Beleidsregel invulling ‘slecht levensgedrag’

Geldend van 18-03-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel invulling ‘slecht levensgedrag’

Intitulé

Beleidsregel invulling ‘slecht levensgedrag’

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders, elk voor zover het eigen bevoegdheid betreft, van de gemeente Hengelo tot vaststelling van beleidsregels voor de invulling van het begrip ‘slecht levensgedrag’ van artikel 2:25 lid 6, artikel 2:28 derde lid onder b en artikel 3:5 eerste lid onder b van de Algemene plaatselijke verordening 2019.

De burgemeester van de gemeente Hengelo,

overwegende dat,

het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de term slecht levensgedrag, welke term in de Algemene plaatselijke verordening wordt genoemd, om discussie over strijd met artikel 10 van de Dienstenrichtlijn te voorkomen;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 2:25 lid 6, artikel 2:28 derde lid onder b en artikel 3:5 eerste lid onder b van de Algemene plaatselijke verordening 2019;

besluit:

vast te stellen de volgende

Beleidsregel invulling ‘slecht levensgedrag’

Artikel 1

Onder slecht levensgedrag van een exploitant of (beoogd) beheerder, te verstaan:

  • 1.

    Een of meerdere keren onherroepelijk veroordeeld te zijn dan wel niet onherroepelijk vrijgesproken te zijn bij vervolging voor:

    • a.

      Geweldsdelicten;

    • b.

      Witwaspraktijken;

    • c.

      Gebruik, handel en/of productie van drugs;

    • d.

      Discriminatie;

    • e.

      Fraude met sociale zekerheidswetgeving;

    • f.

      Mensenhandel;

    • g.

      Zedenmisdrijven;

    • h.

      Arbeidsuitbuiting;

    • i.

      Arbeidsmarktfraude;

    • j.

      Fraude met arbeidsgerelateerde subsidies;

    • k.

      Zorgfraude;

    • l.

      Illegaal wapenbezit;

    • m.

      Alcoholgerelateerde feiten;

    • n.

      bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet op de accijns en de Algemene douanewet, voor zover het betreft alcoholhoudende dranken en/of tabak;

    • o.

      bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet op de Kansspelen.

  • 2.

    Een of meer veroordelingen van een misdrijf voor de hiervoor genoemde strafbare feiten in de afgelopen vijf jaar, waarbij een exploitant of (beoogd) beheerder kan worden aangemerkt als een (voormalig) eigenaar, vennoot of bestuurder van dat bedrijf. Deze veroordelingen worden de exploitant en/of beheerder aangerekend en kunnen worden beschouwd als een onherroepelijke veroordeling van de persoon zelf.

  • 3.

    Het een of meer malen voorkomen in bestuurlijke rapportages van gemeente en politie inzake voornoemde strafbare feiten, waarbij een exploitant of (beoogd) beheerder verdachte is of is geweest, waarbij de verdenking niet is weggenomen en er nog nader onderzoek plaatsvindt naar betrokkenheid.

Artikel 2

  • 1.

    Voor de periode van vijf jaar genoemd in artikel 1, tweede lid van deze beleidsregel wordt gerekend vanaf de datum van het begaan van het strafbare feit.

  • 2.

    Voor de berekening van de laatste vijf jaar, bedoeld in deze beleidsregel, telt de periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, mee.

Artikel 3

Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 4

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 5

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel invulling slecht levensgedrag”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 8 maart 2022

de secretaris,

de burgemeester

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 8 maart 2022

de burgemeester