Nadere regels voor het planten van herdenkingsbomen in het herdenkingsbos

1. De begraafplaats bevat een herdenkingsbos (vak HB) dat is bedoeld voor het planten van herdenkingsbomen, ook wel herinneringsbomen genoemd.

2. De inrichting en beplanting van het herdenkingsbos is gebaseerd op een inrichtingsplan dat uitgaat van een gemengd bos dat is opgebouwd uit verschillende boomsoorten.

3. De nabestaanden kunnen een keuze maken uit een assortiment van 10 verschillende boomsoorten die toegepast kunnen worden in het gedenkpark. De nabestaanden kunnen een keuze maken, onder andere op basis van een foto van de volwassen boom.

4. De bomen zullen geleverd worden in de omtrekmaat 18 – 20 cm.

5. Als de nabestaanden een boomsoort gekozen hebben kunnen ze kiezen voor een vrije plek in het herdenkingsbos dat specifiek voor die soort is voorzien.

6. De gemeente draagt zorg voor het plaatsen van een naambordje met gegevens van de overledene bij de boom zodat de nabestaanden de boom kunnen terugvinden. Dit naambordje is uniform voor alle toe te passen boomsoorten.

7. De gemeente legt de plaats van elke boom vast door het opnemen van de coördinaten in het inrichtingsplan als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

8. Het planten van een boom kan enkel in het plantseizoen gebeuren, dus tussen oktober en maart.

9. In principe is de crematie de hoofdceremonie. Het planten en het strooien van de as in het plantgat wordt in principe door de direct nabestaanden bijgewoond. Hiervan kan op verzoek van de nabestaanden worden afgeweken.

10. Het is mogelijk om de as van een naaste van de overledene achteraf bij te zetten. Er mogen maximaal 3 as-bijzettingen van overledenen bij de herdenkingsboom plaatsvinden (zie ook artikel 2 lid 2).

11. Bijzetting vindt plaats middels het boren van een gat in de grond nabij de boom. Daadwerkelijke bijzetting geschiedt door plaatsing van een biologisch afbreekbare container mét daarin de as van de overledene in de directe nabijheid van de boom. Het is ook mogelijk om alleen de as in dat gat te deponeren.

12. Nabestaanden kunnen ook een door de gemeente aan te wijzen bestaande boom aanwenden om daar de as van hun overledene onder te brengen.

1. De periode dat de boom als plaats van de asbestemming voor een overledene geldt is vastgelegd op 25 jaar.

2. Bijplaatsing van assen van maximaal 3 overledenen (zie artikel 1 lid 10) is mogelijk met dien verstande dat de periode van 25 jaar, te rekenen vanaf de eerste asplaatsing, c.q. het planten van de boom, niet wordt overschreden.

3. Na afloop van de 25 jaar termijn is het aan de gemeente te bepalen wat er met de boom zal gebeuren. Er zijn twee mogelijkheden, te weten de boom wordt gekapt (o.a. afhankelijk van de soort, levensverwachting/vitaliteit) of de boom wordt vrijgegeven om er de as van een andere overledene in onder te brengen.

4. De gemeente is eigenaar van de boom (deze staat op gemeente-eigendom) en verantwoordelijk beheerder van de boom en het herdenkingsbos. Daarmee is de gemeente ook aansprakelijk voor de veiligheid van de omgeving van de boom (zorgplicht).

5. De gemeente draagt er als beheerder zorg voor dat de boom in stand blijft en zoveel mogelijk tot volle wasdom kan komen. Dat betekent dat de gemeente beheerbeslissingen t.a.v. de boom kan nemen zoals water geven, eventueel meststof toevoegen, ziektebestrijding, verzorging na stormschade, herplant na uitval, etc.

6. Nabestaanden mogen bloemen bij de herdenkingsboom leggen (zonder plastic). Alle andere planten, al dan niet in bloembakken, zijn niet toegestaan. De gemeente verwijdert verwelkte bloemen en alle andere planten, al dan niet in bloembakken geplaatst, als onderdeel van haar beheerstaak zonder overleg met de nabestaanden.

1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit herdenkingsbos gemeentelijke begraafplaats, rouw- en gedenkpark Tongerseweg Maastricht 2022".

2. Deze nadere regels treden in werking nadat deze op de wettelijk voorgeschreven wijze zijn bekend gemaakt.