LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 26 ste augustus 1995 ter uitvoering van artikel 7, eerste en vierde lid, van de Landsverordening voorkoming verontreiniging door schepen (P.B. 1993, no. 108)

Geldend van 01-11-1995 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 26 ste augustus 1995 ter uitvoering van artikel 7, eerste en vierde lid, van de Landsverordening voorkoming verontreiniging door schepen (P.B. 1993, no. 108)

Artikel 1

Als havens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Landsverordening voorkoming van verontreiniging door schepen, worden voor het in ontvangst nemen van olierestanten en oliehoudende mengsels afkomstig van schepen aangewezen:

In Curaçao: -Bullenbaai

  • -

    Caracasbaai

  • -

    het Schottegat

In Bonaire: -de haven van Kralendijk

-de Bopec Oil Terminal

In Sint Maarten: -de haven van Philipsburg

-Simpson Bay

In Sint Eustatius: -de Haven van Oranjestad

-de Statia Oil Terminal

In Saba: -Fortbaai

Artikel 2

Als havens, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Landsverordening voorkoming van verontreiniging door schepen (P.B. 1993, no. 108) worden voor het in ontvangst nemen van vuilnis afkomstig van schepen, aangewezen de havens bedoeld in artikel 1.

Artikel 3

  • 1. De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, van een ingevolge artikel 1 of 2 aangewezen haven wijst personen aan die over voorzieningen beschikken voor het in ontvangst nemen van de stoffen bedoeld in de artikelen 1 en 2.

  • 2. Het is een persoon die niet is aangewezen verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, in ontvangst te nemen.

  • 3. Het is verboden om de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, af te geven aan een persoon die niet is aangewezen.

Artikel 4

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, maakt op deugdelijke wijze bekend welke ontvangstvoorzieningen in zijn haven aanwezig zijn. Hij draagt zorg dat de kosten die in rekening worden gebracht aan het schip dat de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeeft, op deugdelijke wijze zijn bekendgemaakt.

Artikel 5

De beheerder, of indien geen beheerder is aangewezen de eigenaar, geeft regels ten aanzien van de wijze waarop schepen, die van die haven gebruik maken, de stoffen, bedoeld in de artikelen 1 en 2, afgeven en de wijze waarop die schepen hun behoefte tot afgifte bekend maken.

Artikel 6

Dit landsbesluit treedt in werking tegelijk met de Landsverordening voorkoming van verontreiniging door schepen (P.B. 1993, no. 108).