Referendumverordening Tilburg 2022

Geldend van 22-03-2022 t/m heden

Intitulé

Referendumverordening Tilburg 2022

Hoofdstuk I Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Referendum: een volksstemming waarbij kiesgerechtigden zich uitspreken over een genomen raadsbesluit.

  • b.

    Besluit: een op schrift gestelde beslissing van de raad.

Artikel 2. Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is vastgesteld ter uitwerking van de autonome bevoegdheid van de raad van de gemeente Tilburg om referenda mogelijk te maken over gemeentelijke aangelegenheden.

  • 2. Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente Tilburg of een gedeelte daarvan.

  • 3. Een referendum wordt gehouden over het gehele openbare besluit.

Artikel 3. Uitzonderingen

Er kan geen referendum gehouden worden over een besluit:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen, schenkingen en rechtspositionele regelingen aangaande de griffier of griffiemedewerkers.

  • b.

    over de vaststelling van de gemeentelijke belastingen, de gemeentelijke begroting en de gemeenterekening;

  • c.

    het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • d.

    in het kader van deze verordening;

  • e.

    om toe te treden tot, tot wijziging van, of om uit te treden uit een gemeenschappelijke regeling in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • f.

    dat naar het oordeel van de raad zijn grondslag vindt in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

  • g.

    ter uitvoering van een besluit van het rijk of de provincie waarbij de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • h.

    waarbij het belang van het referendum naar het oordeel van de raad niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving

  • i.

    indien de raad van mening is dat andere dringende redenen aanleiding zijn om geen referendum te houden. Dit besluit tot afwijzing van een verzoek tot het houden van een referendum moet altijd goed gemotiveerd worden.

Artikel 4. Instellen referendumcommissie

  • 1. De raad stelt een referendumcommissie in en benoemt haar leden.

  • 2. De referendumcommissie bestaat uit drie leden en kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3. De referendumcommissie wordt ondersteund door een door de griffier aan te wijzen medewerker van de griffie.

  • 4. De voorzitter en de leden van de referendumcommissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van bestuursorganen van de gemeente.

  • 5. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd.

Artikel 5. Taken en vergaderingen referendumcommissie

  • 1. De referendumcommissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over:

      • 1°.

        de vraag of voldaan is aan de vereisten voor het indienen van een inleidend verzoek, waaronder de vraag of sprake is van een uitgezonderd besluit als bedoeld in artikel 3;

      • 2°.

        de vraagstelling van een referendum inclusief de antwoordmogelijkheden en stemprocedure;

      • 3°.

        de datum van het te houden referendum;

      • 4e.

        de vraag of voldaan is aan de vereisten voor het indienen van een definitief verzoek.

    • b.

      de voorzitter van de raad te adviseren over het papieren en digitale formulier voor de ondersteuningsverklaringen;

    • c.

      het Hoofd Stembureau te adviseren over de stembiljetten;

    • d.

      toezicht te houden op:

      • 1°.

        de uitvoering van deze verordening, en

      • 2°.

        het objectieve of neutrale karakter van de door de gemeente te verstrekken voorlichting over het referendum;

    • e.

      klachten te behandelen in het kader van de toezichttaak, genoemd onder d;

    • f.

      binnen drie maanden na de dag waarop het referendum wordt gehouden dan wel binnen drie maanden nadat duidelijk is dat er geen referendum plaatsvindt, een evaluatie uit te brengen over het referendumproces.

  • 2. De referendumcommissie kan op eigen initiatief advies uitbrengen over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen en die zij van belang acht.

  • 3. De referendumcommissie vergadert in beslotenheid.

  • 4. De adviezen van de referendumcommissie zijn openbaar.

Hoofdstuk II Raadgevend referendum over raadsbesluit

Artikel 6. Inleidend verzoek

  • 1. Kiesgerechtigden kunnen een inleidend verzoek indienen tot het houden van een referendum over een besluit van de raad.

  • 2. Het inleidend verzoek moet worden gedaan door 01300 kiesgerechtigden van de gemeente Tilburg.

  • 3. Onder kiesgerechtigden in de zin van dit artikel worden verstaan: diegenen die op de dag van de indiening van het verzoek op grond van artikel B3 van de Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Tilburg.

  • 4. In het verzoek wordt aangegeven om welk raadsbesluit het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met een opgave van diens naam, adres, leeftijd en woonplaats.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde persoonsgegevens worden geplaatst op een daartoe van gemeentewege verstrekt formulier dat ter ondertekening op het gemeentehuis en/of andere door het college aan te wijzen plaatsen ligt. Bij het plaatsen van een handtekening dient de kiesgerechtigde zich te legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. Daarnaast stelt het college de mogelijkheid open om met gebruikmaking van DigiD online de ondersteuningsverklaring te ondertekenen.

  • 6. Het verzoek moet binnen drie weken nadat het desbetreffende raadsbesluit is bekend gemaakt, bij de raad worden ingediend. De bekendmaking vindt plaats door middel van publicatie van de besluitenlijst van de raad op de internetsite van de gemeente Tilburg.

  • 7. Het inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gevormd door het totale aantal geldige verzoeken tot het houden van een referendum.

  • 8. Uiterlijk een dag voor de eerstvolgende raadsvergadering na afloop van de in het zesde lid genoemde termijn maakt de referendumcommissie aan de raad bekend of naar haar mening is voldaan aan de vereisten voor het indienen van een inleidend verzoek.

  • 9. De raad beslist in de in het vorige lid genoemde raadsvergadering of aan de vereisten voor het indienen van een inleidend verzoek is voldaan en of over het besluit, met inachtneming van de uitzonderingen uit artikel 3, een referendum kan worden gehouden. De raad kan zijn beslissing eenmaal verdagen tot de eerstvolgende raadsvergadering.

Artikel 7. Definitief verzoek

  • 1. Kiesgerechtigden kunnen, binnen zes weken na de dag waarop de raad heeft bekend gemaakt dat op grond van het inleidend verzoek is besloten dat over een besluit een referendum kan worden gehouden, een verklaring tot ondersteuning van het inleidend verzoek afleggen.

  • 2. De verklaring moet worden afgelegd door minimaal 8000 kiesgerechtigden van de gemeente Tilburg.

  • 3. Onder kiesgerechtigden in de zin van dit artikel worden verstaan: diegenen die op de dag van de indiening van de verklaring ter ondersteuning van het inleidend verzoek op grond van artikel B3 van de Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Tilburg.

  • 4. Voor de vaststelling van het in het tweede lid bedoelde aantal, worden de kiesgerechtigden die het inleidend verzoek hebben ingediend, meegerekend. Van deze kiesgerechtigden wordt aangenomen dat zij voldoen aan het derde lid van dit artikel.

  • 5. In de verklaring tot ondersteuning wordt aangegeven om welk raadsbesluit het gaat. De verklaring gaat vergezeld van een handtekening van elke kiesgerechtigde, met een opgave van diens naam, adres, leeftijd en woonplaats.

  • 6. De in het vorige lid genoemde persoonsgegevens zijn geplaatst op een daartoe van gemeentewege verstrekt formulier dat ter ondertekening op het gemeentehuis en/of andere door het college aan te wijzen plaatsen ligt. Bij het plaatsen van een handtekening dient de kiesgerechtigde zich te legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. Daarnaast stelt het college de mogelijkheid open om met gebruikmaking van DigiD online de ondersteuningsverklaring te ondertekenen.

  • 7. Het definitieve verzoek tot het houden van een referendum wordt gevormd door het totale aantal geldige verklaringen ter ondersteuning van het inleidend verzoek.

  • 8. Uiterlijk een dag voor de eerstvolgende raadsvergadering na afloop van de in het eerste lid genoemde termijn maakt de op grond van artikel 4 ingestelde referendumcommissie aan de raad bekend of naar haar mening is voldaan aan de vereisten voor het indienen van een definitief verzoek.

  • 9. De raad beslist in de in het vorige lid genoemde raadsvergadering of aan de vereisten voor het indienen van een definitief verzoek is voldaan en of over het besluit een referendum zal worden gehouden. De raad kan zijn beslissing eenmaal verdagen tot de eerstvolgende raadsvergadering.

Artikel 8. Opschorting uitvoering besluit

Wanneer de raad na een besluit als genoemd in artikel 7 van mening is dat over het besluit een referendum kan worden gehouden, dan wordt de uitvoering van dat besluit opgeschort tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het inleidende of het definitieve verzoek wordt beslist.

Hoofdstuk III Datum, vraagstelling en procedure

Artikel 9. Datum referendum

  • 1. Wanneer de raad besluit dat er een referendum zal worden gehouden naar aanleiding van een definitief verzoek, stelt de raad in dezelfde vergadering de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet eerder plaatsvindt dan vier maanden en niet later dan zes maanden na de dag waarop de raad besloot tot het inwilligen van het definitieve verzoek.

  • 2. Er kunnen meerdere referenda op dezelfde dag worden gehouden.

Artikel 10. Vraagstelling

  • 1. De raad stelt zo spoedig mogelijk, maar tenminste twaalf weken voor het te houden referendum, de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast. Hij laat zich daarbij adviseren door de op grond van artikel 4 ingestelde referendumcommissie.

  • 2. De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 11. Rollen en verantwoordelijkheden

De burgemeester is verantwoordelijk voor een correcte naleving van de bepalingen in deze verordening.

De griffie voert, in opdracht van de voorzitter van de gemeenteraad, de regie over het gehele proces en treedt op als contactpersoon van de initiatiefnemers.

De burgemeester is belast met de uitvoering van deze verordening en regelt daartoe de ambtelijke ondersteuning en benodigde faciliteiten.

Hoofdstuk IV Financiën

Artikel 12. Budget

Bij het besluit tot het houden van een referendum, stelt de raad tevens een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie.

Hoofdstuk V De stemming, uitslag en de gevolgen van de uitslag

Artikel 13. De stemming

  • 1. Stemgerechtigd zijn diegenen die op de 43e dag voor de datum waarop het referendum wordt gehouden, op grond van artikel B3 van de Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad.

  • 2. De bepalingen van de Kieswet over de raadsverkiezingen zijn voor zover nodig van overeenkomstige toepassing voor het referendum.

Artikel 14. Geldigheid van de uitslag

Het referendum wordt als geldig beschouwd op basis van de gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte, geldige stemmen.

Artikel 15. De beslissing van de raad

In de eerstvolgende vergadering van de raad na de dag waarop het referendum wordt gehouden, vindt besluitvorming plaats over het aangehouden raadsbesluit dat aan een referendum is onderworpen.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 16. Strafsanctie

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. Met ingang van die dag vervalt de Referendumverordening Tilburg 2017 zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Tilburg bij besluit van 15 juli 2017 met inbegrip van nadien doorgevoerde wijzigingen.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam Referendumverordening Tilburg 2022.

Ondertekening