol en het plegen van criminaliteit ( met name geweldsdelicten, vernieling en vandalisme).
In oktober 2008 heeft in de provincie Zeeland een regiobijeenkomst Jeugd en Alcohol plaatsgevonden. De invalshoek was het toenemend alcoholgebruik onder jongeren en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid en de openbare orde. De bijeenkomst is afgesloten met de toezegging dat vanuit de provincie het initiatief zal worden genomen om een alcoholbeleid te ontwikkelen.
In de Oosterschelderegio (waar de gemeente Tholen deel van uit maakt) wordt inmiddels gewerkt aan een gedegen integraal meerjarenplan voor preventiebeleid middelengebruik voor de regio. Dit plan maakt deel uit van de nota volksgezondheid 2009. Deze nota wordt besproken in de raadsvergadering van 17 september 2009. Wanneer vanuit de provincie initiatieven zullen worden ontplooid, kan de Oosterschelderegio daar op aanhaken.
Omdat deze initiatieven inmiddels ontplooid worden, behoeft in deze nota aan alcoholmatiging geen verdere aandacht te worden besteed.
Volksgezondheid: Rookbeleid
Op 1 juli 2008 is het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten in werking getreden. Concreet betekent dit dat er in alle bij het Bedrijfschap Horeca en Catering inschrijfplichtige horecabedrijven niet meer mag worden gerookt. Ten minste niet in ruimtes waar bediend wordt. Roken is nog wel toegestaan in de daarvoor aangewezen rookruimtes en buiten. Tabaksverkoop is onder de nieuwe wet gewoon toegestaan gebleven. Dit geldt echter niet voor horecabedrijven in sportaccommodaties. Daar is de tabaksverkoop verboden.
Het toezicht houden op het naleven van de bepalingen uit het Besluit rookvrije werkplek is één van de taken van de Voedsel en Waren Autoriteit. Het college van burgemeester en wethouders heeft oog voor de soms bouwkundig lastige situatie waarin goedwillende ondernemers terecht kunnen komen bij het uitvoering geven aan het Besluit. Het college heeft inmiddels uitgesproken bereid te zijn actief mee te denken aan alternatieve rookruimtes (op voordracht van de ondernemers).
6. Conclusies en besluiten
In de gemeente Tholen is de horeca een branche die een duidelijke functie vervult in het dagelijks leven van de bevolking, maar ook voor de bezoekers van de gemeente. De gemeente Tholen wil zorgvuldig omgaan met het bieden van nieuwe ruimte. Door meer op de (recreatieve) bezoeker te richten is groei nog mogelijk.
Aandachtspunt hierbij is de algehele verbetering van de bestaande horeca. Ook zou meer differentiatie van het aanbod een goede zaak zijn. Daarnaast kan de horeca een rol vervullen in het aanbieden van verblijfsaccommodatie aan de recreant en de zakelijke markt. De belangrijkste rol is hierbij weggelegd voor ontwikkelende partijen en ondernemers.
Besluit 1:
Aanvragen voor de vestiging van horecabedrijven of om medewerking aan wijziging van aard en/of omvang van de bedrijfsactiviteiten worden in een multidisciplinair platform besproken. Dit platform stelt een integraal advies op voor het college van burgemeester en wethouders.
Besluit 2:
De vestiging van horecabedrijven vindt bij voorkeur plaats in de concentratiegebieden (gebieden met de bestemming centrumdoeleinden) in de kernen. Dit sluit echter de vestiging van horecabedrijven op andere locaties/in andere gebieden niet per definitie uit.
Besluit 3:
De gemeente Tholen zal, indien daartoe een verzoek worden gedaan, bij wijziging van de bestemmingsplannen de gronden waarop campingkantines zijn gelegen, een horecabestemming geven.
Besluit 4:
De gemeente Tholen wil het gebruik van de kantines van de watersportverenigingen als reguliere horecabedrijven, planologisch mogelijk maken.
Besluit 5:
De gemeente Tholen zal, als daartoe een concreet en passend verzoek wordt gedaan, medewerking verlenen aan de vestiging van een grootschalig horecabedrijf. Concreet en passend houdt in dat het voorstel is getoetst aan het bestemmingsplan, gevolgen voor de openbare orde, milieuwetgeving, bereikbaarheid, parkeernormen, monumentenstatus e.d.
Besluit 6:
Ter voorkoming van verschraling van het voorzieningenniveau wordt het huidige horeca-aanbod in de kernen als minimum niveau aangenomen.
Besluit 7:
De gemeente Tholen ziet toegevoegde waarde in meer horecabedrijven van categorie I, de zogenaamde lichte horeca, mits deze bedrijven van hoge kwaliteit zijn en zich onderscheiden van het huidige aanbod. De voorkeur gaat uit naar bedrijven die tevens een terras kunnen realiseren.
Besluit 8:
De gemeente Tholen staat een beperkte groei van horecabedrijven categorie II toe in kernen waar ontwikkelingen gaande zijn die een toename van het aantal horecabedrijven rechtvaardigen (bijvoorbeeld toeristische ontwikkelingen, bevolkingstoename). Hierbij gaat de voorkeur uit naar bedrijven van hoge kwaliteit en onderscheidend van de reeds bestaande horeca.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen d.d. 9 juli 2009.
w.g. W. Nuis,
voorzitter
w.g. mr. W.C. Antes,
griffier
Bijlage 1: Startnotitie
De raad van de gemeente Tholen
Sint-Maartensdijk, 13 november 2007
Onderwerp: Voorstel tot ontwikkeling Startnotitie Horecabeleid
Geachte raad,
Aanleiding en probleemstelling
Op grond van het collegeprogramma 2007 dient een horecanota uitgebracht te worden waarin het horeca(vestigings)beleid en het daarbij behorende instrumentarium uiteengezet en vastgelegd wordt.
In het recente verleden heeft de gemeente Tholen ten aanzien van de aankoop van leegstaande horecapanden op ad hoc basis beslissingen genomen en op het gebied van vestiging c.q. verandering van horecabedrijven beslissingen voor zich uit geschoven. Mede uit zorg voor het nemen van besluiten die op langere termijn ongewenste consequenties met zich mee blijken te dragen, is het besef gegroeid dat een integraal horeca(vestigings)beleid noodzakelijk is voor het maken van beleidskeuzes. Daarnaast vervult de horeca in de breedste zin van het woord ook een aantal belangrijke functies. Behalve dat horeca zorgt voor bestedingen en werkgelegenheid, heeft de horeca ook een bepaalde aantrekkingskracht op de lokale bevolking en toeristen. Ook voor het creëren van samenhang op gemeentelijke beleidsterreinen die raakvlakken hebben met horeca, het formuleren van doelstellingen en uitgangspunten die recht doen aan de verschillende functies van de horeca en het maken van keuzes hieromtrent is een horecabeleid onmisbaar.
Doelstellingen en gewenste resultaten
Op grond van dit voorstel stelt uw raad een startnotitie vast waarin op hoofdlijnen de kaders door u worden vastgesteld voor het gemeentelijke horeca(vestigings)beleid zoals dat in de horecanota zal worden verwoord en geeft u aan volgens welke procedure en tijdpad de horecanota tot stand zal komen. In het tijdpad is een voorstel voor inspraakprocedure opgenomen, waardoor burgerparticipatie gerealiseerd wordt.
Het uiteindelijke gewenste resultaat is de totstandkoming van een horecanota waarin kaders zijn vastgesteld waarbinnen horecaontwikkelingen mogelijk zijn in de gemeente Tholen.
Concrete uitgangspunten voor de nota zijn:
- a.
recht doen aan:
- -
de belangrijke economische en maatschappelijke functie van horeca en
- -
het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca;
- -
- b.
te voorkomen dat:
- -
verzoeken tot vestiging van nieuwe horecabedrijven, uitbreiding en/of verandering van de aard van horecabedrijven te lang onbeantwoord blijven liggen omdat er geen toetsingskader bestaat;
- -
ad hoc gereageerd wordt op probleemsituaties waarmee de te nemen maatregelen beperkt blijven tot de concrete problemen van dat moment en
- -
verschillende regelingen en beleidsinstrumenten onafhankelijk van elkaar worden toegepast.
- -
Kaders
Om te komen tot een integraal horeca(vestigings)beleid, vastgelegd in een horecanota, dient
- a.
een inventarisatie gemaakt te worden van de huidige situatie;
- b.
de samenhang met andere relevante beleidsterreinen te worden aangegeven waarbij aandacht wordt besteed aan uitgangspunten welke zijn opgenomen in onder meer de nota Recreatie en Toerisme, de nota Economische Bedrijvigheid en Werkgelegenheid en Bestemming Tholen 2025;
- c.
een helder inzicht te worden verkregen van de (on)mogelijkheden tot vestiging van horecabedrijven op grond van de komplannen en de overige bestemmingsplannen;
- d.
aandacht te worden besteed aan trends en ontwikkelingen, waarvoor het horecabeleid ook een bepaalde mate van flexibiliteit behoeft;
- e.
een ambitie op het gebied van horeca te worden ontwikkeld die past bij de gemeente Tholen;
- f.
voldoende draagvlak bij de direct betrokken te bestaan
- g.
een prioritering te worden gemaakt ten aanzien van de uitbreiding van het horecavestigingsbeleid met andere aandachtsvelden. Dit vanuit de overweging dat een gemeentelijk horecabeleid vele aspecten kent en raakvlakken heeft met andere beleidsvelden. Onder meer zijn te noemen: volksgezondheidsbeleid (waarvan alcoholmatigingsbeleid onderdeel uitmaakt), jeugdbeleid, openbare orde etc. Het is de bedoeling hiervoor een totaal beleidskader te creëren. Primair zal de aandacht worden gericht op het horecavestigingsbeleid.
Verdere procedure/planning
Het is de bedoeling dat met de vaststelling van de startnotitie uw raad op een zeker abstractieniveau:
- -
vooraf een visie formuleert en de kaders aangeeft voor het horeca(vestigings)beleid;
- -
aangeeft welke rol/verantwoordelijkheid u ziet weggelegd voor de gemeente op het gebied van horeca;
- -
uitspreekt welke doelstellingen u daarbij voor ogen heeft;
- -
vastlegt wat de pijlers worden van het gemeentelijke beleid om deze doelstellingen te bereiken en
- -
welke gemeentelijke middelen hiervoor moeten worden ingezet.
Burgerparticipatie
Het ontwikkelen van horecabeleid is een onderwerp dat uitermate geschikt is voor burgerparticipatie. Derhalve wordt hieraan ook aandacht besteed in de procedure van de totstandkoming van de horecanota. De door uw raad geformuleerde doelstellingen dienen te worden vergeleken met de resultaten van de raadpleging van vertegenwoordigers van de recron en de horeca in de gemeente Tholen. Indien deze vergelijking daartoe aanleiding geeft zal de startnotitie in gewijzigde vorm opnieuw aan u worden voorgelegd. Mocht blijken dat de doelstelling niet aangepast hoeven te worden, kan de horecanota nader worden uitgewerkt. Alvorens de horecanota in uw vergadering wordt besproken, verdient het aanbeveling voor de concrete invulling voor te leggen aan direct belanghebbenden. Op deze wijze is het mogelijk het draagvlak voor de nota te vergroten en in te spelen op lokale situaties.
Plan van aanpak en tijdpad
|
Fase in het proces |
realisatie |
Verantwoordelijke |
1 |
Opstellen startnotitie. |
November 2007 |
beleidsmedewerker algemene zaken |
2. |
Vaststelling startnotitie inclusief kaderstellende/richtinggevende uitspraken voor horeca(vestigings)beleid |
December 2007 |
gemeenteraad |
3 |
Raadpleging vertegenwoordigers horeca en recron en toetsing van doelstellingen. Verwerking van de uitkomsten en bespreking ervan. |
Februari 2008 |
college van b&w |
4 |
Terugkoppeling naar raad met resultaten burgerparticipatie |
April 2008 |
college van b&w |
5 |
ontwikkeling horecanota + raadpleging direct betrokkenen Verwerking van de uitkomsten |
April/augustus 2008 |
college van b&w |
6 |
behandeling van horecanota in commissie Algemeen Bestuur en vaststelling door de gemeenteraad |
oktober 2008 |
gemeenteraad |
Voorstel
Wij stellen u voor in ieder geval een uitspraak te doen over onderstaande stellingen:
- 1.
De visie: De gemeente Tholen kent een integraal horecabeleid dat qua ambitie past bij de gemeente Tholen, wat recht doet aan de belangrijke economische en maatschappelijke functie van de horeca en aan het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca, wat een bepaalde mate van flexibiliteit behelst om in te spelen op trends en ontwikkelingen en voldoende draagvlak heeft bij direct betrokkenen.
- 2.
De kaders voor het horecabeleid worden mede gevormd door de uitgangspunten zoals die reeds zijn geformuleerd in de diverse nota's waarin aan horeca aandacht is besteed.
- 3.
De gemeente heeft met name een faciliterende rol in het horecabeleid. Dit houdt in dat er actief wordt meegedacht over initiatieven. Aan de hand van het door u nader te bepalen toetsingskader wordt adequaat gereageerd op initiatieven, waarbij de gemeente de verantwoordelijkheid heeft om ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horeca te voorkomen.
- 4.
Als doelstellingen worden aangenomen:
- a.
Verzoeken tot vestiging van nieuwe horecabedrijven, uitbreiding en/of verandering van de aard van horecabedrijven worden beantwoord aan de hand van het door u nader te bepalen toetsingskader;
- b.
Maatregelen om probleemsituaties te voorkomen dan wel op te lossen zijn het resultaat van een welovergewogen beleidskeuze waarvan de gevolgen vooraf in kaart zijn gebracht;
- c.
Er ontstaat een integraal horecabeleid waarin verschillende regelingen en beleidsinstrumenten een samenhangend en complementair geheel vormen.
- a.
- 5.
Vanwege de omvang van het onderwerp horeca en de beschikbare capaciteit binnen de gemeentelijke organisatie, wordt het horecabeleid ontwikkeld in fases. De basis wordt gevormd door het horecavestigingsbeleid, later wordt de nota uitgebreid met andere beleidsterreinen.
- 6.
Aan iedere kern wordt binnen het horecabeleid afzonderlijk aandacht besteed, kortweg specialiseren in plaats van generaliseren.
- 7.
Om in de kernen het voorzieningen niveau te handhaven, wordt het huidige aantal horecabedrijven in categorie II (voor specificatie zie bijlage) als minimum beschouwd. Dit impliceert dat wanneer de horecabestemming van een pand wordt gewijzigd, in de kern op een andere locatie de vestiging van een nieuw bedrijf kan worden gerealiseerd.
- 8.
De concentratiegedachte wordt als uitgangspunt genomen, mits het mogelijk blijft aan initiatieven buiten het concentratiegebied medewerking te verlenen. Het gemeentebestuur verleent medewerking aan de vestiging van één grotere uitgaansgelegenheid.
- 9.
Een aantal campingkantines wordt geëxploiteerd als regulier horecabedrijf. Dit is een voorkomend, maar ongewenst verschijnsel.
- 10.
Het ontwikkelen van een horecabeleid is een onderwerp dat uitermate geschikt is voor burgerparticipatie. Daar het horecabeleid een toetsingskader moet vormen voor initiatieven van horecaondernemers, is het belangrijk deze beroepsgroep zo vroeg mogelijk bij de ontwikkeling van het beleid te betrekken. Een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de horeca en de recron is hiervoor een geschikt middel.
Tevens stellen wij u voor om in te stemmen met het ontwikkelen van een gemeentelijk horecabeleid volgens de aangegeven procedure en tijdpad.
Bijlage 2: enquête
Enquête ten behoeve van de ontwikkeling van de horecanota 2008
-------------------------------------------------------------------------------------------------
Vraag 1:
Ik woon in:
○ Anna Jacobapolder |
○ Scherpenisse |
○ Sint Philipsland |
○ Poortvliet |
○ Sint-Annaland |
○ Oud-Vossemeer |
○ Stavenisse |
○ Tholen |
○ Sint-Maartensdijk |
Vraag 2:
Mijn kern vervult vooral een functie op het gebied van (meerdere antwoorden mogelijk):
○ Wonen |
○ Winkelen |
○ Toerisme |
○ Uitgaan |
○ Werken |
Vraag 3:
In mijn kern is de invloed van de horeca op (doorhalen wat niet van toepassing is):
- •
Wonen: positief /negatief/ neutraal
- •
Winkelen: positief /negatief/ neutraal
- •
Toerisme: positief /negatief/ neutraal
- •
Uitgaan: positief /negatief/ neutraal
- •
Werken: positief /negatief/ neutraal
Eventuele opmerkingen:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Vraag 4:
Binnen de gemeente Tholen wordt de horeca onderverdeeld in drie categorieën: lichte horeca, middelzware en zware horeca. Voorbeelden van lichte horeca zijn lunchrooms, broodjeszaken, restaurants en snackbars. Middelzware horecabedrijven zijn cafés, biljartcentra en overige horeca gericht op de avond en nacht. Onder zware horeca wordt verstaan bedrijven die voor een goed functioneren tevens 's nachts geopend zijn, zoals disco's en partycentra. Deze categorie is tot op heden in de gemeente Tholen niet vertegenwoordigd.
De gemeente Tholen wil graag uw mening over het aanbod per categorie. Bij de beantwoording van deze vraag kunt u de economische haalbaarheid buiten beschouwing laten.
a)
○ In mijn kern is onvoldoende lichte horeca gevestigd.
○ In mijn kern is voldoende lichte horeca gevestigd.
○ In mijn kern is teveel lichte horeca gevestigd.
b)
○ In mijn kern is onvoldoende middelzware horeca gevestigd.
○ In mijn kern is voldoende middelzware horeca gevestigd.
○ In mijn kern is teveel middelzware horeca gevestigd.
Vraag 5:
De gemeenteraad heeft aangegeven medewerking te willen verlenen aan de vestiging van een grootschalige uitgaansgelegenheid uit de categorie zware horeca, waarbij de voorkeur uitgaat naar een multifunctioneel horecabedrijf. De gemeente Tholen wil graag weten hoe u hier tegen aan kijkt (meerdere antwoorden mogelijk):
○ Ik heb geen bezwaren tegen de vestiging van een grootschalig horecabedrijf in de kern waarin ik woon.
○ Ik heb geen bezwaren tegen de vestiging van een grootschalig horecabedrijf aan de rand van de kern waarin ik woon (bijvoorbeeld op het bedrijventerrein).
○ Een grootschalig horecabedrijf zou ergens in het buitengebied gevestigd kunnen worden.
○ Voor een grootschalige horecagelegenheid is geen geschikte locatie aan te wijzen binnen de gemeente Tholen.
Eventuele opmerkingen:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Vraag 6:
De gemeente Tholen onderzoekt de mogelijkheid horecabedrijven bij elkaar te vestigen (de zgn. concentratiegedachte).
a)
○ Ik vind in mijn kern de horecabedrijven te dicht bij elkaar gevestigd.
○ Ik vind in mijn kern de horecabedrijven te ver uit elkaar liggen.
○ Ik vind in mijn kern de huidige locaties goed.
b)
○ Ik verwacht vooral positieve effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
○ Ik verwacht vooral negatieve effecten van het vestigen van horecabedrijven volgens de concentratiegedachte.
○ Ik voorzie geen effecten van de concentratiegedachte.
Eventuele opmerkingen:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Vraag 7:
Horecabedrijven gaan vaak samen met terrassen.
○ Ik ben van mening dat er voldoende terrassen in mijn kern aanwezig zijn.
○ Ik ben van mening dat er ruimte is voor uitbreiding van terrassen in mijn kern.
○ Ik ben van mening dat er minder terrassen in mijn kern zouden moeten zijn.
○ Ik zie liever geen terrassen in mijn kern.
Vraag 8:
Ik ben een:
○ Man
○ Vrouw
Vraag 9:
Mijn leeftijd ligt in de categorie:
○ 16 t/m 25 jaar
○ 26 t/m 35 jaar
○ 36 t/m 45 jaar
○ 46 t/m 55 jaar
○ 56 t/m 65 jaar
○ 65 jaar en ouder
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl