Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674039
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR674039/1
Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam 2022
Geldend van 01-08-2022 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam 2022Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de directie van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 3 februari 2022, kenmerk 21bb15748
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 6, tiende lid en 19, aanhef en onderdeel c, en 31 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam;
overwegende dat:
- -
de toekenning van leerlingenvervoer afhankelijk is van uiteenlopende factoren, waarbij beleidsregels een eenduidige werkwijze kunnen bevorderen zodat aanvragen voor leerlingenvervoer, op basis van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam, op een eenduidige manier kunnen worden beoordeeld;
- -
het gewenst is het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer Rotterdam 2020 in te trekken en te vervangen door nieuwe beleidsregels;
besluit:
Artikel 1. Reikwijdte
Deze beleidsregels hebben betrekking op vervoersvoorzieningen vanaf het schooljaar 2022-2023.
Artikel 2. Afstand
De afstand woning–school wordt bepaald via Google Maps volgens de kortste route met de auto.
Artikel 3. Reistijd
-
1. Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie via www.9292.nl.
-
2. Er wordt uitgegaan van de adressen van de woning en de school.
Artikel 4. Ernstige benadeling van het gezin
-
1. Van ernstige benadeling van het gezin als gevolg van begeleiding van de leerling bij gebruikmaking van openbaar vervoer, als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder c, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam is in ieder geval sprake, indien de leerling een speciale school voor basisonderwijs dan wel een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt en:
- a.
van het eenoudergezin daarnaast ten minste één kind deel uitmaakt dat een andere school bezoekt en dat naar het oordeel van het college, mede op grond van een advies van deskundigen dat naar het oordeel van het college voor de aanvraag relevant is, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken, op voorwaarde dat de ouder aannemelijk heeft gemaakt niet in staat te zijn de kinderen naar de verschillende scholen te begeleiden en dat geen beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling, of het andere kind dan wel de andere kinderen van het eenoudergezin, op zich te nemen, dan wel;
- b.
van het eenoudergezin daarnaast ten minste twee nog niet-schoolgaande kinderen deel uitmaken, op voorwaarde dat de ouder aannemelijk heeft gemaakt niet in staat te zijn de leerling naar de school te begeleiden en dat geen beroep kan worden gedaan op een ander om de begeleiding van de leerling, dan wel de verzorging van de nog niet-schoolgaande kinderen, op zich te nemen, dan wel;
- c.
de leerling voor diens begeleiding naar de school uitsluitend op diens vrouwelijke ouder is aangewezen en die ouder zwanger dan wel recentelijk bevallen is.
- a.
-
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, wordt de vervoersvoorziening op basis van aangepast vervoer slechts toegekend gedurende de periode vanaf de datum waarop blijkens een verklaring van een arts of een verloskundige de vermoedelijke bevalling binnen zes weken is te verwachten tot en met tien weken na de datum waarop de bevalling heeft plaats gevonden.
-
3. Het feit dat beide ouders werken is geen reden om aanspraak te maken op aangepast vervoer. Wel bestaat aanspraak op aangepast vervoer als bij het vervoer naar een school voor speciaal basisonderwijs of (voortgezet) speciaal onderwijs die verder weg ligt dan 6 kilometer, de tijdsduur van de begeleiding langer is dan anderhalf uur per enkele reis, als bedoeld in artikel 19, aanhef en onder a, van de verordening.
Artikel 5. Werkwijze co-ouderschap
-
1. Bij co-ouderschap of in de situatie dat ouders die niet samenwonen hun kind gezamenlijk verzorgen en opvoeden, kan er aanspraak zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft.
-
2. De ouders dienen afzonderlijk in hun eigen woongemeente een aanvraag in voor de weekdagen dat het kind bij hen verblijft. Van beide verblijfadressen wordt apart beoordeeld of er recht is op een vervoersvoorziening.
-
3. Indien het drempelbedrag en de eigen bijdrage, genoemd in artikel 24 en 25 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam, van toepassing zijn, dan worden deze berekend naar verhouding tot het aantal dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft.
Artikel 6. Structureel naschools opvangadres
Indien aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 19 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam dan is vervoer van school naar de buitenschoolse opvang of een ander door ouders aangewezen structureel opvangadres, anders dan de woning, mogelijk als:
- a.
het opvangadres een structureel karakter heeft; en
- b.
de maximale afwijking van de ingeplande rit van het vervoer van school naar de woning niet meer dan twee kilometer is.
Artikel 7. Medische problemen ouders
Voor zover het onvermogen van de ouders om zelf zorg te dragen voor begeleiding van de leerling zijn oorzaak vindt in problemen van medische aard van één van de ouders of van beiden, vindt het bepaalde in artikel 19, aanhef en onder c, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam slechts toepassing indien blijkens de verklaring van een door het college aangewezen deskundige sprake is van een zodanig ernstig en chronisch probleem dat de begeleiding van geen der ouders gevergd kan worden.
Artikel 8. Mogelijkheid om te fietsen
-
1. Het college gaat in ieder geval in de volgende situaties uit van de mogelijkheid voor een leerling om zelfstandig per fiets te reizen, bedoeld in de artikelen 15, derde lid en 17, tweede lid, van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam:
- a.
de leerling bezoekt een school voor regulier basisonderwijs en is ten minste negen jaar oud;
- b.
de leerling bezoekt een school voor het speciaal basisonderwijs en zit ten minste in groep 7;
- c.
de leerling wiens ouders zelf een fietsvergoeding voor hun kind aanvragen;
- d.
de leerling van wie de school een reisadvies afgeeft waaruit blijkt dat de leerling zelfstandig kan reizen per fiets.
- a.
-
2. Het college gaat in ieder geval in de volgende situaties uit van de mogelijkheid voor een leerling om onder begeleiding per fiets te reizen, bedoeld in artikel 18 in samenhang gelezen met artikel 11 van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam:
- a.
de leerling bezoekt een school voor regulier basisonderwijs en is ten minste acht jaar oud;
- b.
de leerling bezoekt een school voor speciaal basisonderwijs en is ten minste negen jaar oud;
- c.
de leerling bezoekt het voortgezet speciaal onderwijs en heeft blijkens de aanvraag van ouders voor een begeleide fietsvergoeding, begeleiding nodig bij het reizen;
- d.
de leerling bezoekt het voortgezet speciaal onderwijs en kan blijkens een reisadvies van de school onder begeleiding per fiets reizen.
- a.
Artikel 9. Intrekken oude regeling en overgangsrecht
-
1. Het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2020 wordt ingetrokken.
-
2. Het Besluit toepassing verordening leerlingenvervoer gemeente Rotterdam 2020 blijft van toepassing op vervoersvoorzieningen voor het schooljaar 2021-2022.
Artikel 10. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de Verordening bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam in werking treedt.
Artikel 11. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Rotterdam.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 februari 2022.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIR): 010-417 2514 of bir@rotterdam.nl
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl