Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674363
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674363/5
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022, nr. 82444667, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht)
Geldend van 09-07-2024 t/m heden
Intitulé
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022, nr. 82444667, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht)Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit en artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
Overwegende dat Provinciale Staten op 12 december 2016 de “Natuurvisie” en het bijbehorende “Supplement biodiversiteit” hebben vastgesteld, waarin de doelstellingen van het beleid voor biodiversiteit zijn opgenomen;
Overwegende dat Provinciale Staten op 12 december 2016 het Beleidskader wet natuurbescherming hebben vastgesteld, waarin beleidsafspraak 5 (pagina 32) is opgenomen om gemeenten te stimuleren om in te zetten op soortmanagementplannen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 18 mei 2021 het programma Biodiversiteit in Stad en Dorp hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 8 februari 2022 het Uitvoeringsprogramma Invasieve Exoten 2022-2026 hebben vastgesteld, waarin de doelstellingen van het beleid ter bestrijding en beheersing van invasieve exoten zijn opgenomen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten deze doelstellingen willen bereiken door onder andere subsidie te verlenen aan activiteiten die aan realisering daarvan bijdragen;
Overwegende dat de Uitvoeringsverordening Subsidie Biodiversiteit: besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 11 mei 2021, nr. 8223686B, niet meer voldoet en wordt ingetrokken;
Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:
Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
- b.
Utrechtse aandachtsoorten: bedreigde plant-, en diersoorten zoals vastgesteld in de provinciale Natuurvisie 2016, te vinden in het bijbehorende Supplement Biodiversiteit en in bijlage 1 van deze uitvoeringsverordening;
- c.
Icoonsoort: Utrechtse aandachtsoort waarvan het zwaartepunt van het verspreidingsgebied in de provincie Utrecht gelegen is;
- d.
Rode lijst: door de rijksoverheid vastgestelde lijsten van soortgroepen van planten en dieren. In deze lijsten staat voor elke soort aangegeven in welke mate deze met uitsterven bedreigd wordt;
- e.
SKNL: subsidie kwaliteitsimpuls natuur en landschap;
- f.
Anlb: subsidie agrarisch natuur en landschapsbeheer.
Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit voor uitvoeringsprojecten ten behoeve van het behoud, uitbreiding, herstel of verbetering van de leefgebieden van de Utrechtse aandachtsoorten en (overige categorieën) rode lijstsoorten.
-
2. De subsidie, bedoeld in het eerste lid, kan voor maximaal 10% worden besteed aan communicatie en draagvlakvergroting gericht op de inwoners van de provincie Utrecht, ter bevordering van hun betrokkenheid bij de Utrechtse aandachtsoorten en rode lijstsoorten en de mogelijkheid tot beleving van natuur in dat kader.
Artikel 1.3 Nadere criteria
De activiteiten, bedoeld in artikel 1.2, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:
- 1.
de resultaten van de activiteiten relevant en bruikbaar zullen zijn voor instandhouding en ontwikkeling van aandachtsoorten en rode lijstsoorten of hun leefgebieden.
- 2.
Inzichtelijk wordt gemaakt wat het effect van de voorgenomen activiteiten is op deze soorten in het projectgebied;
- 3.
voor zover er plant- en zaaigoed wordt gebruikt, geldt voor bomen en struiken dat dit autochtoon is, voor zaden van kruiden geldt dat zij inheems en van regionale afkomst zijn.
Artikel 1.4 Subsidieontvangers
Subsidie kan worden verstrekt aan alle in de Asv toegestane aanvragers: natuurlijk persoon, rechtspersoon of een samenwerkingsverband waarbij een rechtspersoon optreedt als penvoerder.
Artikel 1.5 Aanvraag
-
1. Onverminderd artikel 4.4 van de Asv worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd een projectplan dat in ieder geval bevat:
- a.
op welke wijze er wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;
- b.
ondersteunend kaartmateriaal;
- c.
een sluitende en realistische begroting;
- d.
op welke wijze beheer en onderhoud wordt geborgd.
- a.
-
2. Indien er sprake is van een samenwerkingsverband van meerdere deelnemers, een document waaruit de instemming blijkt van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.
-
3. Indien voor de activiteiten toestemming en medewerking vereist is van de eigenaar van het leefgebied, of van degene die krachtens overeenkomst of zakelijk recht gerechtigd is tot het gebruik van het leefgebied, een document waaruit die toestemming blijkt.
Artikel 1.6 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 4.6 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:
- a.
Het project onvoldoende aantoonbaar bijdraagt aan het versterken of beschermen van het leefgebied van de populatie van de betreffende aandachtsoort en of rode lijstsoort;
- b.
Het aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 5.000,-;
- c.
Het gaat om activiteiten voor weidevogels die door andere regelingen reeds gefinancierd kunnen worden;
- d.
Het project gefinancierd kan worden door de SKNL, Anlb, platform kleine landschapselementen;
- e.
De activiteit voortvloeit uit een wettelijk opgelegde verplichting;
- f.
De activiteit een beheermaatregel betreft.
Artikel 1.7. Openstelling en subsidieplafond
-
1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;
-
2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:
- a.
het subsidieplafond;
- b.
de periode van openstellen
- a.
Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie
-
1. De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.2 sub 1 is maximaal 95% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 60.000,- voor activiteiten die worden uitgevoerd buiten het stedelijk gebied.
-
2. De hoogte van de subsidie zoals bedoeld in artikel 1.2 sub 1, is voor activiteiten binnen het stedelijk gebied:
- a.
Maximaal 95% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 30.000,- voor niet gemeentelijke eigendommen of terreinen die de gemeente niet in erfpacht heeft.
- b.
Maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 30.000,- voor gemeentelijke eigendommen of terreinen die de gemeente in erfpacht heeft.
- a.
-
3. In afwijking van het gestelde onder het eerste lid kan de subsidie in bijzondere gevallen worden verhoogd tot maximaal € 100.000,- voor activiteiten die worden uitgevoerd buiten het stedelijk gebied.
Artikel 1.9 Subsidiabele kosten
-
1. Voor subsidie komen, met in achtneming van de bepalingen in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht, de redelijk gemaakte kosten door de aanvrager in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit. Het bestuursorgaan keurt kosten af die niet voldoen aan het redelijkheidsbeginsel.
-
2. Kosten voor vrijwilligers zijn alleen subsidiabel indien hier daadwerkelijk een vergoeding voor wordt betaald tot een maximum van wat belastingvrij kan worden uitgekeerd.
-
3. Onvoorziene omstandigheden, mogen max. 5% uitmaken van de uitvoeringskosten.
Artikel 1.10 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking, kosten:
- a.
die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;
- b.
interne loonkosten van een gemeente of waterschap;
- c.
legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan;
- d.
voor aanschaf van machines;
Artikel 1.11 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:
- a.
activiteiten als bedoeld in artikel 1.2, zijn uiterlijk 3 jaar na de datum van de subsidieverlening gerealiseerd;
- b.
resultaten van de activiteiten worden minimaal 6 jaar in stand gehouden door beheer en onderhoud;
- c.
voor zover in het project verspreidingsgegevens van soorten worden verzameld, worden deze opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna;
- d.
na afloop van uitvoeringsactiviteiten dienen de resultaten van de ingreep middels een monitoringsverslag gedeeld te worden met de provincie Utrecht. Het monitoringsverslag dient gemaild te worden naar subsidiebiodiversiteit@provincie-utrecht.nl en minimaal de volgende componenten te bevatten:
- a.
Een omschrijving en/of weergave van de startsituatie;
- b.
Een omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden;
- c.
Een omschrijving en/of weergave van de eindsituatie.
- a.
Paragraaf 2 Soortenmanagementplan
Artikel 2.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
AsvpU2022: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
- b.
Beschermde soorten: soorten die op grond van de artikelen 11.37, 11.46 en 11.54 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) wettelijk beschermd zijn;
- c.
Omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten: vergunning van de verboden conform de voorwaarden uit de Omgevingswet (Ow), voor verschillende activiteiten binnen een plangebied, zijnde een substantieel deel van een gemeente, waarbij maatregelen worden genomen die het functioneel leefgebied van de beschermde soorten, ongeacht de aard van de negatieve effecten van de toegestane activiteiten, versterken. De voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning zijn vastgelegd in artikel 8:74j Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) voor de soorten die vallen onder het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn, in artikel 8:74k Bkl voor de soorten die vallen onder het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de artikelen 8.74j en 8.74k Bkl, in samenhang met artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g van de Wet, een omgevingsvergunning verlenen in verband met de werkzaamheden voor onder andere de verduurzaming van grondgebonden woningen in particulier eigendom. De omgevingsvergunning wordt verleend als:
- 1.
er geen andere bevredigende oplossing dan het verrichten van de activiteit bestaat;
- 2.
de activiteit nodig is voor de genoemde belangen;
- 3.
aan het gestelde ten aanzien van de staat van instandhouding van de soort wordt voldaan;
- 1.
- d.
SMP: Soortenmanagementplan: een beleidsplan gericht op het versterken van de staat van instandhouding van beschermde diersoorten binnen een gemeente of enkele gemeenten, berustend op ecologisch onderzoek, dat wordt opgesteld met als doel het dienen als onderbouwing voor het aanvragen van een ontheffing, vergunning of vrijstelling van een verbod ten aanzien van beschermde diersoorten;
- e.
Pre-SMP: Pre-Soortenmanagementplan: werkwijze die voorziet in de bescherming van populaties gebouwbewonende soorten met de bijbehorende compenserende maatregelen en natuurvriendelijk isoleren gedurende het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Zie ook 'Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 22 februari 2022, nr. UTSP-1204204527-1348, tot wijziging van de Beleidsregels Natuur en Landschap provincie Utrecht 2017;
- f.
Stedelijk gebied: het gebied zoals aangeduid op de themakaart stedelijk gebied in Atlas. Buiten het stedelijk gebied ligt het ‘landelijk gebied’.
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit, voor het opstellen van een soortenmanagementplan ten behoeve van het kunnen aanvragen van een omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten die minimaal het gehele stedelijke gebied omvat.
Artikel 2.3 Nadere criteria
Subsidie als bedoeld in artikel 2.2 kan slechts worden verstrekt indien:
- a.
de maatregelen in het soortenmanagementplan tot doel hebben de staat van instandhouding en bescherming van beschermde soorten die voorkomen in het plangebied en die beïnvloed worden door de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten, te verbeteren;
- b.
de aanvrager in de onderzoeksfase voor het opstellen van een SMP gebruik maakt van de pre-SMP methodiek conform de beleidsregels Wnb en hiervoor een tijdelijke omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten van de provincie heeft ontvangen of minimaal een complete aanvraag daarvoor heeft ingediend.
Artikel 2.4 Subsidieontvangers
Subsidie kan worden verstrekt aan gemeenten gelegen in de provincie Utrecht.
Artikel 2.5 Aanvraag
-
1. Onverminderd artikel 4.4 van de AsvpU2022 worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd:
- a.
een offerte van een adviesbureau voor de kosten van de activiteit, bedoeld in artikel 2.2;
- b.
een kaart en een beknopte beschrijving van het plangebied.
- a.
Artikel 2.6 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 4.6 van de AsvpU2022, kan de subsidie geweigerd worden indien er aan de aanvrager in het verleden reeds een subsidie op grond van deze paragraaf is verstrekt.
Artikel 2.7 Openstelling en subsidieplafond
-
1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;
-
2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:
- a.
het subsidieplafond;
- b.
de periode van openstellen
- a.
Artikel 2.8 Hoogte van de subsidie
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €50.000,-.
-
2. Combineren van subsidies uit verschillende subsidieregelingen is toegestaan.
Artikel 2.9 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie en met inachtneming van artikel 4.8 van de AsvpU 2022, komen in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- a.
inventarisatie en onderzoek naar de betrokken beschermde soorten;
- b.
[vervallen]
- c.
[vervallen]
- d.
het opstellen van een soortenmanagementplan.
- e.
het opstellen van de aanvraag omgevingsvergunning flora en fauna op basis van het soortenmanagementplan.
Artikel 2.10 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking, de volgende kosten:
- a.
interne loonkosten van een gemeente of waterschap;
- b.
legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan;
- c.
voor onvoorziene omstandigheden;
- d.
voorbereidingskosten die gemaakt zijn > 12 maanden vóór indienen aanvraag zijn niet subsidiabel. Hiervan kan afgeweken worden als er kosten gemaakt moesten worden, waarbij de planning onvoldoende toereikend is, vanwege de beperkte onderzoeksperioden bij soortenonderzoek of wanneer investeringskosten gemaakt moeten worden ter bepaling van de omvang van een SMP in relatie tot de lange doorlooptijd tussen de investering en het opstellen van een SMP. In deze situaties geldt dat de kosten die gemaakt zijn > 24 maanden vóór indienen aanvraag niet subsidiabel zijn.
Artikel 2.11 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:
- a.
het soortenmanagementplan is uiterlijk drie jaar na de datum van de subsidieverlening gereed;
- b.
de voor het soortenmanagementplan verzamelde ecologische data worden in de Nationale Databank Flora en Fauna ingevoerd en/of eventuele opvolgers daarvan;
- c.
het soortenmanagementplan bevat de informatie genoemd in bijlage 2.
- d.
de subsidieontvanger schrijft de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten door naar de initiatiefnemers die daarom vragen en die aan de voorwaarden van deze ontheffing voldoen, zoals onder andere particulieren, woningcorporaties en projectontwikkelaars.
Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten
Artikel 3.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;
- b.
Aziatische duizendknopen: Japanse Duizendknoop (Fallopia japonica) , Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica);
- c.
Beschermde soorten Wnb: soorten die op grond van de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet natuurbescherming wettelijk beschermd zijn;
- d.
Biodiversiteit: Natura 2000-doelen, beschermde soorten Wnb, ecologische kwaliteitselementen in KRW-oppervlaktewaterlichamen, wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland en de Groene contour, locaties waar natuurlijke bosverjonging optreedt of potentieel zou kunnen optreden, de Utrechtse aandachtsoorten en alle inheemse soorten amfibieën, libellen, vlinders en jonge vis voor zover die voorkomen in kleine landschapselementen aangewezen door de provincie;
- e.
Bosreservaten: Bosreservaat De Heul bij het Leersumse Veld en bosreservaat Galgenberg bij Amerongen. Voormalig cultuurbos waar het beheer is stopgezet en de bosontwikkeling wordt gevolgd;
- f.
Ecologische kwaliteitselementen in KRW-oppervlaktewaterlichamen: de ecologische kwaliteitselementen die per afzonderlijk oppervlaktewaterlichaam zijn vastgelegd in ‘Provincie Utrecht Factsheets oppervlaktewaterlichamen KRW behorend bij Deelplan KRW 2010-2015’ (nadien verlengd);
- g.
Invasieve exoten: dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Nederland) en die bij vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken;
- h.
Ganzenrustgebieden: de gebieden binnen de provincie Utrecht die door Gedeputeerde Staten als ganzenrustgebieden zijn aangewezen. Zij zijn bedoeld om overwinterende ganzen rust te bieden in perioden dat buiten deze gebieden ganzen opzettelijk verstoord dan wel verjaagd mogen worden met ondersteunend afschot;
- i.
Groene contour: Binnen de 'Groene contour' liggen gebieden die van belang worden geacht voor het functioneren van het NNN, maar die (nog) niet onder het NNN zelf vallen en waar op vrijwillige basis nieuwe natuur gerealiseerd kan worden. Na realisatie van deze nieuwe natuur wordt die opgenomen in het NNN;
- j.
Kleine landschapselementen: qua oppervlakte of volume beperkte groene component in het landschap, die bijdraagt aan de opbouw, structuur, invulling, identiteit en belevingswaarde van dat landschap, die niet onder hoofdstuk 4 van de Wet natuurbescherming valt en die als zodanig zijn aangewezen door de provincie. Bijvoorbeeld bepaalde kleine bosjes en houtwallen, meidoornhagen in uiterwaarden, statige lanen, rijen knotwilgen, beeldbepalende bomen, bloemrijke akkerranden, alsmede bepaalde natuurvriendelijke slootkanten en poelen;
- k.
KRW: Kaderrichtlijn Water. Deze EU-richtlijn (Richtlijn 2000/60/EG van het Europees parlement en de raad van 23 oktober 2000 heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te waarborgen;
- l.
KRW-oppervlaktewaterlichamen: bepaalde, op kaart vastgelegde oppervlaktewateren van aanzienlijke omvang, zoals meren, waterbekkens, stromen, rivieren, kanalen, delen van een stroom, rivier of kanaal, overgangswateren danwel stroken kustwater;
- m.
Natura 2000-doelen: doelen voor bepaalde beschermde soorten en habitats van Natura 2000-gebieden die zijn vastgelegd in de aanwijzingsbesluiten van die gebieden;
- n.
Natura 2000-gebieden: Door Europa beschermde natuurgebieden die tezamen het Natura 2000-netwerk vormen en waarin bepaalde habitats en (dier)soorten met hun natuurlijke leefomgeving beschermd worden om de biodiversiteit te behouden;
- o.
NNN: het Natuurnetwerk Nederland is het samenhangende netwerk van bestaande en nog aan te leggen natuurgebieden. De provincies stellen de begrenzing vast;
- p.
Oude bosgroeiplaats: boslocatie die in het midden van de negentiende eeuw als bos op de historische kaarten staat aangegeven en tot op heden onafgebroken een boslocatie is gebleven;
- q.
Oude boskern: actuele groeiplaats van autochtone bomen en struiken die afstammelingen zijn van de oorspronkelijk inheemse flora die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt. De groeiplaats kan zowel een bos betreffen als een houtwal of een enkele boom of struik die als relict van het oorspronkelijk bos te beschouwen is;
- r.
Uitheemse rivierkreeften: Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes limosus), Geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes virilis), Rode Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus clarkii) en Gestreepte Amerikaanse rivierkreeft (Procambarus acutus/zonangulus);
- s.
Unielijst: de lijst met invasieve exoten die door de Europse Unie zijn aangewezen in de uitvoeringsverordeningen nr. 1141/2016 (37 soorten) en nr. 1263/2017 (12 soorten);
- t.
Utrechtse aandachtsoorten: bedreigde plant- en diersoorten zoals vastgesteld in de provinciale Natuurvisie 2016, te vinden in het bijbehorende ‘Supplement biodiversiteit’ en in bijlage 1 van deze uitvoeringsverordening;
- u.
Waardevole houtopstanden: oude bosgroeiplaatsen, oude boskernen, A-locatie bossen en bosreservaten. A-locatie bossen (locaties met natuurlijke bosgemeenschappen) vallen geheel binnen de NNN;
- v.
Waterparels: 25 ecologisch waardevolle wateren die op basis van het voorkomen van bijzondere soorten binnen de provincie Utrecht zijn geïdentificeerd. Deze gebieden met hoge potenties op het gebied van waternatuur en – kwaliteit, liggen deels binnen en deels buiten de begrenzing van het NNN en Natura 2000;
- w.
Weidevogelkerngebieden: door de provincie aangewezen natuur- en agrarische gebieden waar de condities voor weidevogels het meest gunstig zijn en waar beheerders en vrijwilligers gezamenlijk werken aan optimale inrichting, beheer en bescherming van weidevogels;
- x.
Wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de Groene contour: de natuurwaarden van de NNN zoals die zijn vastgelegd in het vigerende Natuurbeheerplan van de provincie (natuurbeheertypen), bijbehorende kaart met de natuurbeheertypen en de Index Natuur en landschap van BIJ12 (natuurtypen inclusief karakteristieke soorten);
- y.
Wnb: Wet natuurbescherming.
Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in het kader van Natuurvisie 2016 en het bijbehorende Supplement biodiversiteit, gericht op het bestrijden of beheersen van invasieve exoten dan wel herstel van biodiversiteit na schade veroorzaakt door een of meer invasieve exoten, in de vorm van:
- a.
uitvoering van bestrijdings-, beheers-, herstel- en onderzoeksprojecten in:
- 1°.
leefgebieden van Utrechtse aandachtsoorten;
- 2°.
het Natuurnetwerk Nederland (NNN);
- 3°.
KRW-oppervlaktewaterlichamen;
- 4°.
Natura 2000-gebieden;
- 5°.
Weidevogelkerngebieden;
- 6°.
Ganzenrustgebieden;
- 7°.
Groene contour;
- 8°.
Waterparels;
- 9°.
Kleine landschapselementen;
- 10°.
Waardevolle houtopstanden buiten de bebouwde kom.
- 1°.
- b.
het opstellen van een gebiedsplan voor de bestrijding of beheersing van invasieve exoten;
- c.
het betrekken van burgers bij de bestrijding en beheersing van invasieve exoten;
- d.
kosten voor veldonderzoek om de kosten van de activiteit te kunnen inschatten.
Artikel 3.3 Nadere criteria
-
1. De activiteiten, bedoeld in artikel 3.2, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:
- a.
de activiteit gericht is op bestrijding en beheersing van één of meer van de volgende invasieve exoten:
- 1°.
uitheemse rivierkreeftsoorten;
- 2°.
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum);
- 3°.
Reuzen- of Springbalsemien (Impatiens glandulifera);
- 4°.
Aziatische duizendknopen;
- 5°.
Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides );
- 6°.
Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllum heterophyllum);
- 7°.
Waterwaaier of Cabomba (Cabomba caroliniana);
- 8°.
Watercrassula (Crassula helmsii).
- 9°.
Kleine waterteunisbloem of Postelein waterlepeltje (Ludwigia peploides subsp. Montevidensis)
- 10°.
Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora)
- 1°.
- b.
uitvoering van bestrijdings-, beheers-, herstel- en onderzoeksprojecten betrekking heeft op locaties waar de soorten, genoemd onder a, de biodiversiteit negatief kunnen (gaan) beïnvloeden of hebben beïnvloed; en
- c.
aannemelijk kan worden gemaakt dat de activiteit of het gebiedsplan (bij uitvoering) in hoge mate zal bijdragen aan het blijvend terugdringen van desbetreffende invasieve exoot op de beoogde locatie, tenzij de activiteit onderzoek naar één of meer bestrijdingsmethoden betreft waarvan de effectiviteit juist onderzocht zal worden.
- a.
-
2. Onderzoeksprojecten genoemd in artikel 3.2 onder a, komen alleen voor subsidie in aanmerking als het ‘onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden’ betreft.
-
3. In afwijking van het eerste lid komt een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, onder a, gericht op uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten, uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien het specifiek ‘onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden’ betreft.
-
4. In afwijking van het eerste lid onder c en artikel 3.2 onder a, komen onderzoeksprojecten ook voor subsidie in aanmerking indien ze niet op locaties plaatsvinden genoemd in artikel 3.2 onder a en artikel 3.3. eerste lid onder c, mits ze aantoonbaar een nieuwe of gecombineerde methode betreffen die bedoeld is om bij succes (mede) toe te passen op locaties waar de biodiversiteit wel negatief wordt beïnvloed door één van de invasieve exoten genoemd in het eerste lid.
-
5. Een activiteit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onder a, gericht op herstel van biodiversiteit na schade veroorzaakt door een of meer invasieve exoten, komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien benodigd plant- en zaaigoed dat wordt gebruikt om het ecosysteem weerbaarder te maken tegen exoten, inheems, autochtoon en van regionale afkomst is.
-
6. Subsidie als bedoeld in artikel 3.2., onder b, wordt alleen verstrekt als desbetreffend gebiedsplan betrekking heeft op:
- a.
één of meer invasieve exoten genoemd in het eerste lid onder a, met uitzondering van uitheemse rivierkreeften;
- b.
één van de volgende mogelijkheden:
- 1°.
het totale grondgebied van een gemeente;
- 2°.
het stroomgebied van een of meer waterlopen dat wordt beheerd door het waterschap en eventueel andere partijen.
- 1°.
- a.
Artikel 3.4 Subsidieontvangers
-
1. Subsidie kan worden verstrekt aan:
- a.
rechtspersonen;
- b.
een samenwerkingsverband van rechtspersonen;
- c.
een samenwerkingsverband van ten minste één rechtspersoon en natuurlijke personen.
- a.
-
2. Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, geen rechtspersoonlijkheid bezit:
- a.
wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid;
- b.
draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.
- a.
Artikel 3.5 Aanvraag
Onverminderd artikel 4.4 van de Asv worden bij de aanvraag om subsidie gevoegd:
- a.
een projectplan dat in ieder geval beschrijft waar het project of programma wordt uitgevoerd, welke invasieve exoten worden bestreden, welke inheemse biodiversiteit daar van zal profiteren en hoe, welke maatregelen daarvoor worden uitgevoerd, welke planning is voorzien, op welke wijze de gerealiseerde vermindering van aantallen invasieve exoten in stand worden gehouden en of, en zo ja, hoe de effecten van de maatregelen worden gemonitord;
- b.
ondersteunend kaartmateriaal en
- c.
indien het gestelde in artikel 3.4, tweede lid, onder b, van toepassing is, een document waaruit de instemming blijkt.
Artikel 3.6 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 4.6 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien:
- a.
de activiteit voortvloeit uit een wettelijk opgelegde verplichting;
- b.
de activiteit een algemene beheermaatregel betreft, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.2, onder a;
- c.
de activiteit betrekking heeft op:
- 1°.
toepassing van glyfosaat om invasieve exoten te bestrijden of te beheersen;
- 2°.
Verspreidingsonderzoek aan invasieve exoten zonder dat de bestrijding of beheersing van die exoten deel uitmaakt van de subsidieaanvraag;
- 3°.
het periodiek inzaaien van terreinen en de daarmee gepaard gaande werkzaamheden;
- 4°.
sier- en groenteteelt; of
- 5°.
privé tuinen, tenzij deze direct grenzen aan gebieden genoemd in artikel 3.2 onder a.) en de in die tuinen voorkomende exoten genoemd in artikel 3.3 onder b.) een bedreiging vormen voor de biodiversiteit in die gebieden.
- 1°.
Artikel 3.7 Openstelling en subsidieplafond
-
1. Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening;
-
2. in het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:
- a.
het subsidieplafond;
- b.
de periode van openstellen
- a.
Artikel 3.8 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.2:
- a.
onder a bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,- voor de bestrijding van de Unielijstsoorten reuzenberenklauw, reuzen- of springbalsemien, grote waternavel, ongelijkbladig vederkruid, waterwaaier of cabomba, de uitheemse rivierkreeftsoorten en waterteunisbloem en postelein waterlepeltje/kleine waterteunisbloem, en tot een maximum van € 60.000,- voor de bestrijding van Aziatische duizendknopen en de watercrassula.;
- b.
onder b bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,-;
- c.
onder c bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,-;
- d.
wordt bij meerdere aanvragen door dezelfde subsidieontvanger, zoals bedoeld in artikel 3.4, gemaximaliseerd op € 100.000,- cumulatief.
Artikel 3.9 Subsidiabele kosten
-
1. Voor subsidie komen, met in achtneming van de bepalingen in de Algemene subsidie-verordening provincie Utrecht, de redelijk gemaakte kosten door de aanvrager in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als genoemd in artikel 3.2. Het bestuursorgaan keurt kosten af die niet voldoen aan het redelijkheidsbeginsel.
-
2. Kosten voor activiteiten als genoemd in artikel 3.2. die gemaakt zijn voordat de aanvraag is ontvangen, kunnen voor subsidie in aanmerking komen indien ze aantoonbaar zijn gemaakt na 1 januari 2022.
-
3. Kosten voor vrijwilligers zijn alleen subsidiabel indien hier daadwerkelijk een vergoeding voor wordt betaald tot een maximum van wat belastingvrij kan worden uitgekeerd.
Artikel 3.10 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 3.9 komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
interne loonkosten van een gemeente of waterschap;
- b.
legeskosten indien de aanvraag wordt gedaan door een bestuursorgaan;
- c.
kosten voor waardedaling van grond of opbrengstderving;
- d.
kosten voor de aanleg, beheer en onderhoud van verharde constructies en gebouwen;
- e.
kosten voor machines, gereedschap en materialen, tenzij deze speciaal bedoeld zijn om invasieve exoten te bestrijden of te beheersen;
- f.
kosten voor onvoorziene omstandigheden.
Artikel 3.11 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft de volgende verplichtingen:
- a.
Activiteiten als bedoeld in artikel 3.2 onder a, b en c, zijn uiterlijk vijf jaar na de datum van de subsidieverlening gerealiseerd, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal vijf jaar;
- b.
In geval van uitvoerings- en onderzoeksactiviteiten als omschreven in artikel 3.2, onder a, wordt het voorkomen van de bestreden invasieve soort(en) op de projectlocatie (bij aanvang van het project) opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna;
- c.
Na afloop van uitvoeringsactiviteiten dienen de resultaten van de ingreep middels een monitoringsverslag gedeeld te worden met de provincie Utrecht. Het monitoringsverslag dient gemaild te worden naar subsidiebiodiversiteit@provincie-utrecht.nl en minimaal de volgende componenten te bevatten:
- a.
Een omschrijving en/of weergave van de startsituatie (voorkomen/groeiareaal, effect op biodiversiteit);
- b.
Een omschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden/bestrijdingsmethode en de praktische uitvoerbaarheid daarvan;
- c.
Een omschrijving en/of weergave van de eindsituatie.
- a.
Paragraaf 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Intrekking
Ingetrokken wordt de Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit van 11 mei 2021, nr. 8223686B.
Artikel 4.2 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst. Subsidies die zijn aangevraagd of verstrekt vóór de datum van inwerkingtreding van de Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, worden behandeld overeenkomstig de regeling die gold ten tijde van hun aanvraag.
Artikel 4.2 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 maart 2022.
Gedeputeerde Staten van Utrecht,
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Bijlage 1 Behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667
Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten
Lijst met Utrechtse aandachtsoorten
Wetenschappelijke naam |
Nederlandse naam |
Soortgroep |
Reden |
Rode lijst categorie |
Icoonsoort |
Triturus cristatus |
kamsalamander |
amfibieën |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Bufo calamita |
rugstreeppad |
amfibieën |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
gevoelig |
icoonsoort |
Rana arvalis ssp. arvalis |
heikikker |
amfibieën |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Rana lessonae |
poelkikker |
amfibieën |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Andrena labialis |
donkere klaverzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Coelioxys inermis |
gewone kegelbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Bombus magnus |
grote veldhommel |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Andrena denticulata |
kruiskruidzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Anthophora retusa |
zwarte sachembij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Halictus maculatus |
blokhoofdgroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lasioglossum nitidiusculum |
borstelgroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bombus sylvarum |
boshommel |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Nomada opaca |
boswespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lasioglossum lativentre |
breedbuikgroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Melecta albifrons |
bruine rouwbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nomada fuscicornis |
bruinsprietwespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lasioglossum intermedium |
combigroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Andrena bimaculata |
donkere rimpelrug |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bombus subterraneus |
donkere tuinhommel |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Andrena niveata |
gebandeerde dwergzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Nomada guttulata |
gedrongen wespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bombus distinguendus |
gele hommel |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hylaeus clypearis |
gestippelde maskerbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Eucera longicornis |
gewone langhoornbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Coelioxys conoidea |
grote kegelbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Osmia xanthomelana |
grote metselbij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Bombus ruderatus |
grote tuinhommel |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Bombus humilis |
heidehommel |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Coelioxys quadridentata |
heidekegelbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Osmia leaiana |
kauwende metselbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Megachile ligniseca |
klaverbehangersbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nomada roberjeotiana |
kleine bonte wespbij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Anthophora bimaculata |
kleine sachembij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Andrena pilipes |
koolzwarte zandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bombus soroeensis |
late hommel |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Bombus barbutellus |
lichte koekoekshommel |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hylaeus pfankuchi |
moerasmaskerbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bombus muscorum |
moshommel |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Andrena marginata |
oranje zandbij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Bombus rupestris |
rode koekoekshommel |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hylaeus variegatus |
rode maskerbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Andrena rosae |
roodrandzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Nomada fulvicornis |
roodsprietwespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Megachile circumcincta |
ruige behangersbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Andrena nitidiuscula |
schermbloemzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Andrena fulvida |
sporkehoutzandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lasioglossum quadrinotatum Andrena varians |
steilrandgroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nomada striata |
stomptandwespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Andrena fulvago |
texelse zandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nomada integra |
tweekleurige wespbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Andrena gravida |
weidebij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Melecta luctuosa |
witte rouwbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Dufourea halictula |
zandblauwtjesglansbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Bombus veteranus |
zandhommel |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ammobates punctatus |
zandloperbij |
bijen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Halictus sexcinctus |
zesbandgroefbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Andrena argentata |
zilveren zandbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Halictus leucaheneus |
zuidelijke gouden groefbij |
bijen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Osmia niveata |
zwartbronzen houtmetselbij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Stelis phaeoptera |
zwarte tubebij |
bijen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hesperia comma |
kommavlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Thecla betulae |
sleedoornpage |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Pyrgus malvae ssp. malvae |
aardbeivlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Satyrium ilicis |
bruine eikenpage |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Argynnis niobe |
duinparelmoervlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Maculinea alcon |
gentiaanblauwtje |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Argynnis aglaja |
grote parelmoervlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Nymphalis polychloros |
grote vos |
dagvlinders |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Argynnis paphia |
keizersmantel |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Hipparchia statilinus |
kleine heivlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Limenitis camilla |
kleine ijsvogelvlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Euphydryas aurinia ssp. aurinia |
moerasparelmoervlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Lycaena hippothoe ssp. hippothoe |
rode vuurvlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Nymphalis antiopa |
rouwmantel |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Coenonympha arcania |
tweekleurig hooibeestje |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Plebeius idas ssp. idas |
vals heideblauwtje |
dagvlinders |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Coenonympha tullia ssp. tullia |
veenhooibeestje |
dagvlinders |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Melitaea cinxia |
veldparelmoervlinder |
dagvlinders |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Boloria selene |
zilveren maan |
dagvlinders |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ephemera glaucops |
haften |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Graphoderus bilineatus |
gestreepte waterroofkever |
kevers |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
icoonsoort |
|
Lucanus cervus |
vliegend hert |
kevers |
Habitatrichtlijn bijlage II |
||
Hydroptila tineoides |
kokerjuffers |
Bijzonder belang Utrecht |
ernstig bedreigd |
icoonsoort |
|
Grammotaulius nigropunctatus |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Grammotaulius nitidus |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Limnephilus elegans |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Limnephilus fuscicornis |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Limnephilus griseus |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Limnephilus incisus |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Limnephilus nigriceps |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
bedreigd |
||
Limnephilus stigma |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
bedreigd |
||
Oecetis notata |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Oligostomis reticulata |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
||
Stenophylax permistus |
kokerjuffers |
Rode Lijst |
bedreigd |
||
Cladonia squamosa |
doornig heidestaartje |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
icoonsoort |
Peltigera praetextata |
ruig leermos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Collema fuscovirens |
bolletjes-geleimos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tuckermanopsis chlorophylla |
bruin boerenkoolmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Rhizocarpon distinctum |
bruin landkaartmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lecanora aitema |
dennenschotelkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Caloplaca variabilis |
donkere citroenkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Physconia distorta |
fors rijpmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Vulpicida pinastri |
geel boerenkoolmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Aspicilia radiosa |
gelobd dambordje |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Physcia aipolia |
gemarmerd vingermos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Verrucaria denudata |
groene waterstippelkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ramalina fraxinea |
groot takmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Micarea lignaria |
heideoogje |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Usnea cornuta |
ingesnoerd baardmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Rhizocarpon lecanorinum |
klein landkaartmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Arthonia muscigena |
knotwilgkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clauzadea metzleri |
mergelkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Rhizocarpon lavatum |
oever-landkaartmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Dibaeis baeomyces |
roze heikorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Clauzadea monticola |
ruïnekorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Cladonia ciliata |
sierlijk rendiermos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Graphis elegans |
sierlijk schriftmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Stereocaulon condensatum |
stuifzandkorrelloof |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Bagliettoa steineri |
tulbandkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Xanthoparmelia verruculifera |
wrattig schildmos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Peltigera neckeri |
zwart leermos |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lecidea lithophila |
zwarte granietkorst |
korstmossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Caloplaca cerina |
korstmossen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
||
Parmeliopsis hyperopta |
korstmossen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
||
Leucorrhinia pectoralis |
gevlekte witsnuitlibel |
libellen |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Aeshna viridis |
groene glazenmaker |
libellen |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Gomphus vulgatissimus |
beekrombout |
libellen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sympetrum depressiusculum |
kempense heidelibel |
libellen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Sympecma paedisca |
Noordse winterjuffer |
libellen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gomphus flavipes ssp. flavipes |
rivierrombout |
libellen |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Leucorrhinia caudalis |
sierlijke witsnuitlibel |
libellen |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlage IV |
verdwenen uit Nederland |
|
Entodon concinnus |
cilindermos |
mossen |
Bijzonder belang Utrecht |
gevoelig |
icoonsoort |
Sphagnum contortum |
trilveenveenmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Racomitrium lanuginosum |
wollige bisschopsmuts |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Cephalozia macrostachya |
aarmaanmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ptilidium pulcherrimum |
boomfranjemos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Scapania nemorea |
bosschoffelmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Kurzia sylvatica |
bosspinragmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lophozia bicrenata |
cederhoutmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nardia scalaris |
echt vleugelmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Frullania tamarisci |
flesjesroestmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Scapania compacta |
gedrongen schoffelmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hamatocaulis vernicosus |
geel schorpioenmos |
mossen |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlage II |
bedreigd |
|
Dicranum spurium |
gekroesd gaffeltandmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Riccardia multifida |
gevind moerasvorkje |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Bartramia pomiformis |
gewoon appelmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Barbilophozia barbata |
glanzend tandmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Racomitrium canescens |
grijze bisschopsmuts |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Scorpidium cossonii |
groen schorpioenmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mylia anomala |
hoogveenlevermos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Barbilophozia kunzeana |
kaal tandmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Buxbaumia aphylla |
kaboutermos |
mossen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Racomitrium fasciculare |
kale bisschopsmuts |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tortula subulata |
langkapselsterretje |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Dicranum bonjeanii |
moerasgaffeltandmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Calliergon giganteum |
reuzenpuntmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cephaloziella rubella |
rood draadmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Scorpidium scorpioides |
rood schorpioenmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mnium marginatum |
rood sterrenmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sphagnum rubellum |
rood veenmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Barbilophozia attenuata |
steil tandmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hedwigia stellata |
stergranietmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Campylium stellatum |
sterrengoudmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Diplophyllum obtusifolium |
stomp zaagmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Campyliadelphus elodes |
tenger goudmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Orthotrichum rogeri |
tonghaarmuts |
mossen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
gevoelig |
|
Calypogeia sphagnicola |
veenbuidelmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Odontoschisma denudatum |
zanddubbeltjesmos |
mossen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Scapania irrigua |
zandschoffelmos |
mossen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula pseudointegra |
kleibosrussula |
paddenstoelen |
Bijzonder belang Utrecht |
icoonsoort |
|
Russula grata |
amandelrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Dumontinia tuberosa |
anemonenbekerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sarcodon joeides |
avondroodstekelzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius azureus |
azuursteelgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Cortinarius simulatus |
bedrieglijke gordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe decipiens |
bedrieglijke vezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Psathyrella seymourensis |
beemdfranjehoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Agaricus gennadii |
beurschampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ramariopsis tenuiramosa |
bezemkoraaltje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholomella constricta |
blanke pronkridder |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Pholiotina aeruginosa |
blauwgroen breeksteeltje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Lyophyllum gangraenosum |
blauwvlekkende rouwridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Phellodon niger |
blauwzwarte stekelzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Trichophaea woolhopeia |
bleek pelsbekertje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Boletus fechtneri |
bleke boleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius barbatus |
bleke galgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lactarius pallidus |
bleke melkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Leucoagaricus badhamii |
bloedende champignonparasol |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ramaria botrytis |
bloemkoolzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gymnopilus odini |
bosbrandvlamhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Coprinellus angulatus |
brandplekinktzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrocybe helobia |
broos vuurzwammetje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Psathyrella gossypina |
bruinbultige franjehoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Agaricus cupreobrunneus |
bruine weidechampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe fuscomarginata |
bruinsnedeviltkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena citrinomarginata |
citroensnedemycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lycoperdon umbrinum |
donkerbruine stuifzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius fuliginosus |
donkere fluweelmelkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula cuprea |
donkere geelplaatrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Camarophyllopsis hymenocephala |
donkere wasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cerrena unicolor |
doolhofelfenbankje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Chamaemyces fracidus |
druppelparasolzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula cessans |
duinbosrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tubaria minutalis |
dwergdonsvoetje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hebeloma birrus |
dwergvaalhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Otidea leporina |
echt hazenoor |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Phaeomarasmius erinaceus |
egelzwammetje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Nidularia deformis |
eierzakje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pseudoinonotus dryadeus |
eikenweerschijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gyrodon lividus |
elzenboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Galerina heimansii |
elzenmosklokje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Suillus variegatus |
fijnschubbige boleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius psammocephalus |
fijnschubbige gordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma imbricatum |
fijnschubbige ridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Xerula pudens |
fluwelige wortelzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Agaricus macrocarpus |
forse anijschampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe oblectabilis |
forse vezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Otidea cochleata |
gedrongen hazenoor |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Boletus appendiculatus |
geelnetboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe muricellata |
geelschubbige vezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrocybe flavipes |
geelvoetwasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Amanita franchetii |
geelwrattige amaniet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius bivelus |
gegordelde berkengordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius ruginosus |
gekartelde fluweelmelkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Cortinarius torvus |
gelaarsde gordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hypholoma ericaeoides |
gele moeraszwavelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma equestre |
gele ridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe auricoma |
gele witsteelvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sowerbyella radiculata |
gele wortelbekerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hericium cirrhatum |
gelobde pruikzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hebeloma radicosum |
geringde vaalhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Leratiomyces squamosus |
geschubde stropharia |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma subradiatum |
gestreepte satijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma olorinum |
gestreepte sneeuwvloksatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe bongardii |
geurende vezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gymnopus inodorus |
geurloze collybia |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Inocybe pseudohiulca |
gevlekte knolvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Russula maculata |
gevlekte russula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Melanogaster ambiguus |
gewone inkttruffel |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Anthracobia melaloma |
gewoon houtskoolbekertje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lichenomphalia umbellifera |
gewoon veentrechtertje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe leiocephala |
gladhoedvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma portentosum |
glanzende ridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Xerocomus pelletieri |
goudplaatzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Boletus impolitus |
goudporieboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena aurantiomarginata |
goudrandmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Dermoloma cuneifolium |
grauwe barsthoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clitopilus caelatus |
grijsbruine zalmplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula urens |
groene peperrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Entoloma incanum |
groensteelsatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ramaria abietina |
groenwordende koraalzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clavaria subfalcata sensu Maas Geest. |
groezelige knotszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Disciotis venosa |
grote aderbekerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius caninus |
grote fraaisteelgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma costatum |
grote trechtersatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clitocybe geotropa |
grote trechterzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Peniophora laeta |
haagbeukschorszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hypholoma polytrichi |
haarmoszwavelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hypholoma ericaeum |
heidezwavelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma infula |
helmsatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius allutus |
honinggordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hypsizygus ulmarius |
iepenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gyroporus cyanescens |
indigoboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Coprinopsis spelaiophila |
ivoorinktzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Ramariopsis kunzei |
ivoorkoraaltje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe fibrosoides |
ivoorvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrophorus eburneus |
ivoorzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Postia balsamea |
jeneverbeskaaszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula turci |
jodoformrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Morchella elata |
kegelmorielje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Aureoboletus gentilis |
kersrode boleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena vulgaris |
kleefsnedemycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Dermoloma pseudocuneifolium |
kleine barsthoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena clavularis |
kleverige schorsmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius privignoides |
knollige gordelsteelgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Agaricus langei |
knolloze boschampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Chroogomphus rutilus |
koperrode spijkerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Osmoporus odoratus |
korianderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pluteus dietrichii |
krakhoedhertenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma acerbum |
krulzoomridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Agaricus bernardii |
kwelderchampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Omphalotus illudens |
lantaarnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma psammopus |
lariksridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena meliigena |
lilabruine schorsmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Suillus granulatus |
melkboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula puellula |
milde braakrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Armillaria ectypa |
moerashoningzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma terreum |
muisgrijze ridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Boletus junquilleus |
narcisboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Squamanita odorata |
odeurzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Agaricus luteomaculatus |
okerbruine dwergchampignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Cortinarius tabularis |
okergrijze fraaisteelgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula laeta |
okerroze russula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clitopilus nitellinus |
oranje zalmplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena clavicularis |
palingsteelmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena mucor |
pantoffelmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lactarius decipiens |
pelargoniummelkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula lepida |
potloodrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Amanita ceciliae |
prachtamaniet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Thelephora caryophyllea |
prachtfranjezwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Boletus calopus |
pronksteelboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hericium erinaceus |
pruikzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Galerina triscopa |
puntig mosklokje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Agaricus subfloccosus |
rafelige champignon |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Macrolepiota excoriata |
rafelige parasolzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma farinogustus |
ranzige dennensatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena olida |
ranzige mycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Leucopaxillus giganteus |
reuzendikhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hygrocybe fornicata |
ridderwasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Scutellinia umbrorum |
rietlandwimperzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Mycena belliae |
rietmycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius lividoochraceus |
rimpelige gordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula rutila |
rode geelplaatrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Flammulaster ferrugineus |
roestbruin vloksteeltje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Elaphocordyceps capitata |
ronde truffelknotszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lyophyllum anthracophilum |
rondsporig pekzwammetje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius hysginus |
roodbruine melkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hydnotrya tulasnei |
rosse doolhoftruffel |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hebeloma theobrominum |
rossige vaalhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Postia floriformis |
rozetkaaszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hebeloma vaccinum |
ruderale vaalhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius mairei |
ruige melkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Gloeopeniophorella convolvens |
ruwe oliecelkorst |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Boletus satanas |
satansboleet |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrocybe coccinea |
scharlaken wasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Omphalina acerosa |
schelptrechtertje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe margaritispora |
schubbige knobbelspoorvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Stropharia pseudocyanea |
slanke kopergroenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gomphidius glutinosus |
slijmige spijkerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pluteus pellitus |
sneeuwwitte hertenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Coprinopsis picacea |
spechtinktzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula illota |
spikkelsneerussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius acutus |
spitse gordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Myxomphalia maura |
splijtplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Laccaria fraterna |
steenrode fopzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Camarophyllopsis foetens |
stinkende wasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sistotrema confluens |
stinktolletje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hygrophorus pustulatus |
stippelsteelslijmkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
verdwenen uit Nederland |
|
Tricholoma sejunctum |
streephoedridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clavaria straminea |
strogele knotszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lyophyllum deliberatum |
taaie rouwridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Phellodon melaleucus |
tengere stekelzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius semisanguifluus |
vaalrode melkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lepista panaeolus |
vale schijnridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe paludinella |
valse satijnvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Geoglossum difforme |
veelseptige aardtong |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Psathyrella cernua |
verblekende franjehoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pisolithus arhizus |
verfstuifzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Russula elegans |
vergelende netspoorrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula subfoetens |
vergelende stinkrussula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrophorus discoxanthus |
verkleurende slijmkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Entoloma hispidulum |
vezelkopsatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cortinarius evernius |
violetsteelgordijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula violacea |
violette russula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lactarius pterosporus |
vleugelspoormelkzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Gymnopilus stabilis |
vlezige vlamhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lyophyllum boudieri |
vloksteelgrauwkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Peziza ampliata |
voddenbekerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gyromitra esculenta |
voorjaarskluifzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hygrocybe obrussea |
wantsenwasplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Octaviania asterosperma |
welriekende sterspoortruffel |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Russula vinosopurpurea |
wijnpurperen russula |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Mycena tintinnabulum |
wintermycena |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Omphalina mutila |
wit heidetrechtertje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Clavicorona taxophila |
wit kroonknotsje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Galerina jaapii |
witgeringd mosklokje |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Entoloma speculum |
witte bossatijnzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Tricholoma columbetta |
witte duifridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Melanoleuca nivea |
witte veldridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clitopilus fallax |
witte zalmplaat |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hymenogaster tener |
witte zijdetruffel |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gymnopus terginus |
wolsteelcollybia |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Lyophyllum rancidum |
wortelende grauwkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pluteus petasatus |
zaagselhertenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Peziza echinospora |
zemelige brandplekbekerzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hebeloma laterinum |
zoete vaalhoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Clavaria incarnata |
zonnegloedknotszwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Inocybe fuligineoatra |
zwarte knolvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Helvella corium |
zwarte schotelkluifzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Psathyrella atrolaminata |
zwartplaatfranjehoed |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pluteus atromarginatus |
zwartsnedehertenzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lyophyllum semitale |
zwartvlekkende rouwridderzwam |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Inocybe tenebrosa |
zwartvoetvezelkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lyophyllum oldae |
zwartwordende grauwkop |
paddenstoelen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Natrix natrix ssp. helvetica |
ringslang |
reptielen |
Bijzonder belang Utrecht |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Lacerta agilis ssp. agilis |
zandhagedis |
reptielen |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Gryllus campestris |
veldkrekel |
sprinkhanen en krekels |
Bijzonder belang Utrecht |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Ephippiger ephippiger |
zadelsprinkhaan |
sprinkhanen en krekels |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Arnoseris minima |
korensla |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Eriophorum gracile |
slank wollegras |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
icoonsoort |
Pinguicula vulgaris |
vetblad |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Leucojum aestivum |
zomerklokje |
vaatplanten |
Bijzonder belang Utrecht |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Eleocharis quinqueflora |
armbloemige waterbies |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Silene baccifera |
besanjelier |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hyoscyamus niger |
bilzekruid |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cystopteris fragilis |
blaasvaren |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Carex hostiana |
blonde zegge |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Cicendia filiformis |
draadgentiaan |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Schoenoplectus triqueter |
driekantige bies |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Luronium natans |
drijvende waterweegbree |
vaatplanten |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
kwetsbaar |
|
Kickxia spuria |
eironde leeuwenbek |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Hypericum pulchrum |
fraai hertshooi |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Botrychium lunaria |
gelobde maanvaren |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Valerianella rimosa |
geoorde veldsla |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Hypochaeris glabra |
glad biggenkruid |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Liparis loeselii |
groenknolorchis |
vaatplanten |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
bedreigd |
|
Gymnadenia conopsea |
grote muggenorchis |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lycopodium clavatum |
grote wolfsklauw |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Holosteum umbellatum |
heelbeen |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Alchemilla glabra |
kale vrouwenmantel |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Carum carvi |
karwij |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pyrola minor |
klein wintergroen |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Clinopodium acinos |
kleine steentijm |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Thymus serpyllum |
kleine tijm |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Sparganium natans |
kleinste egelskop |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Wahlenbergia hederacea |
klimopklokje |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Campanula glomerata |
kluwenklokje |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Alopecurus bulbosus |
knolvossenstaart |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Potamogeton praelongus |
langstengelig fonteinkruid |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Viola persicifolia |
melkviooltje |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Erysimum cheiri |
muurbloem |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Chenopodium murale |
muurganzenvoet |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Corrigiola litoralis |
riempjes |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Carex diandra |
ronde zegge |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Potamogeton alpinus |
rossig fonteinkruid |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Baldellia ranunculoides ssp. ranunculoides |
stijve moerasweegbree |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Anthemis cotula |
stinkende kamille |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Monotropa hypopitys |
stofzaad |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Carex dioica |
tweehuizige zegge |
vaatplanten |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lepidium campestre |
veldkruidkers |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Carex pulicaris |
vlozegge |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Potentilla tabernaemontani |
voorjaarsganzerik |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Platanthera bifolia |
welriekende nachtorchis |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Juncus tenageia |
wijdbloeiende rus |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Fritillaria meleagris |
wilde kievitsbloem |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Ranunculus ololeucos |
witte waterranonkel |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Atropa bella-donna |
wolfskers |
vaatplanten |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Misgurnus fossilis |
grote modderkruiper |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Lota lota |
kwabaal |
vissen |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
icoonsoort |
Rhodeus amarus |
bittervoorn |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
||
Alosa fallax |
fint |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
verdwenen uit Nederland |
|
Coregonus oxyrinchus |
houting |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
gevoelig |
|
Cobitis taenia |
kleine modderkruiper |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
||
Cottus perifretum |
rivierdonderpad |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
kwetsbaar |
|
Lampetra fluviatilis |
rivierprik |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
gevoelig |
|
Salmo salar |
zalm |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
||
Petromyzon marinus |
zeeprik |
vissen |
Habitatrichtlijn bijlage II |
gevoelig |
|
Apus apus |
gierzwaluw |
vogels |
Bijzonder belang Utrecht |
icoonsoort |
|
Acrocephalus arundinaceus ssp. arundinaceus |
grote karekiet |
vogels |
Rode Lijst |
bedreigd |
icoonsoort |
Limosa limosa |
grutto |
vogels |
Bijzonder belang Utrecht |
gevoelig |
icoonsoort |
Vanellus vanellus |
kievit |
vogels |
Bijzonder belang Utrecht |
icoonsoort |
|
Netta rufina |
krooneend |
vogels |
Bijzonder belang Utrecht |
icoonsoort |
|
Caprimulgus europaeus ssp. europaeus |
nachtzwaluw |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Ardea purpurea ssp. purpurea |
purperreiger |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
bedreigd |
icoonsoort |
Alauda arvensis ssp. arvensis |
veldleeuwerik |
vogels |
Bijzonder belang Utrecht |
gevoelig |
icoonsoort |
Ixobrychus minutus ssp. minutus |
woudaap |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
ernstig bedreigd |
icoonsoort |
Luscinia svecica ssp. cyanecula |
blauwborst |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Lullula arborea ssp. arborea |
boomleeuwerik |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Branta leucopsis |
brandgans |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Circus aeruginosus ssp. aeruginosus |
bruine kiekendief |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Jynx torquilla ssp. torquilla |
draaihals |
vogels |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Miliaria calandra ssp. calandra |
grauwe gors |
vogels |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Lanius collurio ssp. collurio |
grauwe klauwier |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
bedreigd |
|
Casmerodius albus ssp. albus |
grote zilverreiger |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
gevoelig |
|
Alcedo atthis ssp. ispida |
ijsvogel |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Philomachus pugnax |
kemphaan |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
ernstig bedreigd |
|
Egretta garzetta ssp. garzetta |
kleine zilverreiger |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
gevoelig |
|
Porzana pusilla ssp. intermedia |
kleinst waterhoen |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
verdwenen uit Nederland |
|
Recurvirostra avosetta |
kluut |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Nycticorax nycticorax ssp. nycticorax |
kwak |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
in het wild verdwenen uit Nederland |
|
Crex crex |
kwartelkoning |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
kwetsbaar |
|
Platalea leucorodia ssp. leucorodia |
lepelaar |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Mergus albellus |
nonnetje |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Ciconia ciconia ssp. ciconia |
ooievaar |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Emberiza hortulana |
ortolaan |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
ernstig bedreigd |
|
Saxicola rubetra |
paapje |
vogels |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Anas acuta ssp. acuta |
pijlstaart |
vogels |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Porzana porzana |
porseleinhoen |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
kwetsbaar |
|
Botaurus stellaris ssp. stellaris |
roerdomp |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
bedreigd |
|
Falco peregrinus ssp. peregrinus |
slechtvalk |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
gevoelig |
|
Himantopus himantopus |
steltkluut |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
gevoelig |
|
Oenanthe oenanthe ssp. oenanthe |
tapuit |
vogels |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Asio flammeus ssp. flammeus |
velduil |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
ernstig bedreigd |
|
Sterna hirundo ssp. hirundo |
visdief |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
kwetsbaar |
|
Gallinago gallinago ssp. gallinago |
watersnip |
vogels |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pernis apivorus |
wespendief |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Dryocopus martius ssp. martius |
zwarte specht |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Chlidonias niger ssp. niger |
zwarte stern |
vogels |
Rode Lijst en Vogelrichtlijn bijlage I |
bedreigd |
|
Larus melanocephalus |
zwartkopmeeuw |
vogels |
Vogelrichtlijn bijlage I |
||
Anisus vorticulus |
platte schijfhoren |
weekdieren |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Pseudanodonta complanata |
platte zwanenmossel |
weekdieren |
Bijzonder belang Utrecht |
bedreigd |
icoonsoort |
Candidula gigaxii |
fijngeribde grasslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Zonitoides excavatus |
grofgestreepte glimslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Helicella itala |
heideslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Aegopinella pura |
kleine blinkslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Monacha cartusiana |
kleine karthuizerslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Myxas glutinosa |
kleverige poelslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
ernstig bedreigd |
|
Clausilia dubia |
knotwilgslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pseudotrichia rubiginosa |
oever-loofslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Gyraulus riparius |
oeverschijfhoren |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Balea perversa |
schorshorentje |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Pisidium pseudosphaerium |
sphaeriumvormige erwtenmossel |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Oxyloma sarsii |
tweeling-barnsteenslak |
weekdieren |
Rode Lijst |
bedreigd |
|
Vertigo moulinsiana |
zegge-korfslak |
weekdieren |
Habitatrichtlijn bijlage II |
kwetsbaar |
|
Myotis nattereri |
franjestaart |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
icoonsoort |
|
Microtus oeconomus ssp. arenicola |
noordse woelmuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
kwetsbaar |
icoonsoort |
Myotis mystacinus ssp. mystacinus |
baardvleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Castor fiber ssp. albicus |
bever |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
gevoelig |
|
Myotis brandti ssp. brandti |
brandts vleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Pipistrellus pipistrellus |
gewone dwergvleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Plecotus auritus ssp. auritus |
gewone grootoorvleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Rhinolophus hipposideros ssp. hipposideros |
kleine hoefijzerneus |
zoogdieren |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
verdwenen uit Nederland |
|
Eptesicus serotinus ssp. serotinus |
laatvlieger |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
kwetsbaar |
|
Myotis dasycneme |
meervleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
||
Eptesicus nilssoni ssp. nilssoni |
noordse vleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Lutra lutra ssp. lutra |
otter |
zoogdieren |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
verdwenen uit Nederland |
|
Nyctalus noctula ssp. noctula |
rosse vleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
kwetsbaar |
|
Pipistrellus nathusii |
ruige dwergvleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
||
Vespertilio murinus ssp. murinus |
tweekleurige vleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
gevoelig |
|
Myotis myotis ssp. myotis |
vale vleermuis |
zoogdieren |
Rode Lijst en Habitatrichtlijn bijlagen II en IV |
verdwenen uit Nederland |
|
Myotis daubentoni ssp. daubentoni |
watervleermuis |
zoogdieren |
Habitatrichtlijn bijlage IV |
Bijlage 2 Behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667
Paragraaf 2 Soortenmanagementplan
Het soortenmanagementplan bevat in elk geval de volgende informatie:
- 1.
De aanleiding voor de aanvraag omgevingsvergunning.
- 2.
De meerwaarde voor het plangebied van een omgevingsvergunning.
- 3.
Het doel, de reikwijdte, ambitie, verantwoordelijkheden en afbakening van de aanvraag. Over welke beschermde soorten gaat het, hoe om te gaan met de overige soorten, motivatie achter keuze soorten.
- 4.
De juridische verantwoording: geef aan van welk(e) verbod(en) uit de Omgevingswet u een vergunning wenst, en op grond van welke belangen het nodig is.
- 5.
De vergunningstermijn.
- 6.
Een beschrijving van het plangebied, beschrijving van de ingreep(en) en de beoogde eindsituatie.
- 7.
Toekomstige gebruikers van het Soortenmanagementplan en de omgevingsvergunning. Zie ook 8 j.
- 8.
Beschrijving per soort. Daaronder vallen in elk geval:
- a.
Een beschrijving van de ecologie en de ecologische randvoorwaarden per soort (waaronder de rol van groenstructuren);
- b.
Een beschrijving per soort van de nul-situatie, verspreiding, ecologische functies (in tekst en verspreidingskaarten) in het projectgebied van de soorten die deel uitmaken van het Soortenmanagementplan ten tijde van de aanvraag. De nul-situatie dient ook inzicht te geven over de projectgrens heen, zodat inzicht ontstaat in de samenhang met populaties buiten het plangebied;
- c.
Een beschrijving van de wijze waarop het onderzoek naar de nul-situatie van de beschermde soorten die deel uitmaken van het Soortenmanagementplan heeft plaatsgevonden (inclusief kaartmateriaal waarop alle uitgevoerde onderzoeken staan);
- d.
Een beschrijving van de staat van instandhouding per soort op zowel landelijk, provinciaal, als lokaal niveau;
- e.
Een overzicht van de bedreigingen per soort (algemeen en specifiek ten gevolge van de voorgenomen ingrepen in het plangebied);
- f.
Een beschrijving van de beoogde verbetering per soort (ambitieniveau/streefbeeld per soort);
- g.
Een beschrijving van de wijze waarop soortenorganisaties al dan niet betrokken zijn in het Soortenmanagementplan;
- h.
Een concrete uitwerking van maatregelen die tot de beoogde verbetering voor de soorten moeten leiden, zo veel mogelijk onderverdeeld naar generieke maatregelen en meer specifieke maatregelen die tot de beoogde plus moeten leiden. Hieronder vallen ook kaarten met de potentiële locaties voor maatregelen;
- i.
Een beschrijving van de wijze van uitvoering van maatregelen (materieel, periode);
- j.
Een beschrijving van de wijze waarop de maatregelen in stand gehouden worden en wie daarvoor verantwoordelijk is. Afspraken waaraan de toekomstige gebruikers van het Soortenmanagementplan en de gebiedsgerichte ontheffing zich moeten houden. In ieder geval is dit uitgewerkt voor particulieren als toekomstige gebruikers;
- k.
Uitwerking van aanvullende maatregelen als bij de toekomstige monitoring blijkt dat de getroffen maatregelen niet werken. Zie ook punt 10;
- l.
Tevens – voor zover relevant – aangeven of verankering van maatregelen in het bestemmingsplan kan en zal plaatsvinden.
- m.
Bovengenoemde maatregelen moeten zo gedetailleerd mogelijk opgenomen worden in een mitigatie- en compensatieplan en gestandaardiseerde ecologische werkprotocollen.
- n.
Standaard maatwerkoplossingen moeten opgesomd worden bij bijzondere verblijfplaatsen zoals kolonies / bolwerken van huismus en gierzwaluw en grote kraam- en/of winterverblijfplaatsen van vleermuizen. Deze oplossingen moeten gemonitord worden. Zie ook punt 10.
- a.
- 9.
Inzicht in de planning en uitvoering van het soortenmanagementplan, het voorgenomen beheer van voorzieningen en de wijze van borging van:
- a.
Beschikbaarheid van alternatieve verblijfplaatsen als tijdelijke opvang van het verlies van de potentiële verblijfplaatsen voor de periode tussen de ingreep en de realisatie van de nieuwe situatie als er nog geen alternatieve permanente oplossing beschikbaar zijn;
- b.
Het tijdig ongeschikt maken van verblijfplaatsen van beschermde soorten;
- c.
Controle om afwezigheid van beschermde soorten op het moment van ingreep aan te tonen;
- d.
Duurzame verblijfsmogelijkheden voor beschermde soorten in de nieuwe situatie. In het onderdeel ‘Management- en administratieplan’ van het Soortenmanagementplan beschrijft u de processen, communicatielijnen en verantwoordelijkheden.
- a.
- 10.
Omschrijving van de voorgenomen monitoring en evaluatie voor een periode van 10 jaar (monitoringplan). Gezien de relatieve onbekendheid met de effectiviteit van sommige maatregelen dient het Soortenmanagementplan minimaal te voorzien in een tussentijdse evaluatie na 4 of 5 jaar. Voor zover hieruit zou blijken dat maatregelen tekortschieten worden de aanvullende maatregelen toegepast en zo nodig verder uitgewerkt. Zodat het doel van het Soortenmanagementplan (de beoogde plus voor soorten) alsnog gehaald wordt. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van effectieve maatregelen. Voor niet-bewezen effectieve maatregelen, hanteert de provincie Utrecht de volgende uitgangspunten: Niet (bewezen) effectieve maatregelen tellen voor 50% mee als alternatieve maatregel, maar alleen wanneer de overige 50% aan maatregelen bestaan uit (bewezen) effectieve maatregelen waarbij ook voldoende aandacht is voor de variatie in de maatregelen. In algemene zin geldt namelijk dat hoe groter de variatie is, hoe groter de kans is op ingebruikname. Voor de monitoring van de populatie-ontwikkeling raden we aan om gestandaardiseerde methodieken als VleerMUS en MUS te gebruiken.
- 11.
Financiering, hoe wordt het Soortenmanagementplan en de voorgenomen maatregelen gefinancierd (denk aan stakeholders zoals woningbouwcorporaties, leges, koppeling aan andere beleidsthema’s).
Toelichting behorende bij de uitvoeringsverordening subsidie Biodiversiteit provincie Utrecht, 8 maart 2022, nr. 82444667
Juridisch kader
Deze uitvoeringsverordening is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in deze uitvoeringsverordening zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en staan algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze uitvoeringsverordening is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze uitvoeringsverordening.
Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten
Aanleiding
Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). Provincie Utrecht heeft haar actief soortenbeleid vastgelegd en uitgewerkt in de Natuurvisie en het daarbij behorende Supplement Biodiversiteit. Deze beleidsnotities zijn op 12 december 2016 door Provinciale Staten van Utrecht vastgesteld. Het doel van het actieve soortenbeleid is het duurzaam in stand houden van alle in de provincie Utrecht van nature voorkomende soorten planten en dieren. Het beleid richt zich daarbij op het behoud en herstel van de voor die soorten benodigde levensomstandigheden. Speciaal wordt daarbij gericht op een selectie van in de provincie Utrecht van nature voorkomende soorten van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn en een selectie van met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaar lopende van nature in de provincie Utrecht in het wild voorkomende dier- en plantensoorten.
In het supplement Biodiversiteit heeft de provincie haar ambities voor het actieve soortenbeleid benoemd. Dit beleid loopt in de provincie Utrecht via vier sporen:
- 1.
systeemherstel binnen Natuur Netwerk Nederland (hierna: NNN),
- 2.
agrarisch natuurbeheer buiten NNN,
- 3.
informatieverstrekking aan eigenaren/beheerders van terreinen met bedreigde soorten,
- 4.
extra inspanning voor leefgebieden en biotopen die onvoldoende via voorgenoemde sporen worden bediend en waarvoor de provincie Utrecht een bovengemiddelde verantwoordelijkheid draagt.
Voor de analyse en aansturing is het Supplement Biodiversiteit gemaakt. Voor de definiëring van de leefgebieden waarin de aandachtsoorten geconcentreerd voorkomen (de natuurparels) is zoveel mogelijk aangesloten bij de leefgebieden uit de leefgebiedenbenadering.
De Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap ziet op spoor 1, het Subsidiestelsel Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer ziet op spoor 2.
Als aanvulling van spoor 1, kunnen terreineigenaren voor actief soortenbeleid, voor soortgerichte ( inrichtings )maatregelen in NNN vanaf 2018 gebruik maken van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht.
Deze uitvoeringsverordening ziet op de sporen 3 en 4 en deels spoor 1 waar projecten buiten de reikwijdte van de SKNL blijven. Met deze uitvoeringsverordening wordt beoogd om doelstellingen uit het Supplement Biodiversiteit te realiseren door gebruik te maken van het instrument subsidie.
Paragraaf 2 Soortenmanagementplan
Aanleiding
Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). De wet biedt de mogelijkheid om behalve vergunningen voor individuele gevallen ook omgevingsvergunningen te verlenen, waarmee alle initiatieven binnen een specifiek thema en begrensd gebied onder de werking van de omgevingsvergunning vallen. Een omgevingsvergunning in het belang van flora en fauna, kan verleend worden als er een plan aan ten grondslag ligt waaruit blijkt dat de staat van instandhouding van de beschermde soorten die in het geding zijn, verbetert: een soortenmanagementplan (SMP).
Zonder omgevingsvergunning zal een initiatiefnemer, bijvoorbeeld een woningcorporatie die op grootschalige wijze haar woningbezit wil verduurzamen, maar ook particuliere woningbezitters, vooraf per project zich moeten vergewissen of er bij de uitvoering van geplande werkzaamheden beschermde soorten in het geding kunnen zijn. Dit gaat zowel om verbouwingen, sloop-nieuwbouw maar ook isolatiewerkzaamheden en de plaatsing van zonnepanelen en kleine ingrepen aan gebouwen zoals schilderwerk, voegherstelwerk en vervangen van kozijnen. Op grond van een quick-scan, een gedetailleerd vervolgonderzoek en de uitwerking van mitigerende en compenserende maatregelen kan vervolgens een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Dit proces is tijdrovend, kostbaar en onzeker voor de initiatiefnemer, waardoor het tot vertraging en extra kosten in het project kunnen leiden.
Voor een SMP zoals deze subsidieregeling beoogt organiseert een gemeente – al dan niet samen met woningcorporaties – het benodigde onderzoek voor (minimaal) het gehele stedelijk gebied in de gemeente. Het onderzoek aan de voorkant richt zich niet zozeer op individuele gevallen maar meer op de kwetsbare verblijfplaatsen, zijnde kolonies/bolwerken van huismus en gierzwaluw en grote kraam- en/of winterverblijfplaatsen van vleermuizen, de instandhouding van het leefgebied, de omvang van een populatie van een soort en de trend daarin. Er wordt meer dan ruimschoots (en tijdig) gemitigeerd en gecompenseerd. De gemeente krijgt een omgevingsvergunning voor het overtreden van verbodsbepalingen en schrijft deze door naar woningcorporaties, particulieren, ontwikkelaars en andere initiatiefnemers die daar gebruik van willen maken. De corporaties zijn hierbij gebaat omdat er een veel grotere planningszekerheid ontstaat: op voorhand is ruim van tevoren bekend waar kwetsbare locaties zijn en er wordt op veel ruimere schaal gemitigeerd en gecompenseerd zodat de beschermde soorten er uiteindelijk op vooruit gaan. Om dit te onderbouwen zal aan initiatiefnemers gevraagd worden de positieve trend te onderbouwen door monitoringonderzoek.
Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten
Aanleiding
Vanaf 1 januari 2017 zijn provincies verantwoordelijk voor een actief soortenbeleid. Dit volgt uit artikel 1.12 van de oude Wet natuurbescherming (Wnb). Deze verantwoordelijkheid is per 1 januari 2024 overgenomen in de Omgevingswet (artikel 3.57 uit het Besluit Kwaliteit Leefomgeving). Provincies moeten hun natuurbeleid gaan inzetten voor het in stand houden en eventueel verbeteren van soortenpopulaties en hun habitats, biotopen en leefgebieden, voor zover die zijn opgenomen in internationale verdragen (Bonn en Bern), de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Nederlandse Rode Lijsten.
Aan bovenstaande taken, uitgewerkt in de door ons vastgestelde Realisatiestrategie natuurvisie 2018-2027, is nu de nieuwe taak de bestrijding van invasieve exoten toegevoegd. Het is een verplichting die rechtstreeks volgt uit de Exotenverordening (EU) Nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014. Het Rijk heeft bij ministeriële aanwijzing in de Regeling natuurbescherming de provincies op 7 maart jl., met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018, verantwoordelijk gemaakt voor de uitroeiing en het beheer van (inmiddels) 61 invasieve uitheemse dier- en plantensoorten op de zogenaamde ‘Unielijst’, de EU-lijst van invasieve soorten waarvoor de Exotenverordening geldt. Voor onderhavige uitvoeringsverordening zijn uit die invasieve uitheemse dier- en plantensoorten 10 soorten geselecteerd waarvan de beheersing of bestrijding het meest urgent is en waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.
Naast de door de EU en van Rijkswege aangewezen invasieve soorten, kunnen provincies ook soorten aanwijzen binnen hun grondgebied die de biodiversiteit bedreigen, mits op grond van een wetenschappelijke risicobeoordeling aangetoond is of wordt dat ze de biodiversiteit bedreigen en de wettelijke zorgplicht in acht wordt genomen. Op advies van het Platform Invasieve Exoten Provincie Utrecht zijn (vooralsnog) de drie soorten Aziatische Duizendknopen, gestreepte Amerikaanse rivierkreeft en de watercrassula op de ‘Utrechtse lijst’ gezet. Deze soorten dienen op vergelijkbare wijze te worden bestreden of ‘beheerst’ als de Unielijstsoorten. Zodoende zijn ze ook meegenomen in onderhavige uitvoeringsverordening.
Artikelsgewijs
Paragraaf 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten
Artikel 1.2 Subsidiabele activiteiten
Het gaat om eenmalige maatregelen die niet gesubsidieerd kunnen worden uit andere regelingen: SKNL, Anlb, platform kleine landschapselementen, NNN, N2000. Denk bijvoorbeeld aan kunstmatige nest en voorplantingsgelegenheid.
Artikel 1.3 Nadere criteria
Eerste lid
Als subsidievereiste is hier bepaald dat de activiteiten een aantoonbare verbetering dienen op te leveren voor de plant- of diersoorten waarvoor de activiteiten worden uitgevoerd. Hiermee wordt bedoeld dat in het leefgebied van de betreffende soorten maatregelen worden uitgevoerd, waarvan op basis van literatuur, kennis en inschatting van experts bekend is dat die maatregelen positieve effecten hebben voor die soorten.
Derde lid, Plant-, en zaaigoed
Met planten en inzaaien willen wij terughoudend omgaan. Dat wil zeggen dat we vooral natuurlijke processen van vestiging willen stimuleren. Inheems betekent dat Nederland tot het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de plant hoort. Autochtoon zijn soorten die afstammelingen zijn van de oorspronkelijk inheemse flora die na de ijstijd op eigen kracht Nederland heeft bereikt. Veel plantmateriaal wordt bijvoorbeeld opgekweekt uit zaad dat geïmporteerd is uit Zuid- en Oost-Europa. Daarbij gaat het weliswaar om soorten waarvoor Nederland tot het natuurlijke verspreidingsgebied hoort (inheems), maar het importmateriaal heeft andere erfelijke eigenschappen (niet autochtoon). Alleen in of nabij het stedelijk gebied, kan inzaai van cultuurplanten of -gewassen plaatsvinden.
Artikel 1.5 eerste lid, onder b, ondersteunend kaartmateriaal
Als subsidievereiste is hier bepaald dat bij de aanvraag ondersteunend kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat aangegeven wordt op welk gebied het project gericht is en welke maatregelen op welke plek in het gebied uitgevoerd gaan worden.
Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie
De 10% genoemd in artikel 1.2 onder 2, zit in het totaalbedrag van de maximale subsidie en komt hier niet als extra bedrag bovenop.
Artikel 1.9 Subsidiabele kosten
Derde lid, Uitvoeringskosten
Onder uitvoeringskosten worden activiteiten verstaan zoals: grondwerk, kunstwerken water, groenwerk, onvoorzien (niet benoemd, nader te detailleren). In ieder geval niet tot uitvoeringskosten behoren: planvorming, engineeringskosten, inzet eigen personeel (valt onder engineerkosten).
Artikel 1.11 Verplichtingen subsidieontvanger
De Asv gaat uit van het principe dat gewerkt wordt vanuit het vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het aantal informatieverplichtingen is hierdoor verminderd. De eigen verantwoordelijkheid ligt bij de subsidieontvanger. Deze moet op grond van artikel 6.1 van de Asv onverwijld melden wanneer de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel zal worden voldaan aan de subsidieverplichtingen. In dat geval kunnen Gedeputeerde Staten ambtshalve de subsidieverlening wijzigen of intrekken, de subsidie lager of op nihil vaststellen, voorschotten opschorten of verplichtingen aanpassen. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente. In geval van misbruik wordt dit geregistreerd. Onder de meldingsplicht van artikel 6.1 van de Asv valt eveneens het melden van het wijzigen van gebruikte materialen. In dat geval wordt immers de activiteit niet geheel verricht als de activiteit waarvoor subsidie is verleend.
Onder c, opnemen verspreidingsgegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna
Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een account bij de Nationale databank flora en fauna (NDFF), kunnen de verspreidingsgegevens van de projectlocatie in de NDFF worden ingevoerd via www.waarneming.nl, www.telmee.nl of via de apps ‘ObsMapp’.
Paragraaf 2 soortenmanagementplan
Artikel 2.1 Begripsbepalingen
Onder c Omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten
Bij de inzet van een omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten wordt beoogd om zowel een soort duurzaam te beschermen als ruimte te verschaffen voor ontwikkelingen waarvan op voorhand nog niet precies duidelijk is hoe, waar en wanneer deze zullen worden uitgevoerd. De omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten behelst als het ware overcompensatie: ook al weet de aanvrager vooraf nog niet precies wat hij tijdens het uitvoeren van activiteiten allemaal zal aantreffen, vast staat dat hij vooraf duidelijk heeft kunnen maken dat de situatie van de soorten na het uitvoeren van activiteiten niet gelijk zal blijven, maar beter zal worden. Het is daarbij belangrijk om de meest wezenlijke functionaliteiten van een gebied voor het voortbestaan van de soort in beeld te hebben. Als een soort, afhankelijk van de tijd van het jaar, verschillende gebieden gebruikt dan moeten de verschillende functies afzonderlijk in beeld zijn. Het gaat hierbij dus nadrukkelijk om het behoud van de soort, niet het individu. De inventarisatie die aan het soortenmanagementplan vooraf gaat hoeft derhalve niet tot op grote zekerheid ook het laatste individu in beeld te hebben gebracht. Belangrijke verblijfplaatsen moeten wel in beeld zijn.
Artikel 2.11 Verplichtingen subsidieontvanger
De inhoudelijke eisen waaraan een SMP dient te voldoen zijn opgenomen als bijlage 2 van deze verordening. Een ander criterium is dat de staat van instandhouding van de soorten waarover het SMP handelt, moet verbeteren. Dat betekent dat de omgevingsvergunning flora en fauna activiteiten (mede) verleend kan worden op grond van het in de wet genoemde belang ‘flora en fauna’. Een SMP dient gebaseerd te zijn op deugdelijk ecologisch onderzoek dat voldoende recent is, zodat aannemelijk is dat het overtreden van verbodsbepalingen van de Wnb tot een minimum wordt beperkt.
- d.
Doorschrijven naar derden moet in de basis kosteloos zijn. Indien de vergunning na doorschrijven gebruikt wordt voor de ontplooiing van commerciële activiteiten met winstoogmerk (bijvoorbeeld projectontwikkelaars), kunnen leges worden gerekend of een afdracht geëist worden aan het fonds voor bovenwijkse voorzieningen.
Paragraaf 3 Bestrijding en beheersing invasieve exoten
Artikel 3.1 Begripsbepalingen
Onder g, invasieve exoten
Onder schade van invasieve exoten wordt verstaan: verlies van biodiversiteit en/of economische, sociale of milieugevolgen. Invasieve exoten kunnen inheemse soorten wegconcurreren, opeten, infecteren of zich ermee vermengen en ecosystemen veranderen.
Onder m, Natura 2000-doelen
Externe werking van de Natura 2000-doelen buiten Natura 2000-gebieden: kan aan de orde zijn indien zich daar cruciaal foerageergebied bevindt van doelsoorten; foerageergebied waarop deze doelsoorten ‘pendelen’ vanuit een Natura 2000-gebied (bijvoorbeeld purperreigers, zwarte sterns of meervleermuizen).
Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten
Alle subsidiabele activiteiten die genoemd worden in dit artikel kunnen ook in één aanvraag gecombineerd worden. Geadviseerd wordt meerdere locaties waar een invasieve exoot wordt ‘aangepakt’ alleen te combineren als de locaties relatief dicht bij elkaar liggen en als de werkwijze per locatie sterk overeenkomt. Zo niet, dan kan het lastig zijn het aanvraagformulier in te vullen voor meerdere locaties tegelijk.
Onder a, uitvoering van bestrijdings-, beheers- herstel- en onderzoeksprojecten
Ook bestrijdings- en beheersprojecten met een experimenteel karakter worden tot ‘onderzoek’ gerekend. De leefgebieden van veel aandachtsoorten zijn terug te vinden op www.verspreidingsatlas.nl, www.vogelatlas.nl of www.waarneming.nl. De KRW-oppervlaktelichamen van de provincie Utrecht zijn terug te vinden in het document ‘Factsheets oppervlaktewaterlichamen KRW behorend bij Deelplan KRW 2010-2015’ op www.provincie-utrecht.nl. Natura 2000-gebieden en bijbehorende doelen zijn te vinden op www.synbiosys.alterra.nl. De ligging van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) plus bijbehorende natuurtypen, weidevogelkerngebieden, ganzenrustgebieden, de Groene contour, waterparels, kleine landschapselementen en waardevolle houtopstanden zijn te vinden op webkaart.provincie-utrecht.nl/viewer/app. Te zijner tijd zal hierop een kaart worden geplaatst waarin al deze categorieën van bescherming van biodiversiteit worden gecombineerd in één kaart.
Artikel 3.3 Nadere criteria
Eerste lid, onder a, bestrijding en beheersing gericht op bepaalde invasieve exoten
Alleen deze geprioriteerde, wijd verspreide invasieve soorten van de Unielijst of op de ‘Utrechtse lijst van invasieve soorten’, komen in aanmerking voor subsidiëring van de bestrijding en beheersing. De prioritering heeft plaatsgevonden binnen het Platform Invasieve exoten van de Provincie Utrecht (in 2021), en is in 2024 uitgebreid. In de toekomst wordt deze lijst van soorten mogelijk uitgebreid. Niet wijd verspreide soorten ontbreken omdat de provincie bij vestiging van die soorten direct verantwoordelijk is voor de bestrijding.
Eerste lid, onder b, (invasieve) soorten die de biodiversiteit negatief kunnen (gaan) beïnvloeden of hebben beïnvloed
Hieronder wordt verstaan: predatie, het ‘wegconcurreren’, overdracht van ziektes of het wijzigen van (a)biotische omstandigheden door invasieve exoten waardoor bepaalde beschermde soorten en hun leefgebied, ecosystemen, habitat- of vegetatietypen (als omschreven in artikel 3.1. lid d) in ieder geval plaatselijk kunnen verdwijnen of in aantal of omvang achteruit gaan. Achtergrondinformatie hierover is te vinden in factsheets van invasieve exoten opgesteld door de Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit van het Ministerie van LNV, zie https://www.nvwa.nl/onderwerpen/invasieve-exoten/documenten.
Tweede lid, onderzoek naar bestrijdings- en beheersmethoden in het geval van uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten
In het geval van uitheemse invasieve rivierkreeftsoorten komt alleen onderzoek naar bestrijding en beheersmethoden in aanmerking voor subsidie omdat:
- a)
Er nog geen bestrijdings- of beheermaatregel is ontwikkeld die effectief is;
- b)
Het Ministerie van LNV verantwoordelijk is voor de bestrijding en beheersing van uitheemse rivierkreeftsoorten op de Unielijst en niet de provincie. Anders dan bij andere invasieve exoten, is deze taak voor de rivierkreeftsoorten niet overgedragen aan de provincies, omdat het vangen van deze dieren rechtstreeks onder de Visserijwet 1963 valt.
Artikel 3.5 Aanvraag
Eerste lid, onder b, ondersteunend kaartmateriaal
Als subsidievereiste is hier bepaald dat tevens ondersteunend kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat op kaart aangegeven wordt op welke locatie(s) het project betrekking heeft en waar de voorgenomen maatregelen uitgevoerd gaan worden.
Artikel 3.8 Hoogte van de subsidie
Onder a. Als er een subsidie wordt aangevraagd voor een programma waarin meerdere projecten zijn gebundeld dan wordt de hoogte van de subsidie bepaald aan de hand van de activiteiten die worden aangevraagd. Bestaat een programma uit gebundelde projecten als bedoeld in artikel 3.2, onder a, dan geldt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.8, onder a. Per aanvraag en per invasieve soort kan geen hoger bedrag dan de maximum bedragen uit artikel 3.8 worden aangevraagd, ook niet als meerdere locaties met betrekking tot één invasieve soort worden gecombineerd. Overstijgt het bedrag voor één soort met meerdere locaties het maximum uit artikel 3.8 onder a., dan dient de aanvraag te worden gesplitst in meerdere aanvragen.
Onder d. De totaalsom van meerdere aanvragen kan per aanvrager voor niet meer dan € 100.000 cumulatief worden beschikt. Overschrijdt de totaalsom van één aanvrager dit plafond dan worden aanvragen die toezien op bedragen boven dit plafond (deels) afgewezen.
Artikel 3.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onder a, termijn van realisatie
De Asv gaat uit van het principe dat gewerkt wordt vanuit het vertrouwen in plaats van wantrouwen. Het aantal informatieverplichtingen is hierdoor verminderd. De eigen verantwoordelijkheid ligt bij de subsidieontvanger. Deze moet op grond van artikel 6.1 van de Asv onverwijld melden wanneer de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel zal worden voldaan aan de subsidieverplichtingen. In dat geval kunnen Gedeputeerde Staten ambtshalve de subsidieverlening wijzigen of intrekken, de subsidie lager of op nihil vaststellen, voorschotten opschorten of verplichtingen aanpassen. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente. In geval van misbruik wordt dit geregistreerd. Onder de meldingsplicht van artikel 6.1 van de Asv valt eveneens het melden van het wijzigen van gebruikte materialen. In dat geval wordt immers de activiteit niet geheel verricht als de activiteit waarvoor subsidie is verleend. Nazorg in de vorm van het verwijderen van resterende uitlopers van invasieve plantensoorten (uitputting) valt niet onder de maximum-uitvoeringstermijn van vier jaar omdat het noodzakelijk kan zijn dit juist nog langer uit te voeren.
Onder b, opname van de bestreden invasieve soort(en) op de projectlocatie in de Nationale Databank Flora en Fauna
Indien de subsidieontvanger niet beschikt over een account bij de Nationale databank flora en fauna (NDFF), dienen de verspreidingsgegevens op de projectlocatie in de NDFF worden ingevoerd via www.waarneming.nl, www.telmee.nl of via de apps ‘ObsMapp’ of ‘snApp de exoot’.
Onder c, monitoringsverplichting
Om inzicht krijgen en te verschaffen in de verschillende bestrijdingsmethoden, de kosten en de effectiviteit vragen wij met ingang van de USB 2021 de resultaten van de gesubsidieerde bestrijdingsprojecten te monitoren en ons de bevindingen te doen toekomen. De rapportages zullen niet worden gepubliceerd, maar een grondslag vormen voor (interne) beleidsontwikkelingen en kennisdeling in het Platform Invasieve Exoten. Bovendien zijn lidstaten verplicht hun inzet ter bestrijding van invasieve exoten inzichtelijk te maken aan de EU, en rapporteren wij aan het ministerie van LNV over de financiële zijde van bestrijdingsprojecten. De bevindingen van rapportages die in het kader van subsidieverleningen opgesteld worden zullen onderdeel uitmaken van deze rapporteringen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl