Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen

Geldend van 10-03-2022 t/m heden

Intitulé

Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen

de gemeenteraad van de gemeente Eersel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2022;

gelet op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen

Voorwoord

De gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden vormen een toeristische eenheid in De Brabantse Kempen. Het landschap bestaat uit heidevelden, vennen en bossen waarin aantrekkelijke dorpen en kernen zijn gelegen. De toeristisch-recreatieve infrastructuur is uitgebreid. Ook zijn er diverse grote verblijfsaccommodaties (zoals Landal Het Vennenbos, Centerparcs De Kempervennen, camping De Paal, recreatiepark De Achterste Hoef en recreatiepark TerSpegelt ). Zowel de bezoeker als de inwoner maakt veelvuldig gebruik van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden. De sector is dan ook van groot economisch belang en draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeenten.

De gemeenten werken, vanwege de genoemde eenheid, al geruime tijd samen als het gaat om ‘vrijetijdseconomie’ (VTE). Zo hanteren de vier gemeenten allemaal:

  • De Regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie de Kempen (2008) (Ruimtelijke uitwerking van de VTE en voorloper van het onderhavige document)

  • De Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie Brabantse Kempen, Samen op pad in de Brabantse Kempen (2016) (Het economisch belang van de VTE)

  • Het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie (2017 e.v.) (De projecten die voortvloeien uit de Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie Brabantse Kempen).

Aangezien delen van de regionale beleidsvisie uit 2008 gedateerd zijn, er nieuwe inzichten zijn én het goed is om voor te sorteren op de invoering van de Omgevingswet, is de bestaande Regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie de Kempen in gezamenlijkheid geactualiseerd tot een toetsingskader. Vanuit dit toetsingskader en de Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie (2016) werken de vier gemeenten samen, waarbij geldt dat er op onderdelen ruimte is voor ‘couleur locale’ (zie bijlage VIII).

Het geactualiseerde Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen vormt de basis om te werken aan het behoud van het Kempisch landschap met een kwalitatief en divers toeristisch-recreatief product. Daarnaast wordt bij de ontwikkeling van aanbod geredeneerd vanuit de behoefte van zowel bestaande als kansrijke doelgroepen. Daarbij spelen bereikbaarheid, beleving, diversiteit en kwaliteit een belangrijke rol. En uiteraard moeten toeristisch-recreatieve ontwikkelingen passen bij de identiteit van de Kempengemeenten.

Met de actualisatie worden de volgende doelen bereikt:

  • De gemeenten bieden duidelijkheid aan ondernemers welke informatie ondernemers moeten aanleveren om een aanvraag in te dienen.

  • Voor de gemeenten biedt de actualisatie handvatten om de aanvragen voor (nieuwe) ontwikkelingen goed en op uniforme wijze te beoordelen.

Bij de actualisatie zijn, buiten de ambtenaren en portefeuillehouders VTE en RO van de vier gemeenten, diverse ondernemers uit de Brabantse Kempen betrokken geweest. Mede dankzij hun input en reacties is deze actualisatie tot stand gekomen.

Samenvatting

Voor u ligt het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen. U vindt hierin uitgangspunten en doelstellingen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen en een geactualiseerd afwegingskader waarmee richting wordt gegeven aan nieuwe ontwikkelingen en/ of uitbreidingen. We hebben het proces, de uitgangspunten en doelstellingen alvast schematisch voor u op een rijtje gezet.

Aanvragen (ondernemer)

Vereist: gegevens die aangeleverd moeten worden

  • 1.

    Businessplan:

  • Persoonsgegevens (naam, adres, woonplaats)

  • Idee en doel

  • Nieuwe product/ bedrijfsactiviteiten

  • Locatie van nieuwe ontwikkeling of uitbreiding

  • Doelgroep(en), markt(en) en kanalen - marketingplan

  • Toegevoegde waarde ten opzichte van bestaande recreatieve voorzieningen

  • Organisatie- en rechtsvorm

  • Financiële onderbouwing

  • Toekomstperspectief

  • 2.

    Situatieschets

  • 3.

    Landschappelijk inpassingsplan

  • 4.

    Te verwachten invloed op de omgeving

  • 5.

    Kwetsbaarheid van het (vestigings)gebied

Kempische opgaven

  • 1.

    Versterken identiteit Brabantse Kempen

  • 2.

    Toegevoegde waarde leefomgeving voor bewoners

  • 3.

    Verhogen kwaliteit en diversiteit van het bestaande aanbod

  • 4.

    Actieve deelname aan samenwerkingsvormen

  • 5.

    Bijdrage aan (cultuurhistorische) waarden Brabantse Kempen

  • 6.

    Bijdrage aan maatschappelijke opgaven

afbeelding binnen de regeling

Beoordelen (overheid)

Lokaal: integrale beoordeling

  • 1.

    Economie (toerisme en recreatie)

  • 2.

    Ruimtelijke Ordening

Afhankelijk van het soort aanvraag en de locatie, o.a.:

a. Natuur en milieu

b. Erfgoed

c. Cultuur

Regionaal: afstemming bij grootschalige ontwikkelingen

  • 1.

    Economie (toerisme en recreatie)

  • 2.

    Ruimtelijke Ordening

1 Introductie

Dit toetsingskader is het vervolg op de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen uit 2008.

Recreatie en toerisme zijn binnen De Brabantse Kempen van grote maatschappelijke en economische betekenis. Met meer dan 500 vestigingen die bijna 3.500 fulltimebanen opleveren is de sector goed voor ruim 9% van het totaal aantal banen in de vier gemeenten (bron: LISA, 2019).

Het Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen (2021) sluit aan bij de huidige wetgeving en vrijetijdseconomie. De Kempengemeenten Bergeijk, Eersel, Bladel en Reusel-De Mierden werken samen op basis van de vastgestelde gezamenlijke Visie VTE en het Uitvoeringsprogramma Vrijetijdseconomie. Met dit geactualiseerde ruimtelijke toetsingskader is het voor (potentiële) ondernemers duidelijk welke soort ontwikkelingen – vanuit toeristisch-recreatief perspectief – gewenst zijn. Voor de gemeenten vormt het een afwegingskader voor nieuwe ruimtelijke initiatieven/ uitbreidingen.

1.1 Aanleiding en doel

De gemeenten Bergeijk, Eersel, Bladel en Reusel-De Mierden hebben de afgelopen jaren samengewerkt aan hun positie als aantrekkelijke regio om in te verblijven en te recreëren. De Brabantse Kempen1 is al geruime tijd ontdekt door de toerist. Het landschap met heidevelden, vennen en bossen waarin aantrekkelijke kernen zijn gelegen, worden gewaardeerd. De vele vakantieparken trekken gasten aan op nationaal en internationaal niveau. En de toeristische infrastructuur in het gebied is van hoog kwalitatief niveau. Vanwege de toeristische eenheid streven de gemeenten samen naar één toekomstbeeld voor dag- en verblijfsrecreatie in De Kempen. Dat toekomstbeeld hebben zij in 2008 uitgewerkt in de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen.

Echter, we zijn inmiddels ruim 12 jaar verder. De toeristische sector heeft tal van veranderingen ondergaan, zoals de intrede van nieuwe concepten als AirBnB, glamping en tiny houses. Daarnaast komt de transitie van het buitengebied steeds verder op gang waarbij sommige ondernemers van (voormalige) agrarische bedrijven een mogelijkheid zien om recreatieve functies te starten of verder uit te breiden. De nieuwe Omgevingswet vraagt daarnaast om een andere manier van beoordelen van nieuwe initiatieven. De wet gaat uit van een positieve grondhouding van de gemeenten voor initiatieven die op een goede wijze ingepast kunnen worden in de fysieke leefomgeving.

Met de actualisatie is een tweeledig doel bereikt:

  • 1.

    De gemeenten kunnen aan de hand van het geactualiseerde toetsingskader, vanuit hun toetsende rol, goede afwegingen maken over (nieuwe) recreatieve ontwikkelingen in De Kempen2;

  • 2.

    Het toetsingskader biedt vanuit toeristisch-recreatief perspectief duidelijkheid aan ondernemers in De Kempen over de manier waarop (nieuwe) ontwikkelingen gefaciliteerd en ondersteund worden en over de wens van de gemeenten om te komen tot een hoogwaardig en goed afgestemd Kempenbreed aanbod van recreatieve voorzieningen.

1.2 Leeswijzer

Dit document bestaat uit:

  • De uitgangspunten en doelen voor dag- en verblijfsrecreatie in De Kempen (hoofdstuk 2);

  • Een geactualiseerd afwegingskader waarmee richting wordt gegeven aan nieuwe voor toeristisch recreatieve ontwikkelingen en/ of uitbreidingen (hoofdstuk 3);

  • Achtergrondinformatie die gebruikt is voor de actualisering en die nodig kan zijn voor een aanvraag staat in de bijlagen.

afbeelding binnen de regeling

Overzichtskaart van De Kempengemeenten in Nederland en het Belgische deel van streek De Kempen (bron: Bureau BUITEN)

2 Uitgangspunten en doelen toetsingskader

In dit hoofdstuk staan de uitgangspunten en doelstellingen van het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen centraal, die sturing geven aan toeristisch-recreatieve ontwikkelingen. Het bevat de uitgangspunten en doelstellingen voor gewenste toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen.

2.1 Van twee visies op toerisme en recreatie naar één visie en één toetsingskader

Binnen de Kempen zijn twee visies van toepassing op de toeristische sector: de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen (2008) en de Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie Brabantse Kempen (2016) (hierna: gezamenlijke Visie VTE). De doelstellingen van beide visies komen voor een groot deel met elkaar overeen. In beide visies is antwoord gegeven op de vraag: ‘Wat willen we met elkaar bereiken in de toekomst op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie?’ Omdat de antwoorden en daarmee ook de doelen overeenkomen, hanteren we de onderbouwing uit de gezamenlijke Visie VTE als kapstok voor het toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie. Daarmee is dit toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen in feite de ruimtelijke uitwerking van de gezamenlijke Visie VTE.

Zodra dit toetsingskader is vastgesteld, vervalt de voorgaande beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen uit 2008. Het geactualiseerde toetsingskader is opgesteld zowel vanuit ruimtelijk als toeristisch perspectief. Dit is gedaan in ambtelijke sessies met beleidsmedewerkers recreatie en ruimtelijke ordening, bestuurders én recreatieondernemers uit de regio.

Het gaat hier om de actualisatie van het toetsingskader. We hebben dus niet te maken met een blanco situatie, maar borduren voort op de uitgangpunten die beschreven zijn in de voorgaande beleidsvisie uit 2008. Een deel van die uitgangspunten is nog actueel en passend. Daarnaast zijn er nieuwe inzichten op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie opgenomen in dit toetsingskader.

In de afgelopen jaren is nieuw beleid opgesteld op het gebied van recreatie, zoals de gezamenlijke Visie VTE (2016). Hierin wordt:

  • Het gewenste kwaliteitsbeeld van de dag- en verblijfsrecreatieve sector in De Kempen geschetst. Bij dag- en verblijfsrecreatie gaat het namelijk niet alleen om het economische aspect, maar ook om welzijn;

  • En, zoals de titel van de visie al verwoordt, het belang van samenwerken onderkend. De doelen en ambities die we op het gebied van toerisme en recreatie in De Kempen nastreven, kunnen de gemeenten niet alleen oppakken. Dit doen we samen met onder meer buurgemeenten, ketenpartners, ondernemers en belangenorganisaties.

Ook is er nieuw beleid voor andere sectoren dat raakvlak heeft met de recreatieve sector (bijvoorbeeld op het gebied van landschap en buitengebied). Vanwege de nieuwe Omgevingswet hebben de gemeenten óf al een omgevingsvisie vastgesteld óf zijn ze bezig met het opstellen ervan. In die omgevingsvisies zijn soms ook beleidsuitspraken gedaan op het gebied van recreatie en toerisme. Bovendien is er regionaal beleid opgesteld waarmee rekening gehouden moet worden, zoals de interim omgevingsverordening van provincie Noord-Brabant. Met dit bestaand beleid is rekening gehouden in deze actualisatie.

2.2 Het abstractieniveau

Om meer flexibiliteit en maatwerk aan ondernemers te bieden bij het beoordelen van hun nieuwe initiatieven is, in tegenstelling tot de vorige beleidsvisie uit 2008, voor een hoger abstractieniveau gekozen. Daarmee is geen gedetailleerd eindbeeld vastgelegd, waarin nauwkeurig is geformuleerd wat wel en niet mag. De ervaring leert dat men daarmee snel vastloopt en onvoldoende flexibel is om (nieuwe) ontwikkelingen tegemoet te kunnen treden. Door de doelen op hoofdlijnen te beschrijven, worden initiatieven minder ‘zwart-wit’ beoordeeld. Nieuwe initiatieven worden beoordeeld op hun bijdrage aan de gestelde doelen uit dit toetsingskader. Zo ontstaat meer bewegingsruimte.

2.3 Uitgangspunten

Hieronder worden de uitgangspunten beschreven die gehanteerd zijn voor de actualisatie.

Omgeving is bepalend

In de beleidsvisie uit 2008 was een zonering opgenomen waarbinnen bepaalde recreatieve ontwikkelingen wel of niet waren toegestaan. In de actualisatie kiezen we ervoor om de omgeving leidend te maken, naast beleidsmatige uitgangspunten die per gemeente verschillend kunnen zijn.

De praktijk leert dat gemeenten soms ontwikkelingen moeten afwijzen, omdat de regels voor het betreffende (deel)gebied uit de beleidsvisie uit 2008 deze niet toestaan, ook al is het in principe wel een wenselijke recreatieve ontwikkeling.

Een voorbeeld: in de visie uit 2008 is de vestiging van een kampeerterrein in een bepaald gebied alleen toegestaan als het kleinschalig en extensief is vanwege de landschappelijke waarden van dat gebied. De initiatiefnemer kan echter aantonen dat zijn initiatief juist een bijdrage levert aan de landschappelijke kwaliteit van dat gebied, ook al betreft het een meer intensieve vorm van kamperen. In principe betreft het daarom een gewenst initiatief, maar gezien de zonering in de oude visie uit 2008 was deze ontwikkeling niet toelaatbaar.

Dergelijke situaties zijn niet gewenst en daarom is ervoor gekozen om de omgeving leidend te laten zijn bij de beoordeling van nieuwe initiatieven. Gemeenten hebben hierdoor flexibiliteit en meer mogelijkheid voor maatwerk, waardoor meer bewegingsruimte ontstaat.

De omgeving van een beoogde ontwikkellocatie is mede bepalend. Dit betekent dat:

  • Voor recreatieve ontwikkelingen in het buitengebied het landschap de onderlegger is waarop beoordeeld wordt of deze wenselijk is. Dat wil onder andere zeggen dat de beoogde recreatieve ontwikkeling qua gebruik, omvang, uitstraling enzovoorts passend moet zijn binnen de landschapskarakteristieken van de omgeving.

  • Gebouwen zorgvuldig ingebed moeten worden in het landschap. Sloop van bebouwing in het kader van kwaliteitsverbeteringen kan daarom aan de orde zijn.

  • Een ontwikkeling geen hinder mag veroorzaken voor de omgeving (zoals verkeers- en geluidsoverlast en negatieve gevolgen voor ecologie).

  • Ook andere voorwaarden kunnen gelden. Soms hebben we te maken met wettelijke normen (bijvoorbeeld voor geluid, luchtkwaliteit, enzovoorts) en/of ander (gemeentelijk) beleid waaraan initiatieven moeten voldoen.

Gemeenten kunnen afzonderlijk kiezen om meer sturing te geven aan initiatieven middels een eigen zonering door hier aanvullend beleid voor op te stellen. De gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden doen dit al in hun Visie Buitengebied (Eersel) en de Omgevingsvisie (Reusel-De Mierden). De gemeente Bergeijk is bezig met het opstellen van een omgevingsvisie en houdt de zonering uit bijgaande oplegger aan.

Aansluiten bij de omgevingsvisies

De vier Kempengemeenten zijn zich aan het voorbereiden op de aanstaande Omgevingswet. Eén van de instrumenten uit de Omgevingswet is de omgevingsvisie. De gemeentelijke omgevingsvisie is een integrale langetermijnvisie van de gemeente voor de hele fysieke leefomgeving en haar grondgebied. Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden hebben al een omgevingsvisie vastgesteld. In Bergeijk wordt deze voorbereid.

Eén van de verbeterdoelen van de Omgevingswet is om meer ruimte te bieden voor initiatieven van de overheid, burgers en ondernemers. Met het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie willen de gemeenten meer flexibiliteit en maatwerk aan initiatiefnemers bieden voor recreatieve ontwikkelingen. Voor ondernemers in de vrijetijdssector ontstaat zo meer ruimte voor creativiteit.

In de toekomst zal een wisselwerking ontstaan tussen sectorale beleidsvisies en de omgevingsvisie, die juist de integraliteit benadrukt. In deze actualisatie zijn de doelstellingen en ambities uit de omgevingsvisies die invloed hebben op het recreatiebeleid meegenomen.

Duidelijkheid voor ondernemers

Ondernemers in de vrijetijdssector willen duidelijkheid bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Zij willen graag aan de voorkant weten hoe de gemeente een initiatief beoordeelt. Nieuwe initiatieven worden daarom beoordeeld aan de hand van een afwegingskader (zie hoofdstuk 3). Met dit afwegingskader krijgen ondernemers inzicht in de haalbaarheid van hun initiatief. Daarnaast biedt dit afwegingskader handvatten voor ondernemers om hun initiatief gedegen te onderbouwen bij een (principe)verzoek aan de gemeente.

Naast meer duidelijkheid voor ondernemers willen de gemeenten de kaders inzichtelijk maken waaraan initiatieven moeten voldoen. Met het afwegingskader kunnen de vier Kempengemeenten nieuwe initiatieven en uitbreidingsplannen effectief beoordelen.

Definiëring van toeristisch-recreatieve producten

Anders dan in de voorgaande beleidsvisie hebben we nu gekozen om alle recreatieve producten onder de definitie dag- of verblijfsrecreatie te plaatsen. De vrijetijdssector is constant aan vernieuwing onderhevig omdat de markt wil / moet aansluiten bij de wensen en behoeften van recreanten. Uitgangspunt is om dit toetsingskader niet continu te moeten aanpassen, wanneer een nieuw product of dienst zich ontwikkelt (een voorbeeld is de intrede van het concept AirBnB in 2008). In deze actualisatie van het toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie worden alleen voorwaarden bepaald voor dag- en verblijfsrecreatieve functies. Wat wij hieronder verstaan is nader beschreven in bijlage I.

Horeca in het buitengebied

De vier gemeenten hanteren voor horeca een gezamenlijke richting, waarbij kleine verschillen bestaan in definiëringen en oppervlakten. In de oplegger per gemeente (bijlage VIII) is terug te vinden hoe er met horeca wordt omgegaan.

Vanzelfsprekend gelden er naast de voorwaarden per gemeente regels om ongewenste effecten voor de omgeving te voorkomen, zoals regels voor parkeerplaatsen, verkeersafwikkeling, geluidhinder, enzovoorts. Tot welke omvang de horeca nog ondersteunend en/of ondergeschikt is wordt bepaald aan de hand van maatwerk.

Nieuwe zelfstandige horeca is in principe alleen toegestaan in dorpscentra.

Flexibiliteit en maatwerk

Gemeenten hebben in hun voorbereiding op de komst van de Omgevingswet nieuwe inzichten verkregen over hoe initiatieven getoetst moeten worden. Er wordt voortaan meer gekeken of er wordt bijgedragen aan de gezamenlijke doelstellingen. De gemeente behandelt initiatieven welwillend volgens het ‘ja, mits’-principe. In de ‘mits’ zitten de voorwaarden gesloten die meegegeven kunnen worden aan initiatieven.

Het geactualiseerde afwegingskader (zie hoofdstuk 3) bevat daarom vooral zogeheten ‘open normen’. Door open normen toe te passen wordt de flexibiliteit en de mogelijkheid voor maatwerk vergroot. Aan ondernemers wordt ruimte voor creativiteit gegeven, voor gemeenten biedt het beoordelingsruimte.

Uiteraard blijven wettelijke normen gelden. Dit zijn bijvoorbeeld normen voor geluid, luchtkwaliteit, parkeren, enzovoorts.

Begrenzen recreatieve nevenfunctie

Recreatieve nevenfuncties bij bedrijven zonder recreatieve hoofdfunctie dienen kleinschalig van aard te blijven. Voor dagrecreatieve functies geldt een maximaal te benutten bebouwd oppervlak alsook een beperkte hoeveelheid verkeersbewegingen. Per gemeente zijn er geringe verschillen in het bebouwd oppervlak dat bij ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten is toegestaan. Ook kunnen andere aanvullende voorwaarden gesteld worden per gemeente. Dit blijkt uit de verschillende opleggers of uit andere gemeentelijke regelgeving.

Ook voor verblijfsrecreatie geldt dat het, als ondergeschikte nevenactiviteit bij een andere hoofdactiviteit, kleinschalig van aard moet zijn. Voor kamperen geldt dan een maximum van 25 standplaatsen voor kampeermiddelen. Voor andere vormen van kleinschalige verblijfsrecreatie geldt een maximum aantal slaapplaatsen van 10 personen.

Indien de voorwaarden aan de omvang van een recreatieve nevenfunctie niet toereikend zijn voor een ondernemer, wordt gevraagd om de locatie te transformeren naar een volwaardig recreatiebedrijf. Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt namelijk (meer) ruimte geboden voor maatwerk.

2.4 Doelen op hoofdlijnen

Hieronder worden de doelen beschreven die we nastreven voor De Kempen op het gebied van toerisme en recreatie. De doelen zijn geformuleerd op hoofdlijnen.

Het gewenste profiel van het Kempische aanbod

Het toekomstbeeld van De Brabantse Kempen bouwt voort op haar (toeristische) identiteit. De fysieke voedingsbodem van De Kempen bestaat uit zandgrond, landbouw, water, bos- en heidegebieden. De huidige situatie van De Kempen als toeristisch-recreatieve bestemming die zich hierop ontwikkeld heeft, wordt belicht in bijlage V. Kansen om De Brabantse Kempen bij de bezoeker onder de aandacht te brengen als een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve regio:

  • Een ‘(totaal)beleving’ voor de gast die voor een dagje of vakantie een bezoek brengt aan De Kempen en daardoor graag terugkomt;

  • De Brabantse Kempen is een aantrekkelijke regio die minimaal een 8 scoort bij de vrijetijdsgenieter;

  • Aanbod van hoge kwaliteit dat aansluit bij de identiteit van de gemeente, waarbij verbinding kan worden gelegd met de Brabantse gastvrijheid en/of innovatieve maakindustrie. De design- en kenniseconomie van Brainport Eindhoven is hiervoor een aanknopingspunt.

Inspelen op trends en ontwikkelingen

De behoeften van mensen lopen steeds meer uiteen en trends en ontwikkelingen in toerisme en recreatie zijn cumulatief. Wat we vroeger deden – gewoon wandelen, fietsen, picknicken – doen we nu nog steeds, maar daar komen andere vormen bij (zoals bootcamp en e-biking). De diversiteit aan activiteiten neemt toe en gebieden met een grotere variëteit worden hoger gewaardeerd. Door de verschillende, elkaar snel opvolgende trends en ontwikkelingen, is het een uitdaging om aanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoeften van inwoners en bezoekers. Hierna beschrijven we de belangrijkste trends en ontwikkelingen die relevant zijn voor dag- en verblijfsrecreatie in De Kempen. Een volledig overzicht is terug te vinden in bijlage III.

  • Beleving en betekenis is al langere tijd de nieuwe vorm;

  • Diversiteit van buitenactiviteiten neemt toe, wandelen en fietsen blijven onverminderd populair;

  • Horeca en retail moeten voldoen aan hoge verwachtingen;

  • Duurzaamheid wordt steeds belangrijker;

  • Toenemende invloed van social media en online/ digitale content.

Doelgroepen en kansen

Als onderdeel van het toeristisch-recreatieve profiel van De Brabantse Kempen hebben we in beeld gebracht welk type recreant De Kempen bezoekt. Ook geven we inzicht in de vrijetijdswensen en -behoeften van zowel inwoners als bezoekers. Aan het laatstgenoemde ligt de Leefstijlvinder ten grondslag. Voor een complete analyse: zie bijlage II.

  • Het grootste deel van de dagrecreanten zijn inwoners uit de eigen gemeente en de directe omgeving (straal van 50 km);

  • Voor een verblijf van meerdere dagen komen gasten uit Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk;

  • Met name gezinnen met kinderen komen naar De Kempen. Senioren vormen een tweede groep voor wie de regio interessant is. Afhankelijk van de trekpleister kan een gemeente ervoor kiezen zich ook op een andere doelgroep te richten;

  • Inwoners van De Brabantse Kempen zijn voornamelijk harmonie- en verbindingszoekers;

  • De Kempen trekken vooral plezier-, stijl- en inzichtzoekers.

Versterken van de identiteit van De Kempen (onderscheidend vermogen)

De Brabantse Kempen kenmerkt zich door ‘historische elementen’ en een ‘bescheiden normaal nuchtere’ bevolking. Een vriendelijke en gastvrije regio met de echte ‘Brabantse gemoedelijkheid’. Ook is er veel natuur en groen, maar die zijn te generiek als identiteitskenmerk. Deze waarden gelden ook voor andere regio’s in Nederland. De Brabantse Kempen is een koppeling tussen de veelzijdige natuurlijke, bosrijke omgeving waar ontspanning samengaat met bourgondisch genieten van het historische Brabantse plattelandsleven3.

De identiteit van De Brabantse Kempen

Groene ruimte, rust, Kempische gastvrijheid, ligging aan de grens en in Brainport Eindhoven zijn de kernwaarden die tezamen de identiteit van de toeristisch-recreatieve regio vormen (bron: gezamenlijke Visie VTE (2016).

In 2019 is een 0-meting gedaan naar het toeristisch-recreatieve aanbod (kansenkaart). Daarin is onderzocht welke kansen er zijn voor De Kempen. Zo worden ontwikkelopties gezien voor het op peil houden van voorzieningen op routes, het toevoegen van beleving en het organiseren van evenementen. Het stimuleren van herhalingsbezoeken door een goede binding met de gast is gewenst. De lokale Visit-organisaties werken samen met verblijfsaccommodaties door (nieuwe) producten te ontwikkelen en deze te vermarkten.

Het stimuleren en mogelijk maken van nieuwe vormen van dag- en verblijfsrecreatie

Kansen op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie voor De Kempen zijn:

  • Toenemende interesse in gezonde en duurzame levensstijl benutten: buitenrecreatie faciliteren;

  • Toenemende vergrijzing: het ontwikkelen van aanbod voor senioren;

  • Inspelen op toenemende behoefte aan groen, recreatie, wandelen en fietsen;

  • Inzetten op beleving en thematisering door middel van storytelling;

  • Verbreding aanbod van hoogwaardige en diverse dagrecreatie;

  • Het ontwikkelen van innovatieve (horeca)concepten;

  • Het toevoegen van nieuwe technologieën en innovaties voor gasten;

  • Beter verbinden van het aanbod d.m.v. productontwikkeling en positionering rondom (streek)producten, evenementen, natuurbeleving.

Het behouden en verbeteren van de hoge kwaliteit van toerisme en recreatie

Gemeenten en ondernemers zijn ervan overtuigd dat alleen ontwikkelingen die van kwaliteit zijn of waarde toevoegen de voorkeur hebben. Met andere woorden, nieuwe ontwikkelingen moeten van goede kwaliteit zijn. Kwaliteit is echter een subjectief begrip dat correspondeert met eisen van bepaalde doelgroepen.

Hoe een recreant een bezoek aan de regio ervaart, zegt iets over de kwaliteit. Wanneer een bezoek met minimaal een 8 beoordeeld wordt, de positieve ervaring wordt doorverteld in het eigen netwerk en herhaalbezoek een optie is, dan is sprake van kwaliteit. Of een dag- en/ of verblijfsrecreatieve organisatie kwaliteit heeft, hangt niet af van één factor, maar van een geheel aan kenmerken. Bij de beoordeling van een aanvraag wordt niet alleen gekeken naar factoren als ligging en uitstraling, maar ook naar eigenschappen als ‘goed ondernemerschap’.

Goed ondernemerschap

(Geïnspireerd op Arko van Brakel, CEO van opleider De Baak)

‘Goed ondernemerschap’ kenmerkt zich door onderstaande criteria :

  • Passie en overtuiging: Bevlogenheid, bezieling en inzet zijn belangrijk om een team mee te krijgen.

  • Innovatie: Als ondernemer moet je sturing geven aan innovatie binnen je bedrijf om het relevant te houden. Innovatie kan ook in marketingcommunicatie zitten.

  • Persoonlijke integriteit: Je kunt alleen van betekenis zijn voor klanten, als je vanuit je waarden onderneemt. Integriteit is in een door sociale media gedomineerde omgeving essentieel.

  • Financiële prestaties: Als ondernemer is het belangrijk dat je financiën op orde zijn en dat je alle details kent. Je kunt je boekhouding zien als een scorebord dat precies aangeeft hoe je onderneming presteert.

  • Visie en strategische richting: zonder visie geen richting. Een ondernemer moet een langetermijndoel hebben dat tijdloos en geldloos is geformuleerd. Het is goed om een paar keer per jaar te bekijken of je nog op de goede weg zit.

  • Nationale en internationale impact: Het is altijd goed te weten wat de internationale trends zijn. Nederland is een klein land, dus je surft per

  • definitie mee op grote internationale trends. Door trends als duurzaamheid en vergrijzing ben je toch een beetje een speelbal van wat er gebeurt. Tegelijkertijd moet je als ondernemer bewust zijn van de impact die jij kunt hebben.

  • Maatschappelijk verantwoord ondernemen: duurzaamheid is een van de belangrijke uitdagingen van deze wereld, de ijskappen smelten, fossiele brandstoffen raken op. Ondernemingen zijn bij uitstek de vehikels om de wereld beter te maken.

Meerwaarde van initiatieven

Kwaliteitsthema’s die meerwaarde kunnen aantonen zijn:

  • Aansluiting bij of versterking van de toeristische bestemming De Kempen (relatie tot de identiteit van de gemeente, bijdrage aan de diversiteit van het aanbod)

  • Toegevoegde waarde voor de leef- en woonomgeving van bewoners van De Kempen en Brainport Eindhoven (voorzieningen, bereikbaarheid, natuur/ groen/ recreatie). Meer informatie vindt u in de rapportage waardevol toerisme van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli).

  • Samenwerking met bedrijven en organisaties binnen en buiten de vrijetijdssector (promotie, gezamenlijk aanbod, kennisdelen).

  • Bijdrage leveren aan de (cultuur)historische waarden van De Kempen.

  • Bijdrage leveren aan het bewustzijn of deels oplossen van maatschappelijke opgaven (behoud van/ nieuwe voorzieningen, bereikbaarheid, biodiversiteit, opwekken schone energie, verminderen stikstof etc.), zie kader over Brede Welvaart.

Overige adviezen

Koester de kernwaarden door:

  • De Kempengemeenten te versterken door naar elkaar te verwijzen. Bezoekers zien geen gemeentegrenzen, maar bezoeken een gebied.

  • Bijzondere ervaringen te creëren en unieke belevenissen te bieden.

  • Samen te werken met de betrokken partijen (ondernemers, natuurbeheerders, lokale Visit-organisaties, cultureel-maatschappelijke organisaties en overheden). Zorg daarbij voor een goed beeld van elkaars sterkten, zwaktes, rollen en taken en versterk de concurrentiekracht door samen op te trekken in een publiek-private samenwerking.

Brede Welvaart

Welvaart omvat meer dan groei van het aantal banen en het bruto regionaal product. Ecologische en sociaal-maatschappelijke aspecten van welvaart spelen voor inwoners en beleidsmakers een steeds belangrijkere rol.

Het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt al lange tijd als maatstaf gebruikt om de welvaart van gemeenten, regio’s of landen te bepalen en beleid te ontwikkelen. De afgelopen jaren werd duidelijk dat economische activiteiten ook negatieve effecten hebben op de levenskwaliteit. Denk aan milieu- en klimaatschade, slechte arbeidsomstandigheden en (mentale) gezondheidsklachten. Daarmee komt de discussie op gang dat er meer is dan economische groei en dat beleid niet gericht zou moeten zijn op oneindige groei, maar juist op het vinden van een balans tussen de ‘social foundation’ – een sociale ondergrens – en de ‘environmental ceiling’ – het ecologisch plafond.

Het begrip ‘Brede Welvaart’ staat voor alles wat mensen van waarde vinden in hun leven. Het gaat hierbij om de balans tussen economisch, natuurlijk, sociaal en menselijk kapitaal. Het CBS en de Rabobank ontwikkelden beiden een monitor ‘Brede Welvaart’, gericht op het landelijk in kaart brengen en regionaal vergelijkbaar maken van de ontwikkeling van Brede Welvaart.

3 Afwegingskader voor nieuwe ontwikkelingen

Hoofdstuk 2 geeft de uitgangspunten en doelen op hoofdlijnen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen weer. In dit hoofdstuk wordt het geactualiseerde afwegingskader beschreven. Aan de hand van dit afwegingskader kunnen initiatieven beoordeeld worden. Toeristisch-recreatieve ontwikkelingen zijn wenselijk indien voldoende wordt bijgedragen aan de doelen op hoofdlijnen die we voor De Kempen nastreven (zie hoofdstuk 2.4).

3.1 Hoe werkt het afwegingskader?

De vier Kempengemeenten willen sturing geven aan nieuwe ontwikkelingen door vooral faciliterend en stimulerend te zijn en kaderstellend als het gaat om behoud en versterking van de kwaliteit. We willen de hoge kwaliteit van toerisme en recreatie immers behouden en versterken. In het afwegingskader stellen we daarom ‘kwaliteit’ centraal. Wat we met ‘kwaliteit’ bedoelen hebben we op pagina 13 beschreven.

Het afwegingskader is als volgt opgebouwd:

  • 1.

    De basisprincipes: Dit zijn de criteria die altijd in de aanvraag beschreven moeten worden. Uit de beschrijving moet blijken in welke mate een initiatief aansluit bij deze criteria. Voor een toelichting op deze criteria verwijzen we naar hoofdstuk 2.4, waarin we de doelen op hoofdlijnen beschrijven;

  • 2.

    De meerwaarde: Om de toeristische bestemming De Brabantse Kempen of een deelgebied (nog) verder te versterken worden initiatieven ook beoordeeld op de meerwaarde voor de (leef)omgeving. Deze meerwaarde kan op vele manieren naar voren komen. Op pagina 14 beschrijven we wat we bedoelen met meerwaarde voor de (leef)omgeving en wat de ambities zijn op toeristisch-recreatief gebied voor De Kempen. Het kiezen voor een hoog ambitieniveau zien wij als toegevoegde waarde voor de (leef)omgeving. In het afwegingskader hebben we een aantal criteria gegeven. We hebben er bewust voor gekozen om hiervoor geen lijst met criteria op te nemen. Het is aan de initiatiefnemer om hier op zijn eigen creatieve manier invulling aan te geven.

  • 3.

    Voorwaarden voor dag- en verblijfsrecreatie: Voor dag- en verblijfsrecreatie stellen we een aantal meer concrete standaard voorwaarden, in aanvulling op de basisprincipes.

3.2 Hulpmiddelen voor initiatiefnemer ter motivering van zijn initiatief

Wij begrijpen dat het voor initiatiefnemers niet altijd gemakkelijk is om hun initiatief te motiveren aan de hand van de criteria uit het afwegingskader. We hebben daarom in het afwegingskader naar hulpmiddelen verwezen die te gebruiken zijn voor de motivatie. Maar daarbij benadrukken we dat de motivering van het initiatief op passende wijze aan de hand van het format (zie bijlage IX) vormgegeven moet worden. Het is aan de initiatiefnemer om het initiatief te motiveren en aan te tonen dat voldoende wordt bijgedragen aan de doelen uit dit toetsingskader. Bij een grootschalig initiatief wordt een omvangrijkere motivatie verwacht dan bij een meer kleinschalig initiatief.

Afwegingskader voor initiatieven met dag- en verblijfsrecreatie

Criteria

Hulpmiddelen voor initiatiefnemer ter motivering van het initiatief:

Vereiste criteria Basisprincipes voor kwaliteit

Past bij de karakteristiek(en) en identiteit van de regio

Motivering van het initiatief a.d.h.v. de kernwaarden van De Brabantse Kempen

[hulpmiddel: gezamenlijke Visie VTE (2016)]

Draagt bij aan een gevarieerd en complementair recreatief aanbod in De Kempen

Onderbouwing van de marktruimte

[hulpmiddel: gezamenlijke Visie VTE (2016). Samenvatting Kansenkaart: bijlage IV

Sluit aan bij de gewenste en kansrijke doelgroep(en) van de vier Kempengemeenten

Marketingplan (onderdeel Businessplan)

bijlage IV: Doelgroepen en toeristisch-recreatieve leefstijlen

Toont ‘goed ondernemerschap’ aan

Zie beschrijving ‘goed ondernemerschap’ op pag. 14. Ondernemingsplan*, gesprek met de gemeenteambtenaar toerisme en recreatie

[hulpmiddel: KvK]

De omgeving is bepalend of een initiatief wenselijk is. Bij ontwikkelingen in het buitengebied is het landschap leidend. Er mag geen onevenredige hinder ontstaan voor de omgeving (bijvoorbeeld door voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, goede afwikkeling van verkeersstromen, geen overlast van geluid etc.)

Ruimtelijke/- landschappelijke inpassing, inrichtingsschets, verhouding bebouwd – onbebouwd, oppervlaktemaat standplaatsen/eenheden

[hulpmiddel: Kadaster, Omgevingsvisies, gemeentelijke landschap (ontwikkelings)plannen, visie buitengebied]

Er moet voldaan worden aan de overige beleidsdocumenten die mogelijk van toepassing zijn (rijk-, provincie- en gemeentelijk beleid)

Hulpmiddelen:

Rijk: Algemene regels ruimtelijke ordening (rarro). Provincie: Interim omgevingsverordening. Gemeente: omgevingsvisie, visie buitengebied, landschapsvisie, strategische visie, enz.

Er hebben gesprekken plaatsgevonden met omwonenden/ belanghebbenden (omgevingsdialoog)

Gespreksverslagen

Meerwaarde leefomgeving

Toegevoegde waarde voor De Brabantse Kempen

Een neveneffect (spin-off) voor andere vrijetijdsvoorzieningen. Een initiatief dat ervoor zorgt dat ook andere (vrijetijds) voorzieningen in de omgeving meeprofiteren wordt gewaardeerd. Op deze manier kan de regio zich steeds verder versterken op toeristisch-economisch vlak.

Beschrijving van het recreatieconcept met een focus op meerwaarde voor de (leef)omgeving en het opzoeken van samenwerking met andere ondernemers en organisaties

Draagt bij aan de versterking en/ of ontwikkeling van natuur en/ of landschap

Hulpmiddelen: gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan omgevingsvisie, zie gemeentelijke websites.

Draagt bij aan het tegengaan van leegstand van waardevol vastgoed (bijvoorbeeld VAB-locaties en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing).

Focus op leegstand van locaties/ bebouwing

Het benutten van koppelkansen. Door middel van een recreatieve ontwikkeling ook een andere opgave oppakken. Dat hoeft geen recreatieve opgave te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook een bijdrage zijn aan de duurzaamheidsdoelstellingen van een gemeente

Samenwerking zoeken met andere ondernemers en organisaties. Rapportage waardevol toerisme van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli)

Andere toegevoegde waarde. Het is vrij aan initiatiefnemer hier invulling aan te geven.

Motivering van ondernemer

Voorwaarden voor verblijfsrecreatie

Als nevenfunctie is verblijfsrecreatie alleen toegestaan als het kleinschalig is en ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. Voor kamperen geldt dan een maximum van 25 standplaatsen voor kampeermiddelen. Voor overige verblijfsrecreatie geldt een maximum aantal slaapplaatsen voor 10 personen.

Planbeschrijving

Pagina 15 en 16

Oplegger (bijlage IV)

Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt, onder voorwaarden, ruimte gegeven voor maatwerk. De voorwaarden volgen onder andere uit de basisprincipes.

Voor regels omtrent horeca verwijzen wij naar de oplegger.

Voorwaarden voor dagrecreatie

Als nevenfunctie toegestaan, mits kleinschalig en ondergeschikt aan de hoofdfunctie

Planbeschrijving

Pagina 15 en 16

Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt, onder voorwaarden, ruimte gegeven voor maatwerk. De voorwaarden volgen onder andere uit de basisprincipes, maar ook uit andere gemeentelijke regelgeving.

Voor regels omtrent horeca verwijzen wij naar de oplegger.

Oplegger (bijlage IV)

Intrekking oude beleidsregel

De beleidsregel BRET Beleidsvisie Recreatie en Toerisme 2008 wordt ingetrokken.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 februari 2022

De raad van de gemeente Eersel

de griffier, J.W.G. van Bree

de voorzitter, drs. W.A.C.M. Wouters

Bijlagen zijn apart toegevoegd

I. Definiëring van begrippen en werkwijze

II. Doelgroepen en toeristisch-recreatieve leefstijlen

III. Trends en ontwikkelingen

IV. Samenvatting Leisure Kansenkaart

V. De Kempen als toeristisch-recreatieve bestemming: analyse van de huidige situatie

VI. SWOT-analyse

VII. Maatwerk

VIII. Oplegger

IX. Intakeformulier recreatieve en toeristische initiatieven

Geraadpleegde bronnen


Noot
1

Oirschot is onderdeel van de Brabantse Kempen, maar is geen onderdeel van deze actualisering van het toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie. De gemeente heeft eigen beleid op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie.

Noot
2

Voor elk initiatief geldt uiteraard dat bekeken moet worden of het ook binnen andere beleidsterreinen ingepast kan worden

Noot
3

Bron: Kansenkaart